Brief regering : WODC-onderzoeksrapporten: ‘Evaluatie ANPR-wetgeving 126jj Wetboek van Strafvordering: De wet ‘vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie’ geëvalueerd’, en de ‘Tweede monitorronde evaluatie ANPR-wetgeving 126jj Wetboek van Strafvordering: De wet ‘vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie’ twee jaar in werking’
33 542 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van het vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie
Nr. 45
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 oktober 2021
Hierbij bied ik u aan de WODC-onderzoeksrapporten «Evaluatie ANPR-wetgeving 126jj Wetboek van Strafvordering: De wet «vastleggen en
bewaren van kentekengegevens door de politie» geëvalueerd», en de «Tweede monitorronde evaluatie ANPR-wetgeving 126jj Wetboek van Strafvordering: De
wet «vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie» twee jaar in werking»
1.
Op 1 januari 2019 is de Wet van 22 november 2017 tot wijziging van het Wetboek van
Strafvordering in verband met de regeling van het vastleggen en bewaren van kentekengegevens
door de politie in werking getreden. Op basis van het daarbij ingevoerde artikel 126jj
van het Wetboek van Strafvordering (hierna artikel 126jj Sv) is het voor opsporingsambtenaren
van de politie en Koninklijke marechaussee mogelijk om door middel van daarvoor aangewezen
camera’s kentekengegevens van passerende voertuigen vast te leggen voor een periode
van 28 dagen. Deze kentekengegevens kunnen op bevel daartoe door de officier van justitie
gedurende deze periode worden geraadpleegd ten behoeve van de opsporing van een misdrijf
als omschreven in artikel 67, eerste lid, Sv. Tevens kunnen de kentekengegevens worden
geraadpleegd voor de aanhouding van een voortvluchtige persoon als bedoeld in artikel
564 Sv.
De wet bevat een horizon- en evaluatiebepaling. De bevoegdheid is in beginsel voor
drie jaar van kracht en zal per 1 januari 2022 vervallen, tenzij bij koninklijk besluit
anders wordt besloten.
Voorafgaand aan deze wetsevaluatie, heeft het WODC op mijn verzoek twee monitorrondes
uitgevoerd naar de wijze waarop in de opsporing gebruik wordt gemaakt van kentekengegevens
die op basis van voornoemde wet zijn vastgelegd, en welke rol deze kentekengegevens
in de opsporing hebben gespeeld.
Op basis van de wetsevaluatie en beide monitors zal de regering een besluit nemen
over de voortzetting van de bevoegdheid van artikel 126jj Sv.
Indien wordt besloten tot het permanent maken van de bevoegdheid zal een ontwerp van
een koninklijk besluit daartoe uiterlijk in november dit kalenderjaar worden voorgehangen
bij beide Kamers der Staten-Generaal.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid