Brief regering : Toezegging gedaan tijdens het commissiedebat Verkeersveiligheid van 1 juni 2021, over versnelling procedures plaatsing flitspalen en inzet van geluidsflitspalen
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 961
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 oktober 2021
In het commissiedebat Verkeersveiligheid van 1 juni (Kamerstuk 29 398, nr. 942) heb ik toegezegd na de zomer in een brief nogmaals terug te komen op wat we concreet
nog meer kunnen doen om de verschillende procedures voor het plaatsen van flitspalen
sneller en efficiƫnter te laten verlopen. Tevens zou ik in deze brief terugkomen op
de mogelijkheden voor de inzet van zogenaamde geluidsflitspalen in de aanpak van geluidsoverlast
door motorvoertuigen. Met deze brief doe ik deze toezegging, mede namens de Minister
van Infrastructuur en Waterstaat, gestand.
Zoals uw Kamer bekend heb ik een brief van de G4 ontvangen over de plaatsing van flitspalen.
Omdat deze brief raakt aan mijn toezegging aan uw Kamer, doe ik uw Kamer een afschrift
van mijn reactie toekomen1.
Versnelling procedure plaatsing flitspalen
Het lid Grinwis (CU) heeft tijdens het debat gevraagd wat er gedaan wordt om flitspalen
sneller te laten plaatsen. Ik heb toen aangegeven dat de besluitvorming over de aanvraag
voor een flitspaal door het OM ongeveer 2 weken duurt en de vertraging dus veelal
zit in andere factoren. Zoals ook in de Kamerbrief van 20 mei jl.2 aangegeven zijn er veel partijen betrokken bij de plaatsing van een flitspaal en
spelen veel factoren een rol in de tijd die hiervoor nodig is. Voordat een flitspaal
geplaatst is en voor de handhaving gebruikt kan worden, moeten verschillende processen
worden doorlopen. Het gaat dan bijvoorbeeld over het regelen van de stroomvoorziening,
verschillende vergunningsaanvragen en het regelen van ontheffingen van de wegbeheerders.
Het OM zet zich in om een flitspaal zo spoedig mogelijk voor de handhaving in te kunnen
zetten. De wegbeheerder en netwerkbeheerders hebben hierin echter ook een belangrijke
rol en het OM heeft dus slechts beperkt invloed op het versnellen van de verschillende
procedures. Met name het regelen van de benodigde stroomvoorziening zorgt voor veel
vertraging, dit duurt vaak enkele maanden. Mijn ministerie zal daarom samen met het
Ministerie van IenW binnenkort in gesprek treden met de wegbeheerders om te bezien
welke bijdrage zij kunnen leveren om de verschillende procedures te versnellen en
om gezamenlijk te bezien hoe dit te bewerkstelligen bij de netwerkbeheerders.
Om de processen verder te versnellen wordt door het OM nu naast de verkeers-/beleidsverantwoordelijk
medewerker ook de uitvoeringsverantwoordelijke medewerker van de wegbeheerder in een
zo vroeg mogelijk stadium betrokken. Hierdoor kunnen verschillende voorbereidende
werkzaamheden sneller worden gepland en uitgevoerd en vergunningen sneller worden
verstrekt. Daarnaast wordt in het voortraject door het OM de toezegging van de wegbeheerder
gevraagd dat bestaande energievoorzieningen gebruikt mogen worden. Tot slot zal in
de aanbesteding voor de nieuwe flitspalen (de huidige palen moeten vervangen worden)
die volgend jaar van start gaat, aandacht gevraagd worden voor de snelheid waarmee
nieuwe palen geplaatst kunnen worden. Hoe sneller een leverancier een flitspaal kan
plaatsen, hoe meer palen hij toegewezen krijgt binnen het contract.
Geluidsflitspalen
Tijdens het commissiedebat op 1 juni heeft het lid Grinwis (CU) ook gevraagd naar
de inzet van flitspalen tegen geluidsoverlast door motorvoertuigen zoals die nu in
Rotterdam worden ontwikkeld. In juni heb ik hierover ook schriftelijke Kamervragen
van het lid Eerdmans (JA21) beantwoord3. Het gaat in Rotterdam echter (nog) niet om echte flitspalen, maar meer om geluidsmeters.
De apparatuur is nog niet geschikt om volledig automatisch mee te kunnen handhaven.
Daar waar de inzet van dergelijke innovatieve middelen de handhaving kan versterken,
is dat zeker wenselijk, omdat het kan leiden tot een efficiƫnte inzet van de handhavingscapaciteit.
Het is echter wel van belang dat de handhavingsmiddelen voldoende betrouwbaar zijn,
voldoen aan de eisen conform de regeling meetmiddelen politie en gecertificeerd zijn
door het NMi. In deze pilots wordt nagegaan welke technische en juridische belemmeringen
er zijn voor de inzet van geluidsflitspalen. Zo is het bijvoorbeeld niet goed vast
te stellen van welk voertuig het geconstateerde geluid afkomstig is. Dit komt onder
andere omdat er vaak ook sprake is van omgevingsgeluid. Dit maakt deze geluidsmeters
momenteel nog te onbetrouwbaar om volledig automatisch mee te kunnen handhaven en
hierdoor kunnen ze momenteel nog niet gecertificeerd worden om als handhavingsmiddel
gebruikt te mogen worden. Het is op dit moment niet duidelijk of dit in de toekomst
wel het geval zal zijn.
Wel kunnen deze geluidsmeters als een preselectiemiddel gebruikt worden. Indien hiermee
geconstateerd wordt dat op een bepaalde locatie de geluidsnormen vaak worden overschreden,
kan de beschikbare politiecapaciteit met name op deze locaties worden ingezet om hierop
te handhaven. De inzet van de politie voor de handhaving op geluidsoverlast wordt
lokaal in de driehoek bepaald.
Mocht er een paal ontwikkeld worden die voldoet aan alle technische eisen om hiermee
automatisch te kunnen handhaven op geluidsoverlast, dan is het ook nog de vraag bij
wie deze palen in het beheer moeten komen, of daarvoor nog een wetswijziging nodig
is met het oog op de benodigde gegevensuitwisseling, wie deze flitspalen zal gaan
bekostigen en of hiervoor geld beschikbaar is. Aangezien het hier gaat om overlast
en niet om verkeersveiligheid, kan dit niet uit het verkeershandhavingsbudget van
het OM worden betaald. Het gaat bij geluidsoverlast voorts veelal om een beperkte
groep overtreders. Een dadergerichte aanpak werkt hierbij over het algemeen goed.
Deze bestaat uit meer elementen dan het opleggen van een boete, al dan niet met behulp
van een flitspaal.
Tot slot werkt mijn collega van Infrastructuur en Waterstaat op dit moment aan een
vervolgaanpak op basis van het World Health Organization (WHO)-advies over de effecten
van omgevingsgeluid.4 In dit kader worden door TNO ook beleidsopties bezien om de geluidoverlast door motorvoertuigen,
specifiek gemotoriseerde tweewielers, te reduceren.
De Minister van Justitie en Veiligheid
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid