Brief regering : Halfjaarverantwoording 2021 NS en ProRail
29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan
Nr. 946
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 oktober 2021
Met deze brief stuur ik u de halfjaarrapportages 2021 van NS en ProRail toe1. Hiermee informeer ik uw Kamer over hun prestaties in de eerste helft van 2021.
Tevens ga ik in op de herijking van de prestatie-indicatoren van ProRail.
Halfjaarrapportages NS en ProRail
Conform de concessie-afspraken hebben NS en ProRail mij recent geïnformeerd over hun
prestaties over de eerste helft van 2021. In de halfjaarrapportages geven NS en ProRail
een tussentijds beeld van de uitvoering van het vervoer- en het beheerplan voor 2021
en van hun operationele prestaties. Een formeel oordeel over de prestaties vorm ik
zoals gebruikelijk pas naar aanleiding van de jaarverantwoordingen van NS en ProRail,
als de prestaties over het hele jaar bekend zijn.
Het eerste halfjaar van 2021 kenmerkte zich net als dat van 2020 in belangrijke mate
door de gevolgen van het coronavirus. NS en ProRail hebben in deze periode, tezamen
met andere sectorpartijen, aannemers, reizigersorganisaties en decentrale overheden,
een belangrijke bijdrage geleverd aan het betrouwbaar en op veilige wijze vervoeren
van reizigers en van goederen op het spoor.
Prestaties NS
In de eerste helft van 2021 was sprake van lage reizigersaantallen door de aanhoudende
impact van het coronavirus. De eerste maanden van dit jaar reed NS circa 90% van de
dienstregeling. Vanaf begin mei heeft NS de dienstregeling, in het licht van het groeiend
aantal reizigers stapsgewijs opgeschaald tot circa 98% halverwege juni. Inmiddels
rijdt NS weer de volledige reguliere dienstregeling.
De lage reizigersaantallen door het coronavirus hebben een grote impact op de financiële
situatie van NS. Mijn ambtsvoorganger heeft NS daarom in 2020 en 2021 een beschikbaarheidsvergoeding
ter beschikking gesteld van circa € 800 miljoen per jaar en deze beschikbaarheidsvergoeding
onlangs verlengd tot september 20222. Naast NS ontvingen ook de stad- en streekvervoerders via de decentrale overheden
een beschikbaarheidsvergoeding van IenW, van in totaal circa € 500 miljoen per jaar.
De prestatie-indicatoren zoals deze zijn vastgelegd in de vervoerconcessie en de hierop
overeengekomen jaarlijks geldende bodemwaarden en streefwaarden voor 2024, zijn gebaseerd
op de reguliere bedrijfsvoering en reizigersaantallen. De prestaties van NS over het
eerste halfjaar van 2021 zijn onder afwijkende omstandigheden tot stand gekomen en
daardoor minder goed te vergelijken met de periode voor het coronavirus. NS heeft
in het eerste halfjaar op alle prestatie-indicatoren waarvoor cijfers beschikbaar
zijn, boven de bodemwaarde gepresteerd. Zo was de zitplaatskans in de spits op het
hoofdrailnet 99,9% en daarmee hoger dan de bodemwaarde van 94,0% en de streefwaarde
van 95,6%. Ook de betrouwbaarheid was bijvoorbeeld goed: de reizigerspunctualiteit
(5 minuten) op het hoofdrailnet was 95,2% ten opzichte van een bodemwaarde van 88,9%
en een streefwaarde van 91,5%.
NS voldeed aan alle concessieverplichtingen, op één uitzondering na. NS reed nog niet
alle in de concessie afgesproken internationale frequenties. Zoals eerder aangegeven
ga ik hier pragmatisch mee om als het niet naleven van de verplichting aantoonbaar
het gevolg is van het coronavirus3. Inmiddels voldoet NS op de route Amsterdam-Parijs (Gare du Nord) weer aan de concessieverplichting
van gemiddeld negen treinen per richting per werkdag. De bestemming Marne la Vallée
wordt voorlopig nog niet bediend. De vervoersvraag op deze route blijft als gevolg
van het coronavirus nog achter volgens NS en Thalys. De ontwikkeling van de marktvraag
wordt nauwgezet gemonitord door NS en Thalys. De verwachting is dat deze route in
het voorjaar van 2022 in de weekenden weer zal worden opgestart. De route Amsterdam-Londen
wordt op dit moment één keer per dag bediend door Eurostar. In de vervoerconcessie
is een frequentie van twee treinen per richting per dag afgesproken. Eurostar heeft
inmiddels aangekondigd vanaf 22 oktober de tweede frequentie weer uit te voeren.
In de eerste helft van 2021 is het niet mogelijk geweest om enquêtes in de trein af
te nemen ten behoeve van de OV-Klantenbarometer. Als gevolg daarvan bevat de halfjaarverantwoording
van NS geen cijfers voor de prestatie-indicatoren Algemeen klantoordeel HRN, Algemeen
klantoordeel HSL en Klantoordeel sociale veiligheid. De enquêtes voor OV-Klantenbarometer worden naar verwachting in het vierde kwartaal van 2021 hervat. Vanaf dat
moment zal NS hierover weer in haar verantwoording rapporteren.
Het zware winterweer van 7 februari 2021 en het aanhoudende winterweer in de daaropvolgende
dagen hebben voor veel verstoringen op het spoor gezorgd, met grote hinder voor reizigers
en verladers tot gevolg. NS en ProRail hebben naar aanleiding hiervan een gezamenlijke
evaluatie uitgevoerd. Hierover is uw Kamer op 30 juni jl. geïnformeerd4. ProRail en NS geven momenteel opvolging aan de in deze evaluatie geïdentificeerde
verbetermaatregelen. Zoals reeds toegezegd informeer ik uw Kamer voor het einde van
dit jaar over de voortgang.
In de brief van 26 mei jl. over de jaarverantwoording NS en ProRail 20205 is uw Kamer geïnformeerd over het door NS uit de dienstregeling halen van DDZ treinstellen
vanwege onrustig rijgedrag (trillingen) van deze treinen bij hoge snelheden. Daarbij
is aangeven dat NS een onderzoek heeft ingesteld naar de oorzaken en gevolgen, waaronder
de benodigde aanpassingen in het remsysteem van dit materieel. NS verwacht dat het
rapport in november wordt afgerond. Zoals toegezegd zal uw Kamer na ontvangst van
het rapport hierover nader worden geïnformeerd.
Graag breng ik een aantal vernieuwingen en verbeteringen die NS in de eerste helft
van 2021 heeft doorgevoerd onder de aandacht. Zo introduceerde NS de NightJet, een
nieuwe dagelijkse treinverbinding tussen Nederland en Oostenrijk, die een duurzaam
alternatief is voor de auto en het vliegtuig. Ook werkte NS aan verschillende verbeteringen
in de dienstregeling, waaronder de frequentieverhoging op het traject Rotterdam-Schiphol-Arnhem
per dienstregeling 2022. Voor haar «circulaire treinmodernisering» won NS de «Circulaire
Award 2021». Op dit moment krijgt al 99% van de onderdelen van een oude trein een
tweede leven.
Prestaties ProRail
De afgeschaalde dienstregeling in de eerste helft van 2021 heeft effect gehad op de
inkomsten van ProRail uit de gebruiksvergoeding. Deze lagen ca. € 27 miljoen lager
dan bij een volledig dienstregeling het geval zou zijn geweest. De coronamaatregelen
zorgden ook voor een extra druk op de capaciteit van de verkeersleidingposten, omdat
medewerkers met milde klachten niet kunnen werken in afwachting van een coronatest.
Dit komt bovenop de structurele bezettingsproblematiek waarover ik uw Kamer op 3 september
2021 geïnformeerd heb6.
De operationele prestaties van ProRail in het eerste halfjaar van 2021 waren over
het algemeen goed t.o.v. de gestelde bodem- en streefwaarden, met uitzondering van
«geleverde treinpaden reizigers», welke onder de bodemwaarde uitkwam. De prestaties
voor deze indicator werden sterk beïnvloed door een aantal situaties waarin het spoor
niet beschikbaar was voor het rijden van treinen. ProRail licht toe dat de grote impact
op deze indicator voornamelijk voortkwam uit: winterweer in februari7, een werkonderbreking op woensdagochtend 28 april i.v.m. cao-onderhandelingen en
de telefoniestoring op 31 mei jl.8. De verwachting van ProRail is dat over het gehele jaar de bodemwaarde gerealiseerd
zal worden. Ik verwacht van ProRail dat zij zich daar volledig voor inzet.
In het afgelopen halfjaar heeft ProRail ook diverse mijlpalen bewerkstelligd. ProRail
blijft zich bijvoorbeeld volop bezighouden met de verduurzaming van hun locaties en
werkzaamheden, wat zich uit in projecten rond stations en samenwerkingen met stakeholders.
Zo is in Zwolle de innovatieve, groene en klimaatbestendige fietsenstalling geopend
die ruimte biedt aan 5.800 fietsen en is ProRail opnieuw gecertificeerd op niveau
5 van de CO2-prestatieladder. Verder is er een nieuwe database ontwikkeld waarin alle veiligheidsinformatie
in één systeem samengebracht is. Dit heeft ervoor gezorgd dat de meest actuele informatie
over veiligheidsincidenten, veiligheidsinspecties en -audits en de status daarvan
nu centraal beschikbaar is voor werknemers van ProRail. In relatie tot veiligheid
werkt ProRail met het programma Veiligheidshart er verder ook hard aan om weer terug
te komen op trede 4 van de veiligheidsladder. De insteek van dit programma is om de
veiligheidscultuur van de organisatie te bevorderen. Daarnaast zijn de voorbereidingen
op de testfase van de tienminutentreinen Rotterdam-Den Haag-Schiphol en Schiphol-Arnhem
afgerond, om de invoering met ingang van de dienstregeling 2022 goed voor te bereiden
(deze wordt in december 2021 ingevoerd). In samenwerking met NS is deze testfase op
8 september jl. succesvol van start gegaan, waarbij gedurende veertien weken elke
woensdag zesmaal per uur treinen zullen rijden op deze trajecten. Tevens zijn in het
afgelopen halfjaar verschillende station- en spoorprojecten afgerond, zoals het openstellen
van de Waalhaven voor gevaarlijke stoffen per 1 april jl. en de spooruitbreiding Zwolle-Herfte,
waardoor sinds 6 september de sprinter Leeuwarden-Meppel door kan rijden naar Zwolle.
Herijking prestatie-indicatoren ProRail
Vorig jaar heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer geïnformeerd over een tussentijdse
bijstelling van de bodem- en streefwaarden van de prestatie-indicatoren van ProRail,
in afwachting van een toen lopende herijking van de prestatie-indicatoren van ProRail9. Deze herijking is nu bijna afgerond en is ten eerste bedoeld om na te gaan hoe de
set aan prestatie-indicatoren breder kan aansluiten op de prestatiegebieden van ProRail
en ten tweede om geactualiseerde bodem- en streefwaarden voor de periode 2022 t/m
2024 (einde concessieperiode) vast te stellen. De herijking heeft diverse voorgenomen
wijzigingen in prestatie- en informatie-indicatoren opgeleverd die nu in consultatie
zijn bij de consumentenorganisaties in het Locov en overige gerechtigden en belanghebbenden
in de spoorsector. Parallel hieraan vindt een externe audit plaats op gewijzigde prestatie-indicatoren
en hun geactualiseerde bodem- en streefwaarden. De consultatie en audit lopen tot
medio oktober, waarna ik mede op basis van de uitkomsten een definitief besluit over
de wijzigingen zal nemen. Hieronder schets ik kort de belangrijkste voorgenomen wijzigingen
die uit de herijking volgen.
De prestatie-indicatoren die het klantoordeel van reizigers- en goederenvoerders meten
blijven behouden. Wel wordt de sturing daarop zowel binnen ProRail als in de relatie
met IenW beter verankerd, zodat er meer aandacht komt voor onderliggende resultaten,
eventuele verbeteracties en de opvolging daarvan. De sturing op de betrouwbaarheid
van regionale treinseries wordt verbeterd door niet alleen de treinpunctualiteit,
maar ook de uitval en vervangende treinen mee te laten tellen. Hierdoor komt de sturing
op regionale series meer in lijn met de sturing op de betrouwbaarheid van het hoofdrailnet.
De prestatie-indicator «geleverde treinpaden» wordt vanaf volgend jaar verder gevolgd
als informatie-indicator, omdat de sturing op beschikbaarheid voor het reizigersvervoer
voldoende plaatsvindt via de prestatie-indicatoren voor reizigerspunctualiteit (drie
gezamenlijke prestatie-indicatoren met NS voor het hoofdrailnet), de eerdergenoemde
betrouwbaarheid van regionale series en de prestatie-indicator impactvolle verstoringen
(die ongewijzigd blijft).
Ook de prestatie-indicator transitotijd goederenvervoer wordt vanaf volgend jaar verder
gevolgd als informatie-indicator. Zoals mede bleek uit het rapport van Crisislab over
het ontstaan van infraknelpunten in de Rotterdamse haven10, geeft de transitotijd geen volledig en daarmee een te positief beeld van de betrouwbaarheid
zoals het goederenvervoer die in de praktijk ervaart. Een betere indicator, die voldoende
betrouwbaar gemeten kan worden om als prestatie-indicator te fungeren blijkt niet
op korte termijn maakbaar. Om de prestaties van de infrastructuur voor het goederenvervoer
goed te volgen wordt een uitgebreid dashboard met informatie-indicatoren ingericht.
Parallel daaraan blijft ProRail werken aan het op orde brengen van de infrastructuur
voor het goederenvervoer in de Rotterdamse haven. Het ProRail-interne programma «Infra
op orde» wordt daartoe uiterlijk per 1 januari 2022 omgevormd tot een verbeterprogramma
onder de beheerconcessie, waardoor de betrokkenheid en sturing van het Ministerie
van Infrastructuur en Waterstaat nadrukkelijker tot zijn recht komt. Het hiervoor
genoemde dashboard is één van de verbetermaatregelen in het programma. Uit het dashboard
zullen op een nader te bepalen moment en in overleg met de goederensector één of meer
indicatoren worden «aangezet» als prestatie-indicator. Vooralsnog ga ik daarbij uit
van 1 januari 2024, in lijn met de beoogde einddatum voor het verbeterprogramma onder
de beheerconcessie.
De ambitie van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en ProRail is om op
termijn één of meerdere prestatie-indicatoren op het gebied van duurzaamheid aan de
set van prestatie-indicatoren toe te voegen. Op dit moment is dat nog niet mogelijk
vanwege beschikbaarheid en betrouwbaarheid van data in samenhang met de vraag welke
indicator(en) in de praktijk het meest tot de gewenste sturing leiden en wat daarvoor
goede bodem- en streefwaarden zouden zijn. Om de benodigde ontwikkelstappen te zetten
en ervaring op te gaan doen, worden per 1 januari 2022 diverse informatie-indicatoren
op het gebied van duurzaamheid geïntroduceerd om daarmee proef te draaien. In 2023
wordt op basis daarvan geëvalueerd welke indicator(en) geschikt zijn – of met een
doorontwikkeling geschikt te maken – voor prestatiesturing.
Bij de aanbieding van het beheerplan 2022–2023 van ProRail eind dit jaar, zal ik uw
Kamer over de definitieve uitkomsten van de herijking informeren.
Tot slot
De eerste zes maanden van dit jaar stonden voor een belangrijk deel in het teken van
corona. Het is NS en ProRail gelukt om ondanks corona de reiziger en verlader in die
periode goed te bedienen. Dit is van toenemend belang voor de samenleving die steeds
meer opengaat en gebruik gaat maken van het OV. Niettemin, de beschikbaarheid van
het spoor stond het afgelopen half jaar op sommige momenten ook onder druk, bijvoorbeeld
als gevolg van het winterweer. Daarom verwacht ik van NS en ProRail continue aandacht
voor het op peil houden, en waar nodig verbeteren van prestaties, onder alle omstandigheden.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S.P.R.A. van Weyenberg
Indieners
-
Indiener
S.P.R.A. van Weyenberg, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat