Brief regering : Evaluatie subsidieregelingen PSR en CETSI
27 813 EU Structuurfondsen
Nr. 33
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 augustus 2021
Hierbij bied ik u de evaluatierapporten aan van de subsidieregelingen die het Ministerie
van Infrastructuur en Waterstaat in de periode 2015–2020 beschikbaar heeft gesteld
ten behoeve van projecten van Interreg B en C, te weten Interreg Europe, North West
Europe (NWE) en North Sea Region (NSR)1. Zoals in de regelingen is aangegeven, dienen deze, na het vervallen ervan, beoordeeld
te worden op doeltreffendheid en de effecten van de subsidies in de praktijk.
Interreg
Interreg is een verzameling van «grensoverschrijdende» EU-programma’s die als doel
hebben Europa sterker te maken en de economische verschillen tussen regio’s en lidstaten
te verkleinen door het ondersteunen van samenwerkingsprojecten. In diverse programma’s
werken private en publieke partijen samen aan innovatie, onderzoek en vergroening
op tal van gebieden zoals mobiliteit, infrastructuur, klimaatadaptatie en circulaire
economie.
Er zijn drie verschillende Interreg-programma’s:
– A; grensoverschrijdende samenwerking, stimuleert samenwerking tussen direct aangrenzende
regionale gebieden.
– B; transnationale samenwerking, stimuleert bredere samenwerking tussen een grote groep
Europese landen.
– C; interregionale samenwerking, brede uitwisseling tussen regio’s in heel Europa.
IenW-subsidieregelingen voor Interreg
In de afgelopen programmaperiodes van Interreg heeft het Ministerie van IenW twee
subsidieregelingen beschikbaar gesteld om deelname van Nederlandse organisaties aan
dit Europese programma te stimuleren. Het betreft de Projectstimuleringsregeling V2 (PSR V) en de Rijkscofinancieringsregeling V3 (CETSI V). De Projectstimuleringsregeling was bedoeld als stimulans voor het voorbereiden,
opstellen en indienen van projectvoorstellen door Lead Partners4 voor Interreg Europe, NWE of NSR die bijdroegen aan het Rijksbeleid. De Rijkscofinancieringsregeling
was bedoeld als stimulans voor Nederlandse Lead Partners of andere partners om een
actieve bijdrage te leveren aan de doelstellingen van Interreg NWE of NSR waardoor
tevens werd bijgedragen aan Rijksbeleid, in het bijzonder ten aanzien van klimaat
en duurzame mobiliteit.
Evaluatie CETSI
CETSI heeft bij 12 projectvoorstellen gezorgd voor de benodigde financiering. De totale
verleende CETSI subsidie aan deze projecten bedraagt € 3.970.000 (totaal beschikbaar
€ 4.700.000).
Uit de evaluatie van de CETSI blijkt dat deze meerwaarde heeft gehad doordat het heeft
bijgedragen aan het ontwikkelen en indienen van Interreg-aanvragen. Zonder CETSI was
bij meerdere projecten een financieringstekort ontstaan, waardoor projecten niet zouden
zijn ingediend of wellicht in afgeslankte vorm met mogelijk een lagere slagingskans.
De beschikbare middelen zijn goed besteed. Door het hoge maximale subsidiebedrag t.o.v.
het subsidieplafond hebben echter relatief weinig projecten deze cofinanciering ontvangen
(12 van de 25 aanvragers ontvingen CETSI, terwijl hiervoor 122 Nederlandse projectpartners
potentieel in aanmerking kwamen).
De goedgekeurde CETSI-aanvragen en Interreg-projecten dragen bij aan de programmadoelstellingen
en het Rijksbeleid.
Evaluatie PSR
Er zijn 123 PSR aanvragen ingediend, waarvan er 98 zijn goedgekeurd. Deze hebben geleid
tot 52 Interreg-aanvragen. In totaal is € 1.787.500 (totaal beschikbaar € 2.500.000)
vastgesteld aan begunstigden van de PSR-regeling.
Uit de evaluatie van de PSR blijkt dat deze heeft bijgedragen aan de oorspronkelijke
doelstelling, namelijk het stimuleren van het voorbereiden, opstellen en indienen
van Interreg-aanvragen. PSR is op onderdelen zeker succesvol geweest. Aanvragers zien
PSR als stimulans en ervaren hiervan positieve neveneffecten. De goedgekeurde PSR-aanvragen en Interreg-projecten dragen bij aan de programmadoelstellingen en aan het
Rijksbeleid.
Het resultaat van de PSR had wel nog hoger kunnen zijn. Dit heeft ermee te maken dat
de PSR een voorschotregeling is en dat teruggevorderde PSR-middelen alleen in hetzelfde
jaar dat ze werden toegekend en teruggevorderd, aan een andere aanvrager uitgegeven
kunnen worden. De PSR wordt als voorschot uitgekeerd, omdat de werkzaamheden waarvoor
de PSR-regeling een tegemoetkoming biedt in het begin van het aanvraagtraject plaatsvinden.
Terugvorderen is o.a. aan de orde als de PSR-ontvanger uiteindelijk toch geen projectvoorstel
voor Interreg indient. Doordat teruggevorderde PSR niet over de jaargrens opnieuw
kon worden toegekend, konden er in totaal minder middelen worden vastgesteld dan oorspronkelijk
begroot en zijn de beschikbare middelen niet optimaal benut.
PSR 2022–2024
Zoals in mei aangekondigd per Kamerbrief5, zal IenW voor de periode 2022–2024 opnieuw een Projectstimuleringsregeling (PSR
VI) beschikbaar stellen. Hierin zijn de conclusies van de PSR-evaluatie meegenomen.
De Rijkscofinancieringsregeling wordt niet voortgezet. Na een afweging van de kosten
voor de twee regelingen en het aantal projecten dat ermee ondersteund zou kunnen worden,
is besloten om enkel de PSR voort te zetten en de geldigheidsduur uit te breiden van
twee naar drie jaar.
Een concept van de nieuwe PSR ligt nu voor in een internetconsultatie. Later dit jaar
zal de regeling worden voorgehangen aan uw Kamer.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S.P.R.A. van Weyenberg
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.