Brief regering : Uitvoeringsbesluiten RRF voor Estland, Finland en Roemenië, tevens Geannoteerde Agenda Ecofinraad 28 oktober
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1788
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN FINANCIËN EN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 oktober 2021
Tijdens de Ecofinraad van 28 oktober, die middels een videoconferentie zal worden
gehouden, staat de bespreking van drie uitvoeringsbesluiten van de Europese Raad in
het kader van de Recovery and Resilience Facility (RRF) op de agenda, namelijk van Estland, Finland en Roemenië. Hierbij ontvangt u
een kabinetsappreciatie van de voorliggende uitvoeringsbesluiten1. Deze brief dient tevens als geannoteerde agenda voor deze Ecofinraad. Ik ben niet
in de gelegenheid deel te nemen aan deze vergadering en laat mij vervangen door de
Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst. Na de Ecofinraad
zal de formele besluitvorming over de uitvoeringsbesluiten plaatsvinden door middel
van een schriftelijke procedure.2 Nederland is voornemens om in te stemmen met de uitvoeringsbesluiten.
De faciliteit voor herstel en veerkracht opgericht (Recovery and Resilience Facility, RRF) is opgericht in reactie op de COVID19-pandemie. In een brief van 12 januari
jl. is uw Kamer geïnformeerd over de RRF-verordening.3 Sinds de inwerkingtreding van deze verordening hebben 25 lidstaten hun herstelplan
in het kader van de RRF ingediend. Uw Kamer is in een brief van 3 mei jl. geïnformeerd
over het proces rondom deze plannen.4 Op grond van de RRF-verordening moet de Europese Commissie (de Commissie) de plannen
beoordelen en, indien zij tot een positieve beoordeling komt, een voorstel doen voor
een uitvoeringsbesluit van de Raad. Met dat uitvoeringsbesluit wordt de beoordeling
van een plan goedgekeurd. Daarnaast worden in het uitvoeringsbesluit de hervormingen
en investeringen die een lidstaat zal ondernemen vastgelegd, inclusief de bijbehorende
mijlpalen en doelen, alsook de financiële bijdrage waarop de lidstaat aanspraak kan
maken. Het uitvoeringsbesluit vormt dus het juridische document waarmee de herstelplannen
van de lidstaten worden geformaliseerd. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid
over de uitvoeringsbesluiten en heeft hier op grond van de RRF-verordening in de regel
een maand de tijd voor vanaf het moment waarop de Commissie een voorstel heeft gedaan.
In de brieven van 12 januari en 3 mei jl. is aangegeven dat uw Kamer een kabinetsappreciatie
zal ontvangen zodra de Commissie een voorstel doet voor de uitvoeringsbesluiten. Dat
zal in tranches gebeuren, in gelijke tred met de publicatie van voorstellen door de
Commissie. Uw Kamer ontving reeds kabinetsappreciaties van de eerste 19 uitvoeringsbesluiten.
Dit gebeurde in vijf tranches, op 30 juni, 7 juli, 21 juli, 30 augustus en 30 september.5 De Raad heeft hiermee inmiddels formeel ingestemd.
De gepubliceerde voorstellen bestaan uit een uitvoeringsbesluit dat de toetsing aan
de voorwaarden beschrijft met een uitgebreide annex die de mijlpalen en doelen, streefdata
en de daaraan gekoppelde uitbetalingen vastlegt. Daarnaast heeft de Commissie werkdocumenten
opgesteld, waarin de beoordeling van de plannen nader wordt toegelicht. Al deze documenten
kunnen worden gevonden op de website van de Europese Commissie.6 Eventuele vertrouwelijke achtergronddocumenten zijn ter inzage beschikbaar, zoals
aangegeven in de brief van 31 mei jl.7
Aan het opstellen van deze documenten ging een intensieve dialoog vooraf tussen de
betrokken lidstaat en de Commissie, waarbij de laatste erop toezag dat de ingediende
plannen zouden voldoen aan de criteria uit de RRF-verordening. Zoals aangegeven in
de brief van 3 mei jl. zijn deze criteria talrijk:
• Een plan moet een bijdrage leveren aan elk van zes pilaren8.
• Een plan moet bijdragen aan de doeltreffende aanpak van alle of een significant deel
van de uitdagingen die zijn vastgesteld in de landspecifieke aanbevelingen van 2019
en 2020 in het kader van het Europees Semester.
• Een plan moet het groeipotentieel en de economische, sociale en institutionele veerkracht
versterken en de werkgelegenheid stimuleren.
• Maatregelen in het plan mogen geen (significante) afbreuk doen aan de Europese klimaat-
en duurzaamheidseisen, het zogenaamde do no signficant harm (DNSH) principe.
• Tenminste 37% van de middelen uit een plan moet worden besteed aan de klimaattransitie
en tenminste 20% aan de digitale transitie.
• De maatregelen die in het plan zijn opgenomen dienen een structureel effect te sorteren
voor de betrokken lidstaat.
• Lidstaten moeten toelichten hoe de maatregelen in het plan zullen bijdragen aan gendergelijkheid
en gelijke kansen voor iedereen.
• Lidstaten moeten regelingen treffen voor een doeltreffende monitoring en uitvoering
van de plannen, waaronder het opstellen van mijlpalen en doelen en een tijdschema
voor de implementatie van hervormingen en investeringen tot uiterlijk eind augustus
2026.
• Lidstaten moeten in hun herstelplannen een redelijke en aannemelijke onderbouwing
geven van de totale geraamde kosten.
• Lidstaten dienen maatregelen te treffen om corruptie, fraude en belangenverstrengeling
te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.
• De hervormingen en investeringen moeten coherente acties vormen, waarbij maatregelen
elkaar versterken en complementair zijn.
• Tot slot moet een lidstaat die een lening aanvraagt, in aanvulling op het subsidiedeel,
voldoen aan de daarvoor gestelde criteria, in het bijzonder het ondernemen van aanvullende
hervormingen en investeringen.
Voor de kabinetsappreciatie van de voorgestelde uitvoeringsbesluiten van de Raad is
de vraag leidend of de Commissie de criteria uit de RRF-verordening zoals hierboven
weergegeven goed heeft getoetst. De kabinetsappreciatie concentreert zich daarbij
op de Commissiebeoordeling van de aansluiting van het plan op de landspecifieke aanbevelingen.
Voor het kabinet is het belangrijk dat RRF-middelen conditioneel zijn aan structuurversterkende
hervormingen, waarvan de belangrijkste worden benoemd in de landspecifieke aanbevelingen.
Daarnaast concentreert de kabinetsappreciatie zich op de vraag of de mijlpalen en
doelen goed geformuleerd zijn. Deze mijlpalen en doelen zijn immers leidend bij het
beoordelen of de implementatie van het plan voldoende is om te kunnen overgaan tot
uitbetalingen. Tot slot gaat de kabinetsappreciatie ook in op de beoordeling door
de Commissie van de maatregelen die de lidstaat treft om corruptie, fraude en belangenverstrengeling
te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.
Met een goedgekeurd uitvoeringsbesluit wordt groen licht gegeven voor het verstrekken
van voorfinanciering aan een lidstaat ter grootte van 13% van de omvang van een plan.
De verdere uitbetaling van middelen vindt plaats zodra een lidstaat mijlpalen en doelen
heeft gehaald. Uw Kamer is in een brief van 17 september geïnformeerd over de implementatiefase
van de RRF en de wijze waarop het kabinet voornemens is om uw Kamer hierover te informeren.9
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
S.A. Blok
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat