Brief regering : Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid
33 009 Innovatiebeleid
32 637
Bedrijfslevenbeleid
Nr. 102
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 oktober 2021
Met deze brief informeer ik u graag over het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid.
Waarom innovatie een bergopwaartse strijd kan zijn, maar wel de moeite waard is
Tussen Oostenrijk en Italië bevindt zich een sectie van de Alpen, dat de Semmering
wordt genoemd. Een onmogelijk steil en hoog deel van de bergen met grote hoogteverschillen
en scherpe bochten.
In 1848 wilde de Oostenrijkse regering hier een treinverbinding aanleggen om Wenen
en Venetië direct met elkaar te verbinden. Dit zou handel en toerisme tussen de twee
steden aanzienlijk sneller en goedkoper maken. Op dat moment was er nog weinig ervaring
met spoorbouw onder deze uitdagende omstandigheden. Sterker nog, het spoor werd aangelegd
voordat er een trein bestond die de reis kon afleggen. Dit leidde tot de Semmering
trials, waarbij de Oostenrijkse regering een wedstrijd uitschreef. Bedrijven in Europa
werden opgeroepen om een locomotief te ontwerpen die sterk genoeg zou zijn om een
trein door de steile Semmering te trekken.
Hoewel de wedstrijd niet direct de juiste trein opleverde, leidde de Semmering Trials
wel tot een reeks patenten en innovaties die beslissend bleken voor de verdere ontwikkeling
van spoorbouw en locomotiefontwerp.
Samen op de grillige weg naar boven
Dit voorbeeld illustreert precies wat we met Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid
(MTIB) op een veel grotere schaal willen bereiken. De overheid die het bedrijfsleven,
wetenschap, maatschappelijke organisaties en nieuwe spelers uitdaagt met concrete,
ambitieuze uitdagingen waar nog geen oplossing voor bestaat, maar waar wel vraag naar
is.
Denk bijvoorbeeld aan vraagstukken als: hoe blijft zorg betaalbaar en toegankelijk
voor iedereen? Wat kunnen we doen tegen klimaatverandering? Hoe zetten we afval om
in waardevolle grondstoffen? En hoe blijven we dreigingen tegen onze veiligheid voor?
Met dit soort uitdagingen richt Nederland zich op 2030, 2050 en verder.
Het werken aan oplossingen voor deze vraagstukken is kostbaar en tijdrovend. Er zijn
veel mensen, technologie, investeringen, lef en vooral ook doorzettingsvermogen nodig
om dit soort grote uitdagingen aan te pakken. Het vraagt om samenwerking tussen onze
universiteiten, instellingen voor toegepast onderzoek, bedrijven die nieuwe kennis
toepassen, en overheden en andere publieke organisaties. We zoeken baanbrekende innovaties
om oplossingen te ontwikkelen met de nieuwste wetenschappelijke inzichten en sleuteltechnologieën,
maar alleen een goed idee is niet genoeg. Er ligt zelden een rechtstreekse weg van
de uitdaging naar de gedroomde oplossing. De weg van innovatie kan grillig, duur en
soms ook bezaaid zijn met omwegen naar een geheel andere bestemming. Het verloop van
de Semmering Trials laat dat goed zien. Het voorbeeld laat ook zien dat de overheid
een rol te spelen heeft door de voorwaarden te creëren, zodat het voor een bedrijf
ook aantrekkelijk is om het risico van innovatie aan te gaan.
Slim samenwerken en verbanden leggen
Het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid brengt de samenwerking tussen publieke
en private partijen tot stand. Gezamenlijk zetten zij zich in voor 25 missies op de
maatschappelijke thema’s: Energietransitie & Duurzaamheid; Gezondheid & Zorg; Landbouw,
Water, Voedsel en Veiligheid. Dit doen zij met een gezamenlijke jaarlijkse inzet van
€ 4,9 miljard.
We moeten het in Nederland niet zozeer hebben van een rijkdom aan grondstoffen of
goedkope arbeid, maar we zijn wel heel sterk in samenwerken, het zien van economische
kansen en het leggen van slimme verbanden. Ook als die samenwerking voor commercieel
succes buiten de eigen sector of over de landgrens gezocht moet worden. Daarmee onderscheiden
we ons van andere landen en hebben we een competitief voordeel.
Sinds 2019 heeft de samenwerking vanuit de topsectoren tussen bedrijfsleven, wetenschap
en overheid vorm gekregen in het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid. Met
deze aanpak bouwen we voort op 10 jaar publiek-private samenwerking in de topsectoren.
Het beleid dat tijdens de financiële crisis voortkwam uit de noodzaak zorgvuldig met
kostbare R&D-middelen om te gaan, heeft in de jaren daarna geresulteerd in sterke
netwerken.
Zo heeft Nederland met RegmedXB een topinstituut voor regeneratieve geneeskunde. Universiteiten,
bedrijven, overheden uit binnen- en buitenland, maar ook maatschappelijke organisaties
zoals de Nierstichting en het Diabetesfonds, bundelen hier hun krachten. Zij werken
samen aan de ambitieuze doelstelling om miljoenen mensen met chronische ziekten wereldwijd
uitzicht op herstel te bieden. Nederland is nu al één van de voorlopers op dit gebied.
Ook tijdens de coronacrisis werd de waarde van de sterke publiek-private netwerken
van het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid duidelijk. Partijen kenden
elkaar en konden snel schakelen om persoonlijke beschermingsmiddelen en beademingsapparatuur
op grote schaal in Nederland te produceren. Een team van logistieke specialisten uit
het bedrijfsleven, universiteiten en kennisinstellingen heeft verbeteringen doorgevoerd
in de planning en logistieke processen van het vaccinatieprogramma. In een samenwerking
tussen onder andere TNO, de GGD en het RIVM werd de coronasneltest (LAMP), die in
1 uur een uitslag geeft, ontwikkeld en op landelijke schaal ingevoerd. Juist nu is
innovatie belangrijk, niet alleen bij de versnelde ontwikkeling van vaccinaties, maar
ook voor het herstel uit de crisis en de economie op de lange termijn.
Missiegericht innoveren
Bij missiegericht innoveren ligt de nadruk op meer dan alleen technologieontwikkeling.
Het gaat ook om gedrag, regelgeving en betaalbaarheid, met oog voor de eindgebruiker.
Bedrijven, wetenschappers, de overheid en zoveel mogelijk nieuwe uitdagers werken
daarvoor samen in publiek-private consortia. Consortia die snappen dat vernieuwing
veel van mensen vraagt, en daarom inzien dat uitdagingen van verschillende kanten
benaderd moeten worden. De aanpak die Nederland hierbij kiest is uniek, maar niet
vanzelfsprekend of gemakkelijk.
De samenwerking tussen bedrijfsleven, wetenschap en overheid ligt Nederland goed.
De Nederlandse aanpak wordt door de OESO gewaardeerd als «among the most ambitious
mission-oriented strategic frameworks», vooral omdat het economische sectoren en maatschappelijke
missies bijeen brengt in een gezamenlijke programmering en uitvoering van onderzoek
en innovatie.1 De missies sluiten nauw aan bij internationale prioriteiten zoals de Sustainable
Development Goals, en komen terug in Europese programma’s, zoals Horizon Europe. De
netwerken die worden gevormd door missiegedreven innovatiesamenwerking kunnen daarom
optimaal inspelen op de kansen die geboden worden door deze programma’s.
Om succesvol te zijn, moeten we op alle niveaus, op precies het juiste moment in beweging
komen en hoort mislukking net zo goed bij het proces als succes. Waarom leggen we
de lat dan zo hoog? Omdat degene die als eerste, de beste en meest praktische innovaties
en sleuteltechnologieën voor grote maatschappelijke problemen heeft, een wereldmarkt
aan mogelijkheden kan aanboren. In tijden waarin kennis en innovatie ook internationaal
een steeds grotere rol speelt – en technologische voorsprong kwetsbaar is om te behouden
– is gericht investeren in onze kenniseconomie des te belangrijker. Het mes snijdt
wat dat betreft aan twee kanten.
Bij dat alles moeten we in ogenschouw houden dat de resultaten van het Missiegedreven
Topsectoren- en Innovatiebeleid pas op termijn zichtbaar zullen worden. De missies
hebben immers een horizon van tien jaar of langer.
Met deze brief en bijlage2 informeer ik u graag over de stand van zaken en de geboekte voortgang van het missiegedreven
topsectoren- en innovatiebeleid in de afgelopen jaren. Ik ga ook in op het perspectief
voor de komende tijd. Ik doe dat met de terughoudendheid die past bij een demissionair
kabinet, maar met groot vertrouwen in de aanpak en met de urgentie die nodig is bij
de maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
S.A. Blok
Indieners
-
Indiener
S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat