Brief regering : Aanvulling op de geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad 6 en 7 december 2021
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1801 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 november 2021
Hierbij zend ik u een aanvulling op de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofinraad
van 6 en 7 december 2021 te Brussel.
Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen
worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Aanvulling op de geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad 6 en 7 december 2021
Eurogroep
Inclusieve samenstelling
Voorbereiding Eurotop
Document: n.v.t.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
En marge van de Europese Raad van 16 en 17 december 2021 zal een Eurotop worden gehouden.
Tijdens de vorige Eurotop op 25 juni 2021 is gesproken over het economisch herstel
in het kader van de COVID-19-crisis en de voortgang op het gebied van versterking
van de Economische en Monetaire Unie (EMU), specifiek de bankenunie en de kapitaalmarktunie.1 Deze keer zal de Eurotop naar verwachting wederom stilstaan bij deze onderwerpen.
De Eurogroep zal tijdens een diner over de voorbereiding voor de Eurotop spreken.
De voorzitter van de Eurogroep zal de Europese Raad informeren over de voortgang op
deze dossiers.
Bankenunie
Tijdens het diner van de Eurogroep in inclusieve samenstelling zal gesproken worden
over voortgang op het werkplan om richting te geven aan de vervolgstappen op de vier
werkstromen binnen het bankenuniedossier: het Europees Depositogarantiestelsel (EDIS),
de herziening van het crisisraamwerk voor falende banken, omgang met grensoverschrijdende
banken en de weging van staatsobligaties (RTSE). Op basis van een mandaat van de Eurotop
uit december 2020 is door de High Level Working Group (HLWG) het eerste half jaar
van 2021 gewerkt aan dit werkplan. Na de Eurogroep van 17 juni jl. (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1762) is afgesproken om meer tijd te nemen om tot een werkplan te komen, waarbij werd ingezet op
eind 2021. De Eurogroep is in overeenstemming dat gelijktijdige voortgang op de vier
werkstromen wenselijk is. Lidstaten benadrukken hierbij hun prioriteiten binnen de
bankenunie. Zo zijn er lidstaten die inzetten op een snelle invoering van een EDIS,
terwijl andere lidstaten juist verdere risicoreductie benadrukken. Ook zijn er lidstaten
die prioriteit geven aan verdere marktintegratie, waar andere lidstaten juist het
belang van lokale (kapitaal)eisen benadrukken. Nederland zet zich ervoor in dat een
herziening van het crisisraamwerk vooral zou moeten focussen op het weghalen van inconsistenties
tussen de verschillende raamwerken, onder andere zodat de lastendelingsregels consistent
worden toegepast. Daarnaast is van belang dat bij aanpassing van het crisisraamwerk
publieke middelen zo veel als mogelijk worden beschermd. Hiervoor moeten de regels
omtrent staatssteun aangescherpt worden. Ook benadrukt Nederland dat voordat risico’s
gedeeld worden via een EDIS, er ook een betere behandeling dient te komen van staatsobligaties
op bankbalansen (RTSE) en banken op gezondheid getoetst zijn, bijvoorbeeld door middel
van een Asset Quality Review (AQR).2 Door de uiteenlopende posities van lidstaten zal het ook nu ingewikkeld blijven om
een compromis te bereiken. Naar verwachting zal de voorzitter van de Eurogroep tijdens
het diner willen bespreken hoe terug te koppelen aan de Eurotop over de voortgang
op het werkplan en de vervolgstappen hieromtrent.
Kapitaalmarktunie
Het kabinet hecht zeer aan de verdere verdieping van de kapitaalmarktunie en heeft
zich de afgelopen jaren ervoor ingezet dit onderwerp opnieuw hoog op de EU-agenda
te zetten. Met het kapitaalmarktunie actieplan ligt er een ambitieus plan voor het
verbeteren van de Europese regelgeving ter versterking van de kapitaalmarkten. Die
worden daarmee beter in staat gesteld private financiering -noodzakelijk voor de ecologische
en digitale transities alsmede voor het mkb en start- en scale-ups- te faciliteren.
De doelstellingen van de Europese Commissie ten aanzien van de kapitaalmarktunie komen
overeen met de prioriteiten op dit gebied van het kabinet. Het kabinet is dan ook
van mening dat de uitwerking van de in het plan genoemde acties voortvarend dient
te worden voortgezet en heeft zich hierover ook uitgesproken tijdens de vorige Eurotop.3 Dit najaar zijn de eerste wetgevende voorstellen door de Europese Commissie gepubliceerd,
te weten de herziening van Solvency II, implementatie van Bazel 3 in de richtlijn
en verordening kapitaalvereisten, herziening van de verordening markten voor financiële
instrumenten, richtlijn beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en verordening
Europese lange-termijn beleggingsinstellingen, en een voorstel voor een Europees centraal
toegangspunt voor bedrijfsdata. Deze voorstellen hebben als doel marktfinanciering
beter te faciliteren, een doelstelling die in het licht van het herstel na de COVID-19-pandemie
als prioritair is bestempeld door de Europese Raad.4 Volgend jaar zullen naar verwachting meer voorstellen volgen, waaronder aanpassingen
van de regelgeving ter bevordering van beursgangen, een competentiekader ter verbetering
van de financiële geletterdheid en een strategie voor retail beleggen. Ook zal de
Europese Commissie een initiatief voor het verbeteren van insolventieraamwerken presenteren.
Naar verwachting zal de voorzitter van de Eurogroep tijdens het diner aangeven hoe
hij voornemens is terug te koppelen over de voortgang op de verdieping van de kapitaalmarktunie.
Ecofinraad
Follow-up van de aanname van de EU-begroting 2022
Document: n.v.t.
Aard bespreking: informatie van het voorzitterschap en aanname Raadsverklaring
Besluitvormingsprocedure: n.v.t
Toelichting:
Tijdens de Ecofinraad zal het voorzitterschap informatie geven over de follow-up van
de aanname van de Europese begroting voor 2022. Op 15 november jl. is een akkoord
bereikt tussen de Raad van de Europese Unie en het Europees parlement (EP) over deze
begroting. Nederland heeft – net als alle andere lidstaten – ingestemd met het akkoord
voor de jaarbegroting. Op 23 november jl. is de begroting door de Raad formeel aangenomen
en het Europees parlement heeft het voorstel op 24 november jl. aangenomen. Hieronder
staat op hoofdlijnen de Nederlandse positie ten aanzien van het akkoord weergegeven,
zoals Nederland deze tijdens de Ecofinraad kan delen. De Eerste en Tweede Kamer zullen
in een aparte brief nader over het proces en de uitkomst van de totstandkoming van
de Europese begroting voor 2022 worden geïnformeerd.
Nederland heeft zich samen met gelijkgestemde lidstaten ingezet voor een prudente,
realistische en moderne begroting met voldoende marges om te kunnen reageren op onvoorziene
omstandigheden. Hoewel de marges in het akkoord kleiner zijn dan in de Raadspositie
vindt Nederland deze acceptabel. In de vastleggingen- en betalingenniveaus wordt namelijk
reeds rekening gehouden met het voortdurende herstel van de COVID-19-crisis, de opvang
van Syrische vluchtelingen en schade als gevolg van recente natuurrampen.
In het akkoord zijn er op verschillende posten extra middelen bijgekomen ten opzichte
van de Raadspositie, bijvoorbeeld op het gebied van onderzoek en innovatie (waaronder
Horizon Europe) en bij de budgetten voor Eurojust en het Europees Openbaar Ministerie (EOM). Deze
dragen bij aan de modernisering van de Europese begroting. Nederland is daarom positief
over de extra middelen voor deze programma’s en extra middelen op het gebied van klimaat
en duurzaamheid.
Nederland heeft zich samen met gelijkgestemde lidstaten kritisch uitgelaten over het
verzoek van het EP voor extra personeel waarvoor een uitgebreide motivering ontbrak.
Het kabinet is teleurgesteld dat dit niet heeft geleid tot het gedeeltelijk intrekken
van het verzoek van het EP of tot een uitgebreidere motivering. Het kabinet is daarom
tevreden dat de Raad bij de Ecofinraad van 7 december a.s. een kritische verklaring
zal aannemen waarin zij hierover haar teleurstelling uit en stelt dat dit niet de
toekomstige balans tussen de instellingen in gevaar mag brengen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën