Brief regering : Beleidsreactie op het inspectierapport Gomarus
31 289 Voortgezet Onderwijs
Nr. 482
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 september 2021
De Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) heeft tussen 9 en 14 april 2021
op verzoek van de Gomarus Scholengemeenschap (hierna: Gomarus) onderzoek gedaan naar
het bestuurlijk handelen op Gomarus, op de vestigingen te Gorinchem en Zaltbommel.
Aanleiding voor het onderzoek waren de gebeurtenissen zoals beschreven in het NRC-artikel:
«School duwt kinderen ongevraagd uit de kast.».1 Zoals reeds toegezegd, ontvangt u bij dezen het rapport2, de beleidsreactie en informeer ik u over het vervolgtraject.3
Alvorens ik inga op de conclusies van het rapport wil ik benadrukken dat ik veel bewondering
heb voor de voormalig leerlingen die het betreft. Ik ben met een aantal van hen in
gesprek, en ben geraakt door hun ervaringen. Het vergt moed om in de openbaarheid
te treden met een persoonlijk verhaal over dergelijke traumatische ervaringen. Zij
hebben hiermee laten zien hoe lastig het is om als lhbti-leerling op te groeien in
een omgeving waar jouw genderidentiteit en seksuele oriëntatie niet altijd geaccepteerd
worden. Hun openheid en vasthoudendheid hebben er ook toe geleid dat er gedegen onderzoek
is gedaan en dat er maatregelen worden genomen. Dat kan niet goedmaken wat hen is
overkomen, maar het helpt wel om te voorkomen dat andere leerlingen in de toekomst
iets vergelijkbaars mee moeten maken.
Bevindingen, herstelopdrachten en aangifte
De inspectie heeft onderzoek gedaan op basis van artikel 15 van de Wet op het Onderwijstoezicht
(WOT). Centraal element in het onderzoek is de (sociale) veiligheidssituatie en gelijkwaardigheid
van de leerlingen op Gomarus, in het bijzonder die van leerlingen die vragen hebben
over hun seksuele oriëntatie en identiteit. De inspectie constateert serieuze tekortkomingen
op dit gebied. De scholengemeenschap heeft onvoldoende oog voor de veiligheid en gelijkwaardigheid
van leerlingen die in denken of doen afwijken van wat algemeen gangbaar is op Gomarus,
voornamelijk daar waar het lhbti-leerlingen betreft. Er zijn onvoldoende lessen getrokken
uit hetgeen zich in 2016 heeft voorgedaan.
De inspectie heeft op meerdere punten strijdigheid met wettelijke vereisten geconstateerd
en het bestuur herstelopdrachten gegeven voor:
• Het zorgdragen voor de psychische, fysieke en sociale veiligheid van alle leerlingen,
daar beleid op voeren en de veiligheid monitoren (art. 3b WVO).
• Het opstellen en uitvoeren van beleid voor de manier waarop het personeel bijdraagt
aan de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijskundig beleid (waaronder het veiligheidsbeleid)
en beleid over wat er pedagogisch-didactisch van het personeel wordt verwacht (art.
24 WVO, tweede en derde lid).
• Het ervoor zorgen en waarborgen dat alle leerlingen in de praktijk een aanbod krijgen
om voor alle kerndoelen de benodigde kennis, vaardigheden en houding te verwerven
(art 11c WVO).
Naast de geconstateerde strijdigheid met onderwijswetgeving heeft de inspectie op
basis van haar bevindingen een vermoeden van een strafbaar feit. Leerlingen worden
volgens haar ongelijk en nadelig behandeld op basis van hun seksuele oriëntatie. Daarom
heeft de Inspecteur Generaal namens de inspectie op 8 september 2021 aangifte gedaan.
Het Openbaar Ministerie heeft de aangifte momenteel in behandeling.
Onrechtmatige besteding van middelen
Tevens heeft de inspectie geconcludeerd dat er bekostiging onrechtmatig is besteed
bij de afwikkeling van een aansprakelijkheidsstelling in het kader van de gebeurtenissen
in 2016, zoals beschreven in het NRC-artikel. In 2019 heeft de school een vaststellingsovereenkomst
gesloten met een voormalig leerling. Het betrof een vergoeding van juridische kosten
en een tegemoetkoming. Hoewel het schoolbestuur bij de bestedingen van de rijksbijdrage
een grote mate van autonomie geniet, voldoet deze uitgave volgens de inspectie niet
aan de hiervoor geldende wettelijke eisen. Er is geen relatie tot een bekostigde activiteit
die verband houdt met de school, of het onderwijs dat op de school wordt gegeven.
Vervolg
Ik vind de bevindingen van de inspectie ernstig en zorgwekkend. Het kan niet zo zijn
dat er leerlingen zijn waarvoor de situatie op school ongelijkwaardig en onveilig
is. Er zal op meerdere punten een forse inspanning van het bestuur en de leraren moeten
volgen. Het is nu zaak om hier met alle betrokken zo snel mogelijk aan te werken.
De inspectie heeft een aantal herstelopdrachten geformuleerd en het bestuur van Gomarus
zal met een herstelplan moeten komen en deze op korte termijn uitvoeren. Herstelonderzoek
in januari 2022 moet uitwijzen of aan de herstelopdrachten is voldaan. Het bestuur
heeft erkend dat er fouten zijn gemaakt en aangegeven aan de slag te gaan met de herstelopdrachten.
De eerste veranderingen zijn al ingezet. Zo is de gewraakte passage in de leermiddelen
over homoseksualiteit verwijderd, zijn er intensieve gesprekken gevoerd met leerlingen,
personeel en ouders over de veiligheidssituatie op school en wordt er gewerkt aan
een nieuwe beleidsnotitie. Als desondanks bij het herstelonderzoek geconstateerd wordt
dat de aanpassingen onvoldoende zijn, zal de volgende stap worden genomen conform
het reguliere handhavingsinstrumentarium van de inspectie. Over de geconstateerde
onrechtmatigheid zal de inspectie met de school in gesprek gaan. Eventuele vervolgacties
vanuit de inspectie zullen worden afgestemd op de uitkomst van dit gesprek.
Elke leerling moet zich veilig, gelijkwaardig en vertrouwd voelen op school. Ik blijf
mij hier actief voor inspannen. Daar waar dit niet het geval is moeten leerlingen
de juiste ondersteuning krijgen en in vertrouwen hun verhaal kunnen doen. Indien scholen
de gelijkwaardigheid, vrijheid en (sociale) veiligheid van leerlingen onvoldoende
respecteren, zal worden ingegrepen. Ik blijf uw Kamer op de hoogte houden van mijn
inspanningen en zal u tevens blijven informeren over de ontwikkelingen op Gomarus.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media