Brief regering : Analyse aardbeving Garrelsweer en monitoringsverplichtingen
33 529 Gaswinning
Nr. 913
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 november 2021
In de nacht van 16 november jl. was er zware aardbeving in Groningen. De aardbeving
met een magnitude van 3,2 op de schaal van Richter vond plaats nabij Garrelsweer.
Dit was de zwaarste aardbeving in 2,5 jaar. De aardbeving is door velen gevoeld en
ik begrijp heel goed dat veel inwoners van Groningen zijn geschrokken. Ik leef mee
met iedereen wiens dagelijks leven door de aardbevingen wordt verstoord. Ik heb de
dag na de aardbeving een bezoek gebracht aan het gebied om met bewoners in gesprek
te gaan.
Op de dag van de aardbeving zijn bij het Instituut Mijnbouwschade Groningen 204 nieuwe
schademeldingen gedaan. Daarnaast zijn acht acuut onveilige situaties (hierna: AOS)
gemeld. Op deze AOS-locaties is zo snel mogelijk een deskundige langsgekomen om de
situatie te beoordelen. In één geval was het nodig om direct maatregelen te treffen.
Vanwege de kracht wordt de aardbeving bij Garrelsweer nader onderzocht. De Mijnbouwregeling
verplicht NAM om bij een aardbeving met een magnitude 3,0 en hoger op de schaal van
Richter binnen 48 uur een eerste analyse te doen. De analyse is bijgevoegd bij deze
brief1. Een uitgebreide analyse door NAM volgt, conform de Mijnbouwregeling, binnen twee
weken.
Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM) heeft na de aardbeving laten weten dat
de huidige aardbevingen het gevolg zijn van drukverschillen die door de jarenlange
gaswinning in het veld zijn ontstaan (zie bijlage)2. SodM geeft aan dat er, gelet op de versnelde afbouw van de gaswinning zoals die
nu wordt gerealiseerd, geen aanvullende mogelijkheden zijn om de seismiciteit te beperken.
Ook in de jaren na de sluiting van het Groningenveld zullen aardbevingen blijven voorkomen.
Ik vind het daarom onverminderd van belang de ontwikkelingen in seismiciteit te blijven
monitoren en onderzoeken.
In het vervolg van deze brief geef ik, zoals aangekondigd in het vragenuur van 16 november
jl., een toelichting op de specifieke regels voor monitoring van de seismiciteit in
het Groningenveld zoals vastgelegd in de Mijnbouwregeling. Daarbij beschrijf ik de
monitoringsparameters, niveaus van seismische activiteit en verplichte acties. Tot
slot ga ik in op de recent waargenomen seismiciteit en welke rapportages u de komende
periode kunt verwachten.
Monitoringsverplichtingen seismiciteit Groningenveld
In de Mijnbouwwet en in lagere regelgeving zijn verplichtingen opgenomen over het
zorgvuldig monitoren van mogelijke gevolgen van een mijnbouwactiviteit. Voor aardbevingen
geldt dat deze doorlopend worden gemonitord met het meetnetwerk van het KNMI. Specifiek
voor het Groningenveld zijn aanvullende monitoringsverplichtingen vastgelegd in de
Mijnbouwregeling. Deze verplichtingen zijn in oktober 2020 op advies van SodM geactualiseerd.
Uw Kamer is hierover per brief geïnformeerd.3
De Mijnbouwregeling verplicht NAM om de seismiciteit van het Groningenveld en de ontwikkeling
daarvan door de tijd continu te monitoren aan de hand van een aantal parameters. Zo
moet NAM het aantal aardbevingen en de aardbevingsdichtheid – een maat voor de lokale
seismiciteit – per halfjaar bijhouden. Op basis van deze parameters zijn drie niveaus
van seismische activiteit te onderscheiden. De seismische activiteit kan (lokaal)
laag, bovengemiddeld of hoog zijn. Wanneer het hoogste niveau van (lokale) seismische
activiteit is bereikt, moet NAM een analyse maken.
Naast de bovenstaande monitoringsparameters zijn er twee parameters die direct inzicht
geven in de hevigheid van een aardbeving. Dit zijn de piek grondversnelling en piek
grondsnelheid. Met deze parameters wordt het trillen van de bodem in kaart gebracht.
Voor deze parameters is in de Mijnbouwregeling een grenswaarde gedefinieerd. Wanneer
een aardbeving leidt tot een piekwaarde boven de vastgestelde grens, is NAM verplicht
een analyse te doen.
De monitoring en analyses zijn erop gericht om na te gaan of de ontwikkeling van de
seismiciteit past bij de verwachtingen. Hiervoor wordt een vergelijking gemaakt met
de resultaten van de seismische dreigings- en risicoanalyse die ik gebruik bij het
vaststellen van de operationele strategie. Een dergelijke vergelijking geeft inzicht
in de betrouwbaarheid van de modellen. Betrouwbare modellen zijn nodig om een inschatting
te kunnen maken van het aantal aardbevingen in de toekomst en wat de kans is op een
zwaardere aardbeving zoals op 16 november jl. bij Garrelsweer.
Seismiciteit op dit moment
De seismische activiteit bekeken over het gehele Groningenveld is al een lange tijd
laag.4 Dat wil zeggen dat het aantal aardbevingen in het Groningenveld lager is dan het
gemiddelde tussen 2006 en 2020. Echter, recentelijk is de lokale seismische activiteit
sterk toegenomen, doordat de aardbevingen die zich voordeden zich in één gebied concentreerden.
Op 8 november jl. is hierdoor lokaal, nabij Zeerijp, de seismische activiteit tot
het hoogste niveau gestegen. Zoals in de Mijnbouwregeling vastgelegd moet NAM deze
seismische activiteit analyseren en binnen twee weken een rapportage naar SodM en
mij sturen.
In de komende twee weken moet NAM drie rapportages opleveren. De eerste rapportage
ziet op de aardbeving bij Garrelsweer van 16 november jl. De tweede rapportage is
naar aanleiding van het bereiken van het hoogste niveau van lokale seismische activiteit
nabij Zeerijp. De derde rapportage betreft de halfjaarlijkse rapportage over de seismiciteit
in het Groningenveld die is verplicht op basis van de Mijnbouwwet. Nadat NAM deze
rapportages heeft afgerond, beoordeelt SodM de resultaten en voorziet deze van een
duiding. Ik zal alle rapportages inclusief de duiding van SodM gebundeld aan uw Kamer
aanbieden.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
S.A. Blok
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat