Brief regering : Stand van zaken van de herziening van het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)
35 925 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2022
Nr. 124 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 december 2021
In deze brief informeer ik u over de stand van zaken van de herziening van het Integraal
afwegingskader voor beleid en regelgeving (hierna: het IAK) zoals toegezegd in mijn
brief van 25 juni 2021.1
Hoewel het IAK nu al veel goede handvatten geeft om belangrijke afwegingen in het
beleidsproces te maken, wordt het te weinig gebruikt. En als het wordt gebruikt, gebeurt
dat vaak te laat in het proces. In de voornoemde brief is aangekondigd dat dit anders
moet, zodat departementen het IAK beter, op het juiste moment en consequenter toepassen,
met name in de beleidsvoorbereiding.
Waarom doen we dit?
De herziening van het IAK was al voorzien, maar door de toeslagenaffaire is pijnlijk
duidelijk geworden hoe belangrijk het is dat bij de totstandkoming van beleid en regelgeving
voldoende aandacht wordt besteed aan de kwaliteit ervan. Iedereen wil dat misstanden
zoals de toeslagenaffaire worden voorkomen.
Beleid dient de samenleving en haar burgers ten goede te komen. Dat vraagt om zorgvuldige
beleidsvoorbereiding met een realistische kijk op wat de maatschappij nodig heeft
en welk beleid ook echt werkt voor de burger. Cruciaal hiervoor is inzicht in de praktische
uitvoerbaarheid van beleidsvoornemens. Om dit waar te kunnen maken moeten we samen
toewerken naar een cultuuromslag waarbij het toepassen van het IAK een standaard onderdeel
wordt van het werkproces. Beleid, wetgeving en de uitvoering moeten daarbij samen
optrekken om tot kwalitatief en praktisch uitvoerbaar beleid te komen waarin de burger
centraal staat.
Ook de recent gepubliceerde Regulatory Policy Outlook 2021 van de OESO onderstreept
het belang van een beter gebruik van het IAK in het Nederlandse beleid- en wetgevingsproces.2
Stand van zaken
De afgelopen maanden zijn de eerder aan uw Kamer aangekondigde actielijnen3 verder uitgedacht, samen met alle departementen vanuit verschillende disciplines.
Dit heeft geresulteerd in een programma met vijf deelprojecten waarvan wordt verwacht
dat die een belangrijk effect hebben op een betere toepassing van het IAK:
– Inhoud van het IAK verbeteren: de inhoud van het instrument wordt doorgelicht en geactualiseerd.
– Vergroten toegankelijkheid: de website wordt geoptimaliseerd, gericht op de toegankelijkheid
van het instrument, en er wordt een tool ontwikkeld gericht op goede gebruiksondersteuning.
– Vergroten bekendheid: promotie en opleidingen van het IAK gericht op betere bekendheid
en goed gebruik van het instrument.
– IAK in de organisaties verstevigen: het IAK wordt beter ingebed in de departementen
en uitvoeringsorganisaties met het oog op het verduidelijken van verantwoordelijkheden
bij de toepassing van het IAK.
– Sturen op gebruik: in de lijn wordt gestuurd op het gebruik van het IAK om ervoor
te zorgen dat het instrument in de beleidsvoorbereiding goed en tijdig wordt toegepast.
Deze vijf deelprojecten vormen de kern van de uitwerking van de herziening. Daarnaast
vind ik het van belang om parallel een traject te ontwikkelen voor de evaluatie van
de herziening en de doorwerking van de uitkomsten in het beleidsproces. Van belang
is daarnaast dat er een goede verbinding is tussen de herziening van het IAK en andere
trajecten die zien op de versterking van de beleidskwaliteit, zoals het vergroten
van transparantie, ambtelijk vakmanschap, de invoeringstoets en het versterken van
de positie van artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016 in de beleidsvoorbereiding.4
De gebruikers van het IAK worden bij de verdere uitwerking betrokken. Daarbij is in
het bijzonder oog voor uitvoeringsorganisaties om ervoor te zorgen dat zij in een
beleidsproces goed in staat worden gesteld om de uitvoeringsconsequenties van voorgenomen
beleid en regelgeving tijdig over het voetlicht te kunnen brengen. De uitvoeringsorganisaties
zullen daarom binnen de herziening duidelijker worden vertegenwoordigd.
Vooruitblik
Voorzien is dat het uitwerken van de maatregelen een doorlooptijd heeft van ongeveer
twee jaar. Daarbij is het uitgangspunt dat resultaten die tussentijds worden geboekt
ook direct worden doorgevoerd. Daarbij denk ik aan het doorvoeren van inhoudelijke
aanpassingen ter bevordering van het gebruik en de aansluiting op bestaande opleidingen.
Andere trajecten, zoals het ontwikkelen van de tool, zullen een wat langere doorlooptijd
hebben.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming