Brief regering : Verslag van de formele JBZ-raad van 7-8 oktober 2021
32 317 JBZ-Raad
Nr. 722
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR RECHTSBESCHERMING EN VAN
DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 oktober 2021
Hierbij bieden wij uw Kamer het verslag aan van de bijeenkomst van de formele Raad
Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ) op 7 en 8 oktober in Luxemburg. De Minister van
Justitie en Veiligheid, de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid hebben deelgenomen aan deze JBZ-Raad. Voorts informeren
wij uw Kamer over het wijzigen van de lijst van landen waar een EU-inreisverbod van
toepassing is, het akkoord over de herziening van de richtlijn Blauwe Kaart, de voortgangsrapportage
asiel en migratie van de Europese Commissie. Tevens worden diverse moties en toezeggingen
die zijn ingediend en gedaan tijdens het Commissiedebat (Kamerstuk 32 317, nr. 721) ter voorbereiding op de JBZ-Raad van 7-8 oktober met deze brief afgedaan.
Wijzigen landenlijst EU-inreisverbod
De Europese lidstaten hebben op 7 oktober jl. besloten om Bahrein en de Verenigde
Arabische Emiraten (VAE) weer op de Europese lijst van veilige landen te plaatsen
in het kader van het EU-inreisverbod. Zoals bij uw Kamer bekend wordt dit besluit
genomen op basis van een risico-inschatting met zo objectief mogelijke criteria over
de gezondheidssituatie in de betreffende landen en de daar geldende maatregelen. Er
is onder andere gekeken naar het aantal nieuwe besmettingen. Dat aantal moet lager
zijn dan 75 per 100.000 inwoners over een periode van 14 dagen. Ook is gekeken naar
de algehele reactie op COVID-19 in de betreffende landen. Hierin worden onder andere
het aantal uitgevoerde coronatests, bron- en contactopsporing en beheersmaatregelen
meegenomen. Gezondheidsorganisaties zoals het ECDC en de WHO leveren daarvoor de benodigde
informatie. De implementatie van dit besluit is aan de lidstaten zelf.
Het aantal besmettingen in Bahrein en de VAE ligt onder de door de EU vastgestelde
drempelwaarde. Ook is de trend ten aanzien van het aantal nieuwe besmettingen in deze
landen gedaald. In dat verband heeft het kabinet besloten dat het inreisverbod naar
Nederland voor reizigers met bestendig verblijf in Bahrein en de VAE per 15 oktober
2021 (00.01 uur) is opgeheven.
Akkoord richtlijn Blauwe Kaart
Met het verslag van de informele bijeenkomst van de JBZ-Raad van 7-8 juni jl. is uw
Kamer geïnformeerd over de inhoud van het compromis dat het Sloveense voorzitterschap
is overeengekomen met het Europees parlement en de Europese Commissie (Commissie)
over de herziening van de richtlijn Blauwe Kaart.1 Sindsdien is het Europees parlement formeel akkoord gegaan. Daaropvolgend heeft de
JBZ-Raad op donderdag 7 oktober jl. haar formele goedkeuring gegeven waarmee de herziening
van de richtlijn is vastgesteld. De aangenomen richtlijn zal 20 dagen na de bekendmaking
ervan in het publicatieblad in werking treden. De lidstaten hebben vervolgens twee
jaar de tijd om de nodige wetgeving in te voeren. Het kabinet bereidt de implementatie
op dit moment voor.
Commissie Voortgangsrapportage Migratie en Asiel
Op 29 september jl. heeft de Commissie een voortgangsrapportage gepubliceerd op het
gebied van migratie en asiel.2 Het betreft een algemene rapportage van de meest relevante ontwikkelingen en cijfers
in de periode 2020 tot en met september 2021. Ook geeft de rapportage een overzicht
van nog te verschijnen wetgeving. De rapportage bevat geen nieuwe voorstellen.
In de rapportage staat de Commissie uitgebreid stil bij de ontwikkelingen langs de
migratieroutes, maar ook de trends op het gebied van asiel en reguliere migratie in
de EU. De Commissie wijst er op dat de aantallen irreguliere aankomsten nog altijd
lager zijn dan het niveau tijdens de 2015–2016-crisis. Wel is er in 2021 (januari
– september) volgens de Commissie sprake van een stijging ten opzichte van het COVID-jaar
2020. De hoogste toename ziet de Commissie op de Centraal Mediterrane route. De toename
van 82% richt zich nagenoeg volledig op Italië. Deze toename wordt voor een groot
deel verklaard door het grote aantal Tunesiërs dat nu de oversteek naar Italië waagt.
In het geval van Malta rapporteert de Commissie een daling van 78% ten opzichte van
2020. In het geval van Spanje rapporteert de Commissie in vergelijking tot dezelfde
periode in 2020 een toename van 54%. Het betreft met name irreguliere aankomsten op
de Canarische eilanden. De Oostelijke Mediterrane route is een stuk rustiger, maar
daar is er wel sprake van grotere verschillen tussen lidstaten onderling. Volgens
de Commissie is in het geval van Griekenland sprake van een daling van 57% in aankomsten,
terwijl Cyprus juist een toename ziet van 47%. Ook staat de Commissie uitgebreid stil
bij de situatie aan de Oostelijke grens, als gevolg van het handelen van het regime
in Belarus, bij de toename in pogingen om het Kanaal over te steken en uiteraard bij
de situatie in Afghanistan.
De rapportage van de Commissie maakt duidelijk dat COVID-19 een sterk effect heeft
gehad op het migratiemanagement in de EU. In 2020 zijn 83% minder visa afgegeven dan
in 2019. Hoewel er sprake is van een stijging van het aantal asielaanvragen in 2021
ligt deze nog onder het niveau van voor COVID-19. Het aantal terugkeerbesluiten in
de EU daalde in 2020 met 19% t.o.v. 2019 en het aantal terugkeerbesluiten dat daadwerkelijk
werd geeffectueerd daalde met 50%.
Met verwijzing naar de ontwikkelingen rond de EU, waaronder de situatie in Afghanistan
en het toenemende gebruik van migratie als instrument door het regime van Belarus,
waarschuwt de Commissie dat snel stappen nodig zijn t.a.v. de verschillende wetgevingsvoorstellen
om ervoor te zorgen dat de EU beter voorbereid is op te verwachten hogere aantallen
irreguliere aankomsten. Daarbij noemt de Commissie expliciet de afronding van de nieuwe
Eurodac-verordening en het EU-hervestigingskader.3 De Commissie onderstreept daarbij verder het belang van een goede balans tussen solidariteit
en verantwoordelijkheid en roept op tot constructieve discussies over deze principes
om snel tot afronding te komen van de voorstellen voor een de Asiel- en Migratiemanagementverordening,
de herziende Asielprocedureverordening, de Screeningsverordening en de EU Crisis en
Force Majeurverordening. Zoals uw Kamer bekend is het kabinet het met de Commissie
eens dat stappen moeten worden gezet op de individuele voorstellen, in het bijzonder
de screeningverordening en Eurodac, waarbij de pakketbenadering los wordt gelaten.
Voorts deelt het kabinet de mening dat er tussen de voorstellen sprake moet zijn van
een goede balans tussen solidariteit en verantwoordelijkheid. Daar zet het kabinet
zich ook voor in.4
Voorts benadrukt de Commissie – terecht – dat fundamentele rechten aan de EU-buitengrenzen
dienen te worden gerespecteerd, inclusief het recht om asiel aan te vragen. De Commissie
toont zich dan ook bezorgd over de verschillende berichten over eventuele misstanden.
Het kabinet deelt deze zorgen en steunt de oproep van de Commissie.
Ook besteedt de Commissie veel aandacht aan de externe dimensie van het Europees migratie-
en asielbeleid. Het rapport geeft een uitgebreid overzicht van inspanningen en initiatieven
die uitvoering geven aan de ambities uit het pact en vormgeven aan de partnerschappen
met derde landen. Daarbij noemt de Commissie ook expliciet de voorstellen voor visummaatregelen
die het heeft gedaan ten aanzien Gambia, Bangladesh en Irak in het kader van artikel
25bis van de Visumcode.
Uitvoering diverse toezeggingen en moties rond de JBZ-Raad
Hierbij wordt, in aanvulling op het bijgevoegde verslag van de JBZ-Raad, uw Kamer
geïnformeerd over de uitvoering van enkele toezeggingen die zijn gedaan tijdens het
Commissiedebat ter voorbereiding op de JBZ-Raad van 7-8 oktober en enkele moties die
in dat kader zijn aangenomen.
In haar gesprek met haar Griekse collega heeft de Staatssecretaris van Justitie en
Veiligheid de problematiek van doorreizende Griekse statushouders opnieuw onder de
aandacht gebracht. De Griekse Minister van Migratie herhaalde het standpunt zoals
reeds verwoord in het verslag van het laatste bezoek van de Staatssecretaris aan Athene
dat met uw Kamer is gedeeld.5 In lijn met de motie van het lid Ceder c.s.6 over het voogdijsysteem voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) in Griekenland
heeft de Staatssecretaris in dat gesprek ook aangedrongen op het gezamenlijk vorm
geven van het voogdijdeel van het amv-samenwerkingsverband. De Griekse Minister zegde
daarop toe samen te willen werken aan een gezamenlijk plan van aanpak daartoe. Over
de voortgang, als ook de laatste ontwikkelingen omtrent het amv-samenwerkingsverband
met Griekenland, zal de Staatssecretaris uw Kamer op korte termijn separaat informeren.
Ten aanzien van de situatie van door de VS geëvacueerde Afghanen die tijdelijk in
landen op de Westelijke Balken worden opgevangen heeft de Staatssecretaris rond de
JBZ-Raad haar zorgen hieromtrent gedeeld met Commissaris Johansson. De Commissaris
stelde deze zorgen reeds te hebben aangekaart bij de VS-autoriteiten. De VS bevestigden
de Commissaris ook verantwoordelijkheid te zullen nemen voor de personen die niet
door de veiligheidsscreening van de VS zullen komen. Inzet van de Commissie is erop
gericht de VS op deze verantwoordelijkheid te blijven wijzen en aan deze afspraak
te houden.
Tot slot informeert de Staatssecretaris uw Kamer dat zij de motie van de leden Jasper
Van Dijk en Podt inzake de toegang van humanitaire organisaties tot het grensgebied
van Polen heeft uitgevoerd.7 En marge van de JBZ-Raad heeft zij gesproken met haar Poolse collega. In dat gesprek
heeft zij het belang van transparantie en van de noodzaak van het naleven van fundamentele
rechten aan de grens benadrukt. Daarbij drong zij er ook op aan dat humanitaire organisaties
toegang wordt verleend opdat zij humanitaire hulp kunnen bieden.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
De Minister van Rechtsbescherming,
S. Dekker
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol
Verslag van de bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 7–8 oktober
2021
I. Justitie, Grondrechten en Burgerschap
1. Werklunch: Strategic Lawsuits Against Public Participation (SLAPP)
Tijdens deze besloten werklunch heeft het voorzitterschap van gedachten gewisseld
met de lidstaten over het fenomeen SLAPP en zijn effectieve werkwijzen om met deze
zaken om te gaan gedeeld. In sommige lidstaten kunnen SLAPP-zaken leiden tot zelfcensuur,
vooral bij kleinere nieuwsmedia en freelancers omdat zij de last van deze rechtszaken
niet kunnen dragen. Nederland heeft zorgen uitgesproken naar aanleiding van het rechtsstaatrapport
van de Commissie over de situatie op het gebied van de rechtsstaat in de EU in 2021
over het voorkomen van SLAPP in enkele lidstaten. Een enkele lidstaat benoemde dat
het rechtsstaatrapport van de Commissie niet objectief is en niet gebaseerd is op
feiten. De Europese Commissie (Commissie, Commissaris Jourová van Waarden en Transparantie)
stelde dat de rechtsstaatsrapporten objectief zijn en zijn gebaseerd op deugdelijke
bronnen. De Commissie deelde de zorgen van Nederland. Ook andere lidstaten deelden
deze zorgen. De Commissie heeft toegezegd verder te gaan met niet-bindende maatregelen,
omdat er op dit moment weinig steun bestaat voor bindende maatregelen. Daarnaast gaat
de Commissie onderzoek doen naar grensoverschrijdende effecten van SLAPP-zaken. Een
enkele lidstaat gaf aan te beschikken over wetgeving die verbiedt individuele journalisten
aan te klagen met als resultaat dat SLAPP in de betreffende lidstaat niet voorkomt.
Andere genoemde effectieve werkwijzen zijn het versneld afhandelen van SLAPP-zaken
of het stellen van termijnen voor het afhandelen van SLAPP-zaken om te voorkomen dat
journalisten (en NGO’s) onnodig getraineerd worden.
Het voorzitterschap concludeerde dat er een balans nodig is tussen toegang tot het
recht en bescherming van journalisten.
2. Raadsconclusies EU-strategie kinderrechten
Op 24 maart jl. heeft de Commissie een voorstel uitgebracht voor een Europese Strategie
voor de Rechten van het Kind.8 In reactie daarop heeft het Sloveense voorzitterschap een voorstel gedaan voor Raadsconclusies
ter versterking van kinderrechten bij de ontwikkeling van wetgeving en beleid. De
conceptconclusies verwelkomen de ontwikkeling, bescherming en bevordering van kinderrechten
zoals voorzien in de strategie van de Commissie en doen suggesties hoe de Commissie
en lidstaten de borging van kinderrechten kunnen verstevigen. Zo stellen de ontwerpconclusies
voor aandacht te besteden aan trainingen over kinderrechten, het uitwisselen van goede
praktijken en worden lidstaten opgeroepen gehoor te geven aan de strategie van de
Commissie. Het voorzitterschap lichtte de ontwerpRaadsconclusies van de EU-strategie
kinderrechten toe. De Commissie (Commissaris Reynders van Justitie) verwelkomde de
ontwerpconclusies. Een groot aantal lidstaten, waaronder Nederland, benadrukte het
belang van de bescherming van kwetsbare groepen zoals LHBTI-kinderen door een verwijzing
naar beleid dat »genderinclusief» is. Twee lidstaten konden niet instemmen met de
ontwerpconclusies vanwege de verwijzing naar «genderinclusief». Deze lidstaten wezen
onder meer op de interpretatie van het begrip gender en op nationale gevoeligheden.
Zodoende zijn er geen Raadsconclusies aangenomen. Enkele lidstaten spraken hun hoop
uit later alsnog tot een compromis te kunnen komen. Het voorzitterschap gaat zich
beraden over hoe de tekst van de ontwerpconclusies verder kan worden gebracht.
3. Europees Openbaar Ministerie
Het Europees Openbaar Ministerie (EOM) is operationeel sinds 1 juni jl. en kan een
belangrijke rol vervullen om het EU-budget te beschermen tegen corruptie en fraude.
Het voorzitterschap, de Commissie (Commissaris Reynders) en het EOM stonden stil bij
de voortgang die de afgelopen maanden is geboekt. De JBZ-Raad en de lidstaten hebben
veel werk verzet om het effectief functioneren van het EOM mogelijk te maken. De Commissie
stelde dat het EOM meer zaken op heeft kunnen pakken dan waarop was gehoopt en zich
snel heeft ontpopt tot belangrijke speler in de bestrijding van grensoverschrijdende
criminaliteit en fraude. Daarnaast uitte de Commissie haar zorgen over het feit dat
nog niet alle lidstaten wetgeving hebben aangenomen om hun nationale justitiële systemen
aan te passen voor de implementatie van de EOM-verordening. Tevens zijn er zorgen
over het uitblijven van het aandragen van gedelegeerd Europese aanklagers door een
lidstaat.
4. Situatie voorlopige hechtenis
De JBZ-Raad heeft in december 2020 Raadsconclusies aangenomen over het Europees Arrestatiebevel.9 In deze conclusies is er aandacht voor detentieomstandigheden en dat deze een reden
kunnen zijn om niet over te gaan tot overlevering. Tijdens deze bijeenkomst is gediscussieerd
over hoe detentieomstandigheden kunnen worden verbeterd. Veel lidstaten erkenden dat
gevangenisomstandigheden van invloed zijn op het onderlinge vertrouwen en de onderlinge
samenwerking op strafrechtelijk terrein. Zodoende werd door veel lidstaten ondersteund
dat materiële verbeteringen op het gebied van detentievoorwaarden noodzakelijk zijn.
De Commissie (Commissaris Reynders) heeft aangegeven dat hier financieringsmogelijkheden
voor zijn. De lidstaten verwelkomden deze financieringsmogelijkheden. De Commissie
deed de oproep om goede praktijken bij de ontwikkelingen van alternatieven voor detentie
uit te wisselen. Deze oproep werd breed gedeeld. Er was geen brede steun voor aanvullende
EU-regelgeving over minimumstandaarden voor detentievoorwaarden. De lidstaten concludeerden
dat nationale systemen te veel van elkaar verschillen. Daarnaast was er brede overeenstemming
dat er voldoende internationale minimumstandaarden voor detentievoorwaarden bestaan,
zoals het raamwerk van de Raad van Europa, waaraan moet worden voldaan.
5. Overige onderwerpen
a). Conferentie Regulation Artificial Intelligence
Het voorzitterschap heeft de JBZ-Raad geïnformeerd over de digitale conferentie die
zij op 20 juli jl. heeft georganiseerd over de bescherming van fundamentele rechten
bij regelgeving over kunstmatige intelligentie. Tijdens de conferentie is in twee
panels gesproken over het voorstel voor de Verordening over kunstmatige intelligentie
van de Commissie en de bredere internationale activiteiten van de Raad van Europa,
de OECD en UNESCO op het vlak van de bescherming van de fundamentele rechten bij de
ontwikkeling en het gebruik van kunstmatige intelligentie.10 Nederland heeft op ambtelijk niveau deelgenomen aan deze conferentie. Deelnemers
van de conferentie waren van mening dat Europese wetgevingsinstrumenten nodig zijn
en daarbij aandacht moet worden gegeven aan de bescherming van grondrechten. Daarnaast
kwamen de deelnemers van de conferentie tot de conclusie dat op het terrein van AI
wereldwijde samenwerking en afspraken nodig zijn om de rechten van de burgers zo goed
mogelijk te beschermen.
b). Situatie van rechterlijke macht in Afghanistan
Op verzoek van een lidstaat is gesproken over de zorgen die de lidstaat heeft over
de positie van de rechterlijke macht in Afghanistan na de machtsovername van de Taliban.
Nederland deelde deze zorgen en verwelkomde dat wordt stilgestaan bij de rechterlijke
macht in Afghanistan. Gesproken werd over de voortzetting van evacuaties. Een lidstaat
riep op tot solidariteit met Afghaanse vrouwen waarvoor steun is vanuit een groep
lidstaten. Een enkele andere lidstaat vroeg om ruimhartig asielbeleid naast het verlenen
van humanitaire hulp. De Commissie (Commissaris Reynders) wees op het genocidenetwerk
dat ook al eerder in Syrië heeft geholpen met het verzamelen van bewijs over gepleegde
misdrijven tegen de menselijkheid en gaf aan dat dit netwerk ook nu optimaal moet
worden ingezet waarbij samenwerking met internationale partners van groot belang is.
Daarbij is ook een rol voor Eurojust weggelegd.
c). Resultaten van de zesde evaluatie van de gedragscode Hate Speech Online
De Commissie (Commissaris Reynders) heeft verslag gedaan van de zesde evaluatie van
de Gedragscode Online Hate Speech. De gedragscode is een belangrijk instrument voor
het creëren van meer verantwoordelijkheid bij online platforms in het tegengaan van
haat zaaien.11 De Commissie heeft verklaard dat het verspreiden van haatdragende teksten niet kan
worden gerekend tot free speech en zodoende tegengegaan moet worden. De Commissie
lichtte toe dat er behoefte is aan effectieve systemen die snel meldingen van online
haatdragende teksten kunnen bekijken en deze eventueel kunnen verwijderen. Ook betuigde
de Commissie dat de samenwerking tussen techbedrijven en het maatschappelijk middenveld
dient te worden bevorderd om burgers beter te informeren. De Commissie zal blijven
aandringen op het serieus nemen van meldingen van online haatdragende teksten en op
terugkoppeling van afhandeling aan de melder. Daarnaast wees de Commissie erop dat
blijvend moet worden geïnvesteerd in de ontwikkeling van opsporingsmethodieken. Ook
dient wet- en regelgeving, waaronder de Digital Service Act, zo spoedig mogelijk verder
te worden gebracht en te worden geïmplementeerd. Tot slot verklaarde de Commissie
dat haatspeech mogelijk tot een Eurocrime dient te worden gerekend.
II. Binnenlandse Zaken, Asiel en Migratie
1. Uitdagingen voor screening en detentie bij de grens
De JBZ-Raad sprak opnieuw over het voorstel voor een screeningsprocedure aan de buitengrenzen.
Uit de brede discussie bleek dat er onder de lidstaten en de Commissie brede overeenstemming
is over de noodzaak om de buitengrenzen te versterken vanwege veiligheidsrisico’s.
De lidstaten toonden zich tijdens de discussie verdeeld over de mate van harmonisatie
van het uitvoeren van veiligheids- en gezondheidscontroles aan de EU-buitengrenzen.
Een groep lidstaten pleitte voor verdere harmonisatie van dergelijke procedures, terwijl
andere lidstaten daar geen voorstander van waren.
Een grote groep lidstaten blijft zich daarnaast verzetten tegen de suggestie om het
voorstel voor een screeningsprocedure uit de zogenoemde pakketbenadering te lichten.
Verschillende lidstaten stelden in dat kader dat er gezocht moet worden naar een betere
balans. Zij menen dat de stappen die tot nu toe worden gezet vooral zijn gericht op
de aanscherping van verantwoordelijkheid voor grensbeheer.
Nederland heeft het belang van een screeningsprocedure aan de buitengrenzen andermaal
benadrukt. Ook sprak Nederland actief steun uit voor het harmoniseren van veiligheids-
en gezondheidscontroles aan de EU-buitengrenzen. Voorts steunde Nederland de suggestie
om dit voorstel uit de pakketbenadering te lichten.
De Commissie (Commissaris Johansson van Binnenlandse Zaken) maakte van de gelegenheid
gebruik om de lidstaten op te roepen ook werk te maken van de aangepaste Eurodac-verordening
en drong aan op afronding van de onderhandelingen over een raadspositie. De Commissie
stelde dat een versterkt Eurodac – zeker in combinatie met een screeningsprocedure
– een belangrijke bijdrage zal leveren aan de interne veiligheid in de EU. Hierin
werd de Commissie door verschillende lidstaten, waaronder Nederland, nadrukkelijk
gesteund. Ook riep de Commissie op om de onderhandelingen over het EU-hervestigingskader
af te ronden.
Het voorzitterschap concludeerde dat verdere discussies op zowel politiek als technisch
niveau nodig zijn.
2. Situatie in Afghanistan: follow-up JBZ 31 augustus
De JBZ-Raad werd door het voorzitterschap, de Commissie (Commissaris Johansson) en
Dienst voor het Extern Optreden (EDEO) bijgepraat over de opvolging van de verklaring
inzake Afghanistan die was aangenomen tijdens de ingelaste JBZ-Raad van 31 augustus
jl.12 De JBZ-Raad steunde in dit verband het contra-terrorismeactieplan voor Afghanistan
dat was opgesteld door de contra-terrorismecoördinator van de EU, in nauwe samenspraak
met de lidstaten, de EU-instellingen en de EU-agentschappen.
Tijdens de korte tafelronde benadrukten verschillende lidstaten, waaronder Nederland,
de noodzaak van humanitaire hulp aan de Afghaanse bevolking en de buurlanden. Ook
vroegen zij aandacht voor de noodzaak van bescherming van kwetsbare Afghanen. Tot
slot werd door verschillende lidstaten, net als Nederland, aandacht gevraagd voor
de situatie van Afghanen die door de VS naar landen op de Westelijke Balkan zijn geëvacueerd.
3. Externe dimensie van migratie
a). Actieplannen migratie
Het voorzitterschap, de Commissie (Commissaris Johansson) en EDEO informeerden de
JBZ-Raad over actieplannen die zijn opgesteld om de samenwerking met enkele prioritaire
landen te versterken (in Noord-Afrika, Sub-Sahara Afrika, het Midden-Oosten en de
Westelijke Balkan). Zowel de Commissie als EDEO benadrukten dat de actieplannen moeten
zorgen voor een gemeenschappelijke aanpak van de verdere inzet van de EU en de lidstaten
in relatie tot de betreffende derde landen. De individuele plannen zijn niet inhoudelijk
besproken. Dit vindt plaats in de betreffende raadswerkgroep. Doel is om dit proces
af te ronden voor de Europese Raad van 21-22 oktober a.s.
In algemene zin riepen de lidstaten, waaronder Nederland, de Commissie en EDEO op
per land duidelijke doelstellingen te formuleren en daaruit concrete acties en tastbare
steun per land voor te stellen. Dit dient te worden gekoppeld, zo onderstreepte onder
andere Nederland, aan een duidelijke inzet waaronder het intensiveren van de politieke
dialoog en gebruik van het EU-instrumentarium zoals financiële middelen uit het NDICI
en de inzet van visummaatregelen op grond van artikel 25bis van de Visumcode.
Voor wat betreft de inzet van financiële middelen riep Nederland de Commissie ook
op om te zorgen dat de lidstaten nauw worden betrokken. Het voorzitterschap benadrukte
tot slot dat de actieplannen moeten worden gezien als zogeheten levende documenten
die ook met regelmaat worden geëvalueerd en waar nodig worden aangepast naargelang
toekomstige (migratie-) ontwikkelingen.
Tevens nam de JBZ-Raad in het kader van artikel 25bis van de Visumcode negatieve visummaatregelen
aan voor Gambia voor het onvoldoende meewerken aan terugkeer.13 Specifiek gaat het om de tijdelijke opschorting van: vrijstelling om ondersteunende
documenten aan te leveren voor bepaalde categorieën aanvragers (bonafide reizigers);
de vrijstelling van betaling van visumleges voor diplomatieke paspoorthouders; de
maximale behandeltermijn van 15 dagen; en de afgifte van meervoudige visa. Deze maatregelen
treden per 1 november in werking. Binnen zes maanden nadat de maatregelen in werking
zijn getreden moet de Commissie rapporteren aan het Europees parlement en de JBZ-Raad
over de bereikte voortgang. De Commissie mag dan voorstellen doen om de maatregelen
aan te passen of terug te trekken. In geval dat de huidige maatregelen ineffectief
zijn gebleken mag de Commissie als aanvullende maatregel verhoging van de visumleges
voorstellen.
Gambia is het eerste land waarvoor visummaatregelen zijn aangenomen onder artikel
25bis van de Visumcode. In februari dit jaar heeft de Europese Commissie het vertrouwelijke
rapport met de beoordeling van de EU-brede terugkeersamenwerking met derde landen
onder de EU-lidstaten verspreid. Op basis van deze beoordeling heeft de Commissie
in juli jl. voorstellen gedaan voor visummaatregelen voor Gambia, Bangladesh en Irak.
De voorstellen voor Bangladesh en Irak worden nog besproken in de JBZ-Raad. Nederland
acht dit een bescheiden eerste stap, maar deze stap laat wel zien dat het instrument
ingezet kan worden. Zoals eerder aan uw Kamer gecommuniceerd acht Nederland artikel
25bis van de Visumcode een belangrijk instrument om terugkeersamenwerking te verbeteren
en zal het zich voor de inzet hiervan blijven inzetten.14 Daarbij is Nederland voorstander van een op maat gemaakte aanpak per land waarbij
ook de samenhang met de bredere externe betrekkingen in acht worden genomen. Verwachte
effectiviteit dient daarbij als criterium voorop te staan. Ook moet volgens Nederland
rekening worden gehouden met de verwachte impact op andere doelstellingen en belangen.
Uiteindelijk gaat het om het realiseren van verbeterde samenwerking. Alleen al door
het proces en de dialoog wordt met dit instrument gedragsverandering aangemoedigd.
b). Migratiesituatie op de verschillende routes
De Commissie (Commissaris Johansson) en de EU-agentschapen Frontex, EASO en Europol
informeerden de JBZ-Raad over de actuele ontwikkelingen langs de belangrijkste migratieroutes.
De presentaties bevestigden het beeld dat door de Commissie is geschetst in het door
haar gepubliceerde voortgangsrapport waarover uw Kamer wordt geïnformeerd middels
de aanbiedingsbrief bij dit verslag.15 In combinatie met de onderstaande weergave van de discussie tijdens dit agendapunt
wordt uitvoering gegeven aan de toezegging van de Staatssecretaris om in het verslag
meer informatie te delen over de ontwikkelingen op de routes zoals gedaan tijdens
het Commissiedebat met uw Kamer voorafgaand aan deze JBZ-Raad.
De Commissie wees er op dat in 2021 inmiddels 20% meer irreguliere aankomsten zijn
geregistreerd dan in 2019. De toename is met name zichtbaar op de aankomsten in Italië.
Ook Frontex sprak van een significante toename van het aantal gedetecteerde irreguliere
grensoverschrijdingen aan de buitengrenzen. De Commissie wees in dat kader ook naar
het zorgwekkende bericht dat inmiddels ruim 2.000 mensen zijn verdronken in de Middellandse
Zee. De Commissie veroordeelde andermaal het instrumentaliseren van migratie door
Belarus. Europol gaf aan ook een verhoogd smokkelaarsaanbod via deze route waar te
nemen. Ook benoemde de Commissie de problematiek van secundaire migratie waarbij de
Commissie expliciet Nederland noemde als een van de lidstaten die daar het meest mee
worden geconfronteerd.
Voorts spraken de Commissie en EDEO over de verslechterde situatie in Libië, met name
de steeds hardere aanpak van migranten en vluchtelingen. Zoals toegezegd aan uw Kamer
sprak Nederland zorgen uit over de recente ontwikkelingen en riep Nederland op om
in EU-, Afrikaanse Unie- en VN-verband te kijken naar de mogelijkheden om dit aan
de orde te stellen bij de Libische autoriteiten. Daarbij onderstreepte Nederland het
belang om te blijven werken aan de verbetering van de mensenrechtensituatie in Libië,
verbeterde behandeling van vluchtelingen en migranten, inclusief de situatie in de
detentiecentra, en het belang van de hervatting van de humanitaire evacuatievluchten.
In de verdere tafelronde bevestigden nagenoeg alle lidstaten, waaronder Nederland,
de waargenomen toename van irreguliere migratie naar en binnen de EU. Voor het grote
merendeel van de lidstaten bevestigt dit de noodzaak om zo snel mogelijk te komen
tot effectieve terugkeerafspraken met derde landen. In dat kader werd ook meermaals
verwezen naar de inzet van het visuminstrument op grond van artikel 25bis van de Visumcode.
Nederland informeerde de JBZ-Raad over het recente bezoek van de Staatssecretaris
aan Egypte.
In de verdere tafelronde vroegen lidstaten aandacht voor verschillende actuele onderwerpen.
Enkele lidstaten vroegen aandacht voor de toename in irreguliere aankomsten in de
lidstaten van eerste aankomst. Zij riepen o.a. op tot een intensievere aanpak van
mensensmokkel. Verschillende lidstaten benadrukten de noodzaak voor aanvullende handelingsperspectieven
in het geval van situaties waarin migratie als geopolitiek instrument wordt ingezet.
Naar aanleiding van deze discussie concludeerde het voorzitterschap dat het belang
van de actieplannen en intensievere samenwerking met derde landen verder is toegenomen.
Het is volgens het voorzitterschap zaak om de voor de EU beschikbare instrumenten
positief dan wel negatief in te zetten.
4. Digitale dimensie van het onderzoeken van seksueel kindermisbruik
De Commissie heeft op 24 juli 2020 een strategie ter bestrijding van seksueel kindermisbruik
gepresenteerd om de strijd tegen seksueel kindermisbruik, zowel online als offline,
in de EU doeltreffender te maken.16 De Commissie (Commissaris Johansson) schetste de omvang van het probleem en kondigde
nieuwe wetgeving aan die ze in december zal presenteren met daarin verplichtingen
voor internetbedrijven om online kindermisbruik te voorkomen, te bestrijden en actief
te verwijderen. Daarnaast moet ook grooming (online kinderlokken) worden tegen gegaan.
Deze wetgeving en de daarin op te nemen verplichtingen werden breed door de lidstaten
verwelkomd. Ook verwelkomden de lidstaten het door de Commissie aangekondigde centrum
dat lidstaten moet helpen bij het treffen van zowel preventieve als strafrechtelijke
maatregelen. Het voorzitterschap stelde dat privacybescherming niet in de weg mag
staan van de bestrijding van seksueel kindermisbruik. Nederland deelde de steun van
de lidstaten en wees op de maatregelen die nationaal genomen worden. Tevens benadrukte
Nederland het belang om wetgeving zo vorm te geven dat hosting providers gehouden
kunnen worden aan de afspraken die gemaakt worden. Een enkele lidstaat riep op tot
het beschikbaar stellen van meer instrumenten voor opsporingsdiensten. Ook werd gesproken
over het belang van efficiëntere toegang tot gegevens voor opsporingsdiensten en het
spanningsveld tussen slagvaardige opsporing en privacybelangen. Daarnaast werd opgeroepen
tot wettelijk afdwingbare verplichtingen naast preventieve en proactieve maatregelen.
Hiervoor was brede steun. Ook werd gewezen op het betrekken van het maatschappelijk
middenveld en het belang van voorlichting aan kinderen en hun ouders. Europol gaf
aan hoe belangrijk het is om de juiste bevoegdheden te hebben om materiaal te kunnen
verzamelen en veilig te kunnen stellen ook al is dit van encryptie voorzien.
5. Werklunch: Uitvoering van interoperabiliteit
Tijdens de werklunch hebben de Commissie (Commissaris Johansson) en het EU-agentschap
voor grootschalige IT-systemen (EU-LISA) de JBZ-Raad geïnformeerd over de voortgang
van interoperabiliteit van de verschillende IT-systemen. Het agentschap EU-LISA meldde
dat enige vertraging is opgelopen m.b.t. de invoering van het IT-systeem voor het
Entry Exit Systeem. Op technisch niveau zal nader worden gesproken over de gevolgen
hiervan voor de planning. Ten doel is gesteld dat deze vertraging geen verder gevolgen
mag hebben voor de einddatum van de invoering van de andere systemen, namelijk eind
2023.
Nederland kan deze aanpak steunen. Nederland ondersteunt de doelstellingen van de
verordeningen en een spoedige implementatie. Voorwaarde daarbij is dat voor zowel
EES als SIS geldt dat eerst en vooral de centrale systemen tijdig en stabiel moeten
worden opgeleverd door EU-LISA. Pas dan kan de nationale implementatie goed worden
getest. Nederland wil waken voor een overhaaste implementatie die problemen gaat geven
in de IT, op de werkvloer bij eindgebruikers, en op de grens met impact op reizigers.
6. Overige onderwerpen: uitkomst Salzburgforum 23–24 juni 2021
Tsjechië heeft de JBZ-Raad geïnformeerd over de uitkomsten van het Salzburgforum van
23-24 juni 2021. Het Salzburgforum is een samenwerkingsverband tussen Oostenrijk,
Bulgarije, Kroatië, Tsjechië, Hongarije, Polen, Roemenië, Slowakije en Slovenië. Dit
samenwerkingsverband heeft in juni onder andere gesproken over het tegengaan van irreguliere
migratie, specifiek de routes langs de oostkant van de Middellandse Zee en de Westelijke
Balkan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming