Brief regering : Koninklijk Besluit tot vernietiging van het besluit van de gemeenteraad van de gemeente Westland strekkende de intrekking van het Plan van Scholen 2021-2024
35 925 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022
Nr. 138 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 december 2021
Met deze brief informeer ik uw Kamer over het koninklijk besluit tot vernietiging
van het besluit van de gemeenteraad van de gemeente Westland strekkende de intrekking
van het Plan van Scholen 2021–2024.1 Eerder heb ik uw Kamer geïnformeerd over mijn twee besluiten om in de plaats van
de gemeenteraad van de gemeente Westland de beslissing te nemen over de stichting
van een basisschool.2
Deze vernietiging van een besluit van de gemeente Westland heb ik samen met mijn collega
de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voorgedragen aan de Koning.
Hier is een langdurig traject aan vooraf gegaan. In 2016 heeft het schoolbestuur Yunus
Emre bij de gemeente een verzoek ingediend om een school te kunnen stichten. De gemeente
moet een school opnemen op het plan van scholen als de aanvraag aan de wettelijke
eisen voldoet. Op 5 juli 2016 heeft de gemeenteraad de school op het Plan van Scholen
2017–2020 gezet. Dit plan behoefde goedkeuring van de toenmalige Staatssecretaris
en is destijds vanwege het niet behalen van de stichtingsnorm, niet goedgekeurd. De
school ging hier tot tweemaal toe in beroep. Op 24 april 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State (hierna: Raad van State) geoordeeld dat het schoolbestuur Yunus
Emre voldoende belangstelling heeft aangetoond voor een nieuwe school in de gemeente
Westland. Met de uitspraak werd de gemeente Westland opgedragen om de school op te
nemen op het Plan van Scholen 2020–2023.3 Op 9 juli 2019 heeft de gemeenteraad het Plan van Scholen verworpen. Hierop heb ik
een besluit van indeplaatsstelling, tot opname van de school in het Plan van Scholen
2020–2023 genomen.4 De gemeenteraad is tegen dit indeplaatsstellingsbesluit in beroep gegaan bij de Raad
van State.
Ter uitvoering van het indeplaatsstellingsbesluit had het college van burgemeester
en wethouders in de programmabegroting 2020–2023 reserveringen opgenomen voor de realisatie
van deze school. Vervolgens heeft de gemeenteraad die budgetten bij amendement uit
de begroting geschrapt. Zo belemmerde de gemeenteraad dat de basisschool van Yunus
Emre met ingang van 1 augustus 2020 van start zou kunnen gaan.
In januari 2020 heeft de Raad van State geoordeeld dat het beroep van de gemeenteraad
tegen het indeplaatsstellingsbesluit ongegrond is. Hiermee is vast komen te staan
dat de bassischool terecht op het Plan van scholen is opgenomen en dat de school voor
bekostiging in aanmerking komt. Omdat een meerderheid van de gemeenteraad het niet
eens was met de komst van de school, was niet voorzien in budget voor de huisvesting.
Ook heeft de gemeenteraad beroep ingesteld tegen het besluit van 23 oktober 2019 waarbij
het Plan van Scholen 2020–2023 is goedgekeurd. Op 25 juni 2020 deed de Raad van State
uitspraak en daarin heeft deze de verplichting tot opname van de school op het Plan
van Scholen herhaald. Ondanks het indeplaatsstellingsbesluit en de uitspraken van
de Raad van State, blijft de gemeenteraad zich verzetten tegen de stichting van de
school.
Hierop heb ik de gemeenteraad op 6 juli 2020 verzocht de school in het nieuwe Plan
van Scholen 2021–2024 op te nemen. Desalniettemin heeft de gemeenteraad het voorgelegde
Plan van Scholen 2021–2024 afgewezen. Op 9 juli 2020 heb ik daarop een tweede indeplaatsstellingsbesluit
genomen, waarbij de school wordt opgenomen in het Plan van Scholen 2021–2024. Daartegen
heeft de gemeenteraad beroep ingesteld bij de Raad van State, welke ze vervolgens
heeft ingetrokken. Hierdoor kwam vast te staan dat de school met ingang van komend
schooljaar van rechtswege voor bekostiging in aanmerking komt. Op 1 juni 2021 heeft
de gemeenteraad het besluit tot vaststelling van het Plan van Scholen 2021–2024 ingetrokken,
en daarmee het tweede indeplaaststellingsbesluit dat ik heb genomen. De gemeenteraad
was hiertoe niet bevoegd.
Kortom, ondanks dat de Raad van State in deze zaak al meerdere keren een duidelijke
uitspraak heeft gedaan dat Yunus Emre in de gemeente Westland een school moet kunnen
stichten, probeert een meerderheid van de gemeenteraad Westland deze stichting van
de school tegen te houden. De gemeenteraad houdt zich hiermee niet aan de wet en dat
raakt aan de grondslagen van onze rechtsstaat. Ondanks mijn verzoek de intrekking
van het besluit voor vaststelling van het Plan van Scholen 2021–2024 ongedaan te maken
en het voeren van een gesprek hierover met mijn ambtenaren, heeft de gemeenteraad
het besluit niet ingetrokken. Ik heb daarom met de Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties een voordracht tot vernietiging van het besluit van de gemeenteraad
van Westland gedaan. Hiervoor is het proces en daarmee de escalatieladder voor vernietiging
doorlopen.5 Met dit vernietigingsbesluit, komt de school Yunus Emre weer terug op het Plan van
Scholen 2021–2024 van de gemeente, met als start schooljaar 2022–2023. De volgende
stap is dat de gemeente in huisvesting dient te voorzien voor de school, dit is een
wettelijke taak. De school moet volgend schooljaar kunnen starten.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media