Brief regering : EU-afdracht onder voorbehoud (douanerechten textiel/schoenen)
21 501-03 Begrotingsraad
Nr. 161 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 september 2021
In mei 2021 is Nederland door de Europese Commissie (hierna: de Commissie) geïnformeerd
dat zij van mening is dat Nederland mogelijk onvoldoende douanerechten (Traditionele
Eigen Middelen, hierna: TEM) heeft geïnd en afgedragen in de periode van 16 september
2012 tot en met 31 december 2019 over invoerzendingen textiel en schoenen uit China.
De Commissie verzoekt Nederland om deze TEM, netto € 148 miljoen, dus na aftrek van
de perceptiekosten, onder voorbehoud ter beschikking te stellen. Andere lidstaten
en het Verenigd Koninkrijk (hierna: VK) hebben een vergelijkbaar verzoek ontvangen.
In deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Staatssecretaris van Toeslagen
en Douane, over de afdracht onder voorbehoud aan de Commissie en over de mogelijke
vervolgstappen. Met deze betaling onder voorbehoud worden onze financiële belangen
veiliggesteld zonder erkenning van een daadwerkelijke verschuldigdheid en met behoud
van een rechtsingang om dit aan te vechten.
Achtergrond
De EU-lidstaten zijn al jaren bekend met een fraudepatroon bij de invoer van textiel
en schoenen uit China waarbij sprake is van onderwaardering van de goederen. De Nederlandse
douane heeft conform de aanwijzingen van de Commissie de zendingen gecontroleerd.
De Commissie gaat er nu van uit dat elke zending met een waarde lager dan een door
de EU vastgestelde gemiddelde prijs ondergewaardeerd was. Op grond van die aanname
heeft de Commissie volgens statistische methoden berekend welke inkomsten de EU volgens
haar heeft gemist door te laag aangegeven douanewaarde en wat iedere lidstaat na zou
moeten betalen.
De Commissie is in 2019 een inbreukprocedure bij het Hof van Justitie gestart tegen
het VK1 over het ten onrechte niet afdragen van een groot bedrag (€ 2,1 miljard) aan TEM
omdat het VK de zendingen textiel en schoeisel uit China niet zou hebben gecontroleerd
waardoor er te weinig douanerechten zijn afgedragen aan de Europese Unie. De uitkomst
van deze procedure is volgens de Commissie bepalend voor de Nederlandse afdracht en
die van de andere lidstaten omdat daar de inbreuk, zijnde onvoldoende douanecontroles,
en de berekening volgens statistische methoden, in geding zijn.
De douanewaarde van goederen wordt nu door de douane bepaald aan de hand van de methoden
die zijn opgenomen in het Douanewetboek van de Unie2. Het is de vraag of de door de Commissie voorgestane statistische methoden passen
in de bestaande wetgeving. Het arrest zal naar verwachting begin 2022 worden gewezen.
Nadat het arrest in de zaak tegen het VK begin volgend jaar is gepubliceerd, zal de
Commissie op basis daarvan aangeven wat Nederland volgens de Commissie verschuldigd
is.
Betaling onder voorbehoud
Het is echter nog onzeker in welke mate het arrest in de Britse zaak ook voor Nederland
volledige juridische duidelijkheid zal scheppen gezien de grote verschillen in de
controleaanpak en de berekening van de douanewaarde.
De voornaamste afweging om niet te wachten op juridische duidelijkheid rond de eventuele
verplichtingen van Nederland is de sterk oplopende vertragingsrente over het potentieel
verschuldigde bedrag. Als Nederland uiteindelijk gehouden wordt (een deel van) het
berekende bedrag af te dragen, wordt hierover vertragingsrente gerekend. Dit volgt
uit Verordening voor de terbeschikkingstelling van de eigen middelen3. Deze vertragingsrente loopt snel op en komt ten laste van de Rijksschatkist. De
betaling onder voorbehoud stuit het verder oplopen van deze vertragingsrente. Volgens
de Commissie bedraagt de mogelijke verschuldigde vertragingsrente over de af te dragen
TEM op dit moment € 106 mln. Dit bedrag loopt naar verwachting maandelijks op met
ongeveer € 2 mln. De vertragingsrente wordt nu niet afgedragen. Die berekening en
afdracht volgt nadat er duidelijkheid is over de afdracht van de TEM.
Door de TEM te betalen onder voorbehoud wijzigt onze juridische positie ten opzichte
van de Commissie. De Commissie zal naar verwachting geen inbreukprocedure meer instellen
maar een constructieve dialoog starten om tot een oplossing te komen. Mocht deze constructieve
dialoog niet leiden tot een oplossing dan heeft Nederland een rechtsingang bij het
Hof van Justitie wegens ongerechtvaardigde verrijking van de EU. Deze zaak komt in
dat opzicht overeen met de betaling onder voorbehoud ten aanzien van de invoer van
zonnepanelen4.
Bij een betaling onder voorbehoud worden dus onze financiële belangen veiliggesteld
zonder erkenning van een daadwerkelijke verschuldigdheid en met behoud van een rechtsingang
om dit aan te vechten.
Budgettaire procedure
De douane valt onder het Ministerie van Financiën. De EU-afdrachten staan echter op
de begroting van Buitenlandse Zaken (BZ). De EU-afdracht onder voorbehoud zal worden
geraamd en verantwoord in de Ontwerpbegroting 2022 van BZ en ter vaststelling aan
het parlement worden voorgelegd in de tweede suppletoire BZ-begroting 2021.
De Commissie verwijst in haar verzoek naar de EU-begrotingssystematiek waaruit volgt
dat de EU-begroting altijd in evenwicht moet zijn, waarvoor de bni-afdracht als sluitpost
fungeert. Indien lidstaten de niet-geïnde douanerechten alsnog betalen, leidt dit
tot een verlaging van de bni-afdrachten van alle lidstaten. In feite betekent dit
dat NL 5,8% (het aandeel van het NL’se bni in het EU-bni) van elke nabetaling TEM
en vertragingsrente die lidstaten (en het VK) minder hoeft af te dragen in de bni-afdracht.
De uitkomst van de procedure en de afdrachten zullen derhalve van invloed zijn op
het bedrag dat Nederland uiteindelijk zal moeten afdragen via de TEM dan wel de bni-afdrachten
aan de EU.
Vervolgstappen
Na ontvangst van het arrest en de mogelijke herberekening zal de douane constructief
overleg met de Commissie voeren waarbij de douane mede aan de hand van de concrete
dossiers zal trachten aan te tonen welke afdracht correct is.
Ik zal uw Kamer op gepaste momenten informeren over de verdere ontwikkelingen in dit
dossier.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën