Brief regering : Reactie op de gewijzigde motie van de leden Klink en Hammelburg over het bevorderen van de keuzevrijheid van vrouwen rond abortus en het krijgen van kinderen (Kamerstuk 35624-7)
35 624 Initiatiefnota van het lid Stoffer over «Dwang tegen vrouwen rond liefde, lijf en leven: maatregelen tegen internationale misstanden inzake draagmoederschap en abortus»
Nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 november 2021
Met deze brief licht ik de uitvoering van de gewijzigde motie van de leden Klink en
Hamelburg1 toe over keuzevrijheid vrouwen rond abortus en het krijgen van kinderen, en hoe de
motie het kabinetsbeleid inzake seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR)
inclusief hiv/aids ondersteunt. Het kabinet zet zich onverkort internationaal in voor
keuzevrijheid inclusief het recht op veilige abortus door het verbeteren van seksuele
en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) inclusief hiv/aids. Deze inzet bestaat
enerzijds uit financiering van maatschappelijke organisaties, INGO’s, multilaterale
instellingen en bilaterale programma’s, en anderzijds uit stille en luide diplomatie
via bilaterale contacten en in Europese en multilaterale fora.
Juist nu is het belangrijk op de bres te blijven staan voor keuzevrijheid en SRGR.
De COVID-19 pandemie heeft niet alleen tot veel directe gezondheids- en economische
schade geleid. Het heeft ook gezorgd voor extra druk op de toch al beperkte toegang
tot reguliere basisgezondheidszorg, vooral in ontwikkelingslanden, en dreigt de vooruitgang
op het terrein van SRGR van de afgelopen decennia teniet te doen. UNFPA2 schat dat sinds de COVID-19 pandemie 12 miljoen vrouwen geen toegang meer hebben
tot anticonceptie, wat zou hebben geresulteerd in 1,4 miljoen extra ongeplande zwangerschappen.
Als gevolg van COVID-19 nemen daarnaast moedersterfte, kindhuwelijken en tienerzwangerschappen
toe, wat vooral de reeds meest kwetsbare jongeren, vrouwen en meisjes raakt. Keuzevrijheid
komt verder onder druk te staan.
Bijna de helft van de vrouwen wereldwijd kan niet zelf kiezen over het gebruik van
gezondheidszorg of anticonceptie, of nee zeggen tegen seks3.
Het kabinet zet zich in om keuzevrijheid van vrouwen, meisjes en jongeren te vergroten
door in te zetten op betere SRGR, via vier resultaatgebieden4. Om die resultaten te bereiken financiert het kabinet maatschappelijke organisaties,
INGO’s, multilaterale instellingen en bilaterale programma’s. Belangrijke multilaterale
partners zijn o.a. UNFPA, UNAIDS, Global Financing Facility (GFF) en de WHO. Voor
het verbeteren van toegang tot veilige abortus werkt het kabinet vooral ook samen
met maatschappelijke organisaties. Hieronder volgen een aantal voorbeelden.
In 2021 gingen de nieuwe SRGR Partnerschappen van start gefinancierd met EUR 309,7
miljoen voor vijf jaar (2021–2025), met daarin zeven strategische partnerschappen
van maatschappelijke organisaties. Deze partnerschappen dragen bij aan capaciteitsversterking
van maatschappelijke organisaties zodat zij effectief kunnen pleiten en beïnvloeden
om universele toegang tot seksuele en reproductieve gezondheid en rechten te bereiken.
Daarbij hoort ook pleitbezorging voor toegang tot veilige en legale abortus in landen
waar abortus ingeperkt, slecht of niet toegankelijk is en waar veel vrouwen en meisjes
sterven als gevolg van onveilige abortus. Onderzoek van het Guttmacher Institute5 wijst uit dat in landen waar abortus illegaal of beperkt is, niet minder abortussen
plaatsvinden dan in landen waar dat legaal is, maar abortussen vaker onveilig worden
uitgevoerd. Wereldwijd eindigt ongeveer 56% van de ongeplande zwangerschappen in een
abortus, waarvan ruim de helft onveilig is.
Het kabinet financiert ook internationale NGO’s zoals IPPF en Ipas, die zich inzetten
voor keuzevrijheid. Zo pleit Ipas bij overheden in Afrika, Azië en Latijns Amerika
om, binnen de nationale wettelijke kaders, veilige abortuszorg te integreren in bredere
gezondheidszorg, voor het ontwikkelen van richtlijnen voor veilige abortuszorg en
voor het opheffen of verzachten van nationale wettelijke beperkingen voor veilige
abortus. Daarnaast traint Ipas abortuszorgverleners en draagt bij aan betere toegang
tot middelen en medicijnen die nodig zijn om veilige abortus uit te kunnen voeren.
Voorbeelden van bilaterale programma’s die het kabinet financiert op dit terrein zijn
de financiering van DKT Ethiopië, dat o.a. medicijnen voor abortus aankoopt en informatie
verspreidt, klinieken ondersteunt, medisch personeel traint en via een telefoonlijn
informatie en doorverwijzingen aanbiedt. En in Burkina Faso, waar Nederland het project
«Sauver La Vie» van Pathfinder steunt, dat onder andere door opleiding en capaciteitsversterking
van dienstverleners bijdraagt aan sterkere gezondheidszorgdiensten op het gebied van
«family planning» en veilige abortus.
Nederland wordt internationaal erkend voor haar diplomatieke inzet voor keuzevrijheid
en SRGR inclusief veilige abortus. Deze inzet blijft belangrijk, vooral nu, omdat
de druk op vrouwenrechten, gendergelijkheid en keuzevrijheid wereldwijd toeneemt,
ook binnen de Europese Unie en bij de Verenigde Naties. Verschillende landen trachten
om bestaande al decennia-oude afspraken hierover af te zwakken. Het kabinet vindt
dit zorgelijk en werkt daarom samen met gelijkgezinde landen om deze afspraken te
verdedigen. Binnen de Europese Unie gaat dat concreet om het bewaken van afspraken
en Europese waarden over vrouwenrechten, gendergelijkheid en SRGR.
Bij de Verenigde Naties zet Nederland zich in voor het bevorderen van de keuzevrijheid
en SRGR. Tijdens de 54ste Commission on Population and Development in april 2021 steunden, mede door inzet
van Nederland, ruim 80 landen een gelijkgezindenverklaring over SRGR en gendergelijkheid,
en werd voor het eerst in 5 jaar een inhoudelijke resolutie met consensus aangenomen
met daarin krachtige verwijzingen naar SRGR. Tijdens de 47ste Mensenrechtenraad in juni 2021 initieerde Nederland samen met Frankrijk en Mexico
ook zo’n gelijkgezindenverklaring die met brede steun uitgesproken werd. En tijdens
de 48ste Mensenrechtenraad in september 2021 initieerde Nederland een resolutie over kindhuwelijken,
waarin landen worden opgeroepen om toename aan deze schadelijke praktijk ten tijde
van crises (inclusief COVID-19) te voorkomen. Deze resolutie is met consensus werd
aangenomen.
Het kabinet zal deze sterke internationale rol, met name die bij de Europese Unie
en de Verenigde Naties, voortzetten. Zo zit Nederland in het organisatiecomité (Bureau)
namens de groep van West-Europese en andere landen (WEOG) voor het organiseren van
de 55ste sessie van de Commission on Population and Development in april 2022, en zal Nederland
de mensenrechtenresolutie over Geweld Tegen Vrouwen van de Algemene Vergadering van
de Verenigde Naties samen met Frankrijk initiëren in het najaar van 2022.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
Th.J.A.M. de Bruijn
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Th.J.A.M. de Bruijn, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking