Brief regering : Kabinetsappreciaties moties ingediend bij het coronadebat van 1 december 2021
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 1621
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 december 2021
Met verwijzing naar het debat van 1 december jl. over de stand van zaken van het coronavirus
(Handelingen II 2020/21, nr. 29, Debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus),
stuur ik u hierbij, mede namens de Minister-President, de Minister van Justitie en
Veiligheid en de Minister van Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media de kabinetsappreciatie,
op de in het debat ingediende moties. Verder ga ik in op een aantal resterende vragen.
Het lid Aukje de Vries vroeg de Minister-President hoe wordt omgegaan met de € 45
mln die is vrijgemaakt ten behoeve van de naleving, controle en handhaving van coronamaatregelen.
Voor de controle in de horeca, sportkantines en dergelijke is 45 mln beschikbaar.
Dit is voor de periode tot eind december 2021. De besteding van deze middelen loopt
via de Veiligheidsregio’s en dit wordt nu uitgenut. Over de periode na 31 december
2021 moet nog besluitvorming plaatsvinden. Voor de uitbreiding van de CTB-plicht naar
de niet-essentiële detailhandel en niet-essentiële dienstverlening zijn we vanuit
het kabinet met de sector bezig om een plan uit te werken voor de controles door de
ondernemers. Voor dit plan stelt het Kabinet generaal middelen ter beschikking. Daarnaast
heeft het lid Aukje de Vries gevraagd naar de geldigheid van de coronapas voor de
Europese Unie en dat deze geldigheid naar negen maanden zou gaan. Over de Nederlandse
inzet zal uw Kamer separaat worden geïnformeerd middels de kabinetsappreciatie van
de Raadsaanbeveling 396 ter vervanging van raadsaanbeveling 1475.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jong
nummer
Oordeel
Toelichting
1
Kamerstuk, 25 295, nr. 1564
Oordeel Kamer
Het kabinet is graag bereid in gesprek te gaan over hindernissen in de naleving, controle
en handhaving. De uitkomsten hiervan nemen we mee in de toegezegde brief met een plan
van aanpak voor de naleving, controle en handhavingsmogelijkheden op het CTB voor
de niet-essentiële detailhandel en niet-essentiële dienstverlening.
2
Kamerstuk, 25 295, nr. 1565
Oordeel Kamer
Ik ga het gesprek aan met de NVOG en neem contact op met koepelorganisatie van Nederlandse
drogisterijen
3
Kamerstuk, 25 295, nr. 1566
Oordeel Kamer
Europese afstemming is hierbij van belang, zoals de motie ook aangeeft.
4
Kamerstuk, 25 295, nr. 1567
Oordeel Kamer
Deze motie bestaat uit drie onderdelen:
1. We hebben voor 2022 al 4 miljoen griepvaccins beschikbaar. Het RIVM start in januari
een spoedaanbesteding om bovenop de al beschikbare 4 miljoen nog aanvullende vaccins
te verwerven.
2. Voor het boosteren in 2022 maken we een plan van aanpak. Komende vrijdag ontvangt
u een brief met de eerste contouren van dit plan.
3. De motie verzoekt om ervoor zorg te dragen dat zo veel mogelijk onderwijsinstellingen
voorzien worden van goede ventilatiesystemen en CO2 meters. Dit is in lijn met het kabinetsbeleid. Eén van de verplichte maatregelen
die wordt gesubsidieerd uit de Specifieke Uitkering Ventilatie in Scholen (SUVIS)
is het aanbrengen van een CO2-meter per onderwijsruimte. het kabinet zal bevorderen dat voor dit doel ingezette
middelen snel verder ingezet kunnen worden.
5
Kamerstuk, 25 295, nr. 1568
Ontraden
Het kabinet heeft de voorkeur het huidige maatregelenpakket, dat geldt tot 19 december,
onder voorbehoud van onvoorziene omstandigheden, op 14 december integraal te beoordelen.
Omdat het OMT Wekelijks samenkomt, is eerdere besluitvorming eventueel mogelijk.
6
Kamerstuk, 25 295, nr. 1569
Ontraden
Het belang van ventileren wordt standaard meegenomen in de communicatie van het kabinet.
Ventileren is natuurlijk ook belangrijk tijdens het bezoek. Het kabinet kan dat best
een keer expliciet benoemen, maar het kabinet kan niet garanderen dat dit specifieke
punt van ventileren elke keer en overal steeds terug komt.
7
Kamerstuk, 25 295, nr. 1570
Ontraden
Er is voldoende geld voor inhaalzorg. Dit is via de zorgverzekeraars geregeld. Een
groter probleem is het personeelstekort. De volumegroeibeperking van 0% is onderdeel
van de Hoofdlijnenakkoorden.
8
Kamerstuk, 25 295, nr. 1571
Oordeel Kamer
Ik laat het oordeel aan de Kamer. Pilots voor concentratie vind ik een goed idee.
We moeten gaan verkennen of het concentreren van Covid-zorg werkt, zodat we ook weten
of we het breder kunnen inzetten in het najaar van 2022 en verder. Eens dat we daar
nu mee aan de slag moeten.
Als mevrouw van den Berg beoogt te vragen om middelen, geldt het volgende: extra middelen
vragen om een besluit van het kabinet. Ik kan die middelen dus nu niet toezeggen,
maar ik span me graag in voor een kabinetsbesluit.
9
Kamerstuk, 25 295, nr. 1572
Ontraden
De motie veronderstelt een mate van maakbaarheid op het niveau van individuele maatregelen
die niet realistisch is. Verder verwijs ik graag naar hetgeen tijdens het debat besproken
is.
10
Kamerstuk, 25 295, nr. 1573
Oordeel Kamer
Het kabinet is primair verantwoordelijk voor de randvoorwaarden waaronder zorgorganisaties
personeel kunnen aantrekken en als goed werkgever kunnen optreden. Het kabinet laat
verantwoordelijkheid voor het ontzorgen bij de werkgevers. Indien zij daarbij tegen
belemmeringen aanlopen, verken ik met sociale partners welke belemmeringen er zijn
en wie die zou kunnen wegnemen. Daarover zal ik rapporteren.
11
Kamerstuk, 25 295, nr. 1574
Ontraden
Er is in deze kabinetsperiode € 6 miljard structureel geïnvesteerd in verbetering
van arbeidsvoorwaarden van zorgpersoneel en nog eens € 3 miljard incidenteel. In 2022
komt daar nog eens ruim € 2,2 miljard bij. Daarmee heeft dit kabinet al een extra
impuls voor arbeidsvoorwaarden ter beschikking gesteld.
12
Kamerstuk, 25 295, nr. 1575
Ontraden
Het kabinet is, onder verwijzing naar hetgeen besproken is in het debat, nu geen voorstander
van aanscherpingen in het maatregelenpakket.
13
Kamerstuk, 25 295, nr. 1576
Ontraden
Het verzoek om herijken van de beslisstructuur begrijp ik. Het is ook een beoogd onderdeel
van de langetermijnaanpak. Evalueren doen we later, na de crisis. Deze herijking is
echter niet afgerond voor de kerst en dus kan ik aan de gevraagde termijn niet voldoen.
Om deze reden ontraad ik de motie.
14
Kamerstuk, 25 295, nr. 1577
Oordeel Kamer
Ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer waarbij ik hem als volgt interpreteer.
Waar de motie spreekt van «iedereen die hier niet zelfstandig in kan
voorzien», lees ik dat als sociale minima. Ik geef daar een ruimere interpretatie
aan en is dus breder dan wat we nu al via armoedefonds en voedselbanken doen. Ik zie
«via apotheken» als een voorbeeld. Het lijkt me niet verstandig om hier nu niet een
definitief besluit over hoe «hoe» te nemen. Dan kan ik de motie oordeel kamer geven.
Ik wil daarbij wel graag aangeven dat we al heel veel doen als het gaat om gratis
zelftesten: via voedselbanken, via armoedefonds, via scholen en dergelijke. Ik ben
daarnaast met VNG in gesprek of gemeenten dit via hun kanalen kunnen doen. Zij hebben
immers goed zicht op voor wie aanschaf zelftest daadwerkelijk een te grote drempel
zou zijn. En daar zouden we ook kanalen als apotheken in mee kunnen nemen als mogelijk
kanaal. Maar ik wil wel de ruimte hebben om met gemeenten te kijken welke kanalen
de beste zijn als het gaat om het bereiken van de mensen die niet zelfstandig kunnen
voorzien in de zelftesten.
15
Kamerstuk, 25 295, nr. 1578
Ontraden
Ik heb de gedragsunit van het RIVM gevraagd te bekijken welke maatregelen mogelijk
zijn om de vaccinatiegraad te doen stijgen. Een prikbonus maakt daar onderdeel van
uit. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek zal besloten worden over eventuele
nieuwe maatregelen. Voor het voorbereiden van een prikbonus is het nu te vroeg.
16
Kamerstuk, 25 295, nr. 1579
Ontraden
In december 2020 heeft het kabinet in een schriftelijke reactie op een initiatiefnota
over een «tijdelijke testsamenleving» van de leden Klaver en Kröger (GL) aangegeven
dat het effect van een populatietest conform het model Slowakije en Liverpool niet
gunstig is (Kamerstuk 35 653, nr. 3). Ook in het 89e OMT-advies was het OMT terughoudend over de effectiviteit van grootschalig
testen als vervanging voor beperkende maatregelen met isolatie van positieve personen.
De risico’s zijn groot en de toegevoegde waarde zou aangetoond moeten worden. Echter,
dat is nergens aangetoond. Het grootste probleem is de tijdelijkheid van het effect.
Zelfs als serieuze bezwaren op het gebied van uitvoerbaarheid, effectiviteit, proportionaliteit
en subsidiariteit worden ondervangen, is het effect slechts tijdelijk zo blijkt internationaal.
Zo was in Slowakije te zien dat de daling in het aantal besmettingen tijdens de campagne
vergelijkbaar was met de daling in Nederland zonder campagne. Kort daarna volgde in
Slowakije weer een grote besmettingspiek. In Liverpool heeft de campagne een half
jaar geduurd en heeft iets meer dan de helft van de bevolking een test afgenomen en
leidde niet tot een significante afname in het aantal ziekenhuisopnames. De Nederlandse
pilots risicogericht grootschalig testen lieten zien dat een hoge opkomst onwaarschijnlijk
is. In de gemeenten waar geen acute noodzaak was liet tussen de 23 en 39% zich testen.
In Slowakije was de opkomst was 90% maar daar gold een boete van € 1.650 voor mensen
die zich niet lieten testen maar wel buitenkwamen. Dat acht ik niet proportioneel
in Nederland.
Een inschatting van de testvraag per dag die voor de uitvoer van deze motie nodig
zou zijn – vrijdag tot en met zondag over twee weekenden gerekend – komt, rekening
houdend met een testbereidheid van 40%, uit op ongeveer 1 miljoen testen per dag.
Dat is meer dan SON en de GGD nu per week samen doen.
17
Kamerstuk, 25 295, nr. 1580
Ontraden
De Gezondheidsraad geeft aan: «We zien voor de voorgenomen boostercampagne in de medisch
wetenschappelijke gegevens onvoldoende reden een prioritering binnen de groep jonger
dan 60 jaar aan te brengen, anders dan van oud naar jong». Ik volg dit advies (ook
omdat het aanbrengen van categorieën leidt tot vertraging in de campagne).
18
Kamerstuk, 25 295, nr. 1581
Ontraden
De ervaring leert, dat oud-zorgprofessionals die voorheen BIG-geregistreerd waren
en die terug de zorg in willen, initiatieven zoals De Nationale Zorgreserve, heel
goed weten te vinden. Met gerichte wervingsacties worden nog dagelijks reservisten
binnengehaald. Ons uitgangspunt bij de inzet van zorgreservisten is dat werk betaald
wordt overeenkomstig de afspraken daarover. Een eventuele extra beloning is aan werkgevers.
Er is deze kabinetsperiode (2018–2021) 6 miljard structureel geïnvesteerd in verbetering
arbeidsvoorwaarden van zorgpersoneel, 3 miljard incidenteel en in 2022 komt daar nog
ruim 2,2 miljard bij. Daarmee heeft dit kabinet reeds een extra impuls voor arbeidsvoorwaarden
ter beschikking gesteld. Een extra bonus voor voormalig BIG-geregistreerde zorgverleners
die (tijdelijk) terugkeren naar de zorg zie ik dan ook niet als de oplossing; een
eenmalig geldbedrag bovenop alle genoemde inkomensverbeteringen acht ik weinig doeltreffend.
Wat betreft de inzet van de reserves van de zorgverzekeraars: deze zijn om tegenvallers
bij zorgverzekeraars op te vangen en zijn eigendom van zorgverzekeraars. De overheid
kan niet over die middelen beschikken.
19
Kamerstuk, 25 295, nr. 1582
Ontraden
Het kabinet heeft de voorkeur het huidige maatregelenpakket dat geldt tot 19 december
onder voorbehoud van onvoorziene omstandigheden op 14 december integraal te wegen
en te beoordelen
20
Kamerstuk, 25 295, nr. 1583
Oordeel Kamer
Als ik het zo mag lezen dat er geen nieuw draaiboek hoeft te komen maar dat het actualiseren
van het bestaande een goede invulling is, dan laat ik het oordeel aan de Kamer. Er
is een draaiboek infectieziektenbestrijding Schiphol van de GGD Kennemerland. Dit
draaiboek is gericht op infectieziektes die via Schiphol het land binnen komen. Met
de ervaringen van de afgelopen week gaan we met alle betrokkenen overleggen: GGD,
Veiligheidsregio, Schiphol en het Rijk. Het is verstandig om het draaiboek tegen het
licht te houden en te actualiseren.
21
Kamerstuk, 25 295, nr. 1584
Ontraden
Op de luchthavens liggen afwijkende openingstijden in de rede omdat het reizigersverkeer
ook plaatsvindt na 17 uur en voor 5 uur.
22
Kamerstuk, 25 295, nr. 1585
Ontraden
Motie behelst enerzijds staand beleid (adviesrol gedragsunit in de beleidsvorming)
maar is anderzijds – ten opzichte van hetgeen besproken is in het debat – te vergaand
(standaard aanwezigheid Catshuis gedragsunit). Adviezen van de gedragsunit zijn onderdeel
van de brede weging die het kabinet maakt en zijn terug te lezen in onder meer de
Catshuisstukken. Het kabinet is overigens voornemens de gedragsunit bij een volgende
Catshuisbijeenkomst uit te nodigen.
23
Kamerstuk, 25 295, nr. 1586
Oordeel Kamer
Ik ben van plan dit neer te leggen bij de Landelijke Coördinatiestructuur Testcapaciteit,
die mij adviseert over de testcapaciteit en zal uw Kamer daarover nader informeren.
24
Kamerstuk, 25 295, nr. 1587
Oordeel Kamer
Ik ben reeds in gesprek met uitvoeringsinstanties hoe hier het best mee omgegaan kan
worden en zal uw Kamer daarover nader informeren.
25
Kamerstuk, 25 295, nr. 1588
Oordeel Kamer
De doelgroep neemt een risico door hierop te wachten. In Nederland worden alleen coronavaccins
gebruikt die effectief en veilig zijn bevonden door het EMA en die zijn toegelaten
tot de Europese markt. Op dit moment worden op vaccinatielocaties de vaccins van Moderna
en BioNTech/Pfizer gebruikt. Mensen die liever het Janssen-vaccin willen, kunnen contact
opnemen met de lokale GGD. Diverse andere coronavaccins zijn nog in ontwikkeling.
Goedkeuring hiervan wordt verwacht in de loop van 2022. Deze goedkeuring door het
EMA verloopt via een versnelde procedure (rolling review). Ik zie op dit moment geen
mogelijkheden om dit proces te versnellen. Bij het beschikbaar stellen van het Novavax-vaccin,
zal ik de Gezondheidsraad vragen hoe deze vaccins het best ingezet kunnen worden.
Zodra voor dit vaccin markttoelating wordt afgegeven kan het ook worden ingezet. Ik
zal er zorg voor dragen dat ik het dan zo snel als mogelijk beschikbaar stel voor
mensen die dit vaccin willen hebben.
26
Kamerstuk, 25 295, nr. 1589
Ontraden
Het kabinet is eerder ingegaan op deze interne notitie uit 2020 (geen onderzoek) in
de antwoorden op schriftelijke vragen van het lid Van Haga (Groep van Haga) (Aanhangsel
Handelingen II 2021/22, nr. 182).
27
Kamerstuk, 25 295, nr. 1590
Ontraden
Er is reeds een forse investering gedaan in de zorg. En er is een bonus uitgekeerd
in het jaar 2020 en 2021
28
Kamerstuk, 25 295, nr. 1591
Ontraden
De motie is overbodig
29
Kamerstuk, 25 295, nr. 1592
Ontraden
Een referendum verhoudt zich niet met de vereiste voortvarendheid in besluitvorming.
Voor een bindend referendum ontbreekt de wettelijke grondslag.
30
Kamerstuk, 25 295, nr. 1593
Ontraden
In overleg met de NZA, zorgkoepels en overige partijen uit het veld is reeds een plan
opgesteld om uitgestelde zorg in te halen. Dit wordt regionaal ingericht.
31
Kamerstuk, 25 295, nr. 1594
Ontraden
Zoals aangegeven is het kabinet bezig met de uitwerking van de lange termijn aanpak,
die zeker tot en met Q2 2022 loopt. Deze herijking wil ik vormgeven in afstemming
met betrokken partijen. In mijn brief, die gepland staat voor 14 december, schets
ik die aanpak. Eind januari verwacht ik hiervan vooralsnog de uitkomsten. Omdat er
op dit moment allerlei scenario's liggen, denk ik niet aan nieuwe scenario's. Ik vind
het een sympathieke motie, maar op deze manier moet ik hem helaas ontraden.
32
Kamerstuk, 25 295, nr. 1595
Oordeel Kamer
In het verleden is meerdere keren door het OMT geadviseerd over het gebruik van mondneusmaskers
en de inzet van FFP2-maskers. Dit heeft geleid tot de huidige uitgangspunten en richtlijnen.
Daarbij is geoordeeld dat FFP2-maskers niet in alle situaties nodig zijn en ook nadelen
kennen. Het voorgeschreven type mondneusmasker hangt daarom af van de situatie en
handeling. In de richtlijnen is opgenomen dat verpleegkundigen die FFP2-maskers willen
gebruiken in de gelegenheid gesteld moeten worden om dit te doen. Hoewel ik denk dat
het daarom opnieuw vragen van advies aan het OMT minder zinvol is, laat ik het over
aan het oordeel van de Kamer.
33
Kamerstuk, 25 295, nr. 1596
Oordeel Kamer
Ik ben op de hoogte van de geschetste problematiek. Dit wordt besproken in een regulier
overleg met alle betrokken partijen, waaronder zorgverleners en leveranciers van zuurstofapparatuur.
Ik doe er alles aan dit proces in goede banen te leiden en informeer uw Kamer hierover
nader in een volgende stand van zakenbrief.
34
Kamerstuk, 25 295, nr. 1597
Ontraden
Het kabinet is, onder verwijzing naar hetgeen besproken in het debat, geen voorstander
van verruimingen in het maatregelenpakket
35
Kamerstuk, 25 295, nr. 1598
Ontraden
Het kabinet is, onder verwijzing naar hetgeen besproken is in het debat, geen voorstander
van verruimingen in het maatregelenpakket
36
Kamerstuk, 25 295, nr. 1599
ontraden
Het kabinet is, onder verwijzing naar hetgeen besproken is in het debat, geen voorstander
van verruimingen in het maatregelenpakket
37
Kamerstuk, 25 295, nr. 1600
ontraden
Op dit moment is fase 2D van het plan in werking. Dat betekent klasse 4–5 zorg noodgedwongen
is afgeschaald.
38
Kamerstuk, 25 295, nr. 1601
Spreekt uit. Dit is niet aan het kabinet.
39
Kamerstuk, 25 295, nr. 1602
Oordeel Kamer
De motie verzoekt de regering alle mogelijke partijen te betrekken. Dat gebeurt op
dit moment al.
40
Kamerstuk, 25 295, nr. 1603
Oordeel Kamer
Het kabinet gaat de geleerde lessen van de boostercampagne ophalen, zodat deze kunnen
worden gebruikt voor een volgende boostercampagne.
41
Kamerstuk, 25 295, nr. 1604
Ontraden
Het is een harde voorwaarde dat er een vergunning is. Mocht deze antivirale middelen
een handelsvergunning krijgen, dan zal ik met het veld bezien hoe deze middelen op
een zo een adequaat mogelijke manier ingezet kunnen worden.
42
Kamerstuk, 25 295, nr. 1605
Ontraden
Ik handel in het het kader van de veiligheid, zoals het veld mij ook heeft geadviseerd.
Het advies is om deze middelen niet te gebruiken als de vergunning nog niet is verleend.
Ik ben wel druk bezig met de inkooptrajecten.
43
Kamerstuk, 25 295, nr. 1606
Ontraden
Het kabinet is, onder verwijzing naar hetgeen besproken is in het debat, geen voorstander
van verruimingen in het maatregelenpakket
44
Kamerstuk, 25 295, nr. 1607
Ontraden
Het kabinet is, onder verwijzing naar hetgeen besproken is in het debat, geen voorstander
van verruimingen in het maatregelenpakket
45
Kamerstuk, 25 295, nr. 1608
Ontraden
Een BBL-traject is erop gericht om werkervaring op te doen en is er niet op gericht
om taalvaardig te worden. Daarnaast wordt er momenteel met betrokken partijen bezien
hoe de toelatingsprocedure voor buitenslands gediplomeerde zorgverleners, met behoud
van kwaliteit, kan worden versneld. Het inzetten van buitenlandse zorgverleners is
echter geen eenvoudige opgave. Het is de ervaring van onder andere ziekenhuizen dat
de cultuur- en taalbarrière erg groot is. Dat alles vraagt investeren in opleiden
en begeleiding. Investeringen in opleiding en begeleiding kunnen niet op korte termijn
worden gerealiseerd in de context van de huidige pandemie. Daarnaast is er ook in
veel andere Europese landen een tekort aan verpleegkundigen
46
Kamerstuk, 25 295, nr. 1609
Ontraden
De GGD is de gemeentelijke gezondheidkundige dienst. Aangestuurd door wethouders Volksgezondheid.
Daarmee zijn gemeenten, wethouders en burgemeesters betrokken.
47
Kamerstuk, 25 295, nr. 1610
Ontraden
De motie bevat feitelijk onjuiste constateringen en het kabinet deelt de kwalificaties
in de motie in het geheel niet.
48
Kamerstuk, 25 295, nr. 1611
Ontraden
Het kabinet is, onder verwijzing naar hetgeen besproken is in het debat, geen voorstander
van verruimingen in het maatregelenpakket
49
Kamerstuk, 25 295, nr. 1612
Ontraden
Het kabinet is, onder verwijzing naar hetgeen besproken is in het debat, geen voorstander
van verruimingen in het maatregelenpakket
50
Kamerstuk, 25 295, nr. 1613
Ontraden
Het kabinet is, onder verwijzing naar hetgeen besproken is in het debat, geen voorstander
van verruimingen in het maatregelenpakket
51
Kamerstuk, 25 295, nr. 1614
Ontraden
Alles is daar al op ingezet, er is ruime capaciteit en is geen financieel vraagstuk
52
Kamerstuk, 25 295, nr. 1615
Ontraden
Vaccineren van 12–18 jarigen is onderdeel van de vaccinatiestrategie
53
Kamerstuk, 25 295, nr. 1616
Ontraden
Onder verwijzing naar het debat
54
Kamerstuk, 25 295, nr. 1617
Oordeel Kamer
Ik heb reeds toegezegd daar een analyse op te laten maken door het CBS, een academisch
onderzoek is een te zwaar en langdurend middel. Dus als ik de motie zo mag lezen dat
een analyse van het CBS een passende invulling hieraan geeft, dan kan ik de motie
oordeel Kamer geven.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport