Brief regering : Versterking Groningen: voortgangsverslag SodM en enkele andere onderwerpen
33 529 Gaswinning
Nr. 878
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 september 2021
Hierbij stuur ik uw Kamer mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat
(EZK) een voortgangsrapportage van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) over de
versterking toe en geef ik de reactie van het kabinet daarop. Daarnaast ga ik in deze
brief in op ontwikkelingen ten aanzien van gebouwen buiten de werkvoorraad van de
versterking, afspraken met woningcorporaties, de samenwerking tussen NCG en IMG en
vergoedingen voor huurders van particuliere eigenaren. Een overzicht van uitgevoerde
moties met betrekking tot de versterking gaat als bijlage 1 bij deze brief1.
SodM-rapportage voortgang versterking
Op 12 juli jl. heeft het SodM de rapportage Voortgang van de versterkingsopgave en de afbouw van de gaswinning (’20-’21) gepubliceerd (bijlage 2)2. Het SodM is positief over het versneld afbouwen van de gaswinning en het vooruitzicht
van definitieve sluiting van het Groningenveld. De veiligheid is toegenomen doordat
het risico op het instorten van gebouwen als gevolg van een aardbeving kleiner is
geworden. Dit is goed nieuws voor de Groningers, maar het laat onverlet dat een voortvarende
versterking en schadeafhandeling van groot belang zijn. De maatschappelijke gevolgen
van de gaswinning in Groningen zijn nog altijd groot. Veel Groningers ervaren ondanks
de versnelde afbouw van de gaswinning nog geen toegenomen veiligheid en zitten in
onzekerheid over hun eigen versterking of schadeafhandeling. Ik realiseer me daarom,
in lijn met de rapportage, dat er de komende jaren nog veel werk te doen is. Het is
bemoedigend dat het SodM ziet dat er in de versterking hard wordt gewerkt, resultaten
worden geboekt en er sprake is van voortgang. Ik zet mij binnen de huidige aanpak
in voor versnelling, het bieden van perspectief, voorspelbaarheid en zekerheid. De
streefdatum om de uitvoering van de versterking te voltooien is 20283.
Aanpak en sturing
Het SodM beveelt een crisisaanpak aan die zou moeten leiden tot versnelling, een meer
eenduidige sturing en het wegnemen van financiële barrières. Deze onderwerpen worden
reeds binnen de bestaande, met de regio afgesproken, aanpak geadresseerd. Tweewekelijks
vindt een uitvoeringsoverleg plaats van rijk, regio en NCG op directeurenniveau om
eventuele problemen in de uitvoering gezamenlijk op te lossen. De door het SodM voorgestelde
crisisaanpak betekent een aanpassing van de bestaande rolverdeling en is niet de meest
effectieve weg naar verbetering. Ik voel me hierin gesteund door de aanbeveling in
het recente verantwoordingsonderzoek van de Algemene Rekenkamer4 om geen nieuwe, grote beleidswijzingen door te voeren.
Wat eenduidige sturing betreft ben ik binnen de huidige aanpak als enige eindverantwoordelijk
voor de uitvoering van de versterkingsoperatie. De NCG voert de versterking namens
mij uit op basis van een ruim mandaat om alles te doen wat nodig is voor de veiligheid.
Met de recente bestuurlijke afspraken is de slagkracht van de NCG verder versterkt
met een budget van € 100 mln. waarmee knelpunten in de uitvoering van concrete projecten
snel kunnen worden opgelost. Dit budget is in aanvulling op de kosten die noodzakelijk
zijn voor de veiligheid. Gelet op deze kaders herken ik me niet in de oproep van het
SodM om meer financiële slagkracht.
Dit betekent echter niet dat de NCG eenzijdig alle besluiten neemt. Binnen de huidige
aanpak wordt ruimte geboden voor maatwerk, individuele keuzemogelijkheden en eigen
regie voor de woningeigenaar. Hierbij moet worden samengewerkt tussen eigenaar, gemeente
en NCG, zodat met de fysieke veiligheid als uitgangspunt, een bredere afweging kan
worden gemaakt die meer omvat dan uitsluitend de fysieke veiligheid van het individu.
De gemeenten zijn hierbij, als overheid die het dichtst bij de bewoner staat, verantwoordelijk
voor de planning en prioritering van de versterkingsopgave, waaronder ook tijdelijke
huisvesting. De NCG is verantwoordelijk voor de uitvoering daarvan. Dit is in gezamenlijk
overleg met de regio uitgewerkt in het wetsvoorstel Versterken.
Capaciteit en tempo
Met het SodM onderstreep ik dat versnelling in de uitvoering van belang is. Het meerjarig
versterkingsplan waarover ik uw Kamer recentelijk heb geïnformeerd5 heeft mede als doel de beschikbare marktcapaciteit beter te benutten. Met zicht op
een zekere en continue werkstroom kunnen bedrijven in de bouwsector de werkzaamheden
beter plannen. Ik ben voornemens om dit najaar een «Bouwtop» te organiseren om hierover
concrete afspraken te maken met bedrijven in de bouwsector. Verder zoekt de NCG versnelling
in het organiseren en toepassen van nieuwe werkwijzen in de versterkingsoperatie,
waarbij een bewoner die de versterking in eigen beheer uitvoert zelf een aannemer
kan kiezen uit een bouwpool. De aannemers in de bouwpool hebben al informatie met
de NCG gedeeld. Op deze manier gaat het selecteren van een aannemer en de opdrachtverlening
sneller. Deze werkwijze via een pool wordt ook toegepast bij bijvoorbeeld de herbeoordelingsadviseurs.
Ook verkent de NCG de mogelijkheden om op efficiëntere wijzen aan te besteden. Hierbij
geldt dat een aanzienlijk deel van de adressen die in voorbereiding zijn voor de uitvoering
lichtere versterkingsmaatregelen nodig heeft dan de adressen die nu uitgevoerd worden.
Dit heeft een positief effect op de capaciteit in de markt, omdat voor de lichtere
versterking regionale en plaatselijke (kleinere) aannemers vaker in aanmerking komen.
Daarnaast zijn de woningcorporaties een belangrijke samenwerkingspartner van de NCG.
Zo’n 35% van de huizen in de werkvoorraad is corporatiebezit. Binnen de NCG is een
programma corporaties ingericht om communicatie, afstemming en planning te stroomlijnen
en tempo te realiseren. Daartoe heeft de NCG aan iedere corporatie in het gebied een
projectleider toegewezen die hen van begin tot eind begeleidt.
Met de uitrol van de typologieaanpak is een andere belangrijke stap gezet om de operatie
te versnellen6. Door de typologieaanpak kunnen beoordelingen veel sneller plaatsvinden en hebben
Groningers eerder duidelijkheid over de veiligheid van hun woning, en het eventuele
versterkingstraject. Bovendien wordt het werk met de typologieaanpak voorspelbaarder en beter te plannen. Net als in de meest recente actualisatie van de Nederlandse
praktijkrichtlijn 9998 (NPR) zijn de nieuwste inzichten op bouwkundig en seismologisch
gebied toegepast in deze typologieaanpak. Al met al is de verwachting dat alle reguliere
en typologische opnames en beoordelingen eind 2023 zijn afgerond. Zo heeft iedereen
in 2023 duidelijkheid over wat er met zijn of haar woning gaat gebeuren.
Ik onderschrijf de oproep van het SodM om afspraken over samenwerking tussen het IMG
en de NCG in regelgeving vast te leggen. Het wetsvoorstel versterken bevat een grondslag
voor een algemene maatregel van bestuur (AMvB). Het streven is deze AMvB dit najaar
in consultatie te brengen en vervolgens voor te hangen bij beide Kamers van de Staten-Generaal.
Het SodM vraagt ook terecht aandacht voor perspectief voor bewoners. In aanvulling
op het rapport van het SodM wijs ik dan ook op de inspanningen die op het gebied van
perspectief worden gedaan die niet in het voortgangsrapport staan benoemd. De bestuurlijke
afspraken betekenen dat er voor alle woningen in het aardbevingsgebied de mogelijkheid
is tot woningverbetering. Daarnaast is er geld beschikbaar gesteld voor integrale
programma’s voor bijzondere doelgroepen, waaronder sociale en emotionele ondersteuning.
Ook ben ik blij met de afspraken die zijn gemaakt over het interventieteam Vastgelopen
Dossiers om de bewoners die daarmee te maken hebben een oplossing te bieden7. Het team inventariseert momenteel samen met de gemeenten bij welke adressen dit
aan de orde is. Dit betreft veelal complexe gevallen, waarbij zowel schade als versterking
aan de orde is.
Tot slot komt het Nationaal Programma Groningen op stoom8 en heb ik uw Kamer recentelijk de Toekomstagenda Groningen9 aangeboden.
Batch 1581
Het SodM geeft aan dat de uitwerking van de bestuurlijke afspraken op de korte termijn
voor vertraging in de uitvoering heeft gezorgd, onder andere voor gebouwen in de batch
1581. Sommige bewoners hebben te maken keuzes in de uitvoering uitgesteld, in afwachting
van de uitwerking van de bestuurlijke afspraken. De vertraging is daarmee een gevolg
van de keuzemogelijkheden die aan bewoners worden geboden. Bewoners in deze batch
hebben een versterkingsadvies ontvangen en kunnen op grond van de gemaakte afspraken
kiezen voor een herbeoordeling met de nieuwste inzichten. Ik vind het van groot belang
dat bewoners zorgvuldig en onderbouwd individuele keuzes kunnen maken. Daarnaast zijn
900 adressen uit batch 1581 in eerste instantie binnen de Bouwimpuls opgepakt. Gedurende
het proces is gebleken dat een aantal adressen niet binnen de Bouwimpuls konden worden
uitgevoerd. Daarom is besloten om voor deze gebouwen de versterking door NCG uit te
laten voeren.
Opnieuw kalibreren NPR
SodM acht het wenselijk om de NPR opnieuw te kalibreren aan de wettelijke veiligheidsnorm.
SodM waarschuwt dat zonder deze kalibratie mogelijk te zware versterkingsmaatregelen
worden getroffen. Het Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) is verantwoordelijk
voor de ontwikkeling van de NPR en heeft naar aanleiding van een eerdere aanbeveling
van SodM hierover een advies gegeven (zie bijlage 3)10 waarin het aangeeft dat de meerwaarde van een kalibratie beperkt is en dat een consistente
toepassing van de NPR belangrijker is. Gelet op de doorlooptijd van kalibratie en
aanpassing van de NPR en de snelheid waarmee nu huizen worden beoordeeld, zal het
merendeel van de gebouwen al beoordeeld zijn voordat de NPR na kalibratie is aangepast.
Bovendien is bestuurlijk afgesproken11 om de NPR in beginsel niet meer aan te passen om stabiliteit in de versterkingsopgave
te brengen. Hiervan wordt alleen afgeweken als een significante ontwikkeling in de
situatie of inzichten zich zou voordoen. In zo’n geval zal ACVG daarover adviseren.
Gezien de beperkte meerwaarde, het dan beperkte aantal resterende NPR-beoordelingen
en de afspraken over stabiliteit van de versterkingsopgave concludeer ik dat het opnieuw
kalibreren van de NPR op dit moment niet opportuun is. Voor consistentie in de toepassing
van de NPR is aandacht bij de NCG.
Veiligheid woningen buiten werkvoorraad
De scope van de versterkingsopgave bestaat in totaal uit ruim 26.800 adressen. Ieder
gebouw binnen de scope krijgt altijd een opname op locatie en een beoordeling volgens
gevalideerde beoordelingsmethoden gevolgd door een besluit of het gebouw aan de veiligheidsnorm
voldoet of mogelijk moet worden versterkt. Voor het bepalen van de scope worden risicomodellen
gebruikt, waarna de uitkomsten zorgvuldig bekeken worden door gemeenten en NCG en
zo nodig aangevuld. Ook IMG kan panden aandragen bij NCG als zij een risico vermoeden.
Daarnaast zijn meerdere waarborgen om te voorkomen dat gebouwen onterecht over het
hoofd worden gezien. Zo is er de mogelijkheid voor opname op verzoek.
Er is tegelijkertijd de behoefte om meer duidelijkheid te scheppen voor eigenaren
en bewoners van gebouwen buiten de scope van de versterkingsopgave. Daarom is ACVG
gevraagd te adviseren of de scope van de versterkingsopgave nu zo is opgebouwd dat
voldoende aannemelijk is dat gebouwen buiten de scope aan de veiligheidsnorm voldoen,
en welk gericht proces kan worden gevolgd om eventuele risicovolle gebouwen buiten
de scope van de versterkingsopgave te identificeren. De eerste ervaringen van de beoordelingen
van panden die zijn aangemeld via het loket opname op verzoek worden hierbij betrokken.
SodM zal in een vroeg stadium geconsulteerd worden en vanuit zijn rol een advies uitbrengen
over deze vraag vanuit het oogpunt van veiligheid.
Bestuurlijke Afspraken woningcorporaties
In de bestuurlijke afspraken van november 2020 is € 135 mln. toegezegd aan de woningcorporaties
voor hun bezit buiten de werkvoorraad van de versterking. In overleg met de woningcorporaties
is afgesproken dat een deel hiervan, ca. € 20 mln. rechtstreeks ten goede komt aan
hun huurders in het aardbevingsgebied (ca. 26.000). Het gaat om € 750,–, vrij te besteden,
per adres. Met de corporaties is afgesproken dat zij nog in september dit jaar zorgen
voor het uitbetalen van deze tegemoetkoming aan de huurders. Hiervoor hoeven de huurders
geen aanvraag in te dienen. Rond het moment van uitbetalen zullen de huurders een
brief ontvangen met informatie over het hoe en het waarom van de € 750,–. De resterende
€ 115 mln. wordt naar rato van het bezit verdeeld onder de twaalf woningcorporaties
en wordt aangewend voor verduurzaming, verbetering en onderhoud van hun bezit buiten
de werkvoorraad.
Samenwerking NCG en IMG
Op basis van hun samenwerkingsconvenant werken de NCG en het IMG samen om dossiers
waar zowel versterking als schade speelt in samenhang op te pakken bij bewoners die
dat wensen. In 2020 zijn 20 adressen geschikt gebleken voor een gecombineerde behandeling
inclusief een gezamenlijke opname.
AMvB
Middels het door uw Kamer aangenomen amendement van het lid Aukje de Vries c.s.12 bevat het wetsvoorstel Versterken een bepaling die stelt dat bij algemene maatregel
van bestuur (AMvB) regels worden gesteld over de wijze waarop de NCG en het IMG de
uitvoering van de versterking en de vergoeding van schade op elkaar afstemmen. Het
doel van deze regels is dat een bewoner, met schade en versterking op één adres, op
een gecoördineerde wijze bij deze samenhang wordt begeleid – indien hij of zij dat
wenst. Momenteel werken de Minister van EZK en ik, in afstemming met genoemde partijen
en in gesprek met de maatschappelijke organisaties, deze regels uit. Het streven is
dat deze AMvB dit najaar in consultatie wordt gebracht en vervolgens voorgehangen
bij beide Kamers van de Staten-Generaal.
Uitvoeringstoets NCG en IMG
Daarnaast ontvingen wij op 4 augustus jl. een brief van de NCG en het IMG met daarin
de uitvoeringsconsequenties van het wetsvoorstel Versterken en van het «vier maal
één-herstelplan» van het Groninger Gasberaad (GGB). Met aanbieding van deze brief
(bijlage 4)13 geven wij uitvoering aan de gewijzigde motie van het lid Agnes Mulder c.s.14. In hun uitvoeringstoets geven de partijen aan dat zij in staat zijn het wetsvoorstel
Versterken en de daarin opgenomen artikelen die zien op de samenhang tussen schade
en versterken uit te voeren. Tegelijkertijd geven de NCG en het IMG aan dat een aantal
thema’s op basis van het wetsvoorstel Versterken verder uitgebouwd en vastgelegd kan
worden, wanneer een bewoner daar zelf voor kiest. U kunt hierbij denken aan de concrete
uitwerking van de samenwerkingsafspraken, zoals het aanbieden van één geïntegreerd
plan van aanpak en het onderling uitwisselen van informatie. Deze uitwerking vindt
plaats in de hierboven genoemde AMvB. De evaluatie van het samenwerkingsconvenant
tussen NCG en IMG, die op korte termijn beschikbaar komt en waarover uw Kamer geïnformeerd
wordt, wordt tevens bij de opstelling van deze AMvB betrokken. Ten aanzien van het
herstelplan van het GGB geven zij aan dat, gezien de fundamenteel verschillende processen,
werkvoorraad, planning en bevoegdheden, het niet mogelijk is dit voorstel onverkort
over te nemen. Het verplicht samenvoegen van de processen en besluiten is in de regel
niet in het belang van de bewoner. Dit leidt namelijk niet onverkort tot een duidelijkere
en snellere procedure van afhandeling. Een aantal elementen uit het herstelplan, zoals
één plan van aanpak, worden wel meegenomen in de verdere vormgeving van eerdergenoemde
AMvB.
Huurders van particuliere verhuurders
In een schriftelijk overleg van februari 202115 heeft de SP-fractie aandacht gevraagd voor de positie van huurders van particuliere
verhuurders, die geen aanvraag konden indienen voor de beleidsregel tegemoetkoming
huurders. Omdat er ook huurders van particuliere verhuurders zijn die ten gevolge
van de versterking van hun huurwoning aanspraak moeten kunnen maken op deze tegemoetkoming
is de beleidsregel gewijzigd. De wijziging is 1 augustus jongstleden in werking getreden.
De beleidsregel voorziet in een tegemoetkoming van € 500,– aan huurders die gedurende
de periode 2015–2020 in het kader van de versterkingsopgave in een wisselwoning hebben
verbleven die door de corporatie beschikbaar is gesteld, en in een vergoeding voor
nutsvoorzieningen en internetaansluiting van € 45,– voor iedere week dat de huurder
in de wisselwoning heeft verbleven. De aanleiding voor de tegemoetkoming was om een
niet uitlegbaar verschil met particuliere eigenaren gelijk te trekken. Particuliere
bewoners bleken namelijk in het verleden geen kosten in wisselwoningen te hebben gehad,
terwijl huurders dat wel hadden. De NCG voert de regeling uit.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties