Brief regering : Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 19 november 2021
21 501-04 Ontwikkelingsraad
Nr. 245 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 november 2021
Hierbij bied ik u het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking
van 19 november 2021.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
Th.J.A.M. de Bruijn
VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING VAN 19 NOVEMBER 2021
Introductie
Op 19 november 2021 vond de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking in Brussel
plaats. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (RBZ/OS)
nam hieraan deel. De Raad stond kort stil bij de zorgelijke situaties in Afghanistan,
Ethiopië en Soedan en had daarna een uitwisseling met Samantha Power, Administrator van USAID, over mogelijkheden voor versterkte EU-VS samenwerking op het gebied van
ontwikkelingssamenwerking. Daarnaast stond de Raad stil bij de EU-inzet op water.
De Raad nam Raadsconclusies aan over «Water in het externe optreden van de Unie»1 alsmede Raadsconclusies over de inzet van EU Publieke Sector Expertise.2 In een AOB riep de Commissie de leden van de Raad op om de levering van vaccins aan
partnerlanden, al dan niet via COVAX, te versnellen om daarmee de toezeggingen van
de Europese lidstaten gestand te doen om nog dit jaar in totaal 250 miljoen vaccins
aan ontwikkelingslanden te leveren.
Landensituaties
In zijn inleiding refereerde Hoge Vertegenwoordiger Borrell aan het verzoek van een
aantal lidstaten, waaronder Nederland, om OS-aspecten van actuele landensituaties
te bespreken, zoals die in Ethiopië. De HV gaf aan hiervoor begrip te hebben. De situatie
in Ethiopië is zeer zorgwekkend, met een verslechterende humanitaire situatie en schendingen van het internationaal
humanitair recht (IHL). Indien de bemiddelingspogingen door AU Hoge Vertegenwoordiger
voor de Hoorn van Afrika Obasanjo niet zouden slagen, dan zou de EU bereid moeten
zijn om sancties in te zetten. De HV stelde vast dat een groeiend aantal lidstaten
hier voorstander van is, waaronder Nederland. Eurocommissaris Urpilainen blikte terug
op haar bezoek aan Ethiopië op 24–25 oktober jl., samen met EU Speciaal Vertegenwoordiger
Annette Weber. Tijdens dit bezoek is duidelijk gemaakt dat de EU Ethiopië graag wil
steunen bij het doorvoeren van hervormingen, maar dat het niet bereid is om een oorlogseconomie
te ondersteunen. Het Meerjarige Indicatieve Programma (MIP) van de Europese Commissie
voor Ethiopië staat dan ook op «on hold». Urpilainen stelde dat de Ethiopische autoriteiten aangaven dat de bescherming van
de territoriale integriteit voor hen nu het belangrijkste is. Ook EU lidstaten betoonden
zich zeer bezorgd over het voortdurende conflict en de gebrekkige humanitaire toegang.
Er bleek brede steun voor het bevroren houden van de EU-begrotingssteun aan het land.
Diverse lidstaten zoals Nederland kijken momenteel kritisch naar hun portefeuille
ontwikkelingsactiviteiten in Ethiopië, om te onderzoeken of er voldoende waarborgen
zijn, dat hulp niet door de strijdende partijen kan worden ingezet voor oorlogshandelingen.
De HV stond stil bij de ernstige humanitaire situatie in Afghanistan. Commissievoorzitter
Von der Leyen kondigde op 12 oktober jl. een EU-bijdrage van EUR 1 miljard aan voor
het verbeteren van de situatie in Afghanistan en de buurlanden. Er is EUR 300 miljoen
aan humanitaire hulp beschikbaar en EUR 250 miljoen voor de tijdelijke levering van
basisdiensten, door de EU «humanitair plus» genoemd. Deze hulp wordt verleend via
ngo’s en internationale organisaties, zonder daarbij de Taliban te legitimeren. Uit
deze fondsen kunnen ngo’s en internationale organisaties ook salarissen en (dag)vergoedingen
betalen van gezondheidswerkers en onderwijspersoneel, wier inzet essentieel is om
de levering van basisdiensten overeind te houden. De Commissie heeft een eerste programmavoorstel
aan de lidstaten voorgelegd om hier concreet invulling aan te geven. Op aandringen
van Nederland zijn hierbij expliciet principes opgenomen die in acht genomen moeten
worden, waaronder het garanderen van gelijke toegang voor meisjes, vrouwen en minderheden,
het voorkomen van bemoeienis van de Taliban in het management en personeelsbeleid
van de activiteiten, en het zorgen dat steun via multilaterale organisaties en ngo’s,
en niet (direct of indirect) via de Taliban, wordt verstrekt. Het kabinet zal er nauw
op toe blijven zien dat bij de uitwerking en invulling van steun de genoemde principes
zullen worden meegenomen. Nederland riep bovendien op om de steun aan Afghaanse regio’s
te differentiëren en daarbij goed gedrag (bijvoorbeeld op het gebied van gendergelijkheid)
te stimuleren.
Tenslotte stond de Raad kort stil bij de zorgwekkende situatie in Soedan, na de staatsgreep
van 25 oktober jl. De EU moet alles in het werk stellen om de democratische orde te
herstellen, inclusief de burgerregering van premier Hamdok. Indien dit niet het geval
is zal er door de Europese Commissie en de lidstaten kritisch naar de OS-programmering
in het land gekeken moeten worden. Rode draad in de bespreking van de landensituaties
was dat zoveel mogelijk gezocht moet worden naar manieren om de bevolking in deze
landen te blijven steunen en hen niet in de steek te laten.
EU–VS samenwerking
Hoge Vertegenwoordiger Borrell opende het agenda-item met USAID Administrator Samantha Power door waardering uit te spreken voor de zichtbaar positieve impact
van de huidige VS-administratie op de EU–VS samenwerking. De EU en VS zien dezelfde
uitdagingen, waaronder COVID-19, onderdrukking democratische waarden en ernstige ontwikkelingen
in onder meer Ethiopië en Soedan, en het is van belang om bij deze dossiers concreet
de samenwerking op te zoeken. Eurocommissaris Urpilainen vulde aan dat, zoals afgesproken
in de EU–VS slotverklaring van juni 2021, Team Europe de donatie van vaccins heeft opgevoerd en werkt aan initiatieven om de lokale productie
van vaccins te bevorderen. Ook gaf ze aan dat de door de VS georganiseerde Summit for Democracy een goede gelegenheid biedt om de EU–VS samenwerking op het thema van democratie
te versterken. In dit kader werkt de Commissie aan een Team Europe Initiatief voor de financiering van activiteiten ter bevordering van inclusieve en weerbare
democratieën, met onder andere aandacht voor jeugd en lokale ngo’s. Tevens bracht
Eurocommissaris Urpilainen het Global Gateway initiatief onder de aandacht. Over twee weken zal de Commissie een mededeling over
dit initiatief publiceren, met onder meer het belang van hoge sociale en milieunormen
bij de ontwikkeling van infrastructuur en aansluiting bij de bredere G7 «Build Back Better» agenda. Tenslotte pleitte Eurocommissaris Urpilainen voor een gezamenlijke aanpak
van fragiele landen of landen in conflict, met name Afghanistan, Ethiopië en Soedan.
Samantha Power toonde zich verheugd als eerste USAID-administrator bij de RBZ/OS aan
te mogen sluiten. Ook Power bouwde voort op de reeds ingezette samenwerking op COVID-19,
klimaat en democratische waarden. Wat betreft de wereldwijde beschikbaarheid van vaccins,
benadrukte Power dat de VS 250 miljoen vaccins gedoneerd heeft maar vroeg ook aandacht
voor de belemmeringen bij de uitrol van vaccincampagnes in partnerlanden zoals desinformatie
en een gebrekkige infrastructuur. Lidstaten deelden de inzet van Power op COVID-19
en legden nadruk op het belang van lokale productie van vaccins, de centrale rol voor
het multilaterale initiatief COVAX en bredere steun aan gezondheidssystemen in Afrika.
Power schetste daarnaast het belang van klimaatadaptatie en het vergroten van de betrokkenheid
van de private sector hierbij. President Biden heeft een verviervoudiging van klimaatfinanciering
aangekondigd naar USD 11,4 miljard vanaf 2024, met hierin een substantieel vergroot
aandeel voor adaptatie. In reactie hierop vroegen lidstaten aandacht voor de opvolging
van de COP26 en het belang van biodiversiteit. Tevens legden verschillende lidstaten,
waaronder Nederland, de link tussen klimaatfinanciering en connectiviteit. Hierbij
benadrukte Nederland de betrokkenheid van de private sector en gaf aan mogelijkheden
van samenwerking te zien tussen het Amerikaanse Blue Dot Initiative en de aankomende Global Gateway voorstellen. Power erkende het belang van de integratie van klimaatbeleid in connectiviteit
waarbij de VS onder meer inzet op financiering voor hernieuwbare energie.
Wat betreft Afghanistan, uitte Power zorgen over zowel de humanitaire als de liquiditeitscrisis
en schetste belangrijke vraagstukken als behoud van onderwijs voor vrouwen en meisjes,
salarisbetalingen in de publieke sector en de wenselijkheid van systeem-brede steun
vanuit de VN en Wereldbank. Power sprak uit dat het van belang is dat de EU en VS
goed coördineren over de toekomstige steun aan Afghanistan. Deze samenwerking is ook
in conflictlanden als Ethiopië van grote waarde. De economische kosten van conflicten
wereldwijd zijn volgens Power USD 15 triljoen per jaar. Op basis van de Global Fragility Act zet president Biden in op het bevorderen van stabiliteit in fragiele staten. Wat
betreft de landen situaties intervenieerden lidstaten in lijn met de inbreng zoals
beschreven bovenstaand.
Aanvullend vroegen enkele lidstaten aandacht voor migratie. Power gaf aan zich bewust
te zijn van de Europese uitdagingen maar dat de VS zich primair richt op migratie
vanuit Midden- en Latijns-Amerika; waarbij de oplossing veelal ligt in de landen van
herkomst.
Power sloot haar openingswoorden af met Amerikaanse inzet op democratische ontwikkelingen,
hierbij moet de focus liggen op «bright spots» om aan te geven dat goede hervormingen zich terugverdienen. Tevens zet de VS zich
in dit kader in voor journalisten en onafhankelijke media. Deze boodschap en het belang
van samenwerking op goed bestuur en mensenrechten werd door bijna alle lidstaten gedeeld.
Diverse lidstaten, waaronder Nederland, vroegen hierbij ook specifieke aandacht voor
gender en SRGR.
Water
De HV onderstreepte het belang van waterdiplomatie, en noemde het wereldwaterforum
in Dakar, de Decade conferentie in Dushanbe en de VN-waterconferentie in 2023 onder
voorzitterschap van Nederland en Tadzjikistan. Centraal-Azië is een goed voorbeeld
waar verschillende aspecten van waterproblematiek aan de orde komen. De Hoge Vertegenwoordiger
verwees naar een Team Europe Initiative aldaar ten aanzien van water, energie en klimaat. Tevens gaf hij aan dat de discussie
in de RBZ/OS input kon geven voor de EU-Centraal Azië ministeriele bijeenkomst op
22 november. Eurocommissaris Urpilainen verwelkomde de Raadsconclusies over water,
en dankte het Sloveense voorzitterschap voor het initiatief daartoe. SDG 6 (water
en sanitatie) is «off track», het internationale profiel van waterproblematiek moet
hoger en we hebben een gezamenlijke narratief nodig voor meer zichtbaarheid. Urpilainen
riep lidstaten op als Team Europe op te trekken. In de NDICI-programmering zal het
thema water goed worden meegenomen, zo stelde zij. In hun interventies onderstreepten
diverse lidstaten het belang van een brede multi-sectorale inzet op het thema water,
en werd onder meer de relatie met conflict, klimaatverandering, voedsel en irrigatie,
sanitatie, gender en SRGR en het betrekken van de private sector genoemd. Nederland
vroeg met name aandacht voor een goede voorbereiding door de EU voor de VN-waterconferentie
2023. Om de SDG6 doelstellingen te bereiken wordt beoogd nieuwe partnerschappen, financiering
en committeringen te mobiliseren. De EU heeft een belangrijke rol daarin, en Nederland
nodigt lidstaten en de Europese Commissie uit zich extra te committeren om de achterstand
op het behalen van SDG 6 in te lopen een gezamenlijke en proactieve rol te nemen richting
de VN 2023 Water Conferentie.
AOB: Wereldwijde beschikbaarheid vaccins
Commissaris Urpilainen gaf aan dat 40% van de via COVAX geleverde vaccins door steun
van de leden van «Team Europe» geleverd zijn, via financiële of in natura donaties aan COVAX. Dat is positief maar
er is meer actie nodig. Urpilainen refereerde aan de lage vaccinatiegraad in Afrika
en roept EU lidstaten op om alles in het werk te stellen om de 250 miljoen beloofde
doses voor het einde van het jaar daadwerkelijk te leveren. Dit is ook van belang
met het oog op de EU-AU Top in februari. Daarnaast werken de Europese Commissie, de
Europese Investeringsbank en een aantal lidstaten aan een Team Europe Initiatief gericht
op het vergroten van de lokale productiecapaciteit van vaccins, in Senegal, Rwanda
en Zuid-Afrika. Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, merkte op dat het goed
is dat de Commissie in 2022 een extra 200 miljoen doses wilt leveren, maar vanuit
het oogpunt van efficiëntie was het beter geweest als dit direct via COVAX was gegaan,
in plaats van de vaccins zelf aan te schaffen.
Nederland gaf aan dat de inzet is om nog dit jaar 22 miljoen vaccins aan COVAX te
leveren volgens het principe «get one, give one» en onderstreepte het belang van het vergroten van de lokale productiecapaciteit.
Nederland sprak zich in dit kader ook uit voor flexibiliteit van de EU in de discussie
over een waiver op intellectueeleigendomsrechten voor vaccins, in lijn met de motie van het lid Piri
c.s. (Kamerstuk 35 663, nr. 21). Zie op dit punt ook het verslag van de bespreking in de Raad Buitenlandse Zaken
Handel van 11 november 20213.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Th.J.A.M. de Bruijn, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking