Brief regering : Bestuurlijke overleggen verstedelijking
34 682 Nationale Omgevingsvisie
Nr. 90 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2021
Vanwege de urgentie van de woningbouwopgave is besloten om Bestuurlijke Overleggen
Verstedelijking en Financieel Beeld Mobiliteitsfonds en Deltafonds te laten plaatsvinden.
U bent eerder geïnformeerd dat de Bestuurlijke Overleggen MIRT van dit najaar zijn
uitgesteld. Er hebben vier overleggen plaatsgevonden met bestuurders uit alle landsdelen.
Bijgaand wordt uw Kamer geïnformeerd over de bestuurlijke overleggen die hebben plaatsgevonden
op 24 en 25 november 2021, mede namens de bewindspersonen van het Ministerie van Infrastructuur
en Waterstaat.
Tijdens deze bestuurlijke overleggen is de voortgang van de zeven regionale verstedelijkingsstrategieën
besproken en de manier waarop we toewerken naar concrete, wederkerige uitvoeringsafspraken.
De eerdere bestuurlijke afspraken met de provincies om 130% plancapaciteit voor woningbouw
te realiseren en om in de periode van 2021 tot en met 2030 900.000 woningen te realiseren,
worden waar ze de gebieden van deze verstedelijkingsstrategieën betreffen in deze
uitvoeringsafspraken doorvertaald.
Daarnaast is gesproken over de financiële situatie van het Mobiliteitsfonds en het
Deltafonds, het belang van een integrale aanpak met klimaatadaptatie, stikstofproblematiek
in relatie tot lopende MIRT-projecten en hinderaanpak. U wordt hier over geïnformeerd
door middel van de brief «Voortgang MIRT-projecten en moties en toezeggingen najaar
2021» van de Minister en Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.
In de afgelopen jaren is veel voortgang geboekt met het uitwerken van de zeven regionale
verstedelijkingsstrategieën die onderdeel uitmaken van het Stedelijk Netwerk Nederland,
zoals beschreven in de NOVI. Met deze verstedelijkingsstrategieën maken Rijk en regio
gezamenlijk de ruimtelijke hoofdkeuzes die nodig zijn om de grote woningbouwopgave,
de daarmee samenhangende mobiliteitsopgave, de energietransitie, werklocaties, klimaatadaptatie
en groen aan te pakken.
De concept-verstedelijkingsstrategieën zijn tot stand gekomen dankzij intensieve samenwerking
tussen Rijk, provincies en gemeenten. Door afstemming met provinciale staten en gemeenteraden
ontstaat in de betrokken provincies en gemeenten draagvlak. Ik ben trots op de gezamenlijkheid
en de integraliteit waarmee deze strategieën tot stand zijn gekomen. Daarom attendeer
ik uw Kamer graag op de concept-strategieën en nodig ik uw Kamer uit om ze te raadplegen
op de website van de Nationale omgevingsvisie.1
De verstedelijkingsopgave
Het grootste deel van de woningbouwopgave tot 2040 kan worden gerealiseerd in de zeven
regio’s; ca. 900.000 woningen. Er worden echter niet alleen woningen gebouwd, maar
complete stedelijke gebieden waar mensen prettig kunnen wonen, werken en kunnen genieten
van aanwezige voorzieningen. Naast het realiseren van grote aantallen woningen gaat
het in deze gebieden ook om een goede balans tussen wonen en werken, bereikbaarheid,
een klimaatbestendige inrichting van gebouwen en openbare ruimte (waaronder groen),
stimuleren van lopen, fietsen en deelmobiliteit. Daarom vindt het kabinet het van
belang om in de verstedelijkingsstrategieën samenhangende keuzes te maken. In deze
regio’s zijn of worden de gezamenlijke strategieën afgerond en in de komende maanden
uitgewerkt naar concrete, wederkerige uitvoeringsafspraken, of worden bestaande afspraken
geactualiseerd.
De 14 grootschalige woningbouwgebieden die zijn benoemd in de NOVI liggen in de zeven
regio’s. In deze gebieden kunnen tot 2040 440.000 woningen worden gebouwd, waarvan
circa 210.000 in de periode tot 2030. Hier werken betrokken overheden en het rijk
samen in een integrale aanpak aan de planuitwerking. Deze locaties zijn belangrijk
om continuïteit en schaal van woningbouw te garanderen.
Tijdens Prinsjesdag 2021 heeft het kabinet € 100 miljoen per jaar voor een periode
van tien jaar beschikbaar gesteld om additionele woningbouw te faciliteren. Vanwege
de urgentie van het probleem heb ik ervoor gekozen om de middelen zo snel mogelijk
in te zetten. Dat doe ik langs drie sporen: (1) regie van het rijk op de ontwikkeling
van de veertien, (2) een vierde tranche van de woningbouwimpuls en (3) het oplossen
van knelpunten om woningbouw te versnellen. Voor de veertien grootschalige woningbouwgebieden
heb ik ervoor gekozen om € 500 miljoen beschikbaar te stellen om in 2022 een impuls
te geven aan de ontwikkeling van deze gebieden. Ik heb uw Kamer 5 november jl. hierover
geïnformeerd.2 Tijdens de bestuurlijke overleggen is gesproken over de wijze waarop ik deze middelen
wil inzetten. Ik wil deze middelen besteden aan investeringen die als een katalysator
werken. Deze eerste impuls draagt bij aan de realisatie van naar verwachting 35.000
woningen.
Uw Kamer heeft mij gevraagd om in de bestuurlijke gesprekken met de regio’s ook het
onderwerp groen in en om de stad mee te nemen3. In alle verstedelijkingsstrategieën wordt deze opgave nader uitgewerkt, zoals bijvoorbeeld
het programma Groen Groeit Mee (als onderdeel van de Verstedelijkingsstrategie Metropoolregio
Utrecht). Alle partijen zien dat dit noodzakelijk is voor het bouwen van een complete
en leefbare stad. In de bestuurlijke overleggen was daarom het Ministerie van LNV
vertegenwoordigd en is dit onderwerp per regio uitgelicht.
In onderstaande licht ik de uitkomsten van de gesprekken over verstedelijking in de
verschillende regio’s toe.
Uitvoering Integraal Verstedelijkingsakkoord Zuidelijke Randstad
In het bestuurlijk overleg is de voortgang van de uitvoering van het integraal verstedelijkingsakkoord
Zuidelijke Randstad besproken4. In dit akkoord is afgesproken om tot 2040 circa 70.000 woningen te bouwen op dertien
locaties langs de Oude Lijn (spoorlijn Leiden-Dordrecht) en 100.000 woningen op goed
bereikbare, binnenstedelijke plekken binnen de acht gemeenten verenigd in de Verstedelijkingsalliantie5. De Oude Lijn is ook één van de veertien grootschalige woningbouwgebieden (naast
Oostflank Rotterdam en CID-Binckhorst). Er liggen ook een aantal economische toplocaties,
zoals Leiden Bio Science Park en TU Campus Delft. Deze opgave omvat (minimaal) tweederde
van de totale woningbouwopgave van Zuid-Holland. Een belangrijk uitgangspunt van dit
akkoord is om de grote verstedelijkingsopgave in samenhang te ontwikkelen met de bereikbaarheidsopgave
(schaalsprong Zuidelijke Randstad).
Tijdens het bestuurlijk overleg is gezamenlijk de ambitie voor het realiseren van
de integrale opgave Zuidelijke Randstad ondersteund. Er wordt onderkend dat het realiseren
van deze ambitie een groot investeringsvermogen vraagt, zowel voor schaalsprong van
het OV op de Oude lijn, de MIRT-verkenningen Oeverververbinding Rotterdam en CID-Binckhorst,
als voor het realiseren van de grote verstedelijkingsopgave in deze regio. Er is aangegeven
dat fasering in de tijd nodig is, zowel voor de schaalsprong als voor de grote verstedelijkingsopgave.
Voor de bereikbaarheidsopgave is de reguliere MIRT-systematiek van toepassing.
Vervolgens is geconstateerd dat op basis van het integraal verstedelijkingsakkoord
Zuidelijke Randstad goede stappen zijn gezet en de vaart er goed in zit. Tussen 2018
en 2020 is de bouw van 23.000 woningen gestart, en daarbovenop is via de woningbouwimpuls
(eerste en tweede tranche) zicht op het bouwen van circa 32.000 woningen binnen drie
jaar in de acht gemeenten van de Verstedelijkingsalliantie. Het worden kwalitatief
hoogwaardige locaties met een mix aan wonen, werken en leren/innovatie die forse impact
moet krijgen op de noodzakelijke versterking van agglomeratiekracht van deze regio.
Bestuurders zien ook aanleiding om dit verstedelijkingsakkoord uit 2019 aan te scherpen.
Daarbij is essentieel het inbouwen van afspraken over de integraliteit van verstedelijking
(wonen, werken, voorzieningen, leren/innoveren) én de aanpassing van het mobiliteitsconcept
én een gezamenlijke ambitie om dit met kwaliteit voor de leefomgeving te realiseren.
Wat betreft dat laatste: uit de in het overleg gepresenteerde voorbeelden van gebiedsontwikkelingen
blijkt dat toevoeging van forse aantallen woningen niet kan zonder versterking van
groen, maatregelen voor het omgaan met klimaatadaptatie en hittestress en het inbouwen
van maatschappelijke functies.
Door de Verstedelijkingsalliantie is toegezegd om de benodigde investeringen voor
woningbouw met duurzame kwaliteit nader te specificeren, met een programmering in
de tijd. Naast het Ministerie van BZK zullen ook de Ministeries van LNV en IenW worden
betrokken bij het formuleren van afspraken op bovenstaande thema’s. Ook de energietransitie
om te komen tot duurzame gebiedsontwikkeling wordt benoemd als aandachtspunt bij actualisatie
van dit akkoord. Daarnaast kunnen de uitkomsten van de kabinetsformatie ook aanleiding
zijn voor het maken van aanvullende afspraken.
Er is afgesproken om het verstedelijkingsakkoord Zuidelijke Randstad te actualiseren
en te bespreken op het BO Leefomgeving van medio 2022.
Verstedelijkingsstrategie Stedelijk Gebied Eindhoven
Tijdens het BO regio Zuid is gesproken over het in het voorjaar te sluiten verstedelijkingsakkoord
voor het Stedelijk Gebied Eindhoven. Hier liggen grote kansen om op korte termijn
circa 30.000 woningen (tot 2030) te realiseren middels drie gebiedsontwikkelingen:
Het centrum van Eindhoven inclusief Eindhoven Internationaal Knoop XL (EIK XL, één
van de 14 grootschalige woningbouwgebieden), centrum Helmond en de ontwikkelas Eindhoven
Centrum-Veldhoven De Run.
Deze uitwerking van de verstedelijkingsstrategie, vastgesteld in het BO MIRT van vorig
jaar, ligt op koers voor het maken van verstedelijkingsafspraken tijdens het BO Leefomgeving
van medio 2022. Er zijn aanvullende, resultaatgerichte afspraken nodig over woningbouw
tot 2030, vooral ten aanzien van de drie genoemde locaties. Bijzondere aandacht zal
uitgaan naar de relatie tussen mobiliteit, ruimtevraag van bedrijven, verdere verstedelijking
(inclusief balans wonen en werken) en groen/blauw. Voor het versnellen van de woningbouw
zijn op korte termijn maatregelen nodig. Deze onderwerpen zullen ook terugkomen op
het BO MIRT en BO leefomgeving medio 2022, afhankelijk van de ambities van het nieuwe
kabinet.
Verstedelijkingsstrategie Stedelijk Brabant
Ook is gesproken over de onderliggende analyse voor de verstedelijkingsstrategie Stedelijk
Brabant. Uit deze analyse blijkt dat ook in Brabant scherpe keuzes over het gebruik
van de beschikbare ruimte nodig zijn. Naast de woningbouwopgave is ruimte nodig voor
de noodzakelijke randvoorwaarden op het gebied van mobiliteit, werken, klimaatadaptatie
en groen/blauw en energietransitie om ook in de bestaande stad en in de dorpen en
kernen een goed vestigingsklimaat te kunnen bieden.
Over de benodigde plancapaciteit zijn tot en met 2030 afspraken gemaakt. Uitgangspunt
hierbij is dat elke regio bouwt voor de eigen behoefte. Voor de periode tot 2040 is
afgesproken dat binnen een afgesproken bandbreedte een hoger ambitieniveau dan de
huidige prognose wordt verkend. Rijk en regio zullen daarbij samen onderzoeken welke
effecten een hogere woningbouwambitie heeft binnen en buiten de regio om gezamenlijk
keuzes te kunnen maken.
Aanvullend hebben Limburg en Zeeland aandacht gevraagd voor de kwalitatieve opgave
voor wonen (aanpak verouderde woningen, omslag naar circulair en veranderende woonbehoefte)
in beide provincies, waarbij deze niet opgepakt kan worden middels het toevoegen van
woningen. Vanuit Noord-Brabant werd deze opgave ook herkend: 85% van de woningen die
we in 2040 nodig hebben staan er nu al. Wat we komende jaren toevoegen (15%) is slechts
een beperkt deel. De opgave ligt ook in Brabant met name in de bestaande steden en
dorpen en heeft vooral een kwalitatief karakter.
Verstedelijkingsstrategie Metropoolregio Amsterdam
Tijdens het bestuurlijk overleg is afgesproken dat het verstedelijkingsconcept Metropoolregio
Amsterdam6 (MRA) de inhoudelijke basis vormt voor de verdere uitwerking van de verstedelijkingsstrategie,
de bijbehorende wederkerige afspraken en voor het lokaal en regionaal op te stellen
beleid. Het verstedelijkingsconcept is het gezamenlijke antwoord op de grote uitdagingen
waar Rijk en regio met de Metropoolregio Amsterdam voor staan. Hiermee is een belangrijke
eerste stap gezet voor de verstedelijkingsstrategie MRA. De intensieve samenwerking
door alle overheden (lokaal, regionaal, nationaal en de waterschappen) heeft hieraan
in grote mate bijgedragen. Voor de uitvoering van het verstedelijkingsconcept is het
van belang dat de verstedelijkingsopgaven in samenhang worden gerealiseerd: er worden
immers complete steden en samenlevingen gebouwd. Veel van de opgaven zijn noodzakelijke
randvoorwaarden voor de versnelling van de woningbouw zoals hieronder nader wordt
toegelicht.
Voor het vervolg van de Verstedelijkingsstrategie spreken Rijk en regio af om richting
het BO Leefomgeving en het BO MIRT 2022 tot wederkerige afspraken te komen over de
adaptieve Rijk-regio programmering voor de komende jaren. De regionale bestuurders
benadrukten hierbij het belang van een langdurige programmering en financiering voor
de uitvoering van de complexe verstedelijkingsopgaven en de benodigde transities op
het gebied van klimaat, energie en mobiliteit. Voor de rijk-regio programmering worden
de fasering en de benodigde investeringen in samenhang met het bereikbaarheidsprogramma
Samen Bouwen aan Bereikbaarheid, de gebiedsplannen van de stadsharten en de grote
versnellingslocaties uitgewerkt.
Met het verstedelijkingsconcept zetten Rijk en regio nieuwe accenten zoals de ontwikkeling
naar een evenwichtige en meerkernige metropoolregio in samenhang met sociaal-economische
vraagstukken op het gebied van kansengelijkheid, gezondheid en woon-werk balans. Ook
de transitieopgaven energie en klimaat zijn belangrijke onderdelen van het verstedelijkingsconcept.
Zoals ik u eerder heb geïnformeerd, kan de versnelling van de woningbouw in de MRA
(175.000–220.000 woningen tot 2030) niet worden gerealiseerd zonder dat Rijk en regio
versneld flankerende maatregelen nemen op de belemmeringen zoals stikstof, geluidsnormen
en randvoorwaarden zoals bereikbaarheid, werkgelegenheid, energie, klimaatadaptatie,
ecologie en inclusiviteit. Dit is uiteraard aan een nieuw kabinet.
Specifiek voor het watersysteem spreken Rijk en regio af om een samenhangende systeemuitwerking
voor een waterrobuuste en klimaatbestendige regio verder uit te werken. In deze uitwerking
wordt duidelijk waar en hoe de ruimtelijke ordening rekening moet houden met maatregelen
voor de impact van klimaatverandering in locatiekeuze en gebiedsinrichting, inclusief
zoekgebieden voor tijdelijke piekwaterberging.
In de uitvoering van het Verstedelijkingsconcept zullen Rijk en regio gezamenlijk
nog ruimtelijke keuzes moeten maken, zoals in het Noordzeekanaalgebied waar een aantal
grote ruimtelijke opgaven liggen op het gebied van energietransitie, leefbaarheid
en klimaatadaptatie die in het NOVI Noordzeekanaalgebiedsaanpak verder zullen worden
uitgewerkt en in de Zuidflank waar de leefkwaliteit rondom Schiphol een belangrijke
opgave is. Rijk en regio hebben daarom afgesproken een integrale gebiedsaanpak Zuidflank
uit te werken.
Verstedelijkingsstrategie Metropoolregio Utrecht
Uit recente berekeningen voor deze regio in het kader van het Rijk-regio programma
U Ned blijkt dat de bereikbaarheidsopgave voor alle modaliteiten (fiets, weg, OV)
voor de periode tot 2030 nog groter is dan eerder gedacht en onvoldoende mobiliteitsmaatregelen
zijn geprogrammeerd om de mobiliteit in deze regio op orde te hebben. Het beeld wordt
bevestigd door de Integrale Mobiliteitsanalyse 2021, die u eerder van het Ministerie
van IenW heeft ontvangen7. Dit levert ook risico’s op voor de voortgang van de woningbouwopgave in deze periode
(75.000 woningen tot 2030) en voor het functioneren van deze regio als «draaischijf
van Nederland». Daarom is besproken dat het noodzakelijk is om inzicht te krijgen
in wat nodig is om de gezamenlijke ambities ook op de kortere termijn te kunnen halen
en dat het volgende kabinet aan te bieden om besluiten op te kunnen nemen. De grootschalige
gebiedsontwikkelingen na 2030 in de «Grote U» (Metropoolpoorten Leidsche Rijn-Zuilen,
A12 zone en Lunetten/Koningsweg-USP) zijn besproken en er zijn afspraken gemaakt over
de vervolgfase waarin de brede opgave voor gezond stedelijk leven en de wisselwerking
met de benodigde mobiliteitsmaatregelen centraal staan. Het is aan een nieuw kabinet
om in 2022 mogelijk afspraken te maken over de concrete invulling van deze gebieden
en de daarvoor benodigde maatregelen en fasering. Deze gebiedsontwikkelingen geven
antwoord op een groot deel van de woningbouwopgave voor na 2030 in deze regio (in
totaal 50.000 woningen tussen 2030 en 2040).
Ontwikkelbeeld Regio Amersfoort Centraal
Met het Ontwikkelbeeld Regio Amersfoort Centraal wordt een antwoord gegeven op de
vraag hoe de groei van wonen en werken ook in de toekomst op te vangen én bereikbaar,
groen en leefbaar te blijven. De opgaven, ambities en randvoorwaarden in de Regio
Amersfoort kennen een duidelijke samenhang met de Metropoolregio Utrecht, het Ontwikkelperspectief
Utrecht Nabij en het programma U Ned. Het Ontwikkelbeeld Regio Amersfoort Centraal
en het Ontwikkelperspectief Utrecht Nabij zien we als één regionale verstedelijkingsstrategie
en worden ook als zodanig in de Omgevingsagenda Noordwest-Nederland i.o. beschouwd.
Daarnaast geldt dat de opgaven, ambities en randvoorwaarden in het deel Barneveld/Nijkerk
eveneens een duidelijke samenhang met regio Foodvalley en de Verstedelijkingsstrategie
Arnhem-Nijmegen-Foodvalley kennen. Het Rijk geeft de samenwerking met de Regio Amersfoort
dan ook met aandacht voor beide kanten verder vorm. Er is specifiek gesproken over
de uitvoering van de aangenomen motie Koerhuis c.s. over het ook voor Amersfoort beschikbaar
stellen van de 500 miljoen euro voor de grootschalige woningbouwgebieden. Er is afgesproken
nader te analyseren wat er nodig is voor realisatie van deze grootschalige (transformatie)gebieden
in Amersfoort zodat we op basis daarvan vervolgafspraken kunnen maken.
Groen in en om de stad
Een goede en voldoende groene omgeving is randvoorwaardelijk voor het realiseren van
de woningbouwopgave. Het programma Groen Groeit Mee heeft de ambitie om deze groene
opgave in combinatie met de wateropgave evenwichtig te laten meegroeien met de verstedelijkopgave
in de provincie Utrecht. Gezamenlijk ondersteunen Rijk, provincie Utrecht en regio’s
Utrecht, Amersfoort en Foodvalley de ambities uit dit programma. We moeten nu zicht
krijgen op de realisatie daarvan en gaan dit nader uitwerken in samenhang met de regionale
verstedelijkingsstrategieën. Doel is hier in 2022 concrete afspraken over te kunnen
maken, bijvoorbeeld via het Groen Groeit Mee Pact. Ook de waterschappen hebben aangeboden
bij te dragen aan de uitvoering van deze ambities.
Verstedelijkingsstrategie Arnhem-Nijmegen-Foodvalley
Tijdens het bestuurlijk overleg is de verstedelijkingsstrategie Arnhem-Nijmegen-Foodvalley
besproken. Rijk en de betrokken regionale partijen spreken af het verstedelijkingsconcept
Arnhem-Nijmegen-Foodvalley met de ambitie «Meer landschap, meer stad» als basis te gebruiken voor de verstedelijkingsopgave. In de regio’s is plaats voor
100.000 woningen. Deze woningbouwopgave zal worden ingezet om het karakter en de kwaliteit
van de Groene Metropool (natuur, klimaat, gezondheid en economie) te vergroten. De
leefbaarheid is een belangrijke bouwsteen voor het verstedelijkingsconcept.
Er is besproken wat nodig is om tot een gebalanceerde ontwikkeling van de verschillende
deel- en de drie sleutelgebieden Arnhem-Oost, Nijmegen-West en Foodvalley-Zuid te
komen. In het overleg werden een aantal opgaven vanuit de gebiedsuitwerkingen benoemd,
zoals het belang van een perspectief op de economische ontwikkeling van de regio (waaronder
landbouw in relatie tot stikstof) en de bereikbaarheid (personen en goederen) in relatie
tot verstedelijking. De komende maanden worden de opgaven in de deelgebieden verder
uitgewerkt. Ook zullen Rijk en regio’s in gesprek gaan over de investering- en uitvoeringsagenda. Rijk en de regionale partijen zullen langjarig de samenwerking voortzetten.
Komend jaar zullen ze daartoe de verstedelijkingsstrategie verder uitwerken en op
basis daarvan op het BO Leefomgeving 2022 concrete, wederkerige afspraken maken over
de uitvoering (ook over de financiering).
Verstedelijkingsstrategie Regio Zwolle
Regio Zwolle is één van de acht NOVI-gebieden waarbij het accent ligt op de klimaatbestendige
groeiregio. Klimaatadaptatie vormt naast wonen, werken en mobiliteit een belangrijke
bouwsteen in de verstedelijkingsstrategie voor Regio Zwolle.
De ambitie van de regio is besproken om meer te bouwen dan alleen de autonome behoefte.
Hierover is afgesproken nu nog niets vast te leggen maar hierover met elkaar in gesprek
te blijven. Daarvoor zullen in de verdere uitwerking van de strategie, naast de autonome
behoefte, ook de hogere groeiscenario’s verder worden verkend op hun consequenties
en randvoorwaarden. Dat is nodig om vervolgens ook een goede afweging te kunnen maken
of een extra opgave voor deze regio ook vanuit nationaal perspectief wenselijk is.
Daarnaast zijn de hoofdkeuzes besproken m.b.t. de uit te werken ontwikkelrichting
van het verstedelijkingsconcept gericht op het versterken van de zogenaamde «Warme
Harten» op drie schaalniveaus (Zwolle als warm hart van de regio, middelgrote kernen
bieden een warm hart dichtbij en in vitale kleine kernen wordt de leefbaarheid versterkt
door in het hart te investeren met nieuwbouw en in openbare ruimte).
De verstedelijkingsstrategie en programmering wordt in de volgende fase verder verdiept
en uitgewerkt inclusief de maatregelen die noodzakelijk zijn om deze uit te voeren.
Rijk en regio willen deze vaststellen in de loop van 2022. Regio en Rijk hechten daarbij
aan breed draagvlak voor de verstedelijkingsstrategie bij alle betrokken overheden
en waterschapsbesturen en maatschappelijke organisaties en bedrijven.
Verstedelijkingsstrategie Regio Groningen-Assen
De verstedelijkingsstrategie Groningen-Assen is afgerond. De strategie bevat plannen
voor de realisatie van ongeveer 36.000 woningen tot 2040. De woningbouwlocaties sluiten
aan bij de afspraken uit de woondeal en de afspraken met de provincie over voldoende
plancapaciteit. De strategie maakt locatiekeuzes aan de hand van zeven ruimtelijke
principes die zorgen voor een duurzame groei van de regio, zoals het bouwen rondom
OV knooppunten en haltes en het versterken van economische aantrekkingskracht van
de regio. De grootste woningbouwgebieden in de regio zijn de west- en oostflank van
Groningen en Assen Centraal. In die gebieden vindt ruim driekwart van de woningbouwopgave
plaats. Ook de andere deelgebieden bevatten woningbouwplannen. In deze deelgebieden
ligt de focus echter ook op een positief effect te creëren met die woningbouw bijvoorbeeld
op sociaal-economische opgave en de leefbaarheid in kleinere kernen.
Regio en Rijk willen op basis van de verstedelijkingsstrategie concrete en wederkerige
afspraken (ook financiële) maken over de uitvoering van de strategie. Afgesproken
is de verstedelijkingsafspraken samen op te stellen en vast te stellen in het BO Leefomgeving
2022.
Validatie-onderzoek Deltaplan voor het Noorden
Naast de zeven verstedelijkingsstrategieën is ook het Deltaplan Noordelijk Nederland
besproken. Regio en Rijk werken samen aan een validatieonderzoek van de door de regio opgeleverde «Bouwstenen voor een noordelijke Deltaplan».
De stand van zaken van dit onderzoek is gedeeld. Het validatieonderzoek wordt naar
verwachting begin volgend jaar opgeleverd. Waarna regio en Rijk samen werken aan een
gedeelde conclusie en het in kaart brengen van mogelijke vervolgstappen. Het BO MIRT
2022 wordt benut om de resultaten met de regio te bespreken.
Vervolg
Tijdens deze bestuurlijke overleggen Verstedelijking hebben we de voortgang van de
zeven regionale verstedelijkingsstrategieën besproken en de manier waarop we toewerken
naar concrete, wederkerige uitvoeringsafspraken. Gezien de omvang van de verstedelijkingsopgave
en daarmee samenhangende bereikbaarheidsopgave zal niet alles tegelijk kunnen en zullen
faseringsafspraken gemaakt moeten worden. De bestuurlijke overleggen Verstedelijking
vormen zoals gezegd een opmaat voor de Bestuurlijke Overleggen MIRT en Leefomgeving
in 2022. Het nieuwe kabinet zal hier verdere beslissingen nemen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties