Brief regering : Goederen-exit-strategie noodvoorraad beschermingsmiddelen
32 805 Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg
Nr. 128
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 december 2021
Op dit moment leven er veel vragen rondom de noodvoorraad persoonlijke beschermingsmiddelen
(PBM) die valt onder de verantwoordelijkheid van het Bureau Landelijk Consortium Hulpmiddelen
(LCH), onderdeel van CIBG. Met deze brief informeer ik uw Kamer daarom nader over
de beoogde afbouw van deze voorraad via de zogenaamde «goederen-exit-strategie». Vanzelfsprekend
vind ik het van belang dat deze goederen een goede maatschappelijke bestemming krijgen.
Terugblik
Bij het uitbreken van de coronapandemie werd Nederland – net als vele andere landen
– begin 2020 geconfronteerd met een exploderende vraag naar PBM. Tegelijkertijd ontstond
er een internationale verstoring van het aanbod daarvan, waardoor er acute problemen
ontstonden bij de levering van PBM aan de zorg. Het was juist toen ook van groot belang
dat de zorg kon beschikken over voldoende PBM van de juiste kwaliteit. Nadat het Ministerie
van VWS eerst zelf de additionele inkoop van PBM en hulpmiddelen had opgepakt, is
in maart 2020 het LCH opgericht. Het doel van het LCH was om zo snel mogelijk een
centrale noodvoorraad van PBM aan te leggen om hiermee de zorg te kunnen voorzien.
De zorg kan een beroep doen op deze noodvoorraad, als zij niet of onvoldoende in staat
is om PBM via reguliere kanalen in te kopen. Zoals de toenmalig Minister voor Medische
Zorg in haar brief op 14 april jl.1 heeft genoemd is CIBG sinds 1 oktober 2020 verantwoordelijk voor het beheer en distributie
van de noodvoorraad.
Noodvoorraad versus ijzeren voorraad
Inmiddels zijn de distributiekanalen en het aanbod van PBM al geruime tijd hersteld
en kunnen zorginstellingen goed terecht bij hun reguliere inkoopkanalen. De huidige
centrale noodvoorraad PBM blijft beschikbaar voor de zorg, maar kent een aanzienlijke
omvang. De hoogte van de huidige voorraad was op 2 december jl. als volgt:
Middelen
Op voorraad
Verwachte vraag1
Brillen
3.365.295
630
Chirurgische maskers
704.207.790
593.000
FFP2-maskers
43.078.903
36.000
Handschoenen
618.266.500
836.000
Jassen
58.294.138
44.500
Schorten
14.576.117
24.200
X Noot
1
Gemiddelde vraag per week, gebaseerd op de aanvragen bij LCH in de afgelopen 3 weken.
Daarom wil ik de noodvoorraad afbouwen tot voorlopig een niveau van 6 maanden. Zoals
de toenmalig Minister voor Medische Zorg in haar brief op 14 april jl.2 heeft genoemd gaat het hier om een omvang van zes maanden, gebaseerd op een bepaald
piekverbruik door de zorg gedurende de coronapandemie.
Ik vind het belangrijk om het verschil tussen een noodvoorraad en een ijzeren voorraad
te benadrukken. De noodvoorraad, waar deze brief over gaat, gaat over de huidige voorraad PBM, die wordt beheerd
door het Bureau LCH. De toekomstige ijzeren voorraad gaat daarentegen over maatregelen en activiteiten om toekomstige crises het hoofd
te bieden. Over de uitwerking van het plan voor een ijzeren voorraad persoonlijke
beschermingsmiddelen en hulpmiddelen (het «dijkenmodel») wordt uw Kamer medio volgend
jaar nader geïnformeerd.
Goederen-exit-strategie
Op dit moment bouwt het Bureau LCH de noodvoorraad af via een goederen-exit-strategie.
Het is aan een nieuw kabinet om te bepalen op welke wijze en op welk moment het beheer
van de ijzeren voorraad precies uitgevoerd zal worden. Tot die tijd houdt het Bureau
LCH de noodvoorraad aan op de hiervoor genoemde minimale omvang. Het overschot – namelijk
PBM die niet (langer) leverbaar zijn aan de zorg in Nederland of die uit de houdbaarheidsdatum
(dreigen te) lopen – krijgt een andere bestemming.
Ik merk hierbij op dat de afbouw van de noodvoorraad PBM logistiek complex is en de
omvang groot. De markt van deze producten is sterk verzadigd en de prijs is fors gedaald.
Daarbij komt dat een deel van de goederen een beperkte houdbaarheid heeft of niet
meer voor de zorg inzetbaar is op grond van EU-wetgeving. In samenwerking met VWS
zet Bureau LCH alles op alles om goederen te verkopen of te doneren.
De goederen-exit-strategie kent drie pijlers, die ik hieronder nader toelicht: verkoop,
donaties en duurzaam verwerken. Op dit moment gaat alle energie uit naar verkopen
en doneren. Pas als blijkt dat er geen andere opties zijn, wordt er overgegaan op
duurzaam verwerken.
1. Verkoop
Als eerste wordt gekeken of PBM kunnen worden verkocht aan partijen die daar een goede
bestemming aan kunnen geven. De focus ligt hier op PBM met de kortste houdbaarheid
zoals chirurgische mondmaskers. Voor verkoop geldt een aantal voorwaarden. Zo dient
de prijs marktconform te zijn en worden goederen alleen verkocht tot aan het eerder
genoemde minimale niveau van de noodvoorraad. De voorkeur gaat uit naar partijen die
leveren binnen de zorg. Bovendien wordt bij elke koper een «due diligence» en «credit
check» gedaan. Sinds september 2021 zijn de eerste goederen verkocht aan onder andere
het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en aan verschillende landen in Afrika.
2. Donaties
De tweede pijler van de goederen-exit-strategie bestaat uit het doneren van PBM. Dit
gebeurt zowel binnen als buiten Nederland. Hierbij wordt zoveel mogelijk de afspraak
gemaakt dat de bijbehorende kosten – zoals transport – door de ontvangende partij
op zich worden genomen. Als het gaat om donaties buiten Nederland neemt het Ministerie
van Buitenlandse Zaken (hierna: BZ) deze kosten meestal voor zijn rekening. Bij donaties
wordt rekening gehouden met onder andere fiscale en juridische regelgeving.
Binnenlandse donaties
Er is vanuit het Ministerie van VWS veel contact met andere ministeries, medeoverheden
en instellingen voor goede doelen om binnen Nederland te doneren. Samen met het Ministerie
van SZW zijn we in gesprek met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) over donaties
aan gemeenten en onderwijsinstellingen. Eind november is vanuit het Catshuisoverleg
gevraagd om 30 miljoen mondmaskers te schenken aan basisscholen. Op dit moment vinden
gesprekken plaats met OCW en Bureau LCH om dit praktisch in te regelen. Scholen ontvangen
al zelftesten die door het Ministerie van VWS zijn ingekocht, het Ministerie van SZW
zorgt voor de distributie. Het afgelopen jaar zijn daarnaast mondmaskers aan verschillende
instellingen, zoals het Rode Kruis, voedselbanken en andere Nederlandse hulporganisaties
verstrekt.
Vanuit maatschappelijk belang heb ik een positieve grondhouding ten opzichte van deze
verzoeken en voorstellen. Voor mij staat het algemeen belang daarbij voorop. Mijn
inzet is er daarbij op gericht om de PBM ten goede te laten komen aan de maatschappij
en de bescherming van eenieder, juist ook voor de kwetsbaardere burgers. Zorgpartijen
hebben reguliere afspraken met eigen leveranciers. Indien zorgpartijen onverhoopt
niet aan PBM kunnen komen binnen deze lopende afspraken dan kunnen zij een beroep
doen op de noodvoorraad. Ik wil verkennen of donaties aan de Nederlandse zorg in specifieke
omstandigheden mogelijk zijn indien deze bijvoorbeeld het algemeen belang betreffen.
Buitenlandse donaties
Daarnaast doneren we ook buiten Nederland. Hierbij kijk ik samen met Buitenlandse
Zaken (BZ) naar de mogelijkheden om PBM te doneren aan landen die dit hard nodig hebben,
maar de middelen niet hebben om ze aan te schaffen. Zo zijn er onder andere al donaties
gedaan aan Suriname, Zuid-Afrika, Sierra Leone, Indonesië en Moldavië.
Buitenlandse donaties zijn in de praktijk vanwege juridische, administratieve en logistieke
redenen zoals het transport gecompliceerd en daardoor tijdrovend en arbeidsintensief.
Het transport wordt door BZ in goede banen geleid en is vanwege de vele benodigde
documenten zeer tijdrovend. We hebben daarom als VWS en BZ randvoorwaarden opgesteld
om toekomstige verzoeken eenduidig en doelmatig af te kunnen handelen. Daarbij zullen
we in toekomst ook zoeken naar manieren om via internationale donaties een goede bestemming
voor de beschermingsmiddelen uit de noodvoorraad te vinden.
3. Duurzaam verwerken
Tot slot onderzoeken we binnen de derde pijler de mogelijkheden om producten duurzaam
te verwerken wanneer verkoop of donatie niet mogelijk is. Of in die gevallen als de
houdbaarheidsdatum is verstreken of producten zijn beschadigd en daarom afgekeurd
zijn. Duurzame verwerking houdt in dat waar mogelijk materialen worden gescheiden,
gerecycled en grondstoffen worden teruggewonnen. Op deze wijze kan op een maatschappelijk
verantwoorde en duurzame manier ontmanteling en vernietiging van de goederen en de
verpakking worden gerealiseerd.
Vervolg
Ik blijf mij inzetten om de noodvoorraad door verkoop, donatie en duurzame verwerking
verantwoord af te bouwen en de goederen een goede bestemming te geven. Actuele informatie
over het verdere verloop van de afbouw van de noodvoorraad zal binnenkort te vinden
zijn op de website van Bureau LCH (www.lchulpmiddelen.nl).
Ik zal uw Kamer blijven informeren over de voortgang van de afbouw van de noodvoorraad.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport