Brief regering : Geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 21 september 2021
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2403 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 september 2021
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Algemene Zaken van 21 september
2021.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A.M. Kaag
GEANNOTEERDE AGENDA VAN DE RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 21 SEPTEMBER 2021
Op dinsdag 21 september 2021 vindt in Brussel een Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats.
Op de agenda1 van de Raad staande volgende onderwerpen: prioriteiten van het Sloveens EU-voorzitterschap,
de geannoteerde agenda van de Europese Raad van 21 en 22 oktober 2021, EU-coördinatie
COVID-19, EU-VK relaties, het Wetgevend Programma van de Commissie, inclusief het
Annual Foresight Report en de Letter of Intent, en de Conferentie over de Toekomst van Europa. De Minister van Buitenlandse Zaken
is verhinderd van deelname vanwege Prinsjesdag, de Nederlandse Permanent Vertegenwoordiger
bij de EU zal Nederland vertegenwoordigen tijdens deze Raad.
Prioriteiten Sloveens EU-voorzitterschap
Slovenië zal de vier pijlers van zijn voorzitterschapsprogramma2 toelichten.
1. De weerbaarheid, het herstel en de Strategische Autonomie van de Europese Unie:
Aangaande weerbaarheid zet het Sloveense voorzitterschap onder meer in op het anticiperen
en bezweren van crises zoals pandemieën. Het kabinet ondersteunt de aandacht voor
versterking van de weerbaarheid van de Unie. Het kabinet is daarom ook voorstander
van het versterken van de Europese samenwerking en coördinatie op toekomstige grensoverschrijdende
gezondheidsbedreigingen, waar dit meerwaarde heeft voor de gezondheid van de burgers
en om de impact op het vrij verkeer binnen de Unie te beperken.
Herstel ziet het voorzitterschap in het licht van de groene en digitale transitie.
Het voorzitterschap wil zich inzetten voor het behoud van de mondiale leiderschapspositie
van de EU op het gebied van de groene transitie en zal een start maken met de onderhandelingen
over het omvangrijke Fit-for-55-pakket. Het kabinet hecht groot belang aan dit pakket omdat het de implementatie
mogelijk maakt van het ambitieuze EU-broeikasgasemissiereductiedoel van ten minste
55% in 2030, dat eind vorig jaar is overeengekomen. Het kabinet zal uw Kamer via de
BNC-fiches schriftelijke appreciaties sturen van de voorstellen die de Commissie op
14 juli jl. presenteerde.3
Ten aanzien van Strategische Autonomie zet het voorzitterschap zich in voor de versterking
hiervan aangaande geneesmiddelen en medische goederen, industrie- en energiebeleid
en voedselvoorziening. Uiteindelijke doel is een EU die minder afhankelijk is van
externe spelers. Het kabinet verwelkomt het voornemen van het voorzitterschap om verder
te willen werken aan de strategische autonomie agenda van de EU. Voor het kabinet
staat de open strategische autonomie van de EU voor haar vermogen om als mondiale
speler, in samenwerking met internationale partners, op basis van eigen inzichten
en keuzes haar publieke belangen te borgen en weerbaar te zijn in een onderling verbonden
wereld. Het kabinet erkent het belang van het aanpakken van ongewenste afhankelijkheden
in genoemde sectoren en zal daarbij blijven wijzen op het belang van openheid en internationale
samenwerking.
2. Conferentie over de Toekomst van Europa:
Gedurende het voorzitterschap zullen er plenaire vergaderingen van de Conferentie
over de Toekomst van Europa plaatsvinden. Als lid van de Raad van Bestuur namens de
Raad is het Sloveens voorzitterschap mede verantwoordelijk voor de voorbereiding en
organisatie van deze plenaire vergaderingen. Het voorzitterschap heeft aangegeven
dat transparantie van de Conferentie een speerpunt is, onder anderen door de Raad
tijdig te informeren en te betrekken. Daarbij geeft het Sloveens voorzitterschap aan
dat het zich ervoor zal inzetten dat er in het debat in de Conferentie ruimte is voor
een veelheid aan verschillende meningen. Het kabinet deelt deze uitgangspunten, en
kan instemmen met de inzet van het Sloveens voorzitterschap.
3. Een Unie van de Europese manier van leven, de rechtsstaat en gelijke criteria voor
iedereen:
Binnen deze pijler richt het voorzitterschap zich op de Europese manier van leven
en hoe menselijke waardigheid, vrijheid en fundamentele rechten. Aangaande de fundamentele
waarden en principes van de EU, inclusief de rechtsstaat, wijst het voorzitterschap
op de gedeelde verantwoordelijkheid van de EU-instellingen en de lidstaten. Voor Nederland
zijn de fundamentele waarden van de Unie, die vastliggen in artikel 2 van het EU-oprichtingsverdrag,
niet onderhandelbaar. De centrale rol en objectieve expertise van de Europese Commissie
op dit terrein als hoedster van de verdragen is daarbij cruciaal. Nederland verwelkomt
in dat licht het voornemen van het Sloveens voorzitterschap om, in navolging van de
twee voorgaande voorzitterschappen, de algemene en landenspecifieke rechtsstatelijkheidsdialoog
op basis van het jaarlijkse Rechtsstaatrapport van de Europese Commissie te continueren.
Dat geldt eveneens voor het voornemen om de artikel 7-procedures tentatief te agenderen
voor de Raad Algemene Zaken van 14 december 2021.
4. Een geloofwaardige en veilige Europese Unie, in staat om te zorgen voor veiligheid
en stabiliteit in zijn buurtregio:
Onder deze pijler zet het voorzitterschap in op het bevorderen van de belangen en
uitdragen van de waarden van de EU in de wereld. Het zet daarbij in op strategische
allianties. Zo zegt het voorzitterschap de trans-Atlantische band alsook de relatie
met democratische landen in de Indo-Pacific te willen versterken. Het kabinet verwelkomt
die inzet. Vanwege toenemende geopolitieke spanningen is het van belang dat de EU
haar strategische allianties bestendigt en nieuwe allianties smeedt. Die allianties
zijn bovendien cruciaal om in de toekomst mondiale crises als pandemieën maar ook
de klimaatcrisis het hoofd te kunnen bieden.
Het voorzitterschap zal zich inzetten voor een volledige implementatie van het Schengen-acquis
en versterking van Schengen. In het verlengde hiervan wil het voorzitterschap bijdragen
aan een effectiever EU-migratiebeleid. Nederland kan beide initiatieven verwelkomen.
Het kabinet erkent al geruime tijd de noodzaak om het Schengengebied te versterken.
Prioriteiten voor het kabinet zijn daarom het versterken van de buitengrenzen, het
verbeteren van analyse en risico-gestuurde monitoring aan de binnengrenzen, het versterken
van de governance van het Schengengebied en het versterken van waarborgen in tijden van crisis. Voor
wat betreft migratie kan het kabinet het streven naar politieke overeenkomst tussen
solidariteit en verantwoordelijkheid ondersteunen.
Tot slot zal het voorzitterschap speciale aandacht besteden aan de Westelijke Balkan.
Zo zal er een top zijn in oktober van de EU met deze landen en zal het zich inzetten
voor het verder brengen van het uitbreidingsproces. Het kabinet steunt de intentie
van het voorzitterschap om aandacht te besteden aan de Westelijke Balkan. Samenwerking
met en tussen de Westelijke Balkan-landen op het gebied van rechtsstatelijkheid, stabiliteit,
economie, connectiviteit en klimaat is belangrijk voor de EU. Ook ondersteunt het
kabinet het EU-perspectief van de Westelijke Balkanlanden. Hierbij onderstreept het
kabinet het belang van een toetredingsproces gebaseerd op merites waarbij de rechtsstaat
centraal staat, conform de nieuwe uitbreidingsmethodologie.
Geannoteerde agenda Europese Raad 21 en 22 oktober
De Raad zal de geannoteerde agenda van de Europese Raad van 21 en 22 oktober bespreken.
Op de agenda staan COVID-19, digitalisering en voorbereiding van de toppen met het
Oostelijk Partnerschap en in het kader van de Aziatisch-Europese Vergadering (Asia-Europe Meeting (ASEM).4 De geannoteerde agenda is op moment van schrijven nog niet verschenen. De kabinetsinzet
inzake COVID-19-coördinatie staat hieronder separaat beschreven.
Met de agendering van digitalisering wordt opvolging gegeven aan de Europese Raad
van 25–26 maart 20215. Het kabinet verwelkomt deze agendering en het streven naar een Europees digitaal
decennium. Het kabinet ziet digitalisering als een centrale pijler in de EU in de
aanpak van maatschappelijke opgaven en onderstreept de kansen van digitalisering om
de economie en het concurrentievermogen in Europa te versterken, rekening houdend
met de risico’s en uitdagingen van digitalisering. Europa kan de toon zetten voor
de rest van de wereld door in te zetten op een digitale transitie gestoeld op innovatie,
vertrouwen en Europese waarden.
De Oostelijk Partnerschap-top zal plaatsvinden op 15 december in Brussel. Het kabinet
acht het Oostelijk Partnerschap een onverminderd waardevol instrument en blijft pleiten
voor voldoende aandacht voor goed bestuur, rechtsstaatontwikkeling, mensenrechten
en vergroening, waarbij conditionaliteit een leidend beginsel blijft. De ASEM-leaders
meeting vindt op 25 en 26 november 2021 digitaal plaats onder Cambodjaans voorzitterschap.
Momenteel wordt door de deelnemende landen over de slotverklaring onderhandeld. Het
kabinet zet zich in voor ambitieuze passages over mondiale samenwerking op het gebied
van Covid-bestrijding, klimaat en multilateralisme.
EU-coördinatie COVID-19
Op de Raad zal worden gesproken over de actuele stand van zaken ten aanzien van de
EU-coördinatie van COVID-19. Naar verwachting zal de nadruk daarbij liggen op de coördinatie
van de beperkingen op het vrij verkeer en het EU-inreisverbod (de Raadsaanbevelingen
1475 en 912). Het kabinet zal daarbij steun uitspreken voor het herzien van beide
Raadsaanbevelingen om het vrij verkeer op verantwoorde wijze zoveel mogelijk te herstellen.
Bij het bepalen van de verschillende risiconiveau’s dienen wat het kabinet betreft
behalve besmettingsgraad en testpositiviteitsniveau, ook andere indicatoren zoals
vaccinatiegraad en immuniteit mee te wegen. Ook dienen zwaardere maatregelen zoals
quarantaine beperkt te worden opgelegd.
EU-VK relaties
Naar verwachting staan de leden van de Raad stil bij de stand van zaken van de relatie
tussen de EU en het VK, en meer specifiek bij de voortgang van de implementatie van
de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst (HSO) en het Terugtrekkingsakkoord (TA).
Met name de implementatie van de het Protocol Ierland/ Noord-Ierland (hierna: Protocol),
als onderdeel van het TA, zal onderwerp van gesprek zijn. Het Protocol is door EU
en VK overeengekomen als beste oplossing die zowel de Goede Vrijdag akkoorden als
de integriteit van de Interne Markt beschermt. Om deze doelen te bereiken is het van
belang dat het VK het Protocol volledig implementeert, in lijn met de overeengekomen
internationaalrechtelijke verplichtingen.
Zoals eerder aan uw Kamer gemeld, heeft de Commissie in maart jl. de eerste stap genomen
in een inbreukprocedure tegen het VK. De Commissie heeft verder via overleg een eerste
stap genomen die kan leiden tot een arbitrageprocedure onder het geschillenbeslechtingsmechanisme
van het TA in reactie op tekortkomingen bij de implementatie van het Protocol.6 Sindsdien vinden er op alle niveaus voortdurend gesprekken plaats met als doel afspraken
over de verdere implementatie. Eind juli publiceerde het VK zijn toekomstvisie op
het Protocol7, waaruit blijkt dat het VK het Protocol op verschillende punten wenst aan te passen.
Ook heeft het VK begin september aangekondigd de status-quo m.b.t. de implementatie
van het Protocol te handhaven, inclusief een hernieuwde verlenging van de implementatieperioden
die in beginsel tot eind september 2021 zouden lopen. Deze perioden waren bedoeld
om betrokken stakeholders meer tijd te geven zich aan te passen aan de vereisten uit het Protocol.
De Commissie heeft tot nu toe nog geen verdere stappen gezet in de voornoemde juridische
procedures, waarbij zij zich het recht voorbehoudt om dat in de toekomst alsnog te
doen. De Commissie blijft inzetten op het maximaal benutten van de mogelijkheden die
het Protocol biedt om de problemen zoals opgebracht door het VK te adresseren. De
Commissie heeft zich hierin vanaf de start van de implementatieperiode constructief
opgesteld en heeft op verschillende onderwerpen, zoals sanitaire en fytosanitaire
(SPS) controles, medicijnen en BTW, technische oplossingen binnen de kaders van het
Protocol weten te vinden. De gesprekken tussen de Commissie en het VK hierover lopen
nog. Nederland steunt, evenals andere lidstaten, de aanpak van de Commissie.
Wetgevend programma: Annual Foresight Report en Letter of Intent
Annual Foresight Report
Het Annual Foresight Report8 is dit jaar gewijd aan open strategische autonomie («The EU’s capacity and freedom
to act»). Een appreciatie van deze Mededeling gaat uw Kamer toe.
De Europese Commissie zal het Annual Foresight Report toelichten waarna de Raad erover van gedachten zal wisselen. De uitgangspunten van
het kabinet zijn vervat in het samen met Spanje opgestelde non-paper over strategische
autonomie, dat voorafgaand aan de Europese Raad van 25 maart jl. werd uitgebracht.
Voor het kabinet staat de open strategische autonomie van de EU voor haar vermogen
om als mondiale speler, in samenwerking met internationale partners, op basis van
eigen inzichten en keuzes haar publieke belangen te borgen en weerbaar te zijn in
een onderling verbonden wereld. Strategische autonomie is derhalve geen doel op zich,
maar een wijze waarop een weerbare EU vormgegeven kan worden. De koppeling tussen
intern en extern beleid en de integrale inzet van het gehele instrumentarium van de
EU zijn belangrijke aandachtspunten.
Nederland neemt actief deel aan het Europese debat over (open) strategische autonomie,
vanuit het besef dat de open strategische autonomie onderdeel zal blijven uitmaken
van de Europese agenda en vanuit het belang dat de Europese koers gebaseerd blijft
op openheid en internationale samenwerking. Het Annual Foresight Report, dat een vooruitblikkend, multidisciplinair perspectief biedt op open strategische
autonomie in de komende decennia, draagt bij aan dit debat en wordt derhalve verwelkomd.
Letter of Intent Europese Commissie
De Europese Commissie zal haar Letter of Intent toelichten waarna de Raad erover van gedachten zal wisselen. Deze brief vergezelt
de Staat-van-de-Unietoespraak die Commissievoorzitter Von der Leyen op woensdag 15 september
a.s. zal geven. De brief bevat de prioriteiten van de Commissie voor het komende jaar
en geeft daarmee concrete invulling aan het Commissie Werkprogamma. De inzet van het
kabinet is erop gericht om via Europese samenwerking duurzaam herstel te bespoedigen
en verdere economische groei te bevorderen. De maatregelen die hiervoor genomen worden
moeten leiden tot sterkere lidstaten en een sterkere en weerbaardere Unie. Het kabinet
heeft hierbij specifiek aandacht voor de prioriteiten uit de Kamerbrief voor de Staat
van de Unie 20219, kort samengevat klimaat, economie veiligheid, migratie, extern beleid en een beter
functioneren van de EU, en in het verlengde daarvan voor aansluiting bij de Strategische
Agenda 2019–2024 die de Europese Raad in juni 2019 aannam, zoals de Commissie voorstaat.
Wat monitoring betreft zet het kabinet in op periodieke bespreking in de Raadsformaties
die voor de afzonderlijke prioriteiten verantwoordelijk zijn.
Conferentie over de Toekomst van Europa
Tijdens de Raad zal het voorzitterschap ingaan op de laatste ontwikkelingen rond de
Conferentie over de Toekomst van Europa. Lidstaten zullen worden uitgenodigd om van
gedachten te wisselen over de voorbereiding van de plenaire vergadering van 22–23 oktober.
Ook zal er naar verwachting worden gesproken over de oprichting van werkgroepen binnen
de Conferentie, en de deelname van lidstaten daar aan. Binnen de Raad van Bestuur
van de Conferentie zal nog moeten worden besloten over het mandaat, de werkwijze en
de vormgeving van werkgroepen. Het voorzitterschap zal daarnaast een update geven
over de eerste bijeenkomst van de Europese burgerpanels op 17 september in Straatsburg.
In het geval de voorzitters van de Conferentie, bestaande uit de Commissie, het Europees
Parlement en de Raad, voorafgaand de Raad Algemene Zaken bij elkaar zijn gekomen,
zal het Sloveens voorzitterschap een terugkoppeling van die bespreking geven.
Ten aanzien van het nationale traject laat het kabinet burgerconsultaties uitvoeren,
om de wensen en verwachtingen van Nederlanders ten aanzien van de EU, in beeld te
brengen. Daartoe zijn er onafhankelijke burgerdialogen opgezet door een extern bureau,
waar uw Kamer over is geïnformeerd.10 De burgerdialogen, onder de titel «Kijk op Europa», zijn onlangs gestart en online
gelanceerd11. Daarnaast zal het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) op verzoek van het kabinet
een aanvulling uitbrengen op zijn rapport uit 2018, «Wat willen Nederlanders van de
Europese Unie?»12. De (tussentijdse) uitkomsten van beide trajecten zullen in aanloop naar de plenaire
vergadering van de Conferentie met uw Kamer worden gedeeld. Nederland zal tijdens
de Raad opnieuw de relevantie van transparantie in het kader van de Conferentie benadrukken.
Nederland zal samen met gelijkgezinden medio september de transparency pledge lanceren. Via deze pledge committeren betrokkenen vanuit het EP, de Raad en de Commissie zich om zich in te
zetten voor meer transparantie in de EU en om transparantie aandacht te geven als
onderwerp tijdens de Conferentie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.