Brief regering : Regionale voedselstrategieën
31 532 Voedingsbeleid
Nr. 269
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 november 2021
Hierbij geef ik uw Kamer een stand van zaken over de inzet van LNV op het stimuleren
van korte ketens en regionale voedselstrategieën. Daarbij ga ik ook in op de motie
van de leden Dik-Faber en Geurts (Kamerstuk 35 570 XIV, nr. 44) om de regionale foodhub Amersfoort/FoodValley/Betuwe/Flevopolder actief te ondersteunen
als proeflocatie voor de uitvoering van een ketenmodel en verdienvermogen, met stevige
routekaart richting ontwikkeling van regionale voedselstrategieën elders in het land.
Stimuleren korte ketens
Belang regionale voedselsystemen
Regionale voedselsystemen en korte ketens zijn een manier om de transitie naar kringlooplandbouw
vorm te geven, nieuwe verdienmodellen voor de boer te realiseren, de ontwikkeling
van agrarische producten en concepten met een hogere toegevoegde waarde te stimuleren
en de verbinding tussen boer en burger te versterken. Daarnaast zijn de voordelen
van regionale voedselsystemen en korte ketens dat de herkomst betrouwbaar is, er minder
transportkilometers gemaakt worden en het kan beter zijn voor milieu en landschap.
Daarom is het ook een belangrijk onderdeel van mijn inzet op korte ketens1. De regio’s zijn de trekker en als LNV stimuleren en ondersteunen we. De kracht van
een regionale voedselstrategie is namelijk de intrinsieke verbondenheid met de regio.
Iedere regio is uniek, met een rijke diversiteit aan partijen binnen de voedselproductie
en voedselverwerking.
Nationale Handelsmissie als aftrap
Om de aandacht voor kortere ketens te vergroten heb ik vorig jaar een Nationale Handelsmissie
georganiseerd. Tijdens de Nationale Handelsmissie zijn verschillende regionale «deals»
gesloten, onder andere tussen korteketenonderneming Oregional en de Radboud Universiteit.
Hierin ben ik samen opgetrokken met de provincies. Deze samenwerking heeft zich ontwikkeld
tot een regulier afstemmingsoverleg korte keten. Hierin leveren de provincies en LNV
gezamenlijk een bijdrage aan de transitie en daarmee verduurzaming van het voedselsysteem
als geheel. Zowel de provincies als LNV ervaren deze afstemming als waardevol en zetten
zich gezamenlijk in om de korte keten verder te brengen.
Daarmee is de eerste stap gezet om de krachten van de provincies en LNV te bundelen
bij het stimuleren van korte ketens, zoals aangegeven in de brief van 5 oktober 2020
aan uw Kamer (Kamerstuk 35 570 XIV, nr. 7). Korte Ketens een plek geven in de reguliere voedselketen van Nederland vraagt om
aanpassingen van verschillende partijen binnen die keten. Daarom voer ik gesprekken
met banken over hoe we zij agrarische ondernemingen financieel kunnen ondersteunen
in de transitie naar duurzame landbouw, waar korte keten productie een onderdeel van
kan zijn. Met supermarkten spreek ik over het aanbod van producten uit de korte keten
in het schap.
Onderzoek marktaandeel korte keten producten
Wageningen University & Research (WUR) heeft in mijn opdracht onderzoek gedaan het
marktaandeel van korte keten producten en hoe dit aandeel kan groeien. Uit dat onderzoek
komt naar voren dat de huidige marktomzet van consumptie uit de korte keten wordt
geschat op € 2,2 miljard. De gezamenlijke ambitie van de provincies en LNV is om ondernemers
zodanig te faciliteren dat zij kunnen komen tot een verdubbeling van de marktomzet
van consumptie uit de korte keten in 2024 naar € 4,4 miljard. Het onderzoek toont
aan dat de overheidsorganisaties, zoals de provincie maar ook het Rijk, ondersteuning
kunnen bieden om de korte keten te professionaliseren. Deze ondersteuning vindt plaats
door middel van versterking van de helpdesk korte keten. Dit steunpunt faciliteert
de kennisuitwisseling tussen overheden, biedt kennis aan voor korte ketenondernemers
en fungeert als een vraagbaak.
Taskforce Korte Keten (TKK)
In mijn brief aan uw Kamer van 2 augustus 2019 (Kamerstuk 35 068, nr. 4) heb ik de TaskForce Korte Keten (hierna: TKK) als richtinggevend benoemd voor de
verdere ontwikkeling van de korte voedselketen in Nederland. Dit omdat ik geloof dat
wij het niet alleen vanuit Den Haag moeten doen, maar dat Rijk, provincies en gemeenten
de ontwikkeling van de korte voedselketen gezamenlijk moeten oppakken. Daarom heb
ik samen met de provincies de TKK opdracht gegeven om ons te adviseren over de te
volgen route om te komen tot een nationale samenwerking in de korte keten.
De TKK heeft, in nauwe samenwerking met boeren, korte keten ondernemers, de provincies
en LNV sinds 2019 regionale voedselsystemen en korte ketens stevig op de kaart gezet.
In reactie op de COVID-19-maatregelen in het voorjaar van 2020 werd een landelijke
campagne opgezet, «Support Your Locals», met als gevolg nieuwe afzetmogelijkheden
voor boeren en de start van tientallen nieuwe korte keten initiatieven in het land.
In samenwerking met het Rode Kruis, Flevofood en Local2Local werden er ruim 30.000
voedselpakketten met verse producten van Nederlandse boeren gedistribueerd. Inmiddels
hebben zich ruim 300 korteketeninitiatieven aangesloten bij de TKK en Support Your
Locals. Daarnaast voerde de TKK in opdracht van LNV een onderzoek uit naar knelpunten
in de opschaling voor korte keten initiatieven. De belangrijkste knelpunten voor korte
keteninitiatieven zijn logistiek, data /IT en multi-channelverkoop.
Het serviceniveau van de bestaande keten is hoog, zo is er bijvoorbeeld geen sprake
van bezorgkosten en zijn er ruime, dagelijkse openingstijden. Voor korte keten ondernemers
is het een lastig om aan dit niveau te voldoen. Dit zorgt voor logistieke uitdagingen.
Data is de sleutel tot succes. De bestaande keten maakt hier dan ook goed gebruik
van. Denk hierbij aan de voedingswaarde, keurmerken en bereidingstips op de verpakking.
Korte keteninitiatieven hebben de mogelijkheid om specifieke productkenmerken te vermelden,
zoals bodemvruchtbaarheid en biodiversiteit.
De meeste initiatieven starten met de verkoop van hun producten naar een bepaalde
groep afnemers (consumenten, retail, horeca, catering, zorg). Het verbreden van deze
afzet naar andere segmenten (multi-channelverkoop), wat schaalvoordelen kan bieden,
blijkt lastig. De horeca stelt andere eisen aan producten dan de zorg, zoals verschillen
in de leverspecificaties (aantal keren per week, bestelproces) en de productspecificaties
(voorverpakt, gesneden). In de Nationale Samenwerking Korte Keten gaan we met deze
knelpunten aan de slag.
Hoe nu verder
Roadmap TKK
Gezien bovenstaande heeft de TKK, in opdracht van de provincies en LNV, een zogenoemde
roadmap opgesteld om te komen tot een nationale samenwerking voor de korte keten.
Belangrijk daarin is een definitiebepaling van korte ketens. Daarover adviseert de
TKK als volgt: «Een korte keten is een toeleveringsketen met een beperkt aantal marktdeelnemers
die zich inzetten voor samenwerking, lokale economische ontwikkeling en nauwe geografische
en sociale betrekkingen tussen voedselproducenten, -verwerkers en consumenten.»
In de roadmap zijn drie pijlers opgenomen waaruit de Nationale Samenwerking Korte
Keten (NSKK) zou kunnen bestaan. De provincies en LNV zijn nu met elkaar in overleg
over de invulling daarvan. Begin volgend jaar worden keuzes gemaakt. De pijlers zijn:
1. Structureel overleg samenwerkende provincies en LNV op landelijk niveau onder leiding
van een onafhankelijke programmamanager. De programmamanager is verantwoordelijk voor
het behalen van de ambitie. Hierbij is aandacht voor kennisuitwisseling tussen overheden
(hoe leren we van elkaar?) en afstemming van activiteiten op elkaar, om te voorkomen
dat dingen dubbel gedaan worden.
2. Steunpunt Korte keten versterken Het steunpunt faciliteert kennisuitwisseling tussen
overheden, biedt kennis aan voor korte ketenondernemers en fungeert als een vraagbaak.
3. Bovenregionaal samenwerken. Provincies en LNV gaan samen opdrachten geven voor projecten
/onderzoeken. Welke focusgebieden (belemmeringen) aangepakt gaan worden wordt nog
nader bepaald.
Rol van regionale food hubs
In diverse regio’s bestaan er al korte keten initiatieven, coöperatieve samenwerkingen,
food hubs en voedselstrategieën. Om overzicht te krijgen van wat er in welke regio
gebeurt, doe ik nu een inventarisatie met de provincies.
We kunnen de kennis, kunde, data en middelen van zowel de diverse regionale food hubs
als ondernemers die actief zijn in de korte keten goed gebruiken bij de nationale
samenwerking.
Want een foodhub is idealiter meer dan een centraal gelegen faciliteit voor de opslag,
verwerking, distributie en/of marketing van lokaal geproduceerd voedsel. Het is een
fysieke plek waar producten en diensten van lokale producenten samen komen, waar consumenten
komen, maar van waaruit ook horeca, retail, en zorg- en onderwijsinstellingen voorzien
kunnen worden van lokaal voedsel en andere diensten. Door burgers, overheden, private
partners, instellingen, en NGO’s hierbij te betrekken ontstaat de kans om van een
Food Hub een plek van betekenis te maken.
Er zijn al een aantal mooie voorbeelden te noemen. Zo is in de Betuwe de Fruitmotor
actief. De Fruitmotor vormt samen met de Betuwse fruittelers, fruitverwerkers, afnemers
uit het hele land en consumenten een coöperatieve samenwerking in de fruitketen, waardoor
een eerlijke prijs mogelijk is voor alle partners. Ook is boerenhart actief in Gelderland
een leverancier van producten met een traceerbare herkomst rechtstreeks van de boer
naar het restaurant, de zorginstelling of een bedrijf. De boer krijgt een eerlijke
prijs, de afnemer een eerlijk en vers product.
In de provincie Utrecht is de korte voedselketen Local2Local actief. Local2Local is
in 2014 in samenwerking met een twintigtal boeren uit de Krommerijnstreek gestart
als een voedselvoorzieningsbedrijf in de korte keten in de regio Utrecht.
In eveneens de provincie Utrecht zijn partijen uit het veld aan het verkennen hoe
een regionale voedselstrategie vormgegeven kan worden, waarbij aandacht is voor de
leefomgeving, eerlijke prijzen en nieuwe financieringsvormen. Hier is de Bunschoter-verklaring
uit voort gekomen.2
In de provincie Flevoland is de Regionale Alliantie Korte Keten Flevoland actief.
Deelnemers aan de alliantie zijn Flevofood, de gemeente Almere, de Rabobank Almere,
Horizon Flevoland, Voedsel Verbindt en provincie Flevoland. Het doel van deze alliantie
is om Flevolanders meer voedsel van dichtbij te leveren. De alliantie ondersteunt
ondernemers bij het oprichten van een korte voedselketen. Verder heeft Flevoland de
Flevo Campus die diverse publicaties en (actie-)onderzoeken gericht op het verzamelen
van kennis en feiten rondom korte ketens en de regionalisering van het voedselsysteem
heeft gepubliceerd.
Een nadere inventarisatie van reeds bestaande initiatieven, coöperatieve samenwerkingen,
food hubs en voedselstrategieën draagt bij aan de kennisuitwisseling.
City Deal Gezonde en Duurzame Voedselomgeving
Op 16 oktober jl. hebben 8 gemeenten, de ministeries van LNV, VWS en BZK, het Voedingscentrum,
JOGG, Taskforce Korte Keten, Platform 31 en Flevo Campus de City Deal Gezonde en Duurzame
Voedselomgeving ondertekend. Met deze deal zetten we ons gezamenlijk in voor een gezond
en duurzaam voedselaanbod uit de regio dat voor iedereen betaalbaar is. De City Deal
richt zich op drie doelen:
1. Een gezonder en duurzamer aanbod in het straatbeeld en bij voedselaanbieders Bijvoorbeeld
bij zorginstellingen, sporthallen, in de supermarkt, catering en horeca.
2. Een stapsgewijze verandering in het eetpatroon naar meer producten die binnen de Schijf
van Vijf passen.
3. Bijvoorbeeld minder vlees en meer groente en plantaardige eiwitten.
4. Het vergroten van het aandeel lokaal en regionaal geproduceerd voedsel in het dagelijks
menu.
Deze City Deal levert een bijdrage aan de doelen van de regionale voedselstrategie
en geldt als een voorbeeld voor andere gebieden in Nederland.
Motie Dik-Faber en Geurts
De motie van de leden Dik-Faber en Geurts (Kamerstuk 35 570 XIV, nr. 44) vraagt ondersteuning voor een specifieke foodhub als «proeflocatie» – met een «routekaart
richting ontwikkeling van regionale voedselstrategieën elders in het land». Zoals
hierboven aangegeven wil ik bijdragen aan de ontwikkeling van regionale voedselstrategieën
door met provincies een Nationale Samenwerking Korte Keten aan te gaan, waarmee wij
gezamenlijk belemmeringen aanpakken en kennis uitwisselen. Hiervoor zal ook een inventarisatie
naar bestaande foodhubs plaatsvinden. De City Deal Gezonde en Duurzame Voedselomgeving
fungeert hierbij als voorbeeld voor andere gebieden in Nederland, om de consumptie
van lokaal en regionaal geproduceerd voedsel vergroten.
Conclusie
Kortom, er gebeurt heel veel op het gebied van de voedsel van dichtbij (korte ketens,
Regionale Allianties, Voedselagenda’s) in Nederland. Naar mijn idee vormen de regionale
voedselstrategieën ook een belangrijke rol bij de toekomst van de landbouw per gebied.
Korte ketens als onderdeel van de voedselstrategieën kan een middel zijn om boeren
en tuinders per gebied perspectief en een nieuwe verdienmodel te geven. Daar zijn
we nog niet. Veel zal ook samenkomen met regionale opgaves op het gebied van landbouw.
Waar het mogelijk is wisselen we met bestaande samenwerkingen ideeën uit en ondersteunen
we initiatieven. Soms door te faciliteren, soms financieel. Want de kennis en kracht
ligt vooral in de regio’s, bij de provincies en bij de ondernemers.
LNV organiseert in ieder geval volgend jaar opnieuw een Nationale Handelsmissie. Hierbij
kunnen pioniers uit de korte keten elkaar inspireren en motiveren om zich in te zetten
voor de regio.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit