Brief regering : Adviezen deskundigen en verbetermaatregelen kantoor Landsadvocaat
35 925 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2022
Nr. 14 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 oktober 2021
Hierbij bied ik uw Kamer een voortgangsbrief aan met betrekking tot de fraudekwestie
bij het kantoor van de Landsadvocaat. In de beantwoording van Kamervragen van 8 juli
2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 3520) en in de brieven van 16 juli 2021 (Kamerstuk 35 570 VI, nr. 116) en 13 augustus 2021 (Kamerstuk 35 570 VI, nr. 119) heb ik uw Kamer gemeld dat ik advies heb gevraagd aan externe deskundigen naar aanleiding
van de fraudekwestie bij het kantoor van de Landsadvocaat.1 Deze deskundigen heb ik de volgende vraag voorgelegd: wat zijn passende eisen en verantwoordingsverplichtingen op het gebied van praktijkuitoefening
en bedrijfsvoering die de Staat als cliënt kan stellen aan (het kantoor van) de Landadvocaat
in het licht van de publieke functie van de Staat? Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming,
over de uitkomst van de adviezen. Daarbij maak ik een onderscheid tussen maatregelen
die op de korte termijn worden genomen en maatregelen die zien op de middellange en
langere termijn. Ik bezie de adviezen in samenhang met de verbetermaatregelen die
Pels Rijcken heeft geïmplementeerd en nog aan het implementeren is. Voorts ga ik in
deze brief nader in op een aantal verzoeken van uw Kamer.
I. Ontstane problematiek ten aanzien van geconstateerde malversaties
De resultaten van de onderzoeken tot nu toe laten zien dat er sprake is geweest van
omvangrijke malversaties door een notaris, die zich gedurende vele jaren hebben ontwikkeld.
Ik teken hierbij allereerst aan dat de onderzoeken van het openbaar ministerie (hierna:
OM) en het Bureau Financieel Toezicht (hierna: BFT) nog lopen en dat de resultaten
hiervan moeten worden afgewacht. Dat is een van de redenen waarom het contract met
het kantoor van de Landsadvocaat niet is opgeschort op het moment dat ik de eerste
keer over de fraude ben geïnformeerd, een vraag die het lid Omtzigt mij heeft gesteld.
In mijn brief van 1 oktober 2021 heb ik aangegeven dat de voorzitter van het College
van procureurs-generaal mij in maart 2019 één op één en marge van een overleg vertrouwelijk
heeft medegedeeld dat er aanwijzingen waren van mogelijk strafbaar handelen van een
notaris van het kantoor van de Landsadvocaat en dat er een embargo-onderzoek was gestart.2 Daarbij zijn geen verdere details met betrekking tot dit embargo-onderzoek gedeeld.
Zoals ik in de brief van 1 oktober 2021 heb aangegeven, kon ik daar op dat moment
vanwege de vertrouwelijkheid van de mededeling niet op handelen. Immers, het belang
van zowel het strafrechtelijk als het BFT-onderzoek vereist dat ik daar niet over
communiceer, maar zulks primair aan het OM respectievelijk het BFT laat. Ik heb daarom
eerst na de bekendmaking door het kantoor van de Landsadvocaat op 2 maart 2021 zelf
een bericht aan uw Kamer gestuurd. Ik heb in de brief van 2 maart 2021 en ook in mijn
latere brieven aan uw Kamer steeds aangegeven hoe ik de samenwerking met de Landsadvocaat
beoordeelde.3 Het opschorten van de overeenkomst met de Landsadvocaat is een zeer vergaande maatregel
die zowel de Staat als (het kantoor van) de Landsadvocaat diep raakt. Voor de Staat
betekent dit dat hij acuut al zijn lopende zaken bij een ander kantoor had moeten
onderbrengen. Dit brengt risico’s met zich mee voor een groot aantal zaken. De continuïteit
van de dienstverlening door de Landsadvocaat zou daarmee niet langer gewaarborgd zijn,
waardoor een opschorting feitelijk tot een onomkeerbare situatie zou leiden met voor
de Staat onaanvaardbare consequenties. Bovendien betekent een dergelijke beslissing
voor (het kantoor van) de Landsadvocaat, waar ruim 300 mensen werken, een acuut einde
van een substantieel deel van de dienstverlening, wat vragen meebrengt over de proportionaliteit
van een dergelijke maatregel. Dit geldt temeer omdat het naar het zich laat aanzien
een exclusief notariële fraude van één persoon betreft.
In totaal is voor ongeveer 11,5 miljoen euro aan geld onttrokken aan cliënten van
het kantoor van de Landsadvocaat. De malversaties gaan naar het zich laat aanzien
ten minste 18 jaar terug en betreffen in totaal in ieder geval 23 dossiers. Ook is
gebleken dat de betreffende notaris onregelmatigheden heeft begaan met declaraties.
Er is niet gebleken dat cliënten of derden door deze laatste handelwijze financieel
zijn benadeeld.
De fraude heeft vragen opgeworpen over de interne beheersmaatregelen rond de notariële
kwaliteitsrekeningen, de controle op de juiste toepassing van de beheersmaatregelen,
de governance, de gezamenlijke praktijkuitoefening van advocaten en notarissen en
de sociale veiligheid en aanspreekbaarheid.
Dit alles heeft mij aanleiding gegeven tot bezinning op de positie van de Staat als
cliënt ten opzichte van het kantoor van de Landsadvocaat, op de korte en middellange,
maar ook op de lange termijn. Op onderdelen zal het kabinet bezien of en in welke
mate bepaalde maatregelen ook gevolgen moeten hebben voor andere juridische dienstverleners.
II. De Landsadvocaat
De Staatspraktijk vergt specifieke waarborgen, ervaring, kennis en kunde. Het werken
met een vaste advocaat voor de behandeling van het grootste deel van de zaken die
de Staat betreffen heeft voordelen uit een oogpunt van vertrouwelijkheid en uniformiteit
in de behandeling. Er is één Landsadvocaat en een plaatsvervangend Landsadvocaat.
De Landsadvocaat is niet in dienst van de Staat. Het verlenen van de titel Landsadvocaat
geschiedt bij koninklijk besluit. De Landsadvocaat en plaatsvervangend Landsadvocaat
werken niet alleen: bij het kantoor van de Landsadvocaat werken in totaal ruim 300
personen. Gezamenlijk behandelen zij jaarlijks ruim duizend verschillende dossiers
voor de Staat. Deze dossiers hebben betrekking op uiteenlopende terreinen van het
recht en vergen derhalve een breed spectrum aan specialistische juridische kennis.
In een overeenkomst tussen de Staat en de Landsadvocaat is vastgelegd welke verplichtingen
de Landsadvocaat en zijn kantoorgenoten hebben. De verplichtingen die gelden voor
de Landsadvocaat gelden ook voor zijn kantoorgenoten. De Landsadvocaat en zijn kantoorgenoten
treden nooit tegen de Staat op. De Landsadvocaat en zijn kantoorgenoten vertegenwoordigen
de Staat in veel procedures. Naast procederen wordt er geadviseerd en juridische inzet
geleverd in grote projecten. De adviezen hebben overwegend betrekking op te voeren
procedures, af te sluiten contracten of voorgenomen besluiten in beleidskwesties.
De Landsadvocaat kijkt in die gevallen naar de juridische aspecten en adviseert over
de proceskansen en procesrisico's, de mogelijkheid om in of buiten rechte tot een
schikking te komen en de processtrategie. De advies- en procespraktijk van de Landsadvocaat
zijn gelieerd en liggen in de meeste gevallen in elkaars verlengde.
De advocaten bij het kantoor van de Landsadvocaat zijn gespecialiseerd op een groot
aantal terreinen. Gezamenlijk bouwen ze binnen de praktijk door de jaren heen een
collectief geheugen op als het gaat om juridische vragen waarmee de Staat wordt geconfronteerd.
Ook wordt door de concentratie van het overgrote deel van de zaken van de Staat bij
één kantoor de samenhang tussen en uniformiteit in behandeling van verschillende dossiers
bevorderd. Daarmee kunnen de Landsadvocaat en zijn kantoor de Staat optimaal ondersteunen.
III. Relatie met het kantoor van de Landsadvocaat
In de brief van 8 juli 2021 gaven de Minister voor Rechtsbescherming en ik aan dat
wij voor het beantwoorden van de vraag of de Landsadvocaat belangen van de Staat kan
behartigen, het criterium hanteren of de betrouwbaarheid van deze dienstverlening
op dit moment en voor de voorzienbare toekomst voldoende geborgd is.4 Voor dit moment is daarbij voor mij van belang dat de fraude bij het kantoor een
exclusief notariële fraude betreft, waarbij voor zover nu uit onderzoek bekend geen
andere kantoorgenoten dan de betreffende notaris zijn betrokken. Daarbij zijn voor
het vertrouwen in het kantoor van de Landsadvocaat de volgende elementen voor mij
van essentieel belang.
IIIa. Uitbetaling van alle onttrokken gelden aan de benadeelden van de malversaties
De resultaten van de onderzoeken tot nu toe laten als gezegd zien dat er sprake is
geweest van omvangrijke malversaties door een notaris. Deze malversaties zijn gepleegd
in dossiers waarin diverse partijen betrokken waren en ook benadeeld (lijken te) zijn.
Ik acht dat ontoelaatbaar en neem dat hoog op. De Landsadvocaat heeft al aangegeven
tot uitbetaling van alle onttrokken gelden aan de benadeelden van de fraude te zullen
overgaan. Dit proces bevindt zich inmiddels in de afrondende fase. Het is voor mij
een harde eis dat alle aan de benadeelden onttrokken gelden worden terugbetaald. Ik
zal mij over de uitbetaling van de onttrokken gelden aan de overige benadeelden onder
overlegging van een accountantsverklaring laten informeren en daarbij bezien of toezicht
door bijvoorbeeld de Auditdienst Rijk (ADR) mogelijk is. Uw Kamer zal ik over de uitkomsten
hiervan informeren.
IIIb. Volledig meewerken aan onderzoeken van toezichthouders en het openbaar ministerie
(hierna: OM) en transparantie
Ik acht het van groot belang dat (het kantoor van) de Landsadvocaat zich maximaal
inspant alle feiten en omstandigheden over deze casus opgehelderd te krijgen en daartoe
volledig meewerkt aan onderzoeken van de diverse toezichthouders en het strafrechtelijk
onderzoek van het OM. Ik merk ten aanzien van dit laatste nogmaals op dat het OM mij
heeft gemeld dat het kantoor niet als verdachte is aangemerkt. Uit de berichten die
ik daarover van de Landsadvocaat ontvang, leid ik af dat het kantoor van de Landsadvocaat
actief bijdraagt aan de opheldering van de feiten en omstandigheden door mee te werken
met de onderzoekende autoriteiten en zelf ook uitgebreid onderzoek heeft gedaan en
heeft laten doen. Deze onderzoeken heeft het kantoor van de Landsadvocaat met de toezichthoudende
autoriteiten gedeeld. Diezelfde bereidheid tot transparantie naar aanleiding van het
gebeurde en de maatregelen die het kantoor daardoor heeft getroffen, verwacht ik ook
van de Landsadvocaat jegens de Staat als cliënt. Uiteraard binnen de daarvoor geldende
wettelijke kaders, waaronder geheimhoudingsverplichtingen in verband met de advocaat-cliënt
relatie. Tot op heden heeft het kantoor, voor zover ik kan overzien, die openheid
– binnen de geldende wettelijke kaders – betracht.
IV. Reeds aangekondigde en vereiste verbetermaatregelen
De omvang van de notariële fraude noopt tot een zeer serieuze aanpak door het kantoor
van de Landsadvocaat om herhaling hiervan te voorkomen en de dienstverlening voor
de Staat veilig te stellen. De Staat acht het van het grootste belang dat de juridische
bijstand is ondergebracht bij een kantoor dat integer en transparant handelt. Het
kantoor van de Landsadvocaat heeft na advies van Deloitte en met bijstand van PWC
een uitgebreid pakket aan verbetermaatregelen in gang gezet en mij hierover geïnformeerd.5 Ook is aangegeven dat het onderzoeksrapport van de Deken van de Haagse Orde van Advocaten
(hierna: de Deken) hierin is betrokken.6 De verbetermaatregelen van het kantoor van de Landsadvocaat zijn – thematisch geordend
– de onderstaande.7 Per verbetermaatregel ga ik ook in op de realisatie hiervan, zoals door de Landsadvocaat
aan mij aangegeven.
1. Het ontstane tekort op de notariële kwaliteitsrekening aanzuiveren.
o Realisatie: reeds doorgevoerd.
2. De onttrokken gelden aan de benadeelden van de fraude terugbetalen.
o Realisatie: in afrondende fase.
3. De beheersmaatregelen rond notariële kwaliteitsrekeningen uitbreiden en de controle
op de juiste toepassing van de beheersmaatregelen rond notariële kwaliteitsrekeningen
aanscherpen.
o Realisatie: reeds doorgevoerd, de juiste opzet hiervan is door Deloitte aan het kantoor
van de Landsadvocaat bevestigd.
4. De functiescheiding bij notariële betalingen op meerdere niveaus controleren.
o Realisatie: reeds doorgevoerd.
5. Naamswijzigingen van een stichting: een notaris mag geen aktes voor kantoorgenoten
meer passeren.
o Realisatie: reeds doorgevoerd.
6. Het proces van de interne beheersing rond het beheer van advocatuurlijke derdengelden
extern laten controleren en zo nodig optimaliseren.
o Realisatie: reeds doorgevoerd, de juistheid hiervan is door Deloitte aan het kantoor
van de Landsadvocaat bevestigd.
7. Het aanstellen van een extern bestuurder.
o Realisatie: reeds doorgevoerd op 1 mei 2021.
8. Onder leiding van de extern bestuurder de hele GRC-organisatie (Governance, Risk en
Compliance) opnieuw onderzoeken en vormgeven.
o Realisatie: voor het einde van 2021.
9. De cultuur/sociale veiligheid/aanspreekbaarheid doorlopend verbeteren (onder toezicht
van de Deken).
o Realisatie: voor het einde van 2021 wordt de opzet hiervan vastgesteld.
10. Een visie en een plan van aanpak opstellen om de verantwoorde praktijkuitoefening
van advocaten en notarissen binnen één kantoor verder te waarborgen (onder toezicht
van de Deken).
o Realisatie: voor het einde van 2021.
11. Een onafhankelijke Raad van Commissarissen instellen.
o Realisatie: Begin 2022
V. Onafhankelijke adviezen vanuit juridische en bedrijfskundige invalshoek
Zoals de Minister voor Rechtsbescherming en ik uw Kamer op 8 juli 2021 berichtten,
zijn twee externe deskundigen – prof.mr. T.R. Ottervanger, emeritus-hoogleraar Europees
Recht en Nederlands Mededingingsrecht en oud-advocaat, en prof.dr. A.B. Hoogenboom,
hoogleraar forensische bedrijfskunde met werkervaring bij de Staat – aangesteld om
over de in de inleiding genoemde onderzoeksvraag te adviseren.8
Op 31 augustus en 1 september 2021 heb ik de adviezen van prof. Ottervanger en prof.
Hoogenboom ontvangen. De adviezen treft uw Kamer bijgaand integraal aan9. Bepaalde aanbevelingen hebben de deskundigen gezamenlijk gegeven en bepaalde aanbevelingen
heeft prof. Hoogenboom alleen gegeven. Ik heb de deskundigen op 28 september 2021
en 6 oktober 2021 gesproken om hen de gelegenheid te geven de adviezen nader toe te
lichten en daarover van gedachten te wisselen. Ik acht de adviezen zeer bruikbaar.
De adviezen hebben de bijzonderheid van de relatie tussen Staat en Landsadvocaat beschreven
en aangegeven tot welke kwetsbaarheden dat kan leiden voor de Staat.
Met de adviezen wil ik voortvarend aan de slag gaan, met dien verstande dat ik onderscheid
maak in aanbevelingen die op korte termijn kunnen worden doorgevoerd, aanbevelingen die een aanpak op middellange termijn vragen en aanbevelingen waarvoor nader advies nodig is, waardoor een langere termijn geldt.10
Va. Korte termijn
Op korte termijn zal de Staat de overeenkomst met de Landsadvocaat aanpassen, in aansluiting
op de aanbevelingen die betrekking hebben op de nadere eisen in de huidige overeenkomst,
en op de structuur, organisatie en inhoud van de diverse contacten met de Landsadvocaat
en het kantoor van de Landsadvocaat. De aanbevelingen luiden:
1. Stel nadere eisen in de huidige overeenkomst
A. Neem een bepaling op waarin het kantoor aangeeft hoe de risico’s voor de Staat worden
geadresseerd.
B. Gebruik bij de formulering van die eisen als richtsnoer het inmiddels ontwikkelde
«raamwerk ter verdere professionalisering» om de maatregelen te concretiseren, operationaliseren
en meetbaar te maken.
C. Bepaal specifiek voor taken die de nationale veiligheid raken of betrokken advocaten
een veiligheidsonderzoek moeten ondergaan en of het «raamwerk ter verdere professionalisering»
voldoende garanties biedt voor de (tijdelijke) opslag van informatie.
D. Neem een bepaling op dat namens de Staat onafhankelijke audits kunnen worden uitgevoerd
ter zake van de naleving van wet- en regelgeving en met name het risico van fraude
en witwassen, integriteitbeleid en databeveiliging.
E. Voorzie in de overeenkomst dat binnen het kantoor een ervaren «Risk & Compliance Officer»,
«Security Officer» en «Financial Officer» deel uitmaken van het Management Team en
rechtstreeks rapporteren aan portefeuillehouders in het bestuur die zelf voldoende
gekwalificeerd zijn om samen met de andere leden van het bestuur verantwoordelijkheid
te dragen en die desgevraagd rapporteren aan de Staat. Stel als eis dat onafhankelijkheid
van deze functionarissen is geregeld.
F. Maak de facturatie-systematiek rijksbreed meer transparant en voer als Staat zelf
ook controles uit (Rijksaccountantsdienst).
2. Communiceer niet louter juridisch en zaakgericht.
A. Onderzoek of binnen de rijksoverheid omwille van de effectiviteit en efficiency verbetering
mogelijk is qua structuur en organisatie van de diverse contacten met het kantoor
van de Landsadvocaat.
B. Agendeer regelmatig in regulier overleg niet alleen lopende adviezen en procedures
maar maak het gesprek «rijker» door ook te inventariseren hoe het facturatieproces
loopt, welke dilemma’s zich hebben voorgedaan in de opdrachten van de Landsadvocaat,
of sprake is geweest van potentiële risico’s voor de Staat, welke issues mogelijk
spelen bij cliënt- en zaakacceptatie, en of er een cultuur is waar gedrag vanzelfsprekend
in overeenstemming is met regels en waarde.
Al deze aanbevelingen worden thans in overleg met alle betrokken ministeries uitgewerkt.
Ik informeer uw Kamer over de gewijzigde overeenkomst, zodra deze is afgerond. Mijn
streven is dat zulks eind van dit jaar het geval is. Over de nieuwe inrichting van
het overleg met de Landsadvocaat zal ik uw Kamer alsdan eveneens informeren.
Deze korte termijn maatregelen hangen specifiek samen met de malversaties bij het
kantoor van de Landsadvocaat en worden door de Landsadvocaat zelf ook omarmd. Op onderdelen
zal het kabinet bezien of en in welke mate bepaalde maatregelen ook gevolgen moeten
hebben voor andere juridische dienstverleners.
Vb. Middellange termijn
De besluitvorming over de onderstaande aanbevelingen van prof. Hoogenboom vergt meer
tijd, omdat zij ingrijpender zijn voor de organisatie van de Staatspraktijk. Ik zal
dit per aanbeveling toelichten.
3. Overweeg de ontkoppeling van de notariaat- en advocatuurfuncties binnen het instituut
Landsadvocaat.
Onderzocht moet worden of het wenselijk is om de notariële en de advocatuurlijke functie
ten behoeve van de Staat bij het kantoor van de Landsadvocaat te scheiden, waarbij
alle voor- en nadelen dienen te worden afgewogen. Ik zal met het kantoor in gesprek
gaan over wat de visie en de aanpak van het kantoor op dit punt wordt en in hoeverre
de voorgestelde aanpak de balans op de middellange termijn laat doorslaan naar continuering
van de huidige situatie, waarbij uiteraard van belang is of dit voldoende is om de
risico’s op malversaties te mitigeren.
4. Overweeg het instellen van een onafhankelijke Raad van Toezicht voor de Landsadvocaat.
Het kantoor van de Landsadvocaat heeft mij bericht als één van de verbetermaatregelen
een onafhankelijke Raad van Commissarissen te zullen instellen.11 Met een dergelijk toezichtsorgaan kan worden geborgd dat de verbetermaatregelen voortvarend
worden doorgevoerd en blijvend binnen het kantoor verankerd zijn. Ik ga in gesprek
met de Landsadvocaat over de inrichting van deze Raad van Commissarissen en de wijze
waarop de bestendigheid van deze Raad binnen het kantoor van de Landsadvocaat wordt
gewaarborgd alsook de wijze waarop de bevindingen van deze Raad van Commissarissen
periodiek zouden kunnen worden gedeeld met de Staat.
5. Overweeg derdengeldrekeningen onder te brengen bij de Staat.
Prof. Hoogenboom heeft geopperd na te denken over het onderbrengen van derdengeldrekeningen
bij de Staat. Ik constateer dat het wettelijk gezien zowel bij de advocatuur, als
bij het notariaat thans niet mogelijk is om derdengeldrekeningen elders onder te brengen.
Advocaten zijn op grond van de Verordening op de advocatuur verplicht voor het ontvangen
van zogeheten derdengelden gebruik te maken van een stichting derdengelden. Deze regels
vallen onder het toezicht van de Deken en worden tuchtrechtelijk gehandhaafd. De Landsadvocaat
maakt voor dit doel gebruik van de Stichting Beheer Derdengelden Advocatuur Pels Rijcken
& Droogleever Fortuijn (hierna: de Stichting). De gedragsregels voor de advocatuur
stellen beperkingen aan wie bestuurder kunnen zijn van een stichting derdengelden.
Betalingen kunnen slechts gedaan worden door minimaal twee bestuurders, waarvan minimaal
één advocaat is.
Voor het notariaat is in de Wet op het notarisambt (artikel 24 en 25) geregeld dat
«de notaris op zijn naam bij een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het
financieel toezicht in Nederland het bedrijf van bank mag uitoefenen een of meer bijzondere
rekeningen aan te houden met vermelding van zijn hoedanigheid, die uitsluitend bestemd
zijn voor gelden, die hij in verband met zijn werkzaamheden als zodanig onder zich
neemt» en dat «de notaris bij uitsluiting bevoegd is tot het beheer en de beschikking
over de bijzondere rekening».
De Landsadvocaat heeft mij laten weten dat jaarlijks een accountantscontrole plaatsvindt
op de derdengelden van het kantoor en de Stichting. Ik ga met het kantoor van de Landsadvocaat
bespreken dat een externe accountantscontrole op de derdengelden van het kantoor en
de Stichting als de structurele standaard procedure ook voor de toekomst wordt gewaarborgd
en op welke manier hierover periodiek verslag kan worden gedaan aan de Staat.
Vc. Lange termijn
Een wezenlijke vraag is hoe het kabinet in de toekomst omgaat met de juridische dienstverlening
van de Landsadvocaat. Het heeft veel voordelen om het overgrote deel van de juridische
dienstverlening te concentreren, zoals ik hiervoor al aangaf. Dat neemt niet weg dat
deze kwestie aanleiding is om hier nog eens goed naar te kijken. In het verlengde
daarvan wijst prof. Hoogenboom erop dat het koninklijk besluit vaststelling nieuwe
regeling landsadvocatuur uit 1965 in zijn ogen niet meer van deze tijd is op onder
andere de gebieden van governance, compliance en databeveiliging. Hij komt daarom
tot de volgende aanbevelingen:
6. Herzie het Besluit vaststelling nieuwe regeling landsadvocatuur 1965 (hierna: het
Besluit). In de herziening van het Besluit kunnen de volgende onderwerpen een rol
spelen:
A. De legitimering voor de huidige situatie. De argumenten van de Staat dienen expliciet
te worden gemaakt.
B. In de maatschappelijke discussie wordt (on)terecht aandacht besteed aan het periodiek
aanbesteden van het instituut Landsadvocaat. De Staat heeft een verantwoordelijkheid
om de samenleving uit te leggen hoe de functie van Landsadvocaat wordt ingericht.
En waarom is gekozen voor het huidige contract.
C. De rol van de landsadvocaat beperken tot procesvoering en gelijktijdig de kwantiteit/kwaliteit
van juridische advisering binnen overheidsorganen versterken.
D. De functie van Landsadvocaat niet door de markt laten uitoefenen maar door een apart
instituut met een eigen reglement en set van eisen over de bedrijfsvoering governance,
risicomanagement, compliance, databeveiliging).
Daarnaast is beide deskundigen het volgende opgevallen:
7. Er is geen plan B, mocht de continuïteit van het kantoor in het geding komen.
De punten 6 en 7 stellen een breder vraagstuk aan de orde, dat gelet op de vele en
diverse belangen van de Staat zorgvuldige afweging en besluitvorming binnen het kabinet
vergt. Zij raken immers aan de gehele advocatuurlijke praktijk, waar – zoals in de
inleiding al verwoord – geen scheiding valt aan te brengen tussen procederen en juridische
advisering. Ook moet rekening worden gehouden met de behoefte van de Staat aan advisering
en procesvoering in soms zeer vertrouwelijke kwesties en de noodzaak te komen tot
een zekere mate van uniformiteit in de behandeling van uiteenlopende dossiers. Tevens
kan de verhouding tussen de externe en de interne juridische functie bij alle departementen
aan de orde zijn. De reactie op deze punten vergt nader onderzoek, waarbij ik ook
denk aan de benoeming van een commissie van deskundigen om het kabinet bij (de technische
aspecten van) een of meer van deze vragen behulpzaam te zijn. Ik zal u vanzelfsprekend
ook hierover nader informeren.
VI. Verzoeken van 17 september 2021 en van 5 oktober 2021
Tot slot geef ik graag antwoord op enkele verzoeken van de vaste commissie voor Justitie
en Veiligheid (VKC).
Het lid Bisschop heeft, naar aanleiding van het verzoek van het lid Markuszower (PVV)
om een debat, om een toelichtende brief gevraagd.12 Ik verwijs daartoe naar mijn brief van 1 oktober 2021, waarin ik uitgebreid op deze
kwestie ben ingegaan.
Bij brief van 17 september 2021 heeft de VKC mij gevraagd het onderzoek uitgevoerd
door Van Doorne N.V. en Deloitte Forensic & Dispute Services B.V alsmede dat van de
Deken van de Haagse Orde van Advocaten aan de Kamer te doen toekomen. Hierover kan
ik u als volgt berichten.
Beide onderzoeken berusten niet bij mij, maar uitsluitend bij het kantoor van de Landsadvocaat
en de instanties die de onderzoeken hebben uitgevoerd.
Het onderzoek van de Deken valt onder de geheimhoudingsverplichting van artikel 11a
van de Advocatenwet en maakt daarnaast onderdeel uit van een nog lopend toezicht-traject.
Om die reden kan het onderzoek niet aan uw Kamer worden verstrekt. Over de inhoud
van het onderzoek heb ik uw Kamer ingelicht in mijn brief van 13 augustus 2021, waaraan
ik de berichtgeven van het kantoor van de Landsadvocaat en het persbericht van de
Deken heb bijgevoegd.13
De eindresultaten van het onderzoek uitgevoerd door Van Doorne N.V. en Deloitte Forensic
& Dispute Services B.V. zijn neergelegd in een overkoepelend verslag van handelingen
en bevindingen. Dit verslag bevat vertrouwelijke informatie die herleidbaar is tot
individuele zaken en cliënten van het kantoor van de Landsadvocaat. Bovendien heeft
het kantoor van de Landsadvocaat deze resultaten ter beschikking gesteld aan het OM
en het BFT, waarmee dit onderzoek ook deel uitmaakt van thans lopende onderzoeken.
Gelet op het belang dat ik hecht aan het zo volledig mogelijk informeren van uw Kamer,
zal ik het onderzoek uitgevoerd door Van Doorne N.V. en Deloitte Forensic & Dispute
Services B.V. via het kantoor van de Landsadvocaat aan uw Kamer doen toekomen ter
vertrouwelijke inzage (onder de beperking dat dit stuk vanwege de cliënt vertrouwelijke
informatie tijdelijk – namelijk tot en met 1 januari 2022 – beschikbaar wordt gesteld)14. Ik krijg onder dezelfde condities als uw Kamer uitsluitend vertrouwelijke inzage
in het onderzoek en houd het onderzoek niet onder mij.
VII. Slot
Zoals gezegd lopen de onderzoeken van het OM en het Bureau Financieel Toezicht (BFT)
nog. Het is mij nog niet bekend wanneer deze onderzoeken gereed zullen zijn. Zodra
deze onderzoeken zijn afgerond en de resultaten daarvan beschikbaar zijn, wordt uw
Kamer hierover bericht zodat ook deze resultaten in het publieke en politieke debat
kunnen worden betrokken. Ik heb evenwel gemeend dat de opvolging van de adviezen van
de beide deskundigen niet hoeven en niet kunnen wachten op de afronding van deze nog
lopende onderzoeken. Omgekeerd heeft de opvolging van een aantal aanbevelingen ook
geen invloed op de uiteindelijke appreciatie van de uitkomsten van deze thans nog
lopende onderzoeken.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid