Brief regering : Uitgestelde WTO Ministeriële Conferentie
25 074 Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO)
Nr. 196
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 december 2021
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de uitgestelde 12e Ministeriële Conferentie van de WTO (MC12), die van 30 november tot en met 3 december
2021 zou plaatsvinden in Genève, Zwitserland. De voor 29 november 2021 voorziene Raad
Buitenlandse Zaken Handel, bedoeld om MC12 voor te bereiden, is gezien het uitstel
van de Ministeriële Conferentie door het Sloveense EU-Voorzitterschap geannuleerd.
De Algemene Raad van de WTO besloot op vrijdag 26 november jl. tot uitstel in verband
met nieuwe Zwitserse reisrestricties in reactie op de opkomst van de Omikronvariant
van het Corona virus. Het kabinet betreurt dit uitstel, maar erkent dat gezien de
huidige situatie een ander besluit niet mogelijk was, omdat diverse delegaties niet
deel hadden kunnen nemen aan de Conferentie wegens de reisbeperkingen.
Er is een voorstel gedaan door de voorzitter, Kazachstan, en vicevoorzitters van MC12
om de Conferentie in de eerste week van maart plaats te laten vinden. Er is door de
WTO-leden echter nog geen besluit genomen omtrent dit voorstel, ook in het licht van
de noodzaak om een datum te vinden die zo min mogelijk onzekerheid geeft over het
kunnen doorgaan van de Conferentie.
Hieronder licht het kabinet kort toe wat het uitstel betekent voor de geagendeerde
onderwerpen en lopende onderhandelingen.
Schadelijke visserijsubsidies
De afgelopen weken hebben WTO-leden intensief onderhandeld om een akkoord te bereiken
over het aan banden leggen van schadelijke visserijsubsidies. Op 24 november jl. heeft
de voorzitter van deze onderhandelingen een nieuwe concepttekst verspreid die voortgang
laat zien op een aantal onderwerpen, zoals illegale, niet-gerapporteerde en ongereguleerde
(IUU)-visserij. Over andere nog openstaande onderwerpen is verdere discussie noodzakelijk
om tot een akkoord te komen. DG WTO Ngozi Okonjo-Iweala heeft de WTO-leden opgeroepen
om onverminderd in te zetten op het bereiken van een akkoord in 2022 en onderhandelingen
daartoe in Geneve voort te zetten. Wat het kabinet betreft, dient de EU zich constructief
op te stellen in het streven oplossingen te vinden voor zoveel mogelijk van de openstaande
punten.
Trade & Health / intellectueel eigendom / Covid-19
Besprekingen over het Trade & Health-initiatief en discussies over intellectueel eigendom
en Covid-19 zullen de komende tijd eveneens worden voortgezet. Zo hebben WTO-leden
tijdens de TRIPS-raad van 29 november jl. afgesproken de gesprekken over intellectueel
eigendom te continueren.
Uw Kamer zal voorafgaand aan het commissiedebat Wereldwijde aanpak Covid-19 op 9 december
a.s. nog een separate brief ontvangen over de uitkomst van een recent gesprek met
handelscommissaris Dombrovskis en de ontwikkelingen in de WTO ten aanzien van intellectuele
eigendomsrechten.
Nederland zal zich binnen de Raad blijven inzetten voor een constructieve, proactieve
opstelling van de EU op het gebied van Trade & Health, waarbij alle belangrijke aspecten
in ogenschouw dienen te worden genomen, zoals exportbeperkingen, intellectuele eigendomsrechten
en handelsfacilitatie.
WTO-hervorming en gelijk speelveld
Op het gebied van WTO-hervormingen is er nog geen sprake van consensus. De EU heeft
een voorstel ingediend voor het oprichten van een Werkgroep voor WTO-hervormingen,
dat tijdens de uitgestelde MC12 besproken zou worden. Dit voorstel heeft echter geen
unanieme steun van de WTO-leden. Ook herstel en hervorming van het geschillenbeslechtingssysteem
kan nog niet op unanimiteit rekenen.
Op het gebied van het bereiken van een gelijker mondiaal speelveld maakten de EU,
VS en Japan op 30 november jl. bekend dat zij hun eerdere trilaterale samenwerking
opnieuw oppakken. Dit is een bemoedigend signaal; er is echter nog een lange weg te
gaan om binnen de WTO tot nieuwe regels voor bijvoorbeeld industriële subsidies en
staatsgeleide bedrijven te komen.
Plurilaterale akkoorden
Een grote groep WTO-leden zet in op zogeheten Joint Statement Initiatives (JSI’s), waarbij een subgroep van WTO-leden onderling tracht tot een plurilateraal
akkoord te komen. Dit gebeurt momenteel onder meer op het gebied van binnenlandse
regelgeving, e-commerce en investeringsfacilitatie. Nederland ziet de JSI’s als nodig
om hernieuwde dynamiek en besluitvorming in de WTO te brengen, maar ook om globale
en actuele uitdagingen te adresseren.
Een groep van 67 WTO-leden – waaronder de EU – heeft op 2 december jl. een plurilateraal
akkoord weten te bereiken over binnenlandse regelgeving voor diensten.1 Het kabinet verwelkomt dit bereikte resultaat. Internationale handel in diensten
is van groot belang voor een open economie als die van Nederland. Afspraken over transparantie
en duidelijke autorisatieprocedures kunnen internationale dienstenhandel faciliteren
en ondernemers, inclusief het MKB, kosten besparen, zoals recent aangetoond in OESO-onderzoek.2 Ook leggen deelnemende landen vast dat autorisatieprocedures niet zullen discrimineren
tussen mannen en vrouwen, een onderwerp waar Nederland met succes sterk op heeft ingezet.
Voor de EU zullen deze afspraken in de praktijk niet tot wijzigingen leiden van het
EU-acquis, aangezien er in EU wet- en regelgeving en procedures van lidstaten al uitvoering
wordt gegeven aan deze uitgangspunten. Naar verwachting zal de Commissie op korte
termijn een voorstel doen aan de Raad tot het nemen van een Raadsbesluit ter goedkeuring
van het bereikte akkoord.
De onderhandelingen over plurilaterale akkoorden op e-commerce en op investeringsfacilitatie
lopen voorlopig door.
Algemeen Preferentieel Stelsel (APS) en landbouw / WTO
Tenslotte ga ik in op het Algemeen Preferentieel Stelsel en markttoegang voor landbouwproducten.
Hiermee voldoe ik aan de toezegging gedaan tijdens het Commissiedebat van 17 november
jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2431) om schriftelijk terug te komen op vragen van het lid Koekkoek hierover.
Door middel van het Algemeen Preferentieel Stelsel (APS, ook wel SAP) biedt de EU
unilateraal tariefpreferenties aan ontwikkelingslanden, hetgeen bijdraagt aan hun markttoegang
tot de EU en exportpotentieel. Bovendien worden ontwikkelingslanden door de koppeling
van het stelsel aan verschillende internationale akkoorden gestimuleerd om stappen
te zetten ter bevordering van duurzame ontwikkeling. Het stelsel wordt op dit moment
herzien en de positie van het kabinet op het voorstel is in een BNC-fiche toegelicht.3 De markttoegang onder het APS betreft zowel industriële goederen als landbouwgoederen;
voor Minst Ontwikkelde Landen geldt zelfs volledig tariefvrije en quotumvrije markttoegang
(Everything But Arms).
De onderhandelingen over landbouw binnen de WTO zijn multilateraal van aard en vinden in een ander verband plaats dan het APS. Belangrijke thema’s binnen
die onderhandelingen zijn zaken als landbouwsteun, transparantie en voedselveiligheid.
Naast multilaterale afspraken biedt de WTO een forum om ontwikkelingslanden met technische
assistentie te ondersteunen, bijvoorbeeld ten aanzien van het voldoen aan voedselveiligheidsstandaarden.
Nederland is een belangrijke donor op het gebied van technische assistentie.
In de aanloop naar MC12 bleek het moeilijk om overeenstemming te vinden over de verschillende
landbouw onderwerpen binnen de WTO; ook met het uitstellen van MC12 ligt een grote
doorbraak op landbouw niet in de lijn der verwachting.
Vervolg
Het kabinet houdt uw Kamer op de hoogte van de verdere voortgang op de bovengenoemde
onderwerpen en zal uw Kamer informeren zodra er meer duidelijkheid is over een nieuwe
datum voor MC12.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
Th.J.A.M. de Bruijn
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Th.J.A.M. de Bruijn, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking