Brief regering : Verslag van de Raad Algemene Zaken van 23 november 2021
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2430 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 november 2021
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Algemene Zaken van 23 november 2021.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.P.M. Knapen
VERSLAG RAAD ALGEMENE ZAKEN 23 NOVEMBER 2021
Op dinsdag 23 november vond een Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats in Brussel. De Minister
van Buitenlandse Zaken was verhinderd en kon niet aan deze vergadering deelnemen.
Nederland werd vertegenwoordigd door de Permanente Vertegenwoordiger van Nederland
bij de EU. Op de agenda van de RAZ stonden de volgende punten: voorbereiding Europese
Raad van 16–17 december, migratie/grensontwikkelingen Belarus, het Commissiewerkprogramma
2022, het uitbreidings-, associatie- en stabilisatieproces, de jaarlijkse rechtsstatelijkheidsdialoog,
de Raadsconclusies crisismanagement en weerbaarheid en EU-VK betrekkingen.
Voorbereiding agenda Europese Raad 16–17 december
COVID-19
Ten aanzien van COVID-19 opende het voorzitterschap met de constatering dat de epidemiologische
situatie is verslechterd en benadrukte daarnaast het belang van het voorzetten van
coördinatie van het COVID-19 beleid op EU-niveau. De Europese Commissie wees op de
successen van de gezamenlijke inzet van de Commissie en de lidstaten en gaf aan dat
75% van de Europese bevolking inmiddels volledig gevaccineerd was. De Commissie sprak
ook haar zorgen uit over de huidige situatie en maakte duidelijk dat 11 EU-landen
achterliepen met betrekking tot de gemiddelde vaccinatiegraad in de EU. Tevens drong
de Commissie aan op meer coördinatie tussen de lidstaten ten aanzien van de te treffen
maatregelen. De Commissie wees er daarnaast op dat er inmiddels 2 miljard vaccins
in de EU geproduceerd zijn, die zowel binnen als buiten de EU ingezet worden. Zij
stipte vervolgens het toegenomen belang van geneesmiddelen in de strijd tegen COVID-19
aan en meldde dat de EMA binnenkort twee middelen zal goedkeuren voor de Europese
markt. Daarna kondigde de Commissie de herziening van Raadsaanbevelingen 9121 en 14752 aan die op korte termijn gepubliceerd zullen worden. Wat betreft de Health Emergency Preparedness and Response Authority (HERA) merkte de Commissie tot slot op dat lidstaten een grote rol zullen krijgen
bij het bestuur van de in dit kader opgerichte Dienst van de Commissie.
De lidstaten verwelkomden de bespreking van COVID-19 op de ER van december in het
licht van de huidige epidemiologische situatie. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland,
onderstreepten het belang van een gezamenlijke benadering rondom de geldigheidsduur
van het Digitaal COVID Certificaat (DCC) en meer coördinatie over de inzet van het
DCC, ook ten aanzien van boostervaccins. Nederland benadrukte in dit kader ook het
belang van het faciliteren van het vrij verkeer en het tegengaan van fraude met DCCs.
Tevens vroegen lidstaten aandacht voor de noodzaak de vaccinatiegraad binnen en buiten
de EU te verhogen en desinformatie over vaccins en vaccinaties te bestrijden.
Crisismanagement en weerbaarheid
Zie agendapunt Raadsconclusies voorbereiding op crises.
Energieprijzen
Het voorzitterschap lichtte toe dat deze discussie een voortzetting betrof van de
discussie van de ER in oktober en wees op de bespreking in de Energieraad op 2 december
a.s. en op de in de week van 15 november verschenen eerste resultaten van de onderzoeken
naar de hoge energieprijzen en het functioneren van de elektriciteitsgroothandelsmarkt3 en het functioneren van het European Trading Scheme (ETS; Europees systeem voor emissiehandel).4 De Commissie zag de uitkomsten van beide onderzoeken als goede basis voor bespreking
tijdens de EnergieRaad en de ER. Een aantal lidstaten wees op de mogelijke gevolgen
van de hoge energieprijzen op het economisch herstel. Nederland wees op het belang
van een discussie op basis van feiten waarbij bovengenoemde rapporten konden helpen
en drong met een aantal andere lidstaten aan op het vasthouden van de ambitie ten
aanzien van de Europese klimaatinzet.
Strategisch Kompas
Het Sloveense voorzitterschap gaf aan dat de ER, volgend op het informele diner in
Brdo van 5 oktober jl. en de gezamenlijke Raad van ministers van Buitenlandse Zaken
en Defensie op 15 november jl., zal spreken over het concept Strategisch Kompas en
over EU-NAVO samenwerking. De Commissie stelde dat een nieuwe gemeenschappelijke EU-NAVO
verklaring een topprioriteit is en wees op het belang om deze verklaring zo snel mogelijk
te ondertekenen om een duidelijk signaal af te geven. De noodzaak van snelle aanname
van een nieuwe verklaring werd door vrijwel alle lidstaten, waaronder Nederland, onderstreept.
EU-AU top
De Commissie gaf aan dat de EU-AU Top op 17 en 18 februari 2022 de basis kan vormen
voor een alomvattend EU-Afrika partnerschap. Daarom stelde zij dat het van cruciaal
belang is dat in dit partnerschap concrete resultaten worden geboekt bijvoorbeeld
als het aankomt op het stimuleren van investeringen in Afrika. Enkele lidstaten onderstreepten
in dit kader het belang van de zichtbaarheid van de EU in Afrika. Het kabinet hecht
in het EU-Afrika partnerschap aan het behalen van duurzame resultaten op het gebied
van klimaat, migratie en mobiliteit, werkgelegenheid, veiligheid en terrorismebestrijding,
en landbouw en voedselzekerheid.
Migratie/grens Belarus
De Commissie gaf ten aanzien van de crisis aan de grens met Belarus aan dat de gezamenlijke
EU-inzet zijn vruchten begint af te werpen en benoemde hierbij specifiek de diplomatieke
inzet richting derde landen en de inzet vis-a-vis luchtvaartmaatschappijen. Hierbij
deed de Commissie een oproep om het vijfde sanctiepakket snel af te ronden. De Commissie
verwees naar het later die middag verschenen pakket om toekomstige tendensen van instrumentalisatie
van migratie en soortgelijke crises het hoofd te bieden. Hierin zitten onder andere
gerichte oplossingen voor sancties tegen de transportsector. U zult verder geïnformeerd worden over dit pakket en de kabinetsappreciatie middels
het gebruikelijke BNC-traject. Wat het beheer van de grenzen betreft stelde de Commissie instrumentalisatie tevens
aan de orde te zullen stellen in de Schengengrenscode die begin december wordt verwacht.
De Europese Raad van december zal terugkomen op de externe dimensie van migratie,
onder andere op de inzet onder het Instrument voor Nabuurschap, Ontwikkeling, Internationale
Samenwerking (NDICI Global Europe). Lidstaten waren vrijwel eensgezind dat de instrumentalisatie
en de situatie aan de grens met Belarus terug zou moeten komen op de Europese Raad,
waarbij verscheidende lidstaten ook aandacht vroegen voor een bredere migratiebespreking.
Commissiewerkprogramma 2022
De Commissie lichtte haar werkprogramma voor 2022 toe. Zij noemde ter illustratie
een aantal concrete voorstellen binnen haar zes prioriteiten. Zo noemde zij met betrekking
tot de sociale pijler het voorstel over risico’s gerelateerd aan blootstelling aan
asbest. Zij herhaalde verder haar voorstel voor 2022 als het Europese jaar van de
jeugd. Verder wees zij erop dat in 2022 opvolging moet worden gegeven aan de uitkomsten
van de Conferentie over de toekomst van Europa. Tot slot stipte zij aan dat het werk
aan de gezamenlijke verklaring van de Commissie, de Raad en het EP met de wetgevingsprioriteiten
voor het komende jaar gaande is. Deze verklaring wordt de concrete routekaart voor
het komende jaar. Het Sloveense voorzitterschap gaf aan tevreden te zijn met dit werkprogramma
en het feit dat het substantiële werk doorgaat volgend jaar. In december zal de RAZ
op de gezamenlijke verklaring terugkomen.
Uitbreidings, Stabilisatie en Associatieproces
De Raad sprak over de huidige stand van zaken op uitbreidingsterrein. Het jaarlijkse
uitbreidingspakket dat de Europese Commissie op 19 oktober jl. presenteerde met daarin
de individuele landenrapportages over de (potentiële) kandidaat-lidstaten diende als
achtergrond voor de interventies van lidstaten. Een groot aantal lidstaten benadrukte
het belang van het aannemen van raadsconclusies over het uitbreidingspakket tijdens
de RAZ op 14 december a.s.
Vrijwel alle lidstaten benadrukten het belang om zo spoedig mogelijk de onderhandelingen
over toetreding met Albanië en Noord-Macedonië te starten. De Bulgaarse blokkade van
het onderhandelingsraamwerk voor Noord-Macedonië wordt door verschillende lidstaten
gezien als een aantasting van de geloofwaardigheid van het uitbreidingsproces. Een
aantal lidstaten ziet in het uitblijven van concrete stappen in het uitbreidingsproces
tevens risico’s op toenemende instabiliteit en invloed van derde landen op de Westelijke
Balkan. Daarnaast pleitten enkele lidstaten voor het openen van nieuwe onderhandelingsclusters
met Servië.
Jaarlijkse Rechtsstatelijkheidsdialoog
Op basis van de landenhoofdstukken in het Rechtsstaatrapport 2021 van de Commissie
voerden de leden van de Raad in open en constructieve sfeer een rechtsstatelijkheidsdialoog
met Kroatië, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen. Deze dialoog heeft tot doel het onderlinge
gesprek over rechtsstatelijkheid in de Unie te bevorderen, eventuele rechtsstatelijke
problemen in een eerder stadium te signaleren, en daarover best practices uit te wisselen. De Commissie leidde de afzonderlijke dialogen in, waarna de betreffende
lidstaten een korte reactie gaven.
Aan de discussie die volgde namen naast de vijf besproken landen twaalf lidstaten
actief deel. België intervenieerde onder dit agendapunt namens de drie Benelux-landen,
en vroeg onder meer aandacht voor het belang van de onafhankelijkheid van de rechterlijke
macht bij justitiële hervormingen, digitalisering en efficiëntie binnen het rechtsbestel,
onafhankelijkheid van de media en de veiligheid van journalisten. Meerdere lidstaten
deden een verzoek of aanbod om op technisch niveau bilateraal ervaringen uit te wisselen.
Hieruit blijkt dat deze dialogen een goede basis kunnen bieden voor het uitwisselen
van ervaringen en best practices ten behoeve van de verdere bescherming en versterking van de rechtsstaat in de Unie
en haar lidstaten. Onder het Franse voorzitterschap zullen in het voorjaar van 2022
de volgende vijf lidstaten aan de beurt zijn voor hun landenspecifieke rechtsstatelijkheidsdialoog:
Nederland, Luxemburg, Hongarije, Malta en Oostenrijk.
Raadsconclusies voorbereiding op crises
De Raad heeft zonder discussie conclusies aangenomen over het verbeteren van de paraatheid,
het reactievermogen en de weerbaarheid van de EU tegen toekomstige crisis. De Raadsconclusies
gaan onder andere in op het belang van sector-overstijgende crisisbeheersing en een
verbeterd vermogen van de EU om crises te zien aankomen, risico’s te analyseren en
tot een gecoördineerde aanpak te komen. De Raadsconclusies gingen minder ver dan gehoopt
ten aanzien van het versterken van het «Integrated Political Crisis Responses» (IPCR) mechanisme. Daarom heeft Nederland tot het laatste moment en marge van de
Raad gewerkt aan het ongedaan maken van enkele afzwakkingen van de tekst ten aanzien
van de crisisstructuur. Ook heeft Nederland gepleit voor een (onafhankelijke) evaluatie
van het functioneren van de interne markt tijdens de crisis en de gezamenlijke aankoop
van vaccins, conform de motie van het lid Leijten (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1659). Er was echter niet voldoende draagvlak voor het opnemen van deze oproep in de Raadsconclusies.
Desondanks kon Nederland instemmen met de uiteindelijke versie van de conclusies,
die grotendeels aansluiten bij de kabinetsinzet om op basis van de lessen uit de COVID-19-crisis
het EU crisisbeheer te verbeteren. Het onderwerp zal tevens worden behandeld op de
Europese Raad van 16 en 17 december as.
EU-VK relatie
De leden van de Raad stonden stil bij de stand van zaken van de relatie tussen de
EU en het VK, meer specifiek bij de voortgang in de lopende gesprekken over de implementatie
van het Protocol Ierland/Noord-Ierland (hierna: Protocol) en de ontwikkelingen in
de dialoog over visserijlicenties. De vicevoorzitter van de Commissie, Maros Šefčovič,
gaf een toelichting op de voortdurende intensieve gesprekken tussen de Commissie en
het VK over de gepresenteerde oplossingsrichtingen van de Commissie ten aanzien van
douane, sanitaire en fytosanitaire goederen (SPS), medicijnen en de betrokkenheid
van Noord-Ierse belanghebbenden bij de governance van het protocol. VP Šefčovič onderstreepte daarbij dat het pakket van 13 oktober
jl. laat zien dat de EU toegewijd is om de praktische problemen zoals opgebracht door
Noord-Ierse belanghebbenden op te lossen binnen de kaders van het Protocol. Šefčovič
verwelkomde de voorzichtig constructievere toon van het VK sinds afgelopen week, en
benadrukte dat de Commissie maximaal en kalm doch ferm met het VK blijft engageren
om tot gezamenlijke oplossingen te komen. De integriteit van de interne markt, de
bescherming van de Goede Vrijdag akkoorden en EU-eenheid en solidariteit blijven leidende
principes in deze aanpak. De Commissie kondigde daarnaast aan de komende tijd outreach te blijven doen richting stakeholders in Noord-Ierland. Ten aanzien van de technische
dialoog tussen de Commissie, het VK, Frankrijk en België over het afgeven van visserijlicenties
door het VK, stelde Šefčovič dat Eurocommissaris Sinkevičius de gesprekken de komende
tijd zal voortzetten in nauwe samenspraak met alle belanghebbenden.
Er was brede steun binnen de Raad voor de aanpak van de Commissie. De leden van de
Raad onderstreepten veelvuldig het belang van EU-eenheid en solidariteit. Daarbij
riep een aantal lidstaten de Commissie tevens op, voorbereid te blijven op alle scenario’s,
indien een gezamenlijke oplossing uitblijft.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Knapen, minister van Buitenlandse Zaken