Brief regering : Periodieke rapportage rechtshandhaving: hoofdlijnen JVO juli 2021
35 570 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2021
Nr. 53 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 september 2021
Medio 2019 is afgesproken om de Tweede Kamer te informeren over de gezamenlijke inzet
op de rechtshandhaving en over de hoofdlijnen van het Justitieel Vierpartijenoverleg
(JVO), het halfjaarlijks overleg tussen de vier Ministers van Justitie van het Koninkrijk.
Met deze periodieke rapportage verschaf ik u, mede namens de Staatssecretaris van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, inzicht in de versterking van de rechtshandhaving
in het Koninkrijk en wordt opvolging gegeven aan de aanbevelingen uit de beleidsdoorlichting
van artikel 1 van hoofdstuk IV Koninkrijksrelaties.1
Het ministeriële overleg van het JVO zou op 7 juli 2021 per videoconferentie plaatsvinden.
Vanwege de schokkende aanslag op Peter R. de Vries kon ik daarbij niet aansluiten
en is besloten het geplande overleg niet door te laten gaan. Het JVO heeft vervolgens
bij wijze van uitzondering schriftelijk plaatsgevonden.
Hoofdlijnen JVO juli 2021
De volgende onderwerpen zijn onder meer behandeld:
Mensenhandel
De aanpak van mensenhandel in het Caribisch deel van het Koninkrijk staat hoog op
de agenda en Nederland blijft zich samen met de Caribische landen inzetten om de aanpak
te versterken.
Zo is er in het JVO benadrukt dat er blijvende aandacht en commitment nodig is voor
een succesvolle aanpak van mensenhandel. De vier Ministers van Justitie van het Koninkrijk
(hierna: de Ministers) hebben aangegeven zorg te dragen voor het realiseren van aandacht
en commitment bij relevante ministeries, diensten en organisaties. Daarnaast is de
zogeheten landencoördinatoren mensenhandel gevraagd om een voorstel tot verbeterde
samenwerking tussen de landen op te stellen en deze voorstellen te borgen in het volgende
Memorandum of Understanding van samenwerking ter voorkoming en bestrijding van de
aanpak van mensenhandel en mensensmokkel.
Informatie-en gegevensuitwisseling
Het afgelopen half jaar zijn er daarnaast weer stappen gezet in de samenwerking om
de beschermingsregimes voor persoonsgegevens te verbeteren. Zoals eerder aan uw Kamer
is gemeld2, werken Aruba, Curaçao, Nederland en Sint Maarten aan een rijkswet die tot doel heeft
om te komen tot een geharmoniseerd niveau van bescherming van persoonsgegevens, en
politiële, justitiële en strafvorderlijke gegevens binnen het Caribisch deel van het
Koninkrijk. Met deze rijkswet zal niet alleen een uitkomst geboden worden voor functionele
gegevensdeling ten behoeve van de politiesamenwerking en de opsporing, maar ontstaat
ook een brede grondslag voor gegevensdeling in de publieke en private sector alsook
voor gegevensdeling met derde landen. De landen hebben tijdens dit JVO, aan de hand
van een voorgelegde contourennota, keuzes gemaakt met betrekking tot de inhoud van
de op te stellen rijkswet waaronder de reikwijdte, het niveau van gegevensbescherming
alsook het toezicht daarop. Hiermee is een belangrijke stap gezet in het proces en
kan gestart worden met het daadwerkelijk schrijven van het wetsvoorstel. Voorafgaand
aan de indiening van het wetsvoorstel zal uw Kamer in deze rapportages blijvend geïnformeerd
worden over dit wetstraject.
Bestuurlijke aanpak ondermijning
Bij een bestuurlijke aanpak van ondermijning worden de mogelijkheden benut om – naast
een strafrechtelijke aanpak – bestuurlijk op te treden bij signalen van mogelijke
criminaliteit. Tijdens het JVO hebben Aruba, Sint Maarten en Nederland besloten om
kennis en krachten te bundelen en een werkgroep bestuurlijke aanpak ondermijning in
te stellen. De werkgroep is gevraagd om te faciliteren bij het opstellen van een probleemanalyse,
bestaande initiatieven en wensen op het gebied van de bestuurlijke aanpak van ondermijning
te inventariseren en bij deze wensen plannen van aanpak op te stellen. Nederland stelt
vanaf 2022 jaarlijks een bijdrage van in totaal € 1 mln. beschikbaar voor de bestuurlijke
aanpak van ondermijning in de andere landen. Curaçao zal uiterlijk het volgende JVO
aangeven of zij deelnemen aan de werkgroep.
Sanctietoepassing
Op het gebied van de sanctietoepassing zijn tijdens het JVO verschillende onderwerpen
belicht. De Taskforce Detentie, een interlandelijke werkgroep gericht op het verbeteren
van detentieomstandigheden in het Caribisch deel van het Koninkrijk, heeft toegelicht
hoe trajecten tot gezamenlijke opleidingen worden voortgezet. Ook hebben de Ministers
de Taskforce Detentie gevraagd om te bezien in hoeverre een verkenning van de mogelijkheden
voor een pool van roulerende PI-medewerkers voor de Caribische landen binnen hun opdracht
past. Bij deze verkenning zal bekeken moeten worden welke randvoorwaarden aanwezig
moeten zijn voor de realisatie van een dergelijk personeelsrotatiesysteem.
Daarnaast is de complexiteit met betrekking tot de uitvoeringsmogelijkheden van forensische
zorg en PIJ-/TBS maatregelen in het JVO behandeld. Aruba, Sint Maarten en Nederland
hebben tijdens dit JVO besloten dat er gezamenlijk – separaat van de Taskforce Detentie –
een werkgroep wordt ingericht met inhoudelijk deskundigen inzake PIJ en forensische
zorg, met als doel een werkbaar plan van aanpak op te leveren voor het realiseren
van forensische zorg en PIJ in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Bij het plan
van aanpak wordt zo mogelijk ook een aanbeveling ter zake de financiering voor de
uitvoering daarvan meegenomen. Nederland is bereid om binnen deze werkgroep kennis
en expertise te delen. Curaçao kan, in afwachting van de uitkomsten van een eigen
onderzoek, pas op een later moment (schriftelijk) uitsluitsel geven over deelname.
Dit geeft meteen de stand van zaken weer van de samenwerking ten aanzien van een oplossing
voor de uitvoering van PIJ-maatregelen, waar het lid Kuiken (PvdA) tijdens een verzameldebat
Koninkrijksrelaties op 26 mei 2021 om heeft verzocht.3
Goedkeuring begrotingen en jaarstukken
Het JVO is het platform waar jaarplannen, jaarverslagen, begrotingen en de financiële
verantwoording van de gezamenlijke instellingen en diensten worden besproken en goedgekeurd.
Ook dit keer lagen er weer stukken voor van het RST (Recherche Samenwerkingsteam),
de Raad voor de Rechtshandhaving, het Gemeenschappelijk Hof van Justitie en het Parket
Procureur-Generaal. Ter informatie lagen de stukken voor van de Parketten in Eerste
Aanleg van Curaçao, Sint Maarten en Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Tijdens dit JVO bleek wederom dat een aantal landen de begrotingen 2021 en 2022 van
de gemeenschappelijke instellingen niet of niet volledig konden goedkeuren. De werkwijze
waarbij er geen tijdige of volledige goedkeuring kan worden gegeven lijkt een terugkerend
en moeizaam te doorbreken patroon te zijn, dat een adequate bedrijfsvoering van de
afzonderlijke instellingen hindert. Om hiervoor een structurele en toekomstbestendige
oplossing te vinden, hebben Curaçao, Nederland en Sint Maarten besloten om een gezamenlijke
werkgroep in te stellen met deelnemers uit de gemeenschappelijke instellingen en de
betrokken landen. De werkgroep zal naar de begrotingssystematiek van de gemeenschappelijke
instellingen (Parket Procureur-Generaal en Gemeenschappelijk Hof) kijken en onderzoeken
of deze begrotingen op een andere manier tot stand moeten komen, zodat de financiële
positie van de instellingen duurzaam wordt geborgd met inachtneming van de financiële
mogelijkheden van de landen. De werkgroep verschaft hierover een tussenrapportage
aan het volgende JVO.
Tot slot
Ondanks de regeringswisselingen die de afgelopen periode in Curaçao hebben plaatsgevonden
en de komende periode in Aruba, en Nederland zullen plaatsvinden, blijft de samenwerking
op rechtshandhaving tussen de landen in het Koninkrijk zeer goed en constructief.
Voor Nederland blijft de samenwerking waardevol en op terreinen onmisbaar om de eigen
rechtshandhavingstaak goed tot uitvoering te brengen. Dit geldt in het bijzonder voor
onze taken in Caribisch Nederland.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid