Brief regering : Reactie op het advies van de Gezondheidsraad over verantwoorde inzet van apps voor publieke gezondheid
27 529 Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) in de Zorg
Nr. 269
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 oktober 2021
Op 12 juli jl. (Kamerstuk 27 529, nr. 265) heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport u het advies van de Gezondheidsraad
over verantwoorde inzet van apps voor publieke gezondheid toegestuurd. De Gezondheidsraad
is om dit advies gevraagd naar aanleiding van de behandeling van de Tijdelijke Wet
notificatieapplicatie covid-19 (Kamerstuk 35 538) (CoronaMelder) in de Eerste Kamer. Met deze brief deel ik graag mijn standpunt over
dit advies met uw Kamer.
De CoronaMelder-app is een voorbeeld van een gezondheidsapp die in volledige openheid
door de rijksoverheid is ontwikkeld. Een van de uitgangspunten bij de bouw van de
app was een zo groot mogelijke transparantie waarbij onder andere tussenproducten
doorlopend online zijn gepubliceerd op het platform Github. Dit gaf iedereen die dat
wilde, de mogelijkheid om mee te kijken en te denken bij de ontwikkeling. De app wordt
momenteel ingezet in de bestrijding van het Coronavirus. Mogelijk zal de rijksoverheid
in de toekomst vaker dit type apps gaan ontwikkelen en inzetten in het kader van infectieziektebestrijding
of bijvoorbeeld bij bevolkingsonderzoeken. Het is daarbij goed om vooraf na te gaan
aan welke voorwaarden dergelijke apps moeten voldoen. Zoals aan de Eerste Kamer toegezegd,
is de Gezondheidsraad daarom gevraagd om een kader met criteria te ontwikkelen voor
het gebruik van gezondheidsapps voor screeningsdoeleinden.
Advies Gezondheidsraad
De Gezondheidsraad constateert dat de overheid op hoofdlijnen reeds beschikt over
twee kaders die als startpunt gebruikt kunnen worden voor de beoordeling van de verantwoorde
inzet van (gezondheids)apps. Afhankelijk van het doel van de overheidsinterventie,
kan de inzet van de desbetreffende app getoetst worden aan het kader van Wilson en
Jungner1 (bij screening) of aan de voorwaarden voor gerechtvaardigd overheidsingrijpen (bij
infectieziektebestrijding). Deze kaders stellen bijvoorbeeld voorwaarden aan de te
hanteren methode. Wanneer de te gebruiken opsporingsmethode een screenings-app betreft,
behoeven deze voorwaarden echter verdere aanvulling. Daartoe heeft de Gezondheidsraad
specifieke aandachtspunten geformuleerd.
De eigenschappen die apps onderscheiden van meer klassieke methoden brengen specifieke
aandachtspunten met zich mee die meegewogen moeten worden in de besluitvorming. Om
risico’s te minimaliseren zijn de criteria uit de bestaande beoordelingskaders op
vier onderdelen nader gespecificeerd, namelijk op de volgende thema’s: betrouwbaarheid
en effectiviteit, bescherming van privacy, toegankelijkheid en rechtvaardigheid, en
geïnformeerde keuze. De raad pleit ervoor deze onderwerpen al vroeg in de ontwikkelfase
mee te nemen, net als de juridische eisen waaraan moet worden voldaan.
In het advies wordt benadrukt dat voor apps specifiek geldt dat zij moeten voldoen
aan privacy-wetgeving (AVG en UAVG) en aan de Telecommunicatiewet. Als de app kan
worden aangemerkt als medisch hulpmiddel dan kan ook de (Europese) medische hulpmiddelen-regelgeving
van toepassing zijn en de daaruit voortvloeiende verplichte CE-markering en post-market
surveillance2.
Standpunt
De raad geeft aan dat de huidige kaders voor screening en infectieziektebestrijding
geschikt zijn om te hanteren voor een verantwoorde inzet van gezondheidsapps. Ik onderschrijf
daarbij de app-specifieke aandachtspunten die de raad bij deze kaders benoemt. De
ontwikkeling van CoronaMelder, wat de aanleiding was voor dit advies, is hier een
goed voorbeeld van. Te zien is dat de genoemde app-specifieke aandachtspunten die
de raad benoemt hier al leidend zijn geweest. Hier zijn ook geen concessies op gedaan.
Privacy en security by design waren bijvoorbeeld belangrijke uitgangspunten in het ontwikkeltraject. Daarnaast
is veel aandacht geweest voor de toegankelijkheid van de app; het is namelijk belangrijk
dat CoronaMelder voor iedereen toegankelijk is. Hier is zowel bij de ontwikkeling
als ook na introductie doorlopend op getoetst en waar mogelijk verbeterd.3 De juridische grondslag voor het verwerken van persoonsgegevens is verder in (tijdelijke)
wetgeving vastgelegd en CoronaMelder is na landelijke introductie doorlopend geëvalueerd.
Ook bij de ontwikkeling van eventuele nieuwe gezondheidsapps, die door de rijksoverheid
zullen worden ingezet en/of ontwikkeld, zullen de door de Gezondheidsraad benoemde
aandachtspunten als uitgangpunt worden genomen. Daarnaast is het Adviescollege ICT-toetsing
door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken ook gevraagd om de ontwikkeling van de CoronaMelder-app
te evalueren en hieruit lessen te trekken om de omgang van de overheid met ICT te
verbeteren. Beide adviezen kunnen als startpunt dienen voor het maatschappelijke gesprek
over de inzet van dit type apps.
Overige gezondheidsapps
Er zijn op dit moment veel apps beschikbaar als hulpmiddel bij het bevorderen van
de gezondheid. Ik vind het van belang dat ook het gebruik van gezondheidsapps in het
algemeen in goede banen wordt geleid. Daarom heb ik het National eHealth Living Lab
(NeLL) eerder al gevraagd om in samenwerking met veldpartijen te komen tot één breed
gedragen landelijk toetsingskader voor gezondheidsapps. Het rapport tezamen met de
te nemen vervolgstappen zal ik binnenkort aan de
Tweede Kamer doen toekomen. De aandachtspunten die de Gezondheidsraad in dit advies
formuleert heeft zullen ook worden meegenomen in de te nemen stappen in navolging
op dit door de NeLL ontwikkelde landelijke toetsingskader.
Een gelijkluidende brief stuur ik aan de voorzitter van de Eerste Kamer.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport