Brief regering : Verantwoording van gemeenten over het verslagjaar 2020
35 925 B Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2022
Nr. 14 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 november 2021
In deze brief informeer ik uw Kamer over de verantwoording van gemeenten over het
verslagjaar 2020 en maatregelen om de verantwoording te verbeteren. Verder blik ik
vooruit op de invoering van een rechtmatigheidsverantwoording.
De verantwoording van gemeenten is sinds de decentralisaties in het sociaal domein
in 2015 een aandachtspunt. Gemeenten hebben sindsdien hard gewerkt om hun verantwoording
in het sociaal domein op orde te krijgen en jaarstukken op te leveren voorzien van
een goedkeurende verklaring van de accountant op rechtmatigheid. Het jaar 2020 plaatste
gemeenten voor een vergelijkbaar probleem. Decentrale overheden moesten in allerijl
nieuwe taken oppakken in de coronacrisis.
Verantwoording gemeenten 2020
Bij de decentralisatie van het sociaal domein in 2015 werd voorrang gegeven aan zorgverlening
boven rechtmatigheid. Consequentie was dat de helft van de gemeenten zijn jaarstukken
te laat aanleverde. Daarbij had de helft geen goedkeurende verklaring op rechtmatigheid1. Door grote inspanningen van gemeenten en hun ketenpartners zijn tijdigheid en aandeel
goedkeurende verklaringen de afgelopen jaren sterk verbeterd2.
In 2020 was het aandeel goedkeurende verklaringen op rechtmatigheid met 90,1 procent
het hoogste sinds de decentralisatie van het sociaal domein. Op getrouwheid had 98,9 procent
van de gemeenten een goedkeurende verklaring. Daarbij was het overgrote deel van de
gemeenten op tijd met het aanleveren van stukken.
Dit ondanks de uitdagingen waar gemeenten door de coronacrisis mee te maken kregen,
zoals het in stand houden van de continuïteit van de zorg en het uitkeren van de Tijdelijke
Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers (TOZO).
Betrokken partijen zijn tijdens de coronacrisis aan de slag gegaan om afspraken te
maken over de verantwoording. Zo hebben de VNG, de branches voor aanbieders, de Nederlandse
Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) en ketenregie i-Sociaal Domein onder regie
van het Ministerie van VWS afspraken gemaakt over de vormgeving van de jaarverantwoording
2020. Ook zijn er afspraken gemaakt over de TOZO.
Tevens is vorig jaar het werkterrein van de stuurgroep verantwoording uitgebreid.
De stuurgroep bracht in kaart welke vraagstukken speelden rond verantwoording, volgde
waar ze werden opgepakt en monitorde of dit tot vergelijkbare uitkomsten leidde in
de verschillende domeinen. De stuurgroep heeft waar nodig issues geagendeerd en via
de IBI Nieuwsbrief een overzicht van handreikingen en adviezen rond verantwoording
van coronamaatregelen verstuurd. De nauwe samenwerking heeft, samen met inspanningen
bij gemeenten, geleid tot goede cijfers.
Oordeel accountant op rechtmatigheid per jaar
Bron: Onderzoek BZK
Het aandeel gemeenten dat een goedkeurende verklaring kreeg op rechtmatigheid op de
jaarrekening over 2020 was bijna 5 procentpunt hoger dan op de jaarrekening over 2019:
90,1 procent tegenover 85,4 procent. Het aandeel gemeenten dat een goedkeurende verklaring
op getrouwheid kreeg, was met 98,9 procent fractioneel hoger dan in 2019 (98 procent).
Aanleverdata jaarstukken gemeenten
Bron: Onderzoek BZK
Op de dag van de deadline had 89 procent van de gemeenten de stukken aangeleverd.
Eind oktober hadden alle gemeenten aangeleverd behalve Hof van Twente, dat eind 2020
door een cyberaanval is getroffen.
Oorzaken van onrechtmatigheid
Bij geen enkele gemeente droegen fouten en onzekerheden rondom de verantwoording van
coronamaatregelen bij aan een niet-goedkeurende verklaring van de accountant op getrouwheid
of rechtmatigheid. Wel hadden 9 gemeenten rechtmatigheidsfouten vanwege het overschrijden
van investeringskredieten of de begroting, zonder dat de raad hier toestemming voor
had gegeven. Dit kan mogelijk te maken hebben met de noodzaak van snel handelen tijdens
de coronacrisis.
Het sociaal domein is nog steeds een opgave die de nodige inspanningen van gemeenten
en hun ketenpartners vergt. Al waren slechts drie gemeenten die fouten en onzekerheden
hadden in het sociaal domein die bijdroegen aan een niet-goedkeurende verklaring.
In 2019 verscheen de door het Ministerie van BZK mogelijk gemaakte Vernieuwing in het sociaal domein: samen aan de slag met verantwoording, een gezamenlijke studie van Rijk, gemeenten en accountants. Op basis daarvan heb
ik samen met het Ministerie van VWS een onderzoek uitgezet naar hoe verantwoording
bij zorgaanbieders beter kan aansluiten bij de verantwoording van gemeenten in het
sociaal domein: horizontaal toezicht. Het onderzoek wordt begeleid door de beide ministeries,
samen met accountants en gemeenten.
Net als vorig jaar vormde het niet naleven van (Europese) aanbestedingsregels de meest
voorkomende reden dat gemeenten geen goedkeurende verklaring op getrouwheid kregen.
Wel daalde het aandeel gemeenten waar het niet naleven van aanbestedingsregels de
belangrijkste reden was voor een niet-goedkeurende verklaring. Over verslagjaar 2019
was dit 11 procent, over verslagjaar 2020 8,8 procent.
Ook daalde het aantal gemeenten dat drie jaar op rij een niet-goedkeurende verklaring
op rechtmatigheid had. In 2019 waren dit er 13, in 2020 9, een daling van 30 procent.
Van de 13 gemeenten die in 2019 driemaal op rij een niet-goedkeurende verklaring op
rechtmatigheid hadden, kregen 7 in 2020 een goedkeurende verklaring van de accountant.
Er zijn 3 gemeenten bijgekomen die in 2020 voor het derde achtereenvolgende jaar een
niet-goedkeurende verklaring kregen.
Net als vorig jaar zal ik de lijst publiceren van gemeenten die drie jaar op rij een
niet-goedkeurende verklaring hadden. U vindt de lijst in de bijlage Onderzoek verantwoording gemeenten 20203. Hiermee ondersteun ik gemeenten om tot een goedkeurende verklaring te komen. De
verantwoording van gemeenten is primair een zaak tussen college en raad.
Verslagjaar 2021 en verder
Dit jaar zal het laatste verslagjaar zijn dat gemeenten van accountants een oordeel
op rechtmatigheid krijgen. Met ingang van het verslagjaar 2022 wordt, afhankelijk
van de instemming van het parlement, de verantwoordelijkheid van het college van burgemeester
en wethouders en gedeputeerde staten («college») voor de rechtmatigheid benadrukt
doordat het college een verantwoording over rechtmatigheid moet gaan af geven in plaats
van de accountant. De accountant zal in zijn oordeel over de getrouwheid van de jaarrekening
de juistheid en volledigheid van de rechtmatigheidsverantwoording meewegen. Er is
dus nog steeds een onafhankelijke toets, alleen zal het gesprek over rechtmatigheid
in eerste instantie worden gevoerd tussen college en gemeenteraad dan wel provinciale
staten.
Het idee van een rechtmatigheidsverantwoording was reeds in 2014 door de commissie
Depla geopperd. In de afgelopen jaren is door gemeenten en provincies hard gewerkt
aan de voorbereidingen. In onderlinge samenwerking tussen de VNG, IPO, de Nederlandse
Beroepsorganisatie van Accountants en het rijk zijn handreikingen ter beschikking
gesteld4. De commissie BBV heeft een modeltekst opgesteld5. Sommige gemeenten hebben ook al intern proefgedraaid met de rechtmatigheidsverantwoording.
Slot
De komende tijd blijft verantwoording een belangrijke kwestie voor gemeenten. Er ligt
een uitdaging op het gebied van het verlichten van administratieve lasten. Afhankelijk
van de instemming van het parlement nemen colleges de verantwoording over de rechtmatigheid
van de jaarstukken in eigen hand. Daarom blijf ik hier actief met gemeenten, accountants
en andere betrokkenen over in gesprek.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties