Brief regering : Geannoteerde agenda OJCS Raad (Onderdelen Jeugd Sport) van 29 en 30 november 2021
21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport
Nr. 368
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 november 2021
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda van de Onderwijs-, Jeugd-, Cultuur- en Sportraad
(OJCS-Raad) aan voor het onderdeel Jeugd, dat op maandag 29 november plaatsvindt,
en voor het onderdeel Sport, dat op dinsdag 30 november plaatsvindt, onder het Sloveense
voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie in Brussel.
In de bijlage worden de onderwerpen nader toegelicht en treft u per onderwerp het
doel van de Raadsbehandeling, de inhoud van het onderwerp, de inzet van Nederland
en een indicatie van het krachtenveld aan. Daarnaast vindt u een appreciatie van het
voorstel van de Europese Commissie om 2022 uit te roepen tot het Europees Jaar voor
de Jeugd.
Nederland zal tijdens de Raad worden vertegenwoordigd door de Plaatsvervangend Permanent
Vertegenwoordiger, Ambassadeur Michael Stibbe.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis
GEANNOTEERDE AGENDA OJCS RAAD – JEUGD & SPORT
Jeugd – Maandag 29 november
Voor de Jeugdraad staan de volgende onderwerpen geagendeerd:
• Raadsresolutie over de uitkomsten van de 8ecyclus van de EU Jongerendialoog
• Raadsconclusies over de implementatie van de EU Jongerenstrategie 2019–2021
• Raadsresolutie over het EU Jongerenstrategie Werkplan 2022–2024
• Raadsconclusies over het beschermen en creëren van maatschappelijke ruimten voor jongeren
die zinvolle jongerenparticipatie mogelijk maken
• Beleidsdebat: het beschermen en creëren van maatschappelijke ruimten voor jongeren
die zinvolle jongerenparticipatie mogelijk maken
Raadsresolutie over de uitkomsten van de 8ecyclus van de EU-Jongerendialoog
Doel en Inhoud Raadsbehandeling
Het doel van de Raadsbehandeling is het aannemen van de Raadsresolutie over de 8e cyclus van de EU Jongerendialoog.
De Resolutie nodigt lidstaten en de Commissie uit om de bevindingen uit de EU- Jongerendialoog
in ogenschouw te nemen bij het ontwikkelen en implementeren van jongerenbeleid. De
uit de 8e cyclus van de EU-Jongerendialoog voortgekomen aanbevelingen zijn in de bijlage van
de tekst opgenomen. Deze gaan onder andere over de invloed van jongeren op besluitvorming,
de mogelijkheid om te participeren voor alle jongeren, deelname aan verkiezingen,
beschermen van fysieke en online ontmoetingsmogelijkheden voor jongeren, budgetten
en het beschikbaar stellen van jongerenvriendelijke en relevante informatie.
Achtergrond
De 8e cyclus van de EU Jongerendialoog, getiteld «Europa voor Jongeren – Jongeren voor
Europa: Ruimte voor Democratie en Participatie» (Europe for YOUth – YOUth for Europe: Space for Democracy and Participation), vond plaats tijdens het trio-voorzitterschap van Duitsland, Portugal en Slovenië.
De voorliggende resolutie is gebaseerd op de online bijdragen van Europese jongeren
(onder andere via enquêtes, evenementen en workshops) en de resultaten die zijn opgehaald
tijdens de drie voorzitterschappen, allen op het thema jongerenparticipatie. Duitsland
legde het accent op democratische betrokkenheid van jongeren, Portugal op het versterken
van meerlagig bestuur (multi-level governance) bij het bevorderen van de participatie van jongeren aan besluitvormingsprocessen,
en Slovenië op het belang van maatschappelijke ruimten (civic spaces) voor jongeren.
Het overkoepelende thema van het volgende trio-voorzitterschap (Frankrijk, Tsjechië
en Zweden) wordt «Samen aan de Slag voor een Duurzaam en Inclusief Europa» (Engaging Together for a Sustainable and Inclusive Europe).
Inzet Nederland
Nederland vindt het stimuleren van gelijke kansen voor alle jongeren belangrijk. Daaronder
valt ook aandacht voor het stimuleren van (democratische) participatie. Nederland
vindt het ook belangrijk dat er samen met jongeren gewerkt wordt aan deze onderwerpen.
Daarnaast is het van belang dat de richtsnoeren in deze raadsresolutie geen verplichtend
karakter hebben.
Al deze punten komen voldoende naar voren in de tekst. Nederland kan dan ook instemmen
met de Raadsresolutie.
Indicatie krachtenveld Raad
Naar verwachting zullen de lidstaten akkoord gaan. De onderwerpen democratische betrokkenheid
van jongeren en het versterken van meerlagig bestuur bij het promoten van jongerenparticipatie
in besluitvormingsprocessen zijn tijdens het Duits en Portugees voorzitterschap al
aan bod gekomen en afgestemd.
Alle onderwerpen zijn in lijn met de eerder aangenomen EU Jongerenstrategie 2019–2027
en de daarin opgenomen EU Jongerendialoog, het EU Werkplan en de EU Jeugddoelen (waaronder
EU Jeugddoel 9: Space and Participation for All, die centraal stond in de 8ste cyclus van de EU Jongerendialoog).
Raadsconclusies over de implementatie van de EU Jongerenstrategie 2019–2021
Doel en Inhoud Raadsbehandeling
Het doel van de Raadsbehandeling is het aannemen van de Raadsconclusies over de implementatie
van de EU-Jongerenstrategie 2019–2021.
De Raadsconclusies verwelkomen een rapport van de Commissie over de implementatie
van de EU-Jongerenstrategie in de werkperiode 2019–2021. De Raadsconclusies benadrukken
daarnaast dat de uitvoering van de EU Jongerenstrategie in 2020 en 2021 sterk beïnvloed
is door de coronapandemie. EU-programma’s, zoals Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps,
zijn aangepast om digitale oplossingen te bieden voor de uitvoering van activiteiten
voor jongeren. De Raadsconclusies nodigen lidstaten en de Commissie uit om door te
gaan met onder andere het mogelijk maken dat de zorgen van jongeren worden gehoord
en gerespecteerd bij het ontwikkelen van jeugdbeleid, het bereiken van jongeren met
diverse achtergronden, in het bijzonder jongeren met minder kansen, en het versterken
van jongerenparticipatie.
Achtergrond
De EU-Jongerenstrategie 2019–2027 volgt driejaarlijkse werkperiodes die elk twee trio-voorzitterschappen
omvatten. De Commissie brengt iedere werkperiode een rapport uit over de implementatie
van de strategie. Op 14 oktober 2021 heeft de Commissie het eerste rapport uitgebracht
over de werkperiode 2019–2021. Deze werkperiode omvat de trio-voorzitterschappen Roemenië, Finland en Kroatië, en Duitsland, Portugal en Slovenië. Het rapport
is gebaseerd op onder andere informatie verstrekt door lidstaten, de Commissie en
het Youth Wiki online platform.
Inzet Nederland
De Raadsconclusies geven de uitvoering van de eerder aangenomen EU-Jongerenstrategie
2019–2027 weer. De Raadsconclusies zijn daarnaast voldoende in lijn met het subsidiariteitsbeginsel.
Nederland kan instemmen met de tekst.
Indicatie krachtenveld Raad
Naar verwachting zullen de lidstaten akkoord gaan. De Raadsconclusies zijn in lijn
met de eerder aangenomen EU-Jongerenstrategie 2019–2027.
Raadsresolutie over het EU-Jongerenstrategie Werkplan 2022–2024
Doel en Inhoud Raadsbehandeling
Het doel van de Raadsbehandeling is het aannemen van de Raadsresolutie over het EU-Jongerenstrategie
Werkplan 2022–2024.
De Resolutie geeft de inzet weer van de aankomende twee trio-voorzitterschappen voor
de implementatie van de EU-Jongerenstrategie in 2022–2024. Het aankomende trio-voorzitterschap (Frankrijk, Tsjechië en
Zweden) zal zich richten op «Samen aan de Slag voor een Duurzaam en Inclusief Europa»
(Engaging Together for a Sustainable and Inclusive Europe) en op EU Jeugddoel 3 (Inclusive Societies) en 10 (Sustainable Green Europe). Het daaropvolgende trio-voorzitterschap (Spanje, België en Hongarije) zal zich richten
op EU Jeugddoel 3 (Inclusive Societies).
Achtergrond
De EU-Jongerenstrategie 2019–2027 volgt driejaarlijkse werkperiodes die elk twee trio-voorzitterschappen
omvatten. Ieder EU-Werkplan presenteert de prioriteiten en activiteiten van deze werkperioden
en dient aan te sluiten bij de leidende principes en prioriteiten van de EU-Jongerenstrategie. Het EU-Werkplan is een instrument dat fungeert als kompas en dat lidstaten
en de Commissie ondersteunt bij het bereiken van de doelen van de EU-Jongerenstrategie.
Inzet Nederland
Nederland hecht belang aan gelijke kansen voor alle jongeren en aan hier samen met
jongeren aan werken. Nederland verwelkomt ook de eerder aangenomen EU-Jeugddoelen
in de EU-Jongerenstrategie. Daarnaast vindt Nederland het belangrijk dat de Raadsresolutie
geen verplichtend karakter heeft.
Deze punten komen voldoende naar voren in de Raadsresolutie over het EU-Werkplan 2022–2024.
Nederland kan instemmen met de Resolutie.
Indicatie krachtenveld Raad
Naar verwachting zullen de lidstaten akkoord gaan. Het EU-Werkplan is in lijn met
de eerder aangenomen EU-Jongerenstrategie 2019–2027.
Raadsconclusies over het beschermen en creëren van maatschappelijke ruimten voor jongeren
die zinvolle jongerenparticipatie bewerkstelligen
Doel en Inhoud Raadsbehandeling
Het doel van de Raadsbehandeling is het aannemen van de Raadsconclusies over het beschermen
en creëren van maatschappelijke ruimten (civic spaces) voor jongeren die zinvolle jongerenparticipatie mogelijk maken.
De Raadsconclusies definiëren maatschappelijke ruimten als ruimten die zinvolle jongerenparticipatie
mogelijk maken en die een cruciaal onderdeel zijn van een democratische maatschappij.
Het zijn online en offline politieke, openbare en sociale omgevingen waarin het mogelijk
is voor jongeren om hun burgerlijke vrijheden uit te oefenen op het gebied van toegang
tot informatie, het uiten van hun mening, en het vormen van verenigingen of organisaties
om deel te nemen aan het publieke leven, met zicht op het beïnvloeden en vormen van
de maatschappij.
De Raadsconclusies nodigen lidstaten en de Commissie onder andere uit om maatschappelijke
ruimten te beschermen en uit te breiden voor alle jongeren, in het bijzonder jongeren
die het meest zijn getroffen door de coronacrisis en jongeren met minder kansen, om
jongerenorganisaties te ondersteunen, en om het institutionele bereik naar jongeren
te vergroten.
Achtergrond
Een van de uitgangspunten van de EU-Jongerenstrategie 2019–2027 is dat samenwerking
op EU-niveau sociale en burgerlijke betrokkenheid steunt en dat het bewerkstelligt
dat alle jongeren de benodigde middelen hebben om deel te nemen aan de maatschappij.
Daarnaast luidt EU-Jeugddoel 9 «Ruimte en Participatie voor Iedereen» (Space and Participation for All). De Raadsconclusies zijn hier een uitwerking van. De Raadsconclusies sluiten daarnaast
aan bij de eerder aangenomen Raadsconclusies over het vergroten van het bewustzijn
van jongeren over en hun betrokkenheid bij de democratie en de Raadsconclusies over
het versterken van meerlagig bestuur bij het promoten van jongerenparticipatie in
besluitvormingsprocessen.
Inzet Nederland
Nederland vindt het belangrijk dat jongeren kunnen participeren in een democratische
maatschappij en benadrukt daarbij de positie van jongeren met verschillend achtergronden
en met minder kansen. Nederland acht het bewerkstelligen van jongereninspraak in de
democratie en het betrekken van jongeren als partners in besluitvormingsprocessen
van groot belang. De Raadsconclusies zijn in lijn met deze inzet. Nederland vindt
het daarnaast belangrijk dat de Raadsconclusies geen verplichtend karakter hebben
en in lijn zijn met het subsidiariteitsbeginsel. Dit komt voldoende naar voren in
de voorliggende tekst. Nederland kan instemmen met de Raadsconclusies.
Indicatie krachtenveld Raad
Naar verwachting zullen de lidstaten instemmen met de Raadsconclusies.
Beleidsdebat: het beschermen en creëren van maatschappelijke ruimten voor jongeren
die zinvolle jongerenparticipatie bewerkstelligen
Doel en Inhoud Raadsbehandeling
Met het beleidsdebat wil het Sloveens Voorzitterschap de lidstaten aanmoedigen na
te denken over het beschermen en creëren van maatschappelijke ruimten voor jongeren
die zinvolle jongerenparticipatie bewerkstelligen. Het doel is een uitwisseling tussen
lidstaten over dit thema aan de hand van twee discussievragen:
– Hoe kunnen maatschappelijke ruimten voor jongeren behouden en verder gesteund worden
door overheden op verscheidene niveaus?
– Wat kunnen overheden doen om aandacht te vragen voor de effecten van commerciële instrumenten
voor maatschappelijke ruimten voor jongeren en om te stimuleren dat uitdagingen worden
geadresseerd?
Achtergrond
Het thema van het beleidsdebat vloeit voort uit de Raadsconclusies over het beschermen
en creëren van maatschappelijke ruimten voor jongeren die zinvolle jongerenparticipatie
mogelijk maken.
Inzet Nederland
Nederland zal tijdens het debat het belang benadrukken van zinvolle participatie in
de democratie en inspraak van alle jongeren. Nederland zal aangeven dat de coronacrisis
laat zien dat het extra urgent is om te werken aan duurzame vormen van effectieve
jongereninspraak. Nederland zal daarbij ingaan op enkele voorbeelden van de inzet
om dit te realiseren, zoals Democratie & Jongeren en de Maatschappelijke Diensttijd.
Ook zal Nederland de rol van lokale overheden en initiatieven benoemen.
Appreciatie Europees Jaar van de Jeugd 2022
De Commissie heeft 2022 uitgeroepen tot het Europees Jaar van de Jeugd.1 Aanname van het besluit hierover is voorzien tijdens de Milieu Raad op 20 december
2021. Het doel van het voorstel is om een impuls te geven aan Europese en nationale
inspanningen om jongeren in een post-pandemisch perspectief te eren en ondersteunen,
om actief en betrokken burgerschap te stimuleren voor alle jongeren, om kansen te
promoten voor de ontwikkeling van jongeren, en om inspiratie te putten uit de visie
van jongeren voor Europees beleid. Hierbij is bijzondere aandacht voor de groene en
digitale transities en voor jongeren in kwetsbare posities. Het Europees Jaar van
de Jeugd zal de samenwerking zoeken met bestaande EU-beleidsinitiatieven op het terrein
van onder meer (digitaal) onderwijs, werkgelegenheid en participatie en met bestaande
EU-programma’s voor jongeren, zoals Erasmus+, het Europees Solidariteitskorps en de
EU-Jongerengarantie, alsmede de Conferentie over de Toekomst van Europa. Ook de EU-Jongerenstrategie
2019–2027 zal blijven dienen als een raamwerk voor samenwerking op het gebied van
jeugdbeleid. Naar verwachting zal het Europees Jaar van de Jeugd ook doorklinken in
de programma’s van het Franse en Tsjechische voorzitterschap in 2022. De Commissie
vraagt iedere lidstaat om een nationaal coördinator aan te stellen die in het kader
van het Europees Jaar van de Jeugd zorgdraagt voor coördinatie van activiteiten en
het betrekken van jongeren.
Het kabinet vindt het belangrijk dat alle jongeren kansrijk kunnen opgroeien. De coronacrisis
heeft dit belang onderstreept; jongeren zijn immers door de crisis hard geraakt. Tegelijkertijd
ziet het kabinet ook de veerkracht onder het merendeel van jongeren. Dat laat onverlet
dat er blijvend aandacht moet zijn voor de positie van jongeren, met name jongeren
in kwetsbare situaties. Uw Kamer is op 5 juli 2021 per brief geïnformeerd over de
Nederlandse aanpak voor het bieden van herstel en perspectief voor jongeren ten tijde
van en na de coronacrisis.2 Deze aanpak bestaat uit diverse programma’s en steunpakketten. Het richt zich op
school en werk, inkomen, wonen, welzijn en ondersteuning. Daarnaast is jongerenparticipatie
van belang voor al deze domeinen. Ook de uitvoering in Nederland van EU-programma’s
zoals Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps dragen bij aan het versterken van
de positie van jongeren. In het kader van de Conferentie over de Toekomst van Europa
spant het kabinet zich tevens actief in om jongeren te betrekken.3
Het kabinet verwelkomt het voorstel van de Commissie voor het Europees Jaar van de
Jeugd. Het is positief dat hiermee extra aandacht wordt gevraagd voor de situatie
van jongeren tijdens en na de crisis en voor het bieden van perspectief voor de toekomst,
zowel binnen de Europese Unie als daarbuiten. Dit is in lijn met de huidige Nederlandse
inzet. Het kabinet is dan ook voornemens om met bestaand Nederlands beleid invulling
te geven aan het Europees Jaar van de Jeugd op nationaal niveau. Daarbij moet ook
voldoende ruimte zijn voor uitvoering op regionaal en lokaal niveau. Er vinden momenteel
gesprekken plaats met de Nationale Jeugdraad en het Nationaal Agentschap Erasmus+
Jeugd en Europees Solidariteitskorps over de wijze waarop Nederland invulling zal
geven aan de nationale coördinator. Het kabinet moedigt het daarnaast aan dat op Europees
niveau zo veel mogelijk aansluiting wordt gezocht met bestaand beleid en bestaande
EU-programma’s voor jongeren.
SPORT – Dinsdag 30 november
Voor de Sportraad staan de volgende onderwerpen geagendeerd:
• Raadsconclusies over levenslange fysieke activiteit
• Raadsresolutie over kenmerken van een Europees Model voor Sport
• Beleidsdebat over duale carrières van atleten
Raadsconclusies over levenslange fysieke activiteit
Doel en inhoud raadsbehandeling
Deze raadsconclusies hebben als doel om lichamelijke beweging meer onderdeel te maken
van het dagelijks leven. Bewegen is onderdeel van een gezonde leefstijl. De gedachte
hierachter is om de samenleving gezond te houden en druk op de zorg in de toekomst
te verlichten.
Achtergrond
Bewegen draagt bij aan een gezonde samenleving, een tekort aan beweging kan leiden
tot gezondheidsrisico’s. De Raadsconclusies zetten in op het stimuleren van een gezonde
leefstijl. Dit gaat verder dan alleen de sport. De tekst richt zich op het monitoren
van fysieke activiteit, gedragsverandering en integrale samenwerking op dit onderwerp
met andere beleidsdomeinen zoals zorg, onderwijs en arbeid.
De tekst nodigt lidstaten uit om een leven lang bewegen te promoten en waar mogelijk
een systeem op te zetten om lichamelijke activiteit te monitoren. Daarnaast wordt
het belang benadrukt van beleid- en sector-overstijgende samenwerking, door niet alleen
samen te werken met de sportsector maar ook door het onderwijs, de werkgevers en de
zorg te betrekken.
De Europese Commissie wordt uitgenodigd om te onderzoeken of het harmoniseren van
verschillende Europese systemen om lichamelijke activiteit te monitoren mogelijk is.
Ook wordt de Europese Commissie gevraagd om kennis te delen over de risico’s van fysieke
inactiviteit en om te onderzoeken of er subsidies beschikbaar kunnen worden gesteld
om projecten gericht op het stimuleren van fysieke activiteit te stimuleren.
Tot slot, worden de sportsector en andere relevante stakeholders uitgenodigd om samen
te werken om een leven lang bewegen mogelijk te maken en om inwoners van de Europese
Unie te motiveren om meer te bewegen. Daarnaast worden de sportsector en relevante
stakeholders gevraagd om waar mogelijk bij te dragen aan het ontwikkelen en toepassen
van systemen om lichamelijke activiteit te monitoren.
Inzet Nederland
In Nederland is er veel aandacht voor bewegen als onderdeel van een gezonde leefstijl.
Op 20 mei 2021 heeft de Kamer een brief ontvangen met drie adviezen op toekomstig
beleid.4 Deze adviezen richten zich op een integrale benadering van bewegen en komen voort
uit de WHO-adviezen.
Deze raadsconclusies zijn gebaseerd op dezelfde WHO-adviezen en gaan ook uit van een
integrale benadering. De raadsconclusies sluiten dus aan bij de Nederlandse ambities
op lichamelijke activiteit. Daarom kan Nederland deze raadsconclusies steunen.
Indicatie krachtenveld Raad
De tekst voor deze raadsconclusies is met veel lof ontvangen door de lidstaten. Alle
lidstaten geven aan dit een belangrijk onderwerp te vinden. Naar verwachting zal deze
tekst met consensus worden aangenomen. De raadsconclusies zijn niet bindend.
Raadsresolutie over kenmerken van een Europees Model voor Sport
Doel en inhoud raadsbehandeling
Deze resolutie heeft als doel om de gedeelde waarden en kenmerken van sport in de
Europese Unie te benadrukken en te waarborgen. Er is gekozen voor een resolutie. Resoluties
wegen zwaarder dan raadsconclusies, maar zijn niet bindend. Het gaat in deze tekst
om een langetermijnvisie en daarom is voor een zwaarder instrument gekozen.
Achtergrond
De tekst richt zich op sport die op waarden gebaseerd is. Het gaat dan vooral over
de georganiseerde sport. De gedeelde waarden in sport worden benoemd. Dit zijn waarden
zoals goed bestuur, veiligheid, integriteit, solidariteit inclusief financiële solidariteit,
de gezondheid en veiligheid van atleten, respect voor mensenrechten en gendergelijkheid,
evenals het belang van vrijwilligerswerk. De organisaties die deze waarden nastreven
zijn vaak op een vergelijkbare manier georganiseerd. Ze zijn meestal gestructureerd
op nationale basis en worden in principe vertegenwoordigd door één sportfederatie
per sport, waardoor een alomvattende benadering van regels, voorschriften, normen,
wedstrijdkalenders en kwalificatie voor wedstrijden mogelijk is. Deze manier van organiseren
kan worden gezien als een Europees Model voor Sport. Sport is per tak van sport en
per lidstaat verschillend georganiseerd. Een Europees Model voor Sport mag geen enkele
sport uitsluiten. De resolutie wordt daarom gezien als startpunt van een verdere discussie
over een Europees Model voor Sport.
In de tekst worden lidstaten uitgenodigd om de kenmerken van een Europees Model van
Sport te steunen en de waarden van sport te promoten. Ook worden lidstaten gevraagd
het specifieke karakter van sport te erkennen en te waarborgen en aandacht te schenken
aan gevolgen van gesloten competities.
De Europese Commissie wordt uitgenodigd om de kenmerken van een Europees sportmodel
te steunen en sport te agenderen bij de Conferentie over de Toekomst van Europa.
De sportsector wordt uitgenodigd om de kenmerken van een Europees Model voor Sport
te steunen, te zorgen voor financiële solidariteit tussen topsport en breedtesport,
mensenrechten te respecteren in de breedste zin en met name specifiek bij het organiseren
van internationale sportevenementen en tenslotte om de veiligheid van sporters te
waarborgen.
Inzet Nederland
Nederland vindt het belangrijk dat de gezamenlijke Europese waarde van sport goed
naar voren komt in de tekst. De raadsresolutie richt zich ook op structuren waarop
sport georganiseerd is. Het is voor Nederland van belang om de sport niet te beperken
tot de genoemde structuren. Dit valt niet onder de competentie van de Europese Unie
of de lidstaten, maar is een verantwoordelijkheid van de sportsector zelf.
Indicatie krachtenveld Raad
De lidstaten waren aanvankelijk erg verdeeld over de tekst. Zuid en Oost Europese
lidstaten willen de breedtesport steunen en het positieve karakter van sport bewaken.
Een aantal noordelijke lidstaten, waaronder Nederland, vindt het belangrijk dat duidelijk
is dat deze resolutie zich niet beperkt tot één model of structuur en wil in de tekst
benadrukt zien dat deze zich met name richt op sport die op waarden gebaseerd is.
Dit is in hun ogen vooral georganiseerde sport.
Beleidsdebat: Duale carrières voor atleten
Doel en inhoud raadsbehandeling
Met het beleidsdebat wil het Sloveens voorzitterschap de lidstaten aanmoedigen na
te denken over de mogelijkheden voor atleten om een duale carrière te hebben. Enerzijds
door te vragen naar de voortgang op dit onderwerp sinds de publicatie van de «EU Guidelines
on Dual Careers» uit 2012, anderzijds door aan de lidstaten te vragen hoe zij verdere
invulling willen geven aan dit onderwerp tijdens de uitvoering van het «EU Work Plan
for Sport 2021–2024».
Achtergrond
In 2007 introduceerde de Europese Commissie de term duale carrières om het recht van
sporters te benadrukken om sport te combineren met onderwijs en werk.
De competentie voor sport en onderwijs, en dus ook duale carrières, ligt bij de lidstaten.
Om voortgang op dit thema te boeken publiceerde de Europese Commissie in 2012 «EU
Guidelines on Dual Careers». Hierin staan mogelijke stappen die lidstaten beleidsmatig
kunnen nemen. Om verdere ontwikkeling van dit onderwerp op nationaal niveau te steunen,
neemt het Sloveens voorzitterschap proactief actie door duale carrières voor atleten
te agenderen voor het beleidsdebat.
Inzet Nederland
In het debat zal Nederland aangeven dat het belangrijk is dat sporters hun sportloopbaan
kunnen combineren met onderwijs en dat sporters zich kunnen voorbereiden op hun loopbaan
na hun topsportcarrière.
Daarbij zal worden benoemd dat in Nederland vanuit het programma TeamNL@Work (gefinancierd
door het Ministerie van VWS) op verschillende manieren wordt ingezet op het mogelijk
maken van deze duale carrière. Enerzijds doordat onderwijsinstellingen flexibel onderwijs
aanbieden om de combinatie sport en onderwijs voor sporttalenten en topsporters makkelijker
te maken. Zowel in het voorgezet onderwijs, MBO als hoger onderwijs zijn er mogelijkheden
met extra faciliteiten en begeleiding om een op maat programma te bieden.
Daarnaast is het programma TeamNL@Work gericht op het bieden van ondersteuning aan
topsporters bij hun stap naar een nieuwe carrière na de topsport. Onderdelen hiervan
zijn loopbaanbegeleiding, coaching op de werkvloer, arbeidsmarktoriëntatie, ondersteuning
op psychisch/psychosociaal vlak, begeleiding bij het aftrainen, competentieontwikkeling
en groepsprogramma’s gericht op personal branding, het ontwikkelen van vaardigheden
zoals spreken voor publiek en internationaal besturen. Ook dit zal benoemd worden
tijdens de het debat.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport