Brief regering : Reactie op verzoek commissie inzake Berichtgeving NOS Veilig Thuis biedt Haagse zusjes excuses aan na jeugd vol geweld
31 015 Kindermishandeling
Nr. 237 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 november 2021
Uw Kamer heeft op 8 september verzocht om een beleidsreactie naar aanleiding van het
NOS-artikel «Veilig Thuis biedt Haagse zusjes excuses aan na jeugd vol geweld».1 Met deze brief voldoe ik, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, aan dit
verzoek.
Met het oog op de privacy van de betrokkenen kan ik niet ingaan op deze individuele
casus. Het artikel, met een omschrijving van een aangrijpend verhaal over twee zusjes
die langdurig geweld meemaakten, maakt duidelijk dat het stoppen van huiselijk geweld
en kindermishandeling van groot belang is. Ik heb mij met de Minister voor Rechtsbescherming
en met de VNG de afgelopen jaren ingezet om de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling
samen met de betrokken organisaties en deskundigen te versterken. Met deze brief geef
ik een toelichting op de verbeteringen in de werkwijze van Veilig Thuis (VT) in de
afgelopen jaren. De aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling vraagt ook op
de lange termijn onze aandacht en inspanning.
Gemeenten zijn onder de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Jeugdwet primair
verantwoordelijk voor de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling en de werkwijze
van VT. VT heeft onder meer de wettelijke taak om adviesvragen en meldingen over huiselijk
geweld en kindermishandeling in ontvangst te nemen, en om na een melding te beoordelen
of en zo ja welke vervolgstappen nodig zijn om de situatie weer veilig te maken. De
afgelopen jaren is de werkwijze van VT op verschillende manieren aangescherpt, zodat
de wettelijke taak beter uitgevoerd kan worden en meer slachtoffers en gezinnen geholpen
kunnen worden. Zo heeft VT sinds 1 januari 2019 de zogeheten «radarfunctie»: signalen
van verschillende melders (bijvoorbeeld van de politie, school, de huisarts of kinderopvang)
worden door VT aan elkaar gekoppeld, zodat de casus door de tijd heen scherper in
beeld is en het sneller duidelijk is welke vervolgstappen passend zijn bij gevallen
van acute of structurele onveiligheid. Daarnaast zijn verbeteringen in de wettelijk
verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling doorgevoerd, waaronder
het afwegingskader voor professionals. Het afwegingskader beschrijft wanneer, en op
basis van welke overwegingen, professionals vermoedens van huiselijk geweld en/of
kindermishandeling volgens hun beroepsnorm moeten melden.
VT hanteert een zorgvuldige procedure voor het in ontvangst nemen van adviesvragen
en meldingen en de eventuele vervolgstappen. Meldingen komen met name van professionals
die signalen en zorgen hebben over iemand. Dit zijn naast de politie veelal professionals
die werken met de verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en hun
sectorspecifieke afwegingskader. Wanneer een professional of omstander na het vragen
van advies een melding doet, wordt de melding door VT in ontvangst genomen en vastgelegd.
Vervolgens bespreekt de VT-medewerker met de melder de situatie, de vervolgstappen, en wie verantwoordelijk is voor
het zicht op veiligheid (de melder of VT). VT doet binnen vijf werkdagen na melding
een veiligheidsbeoordeling. Bij acute onveiligheid ondernemen de VT-organisaties direct
actie. Het doel van de veiligheidsbeoordeling is dat VT zicht krijgt op de veiligheid
in het gezin of huishouden en op basis daarvan tot het besluit komt bij welke professional
en organisatie de verantwoordelijkheid wordt belegd voor het nemen van vervolgstappen.
Afhankelijk van de uitkomst van de veiligheidsbeoordeling, kan er een overdracht plaatsvinden
naar een lokaal team of andere professionals, of doet VT nader onderzoek wanneer de
veiligheidsbeoordeling uitwijst dat mogelijk sprake is van acute of structurele onveiligheid.
Wanneer blijkt dat dit inderdaad het geval is, kijkt VT samen met de betrokken professionals
en ketenpartners wat nodig is om de situatie weer veilig te maken. Ook in het geval
van afstemming met en overdracht naar ketenpartners is het van groot belang dat helder
is wie verantwoordelijk is voor het zicht op de veiligheid van de directbetrokkenen
(VT of de ketenpartner).
Het onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut Een kwestie van lange adem heeft bevestigd dat het met inzet van hulpverlening nog steeds moeilijk is om geweld
echt te stoppen in gezinnen waar dit voorkomt en toont tegelijkertijd aan dat in een
toenemend aantal gevallen het geweld wél wordt gestopt en duurzaam opgelost.2 In het programma Geweld hoort nergens thuis (GHNT) versterken we, samen met gemeenten
en ketenpartners, de systeem- of gezinsgerichte aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling
in de regio’s. In een systeemgerichte aanpak is het van belang dat zowel met de ouders
als met de kinderen wordt gesproken over de ervaren onveiligheid en hoe de veiligheidssituatie
kan worden verbeterd. Het doel is om de risicofactoren die leiden tot de onveiligheid
te minimaliseren, zodat de mishandeling of verwaarlozing stopt. Een voorbeeld hiervan
is MDA++, een aanpak voor gezinnen en huishoudens met de meest complexe problematiek,
waar het structureel onveilig is en waar extra expertise noodzakelijk is om het geweld
te stoppen en duurzaam op te lossen. Specialisten uit verschillende sectoren, het
gezin/huishouden en het sociale netwerk werken in deze aanpak samen om te komen tot
een structureel veilige situatie voor alle betrokkenen. Deze aanpak is op dit moment
in vrijwel alle regio’s opgezet, en ook volgend jaar gaan we door met het ondersteunen
van de duurzame implementatie hiervan.
Voor 2022 heeft het kabinet € 5 miljoen beschikbaar gesteld voor ondersteuning van
onder meer de regionale aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling met de inzet
van regionale projectleiders. Daarnaast gaan Veilig Thuis, de politie, het Openbaar
Ministerie, de Raad voor de Kinderbescherming en de Reclassering door met het versterken
en bestendigen van hun gezamenlijke en vroegtijdige aanpak. Het Ministerie van Justitie
en Veiligheid zal de uitvoeringsagenda van deze netwerkpartners ook in 2022 ondersteunen.
Huiselijk geweld is een hardnekkig probleem dat vaak achter gesloten deuren plaatsvindt.
Dit maakt het signaleren ervan niet eenvoudig. De drempel voor het zoeken van hulp
kan daarbij ook hoog liggen, waardoor vermoedens van huiselijk geweld niet snel genoeg
in beeld komen. Met de voortzetting van onderdelen van het programma GHNT, de bestendiging
van de gezamenlijke en vroegtijdige aanpak tussen Veilig Thuis en de politie- en justitieorganisaties
en de uitwerking van het toekomstscenario kind- en gezinsbescherming, blijven we ons
daarom inzetten om kwetsbare kinderen en gezinnen betere hulp en bescherming te bieden.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis
Indieners
-
Indiener
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport