Brief regering : Voortgangsrapportage handelsbevordering Afrika
34 952 Investeren in Perspectief – Goed voor de Wereld, Goed voor Nederland
Nr. 141
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juli 2021
Zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg over handelsbetrekkingen Afrika op 19 november
2020 stuur ik u een voortgangsrapportage handelsbevordering Afrika. Ook informeer
ik u in deze brief over de uitvoering van de motie van de leden Weverling en Amhaouch
(Kamerstuk 35 570 XVII, nr. 14) en de gewijzigde motie van de leden Kuik en Amhaouch (Kamerstuk 35 570 XVII, nr. 47).
Het afgelopen jaar heeft laten zien dat de COVID-19 pandemie, onder andere vanwege
dalende grondstofprijzen en wegvallende inkomsten uit toerisme, Afrika hard heeft
geraakt. Helaas is ook de goederenhandel tussen Nederland en het Afrikaanse continent
harder gedaald in vergelijking met onze handel met de rest van de wereld1. Desondanks blijft de Nederlandse inzet op handel en investeringen tussen Afrika
en Nederland onverminderd groot. Het innovatieve Nederlandse bedrijfsleven kan als
partner met kennis en kunde een waardevolle rol vervullen in het versterken van duurzame
economische ontwikkeling en banen.
Ook de EU blijft onverminderd inzetten op het versterken van partnerschappen met Afrika.
Juist in het licht van de gevolgen van de pandemie is het belangrijk om gezamenlijk
te werken aan groen, inclusief en duurzaam herstel. Het bevorderen van handel, investeringen
en economische ontwikkeling vormt hierin een essentieel element en is één van de vijf
prioritaire thema’s uit de Gezamenlijke Mededeling van de EU «Towards a Comprehensive Strategy with Africa» van maart 20202. Deze inzet is gericht op het creëren van duurzame banen in Afrika en biedt tegelijkertijd
kansen voor Europese ondernemers. Deze thema’s passen bovendien goed in een samenwerkingsverband
waarin de EU en Afrika elkaar steeds meer als gelijkwaardige partners benaderen. De
Europese en Nederlandse Afrika-inzet gericht op samenwerking en het ontwikkelen van
kansen liggen in elkaars verlengde en versterken elkaar.
De zesde EU-AU Top, die vanwege COVID-19 werd uitgesteld, zal indien mogelijk begin
2022 plaatsvinden en naar verwachting in het teken staan van versterkte samenwerking
op het gebied van handel en investeringen. Ook de African Continental Free Trade Area (AfCFTA) die op 1 januari dit jaar officieel van start ging en door de EU op technisch
– en financieel vlak ondersteund wordt, biedt hiervoor aanknopingspunten. In de afgelopen
maanden werden daarnaast meerdere ontmoetingen georganiseerd, onder andere het recente
High-Level EU-Africa Green Investment Forum op 23 april en de Top over financiering van Afrikaanse economieën op 18 mei in Parijs
waar de Minister-President aan deelnam. Deze initiatieven geven invulling aan een
versterkt EU-Afrika partnerschap op het gebied van handel en investeringen.
Voortgang Taskforce Handelsbevordering Nederland -Afrika
Zoals in meer detail beschreven in mijn eerdere brief (Kamerstuk 34 952, nr. 113, van 3 juli 2020), bestaat de Taskforce Handelsbevordering Nederland-Afrika uit een
dwarsdoorsnede van op het Afrikaanse continent actieve Nederlandse bedrijven en instellingen.
De taskforce richt zich op drie doelen: een vruchtbaar publiek-privaat overleg over
kansen en uitdagingen voor ondernemen in Afrika; het aanjagen van kansentrajecten
voor ons MKB om concrete verdienkansen voor Nederland en Afrika te verzilveren; en
het aanjagen van publiek-private partnerschappen om waardeketens in Afrika te versterken
en lokale productie en inkoop door in Afrika actieve multinationals te bevorderen.
Hij staat onder leiding van een vertegenwoordiger van de private sector, bijgestaan
door een vertegenwoordiger van de publieke sector.
Onder de vlag van de taskforce zijn vijf kansentrajecten opgezet in negen voor Nederland
beloftevolle markten in Afrika, namelijk Marokko, Egypte, Zuid-Afrika, Nigeria, Senegal,
Ghana, Ivoorkust, Kenia en Ethiopië. In deze vijf kansen-trajecten zien het kabinet
en het bedrijfsleven allebei export- en investerings-potentieel. Graag informeer ik
u over de status en voortgang van deze vijf kansentrajecten en over publiek-private
partnerschappen die onder de vlag van de taskforce worden uitgevoerd.
Kansentrajecten ter ondersteuning van het Nederlandse midden- en kleinbedrijf (MKB)
Aan de basis van een zogeheten kansentraject ligt altijd een in opdracht van de RVO
uitgevoerde marktstudie die de kansen en eventuele risico’s voor het Nederlandse bedrijfsleven
in de desbetreffende markt(en) in kaart brengt. Deze marktstudie wordt vervolgens
gepresenteerd aan ondernemers in een kansenseminar en bij voldoende interesse opgevolgd
door gerichte vervolgstappen, zoals een gezamenlijk bezoek aan een handelsbeurs, de opzet van een
handelsmissie naar potentiele klanten in de desbetreffende markt of vice versa, of
ondersteuning door ambassade en RVO van een cluster bedrijven die een markt gezamenlijk
wil betreden. De in de taskforce vertegenwoordigde bedrijven, overheidsorganisaties
en kennisinstellingen fungeren als klankbord voor de opzet en uitvoering van de kansentrajecten.
De taskforce richt zich op kansen in die sectoren waarbij in meerdere Afrikaanse,
prioritaire markten een sterke behoefte is geconstateerd aan Nederlandse oplossingen.
Dit geldt momenteel voor de agrifoodsector, gezondheidszorg, afval- en circulaire
oplossingen, water en duurzame energie.
Figuur 1: Overzicht beloftevolle markten en kansentrajecten Taskforce Handelsbevordering
Nederland-Afrika
De uitbraak van de pandemie heeft een grote impact gehad op de handelsbevorderende
activiteiten. Het exporterende bedrijfsleven bleek vanwege liquiditeitsproblemen minder
genegen om risicovolle markten te betreden en de voortgang op kansentrajecten werd
belemmerd onder meer vanwege reisrestricties. Dit beeld komt ook naar voren uit RVO-cijfers
die laten zien dat er (ondanks de extra inspanning van de taskforce) sprake is geweest
van een lichte terugval in het bereiken van ondernemers voor het Afrikaanse continent.
Toch zijn er afgelopen jaar 529 ondernemers bereikt via centrale evenementen gericht
op kansen in Afrika3. Langs digitale weg is het gelukt om concrete activiteiten van het Nederlandse bedrijfsleven
op de volgende thema’s te bevorderen en te ondersteunen:
Agrifood
In Ghana, Ivoorkust, Senegal en Nigeria zijn diverse kansenstudies uitgevoerd voor
de pluimveesector. Deze studies zijn in de zomer van 2020 gepresenteerd aan Nederlandse
ondernemers. Dit heeft ertoe geleid dat twee clusters bedrijven zich willen positioneren
in respectievelijk Ghana en Ivoorkust met behulp van het instrument «impactcluster»
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.4 Het traject in Ghana zal zich waarschijnlijk richten op het creëren van een volledig
functionerende, geïntegreerde waardeketen voor pluimveevlees, die bijdraagt aan lokale
productie en een beter inkomen voor pluimveehouders. Bij het traject in Ivoorkust
wordt de oprichting van opfokactiviteiten onderzocht, evenals van een veterinair laboratorium,
dat zich toe zal leggen op het versterken van ziektebewakingssystemen. Ook voor Marokko
wordt de mogelijkheid van een kansentraject voor de pluimveesector verkend, waarbij
nauwgezet wordt bekeken of de – sinds 2019 afgenomen – vraag in Marokko naar pluimveeproducten
en interesse bij het Nederlandse bedrijfsleven in deze markt voldoende omvang heeft.
Duurzame energie
In 2020 is een start gemaakt met een kansentraject voor duurzame elektriciteit in
Senegal en voor off-grid zonne-energie oplossingen voor Nigeriaanse huishoudens en ondernemers. In beide markten
worden momenteel kansenstudies afgerond die in 2021 worden gepresenteerd aan Nederlandse
ondernemers. Voor de Nigeriaanse markt wordt met een tiental Nederlandse bedrijven
de mogelijkheden onderzocht voor het opzetten van een bedrijvencluster met behulp
van het Partners in Business instrument. Eerder is een kansenrapport over hernieuwbare energie in Marokko gepubliceerd,
gepresenteerd en opgevolgd met deelname aan een relevante handelsbeurs. In 2020 is
gestart met de verkenning van de kansen op het gebied van groene waterstof in Marokko.
Tussentijdse bevindingen zijn tijdens NABC’s Digital Africa Business Days in december 2020 gedeeld met Nederlandse ondernemers. In het najaar zullen er diverse
conferenties en beurzen in Marokko plaatsvinden die – als de reisbeperkingen het toelaten
– mogelijkheden bieden voor vervolgstappen.
Water
Sinds 2020 positioneert de rijksoverheid, mede onder de vlag van de taskforce, het
Nederlandse bedrijfsleven bij het West African Coastal Areas Management (WACA) programma van de Wereldbank. Dit programma ondersteunt West-Afrikaanse landen
om op een duurzame manier kusterosie tegen te gaan en de leefbaarheid voor kustgemeenschappen
te vergroten. Diverse Nederlandse bedrijven hebben inmiddels door de Wereldbank gefinancierde
opdrachten gewonnen. Er wordt momenteel een marktstudie uitgevoerd om te inventariseren
aan welke andere opdrachten Nederlandse bedrijven, kennis en financiering waarde kunnen
toevoegen.
Virtuele uitgaande watermissie Marokko
Voor de verdere ontwikkeling van het kansentraject water in Marokko is van 19 t/m
22 april 2021 een virtuele missie georganiseerd over de thema’s watergebruik in de
landbouw, hergebruik van afvalwater en geïntegreerd watermanagement. Aan deze missie
namen 16 Nederlandse bedrijven en organisaties en ruim 100 Marokkaanse deelnemers
deel. Het programma was zowel gericht op het benutten van zakelijke kansen, als het
identificeren van aanknopingspunten voor private sector ontwikkeling. In het kader
van dit kansentraject zullen de gelegde connecties worden opgevolgd via één-op-één
ondersteuning, en zodra de omstandigheden dit toe laten, met beursbezoeken en fysieke
economische missies. In Marokko zijn diverse kansenrapporten uitgevoerd voor Nederlandse
oplossingen op het gebied van afvalwater en watergebruik in de landbouw. Nadat deze
rapporten zijn gepresenteerd aan Nederlandse ondernemers, een inkomende missie heeft
plaatsgevonden en een beursbezoek, is in 2021 de ondergenoemde, virtuele watermissie
naar Marokko georganiseerd. In het najaar is er gelegenheid voor de Nederlandse watersector
om zich te presenteren tijdens een Marokkaanse handelsbeurs.
Afval- en circulaire oplossingen
In 2019 zijn er kansenstudies uitgevoerd in Ghana en Nigeria waarvan de resultaten
in 2020 zijn gepresenteerd aan Nederlandse ondernemers. In zowel Ghana als Nigeria
liggen er kansen in de inzameling, verwerking en recycling van plastic. Daarnaast
liggen er ook kansen voor waste-to-energy en het benutten van organisch afval voor commerciële doeleinden. Thans worden de
mogelijkheden verkend voor de opzet van een cluster bedrijven dat de markt gezamenlijk
betreedt. In Q4 2021 zal er, indien de omstandigheden dit toelaten, een fysieke missie
naar deze markten afreizen. Een in samenwerking met de Europese Commissie te organiseren
handelsmissie naar Ghana is als gevolg van COVID-19 uitgesteld. In een besloten ronde
tafelsessie zijn in 2021 Nigeriaanse en Nederlandse ondernemers met elkaar in contact
gebracht en zijn er kansen voor samenwerking besproken.
In 2020 is een marktstudie uitgevoerd in Zuid-Afrika naar de mogelijkheden voor aansluiting
tussen de lokale vraag en Nederlandse oplossingen voor afvalverwerking, recycling,
alternatieve verpakkingen en circulaire toepassingen in de landbouw en is een traject
gestart om een circulair business platform te ontwikkelen. In Kenia wordt momenteel
ondersteuning geboden aan de Keniaanse overheid bij het realiseren van wetgeving voor
uitgebreide producenten-verantwoordelijkheid, waarvan de verwachte effecten ook kansen
lijken te bieden voor Nederlandse oplossingen op dit terrein.
In september 2021 zal er een digitale inkomende missie rond dit thema plaatsvinden
met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en de overheid uit 7 Afrikaanse landen,
waarbij lokale uitdagingen op het gebied van circulaire economie worden gekoppeld
aan kansen voor Nederlandse technologie en best practices.
Gezondheidszorg
In Zuid-Afrika en Kenia ligt de focus van de kansentrajecten voor de Life Sciences
& Health (LSH)sector op innovatieve technologieën in de gezondheidszorg. Kansenstudies
over e-health zijn tijdens de Africa Business Week van 25-28 mei jl. gepresenteerd. In juni 2021 is e-health één van de prioriteiten van de virtuele handelsmissie naar Zuid-Afrika. Als de omstandigheden
het toelaten, zal er een fysieke handelsmissie gericht op kansen in gezondheidszorg
naar Kenia worden georganiseerd.
Africa Business Week
Onbekend maakt onbemind: zodoende is het van belang dat bedrijven, organisaties en
kennisinstellingen op een laagdrempelige manier kunnen kennismaken met de meest beloftevolle
kansen op het Afrikaanse continent. De door Buitenlandse Zaken georganiseerde digitale
Africa Business Week bood deze gelegenheid van 25–28 mei 2021. In samenwerking met
private partners zoals VNO-NCW, NABC, FMO, de Taskforce Healthcare, brancheverenigingen
FME en NWP en reeds in Afrika actieve bedrijven werd een breed programma georganiseerd,
met onder andere sessies over financiering en de manier van zakendoen in de Afrikaanse
prioriteitsmarkten. Daarnaast vonden vijf inhoudelijke sessies plaats over de door
de taskforce aangemerkte prioriteitssectoren: agrifood, gezondheidszorg, afval- en
circulaire oplossingen, duurzame energie en water. In totaal namen ruim 300 Nederlandse
bedrijven deel aan de Africa Business Week. De Africa Business Week is onderdeel van
de strategische programmering op de kansentrajecten en zal worden opgevolgd met sector-
en landspecifieke studies, evenementen en handelsmissies.
Publiek-private partnerschappen ter ondersteuning van Afrikaanse waardeketens
In Afrika investeert Nederland substantieel in SDG 8 – het creëren van duurzame economische
groei en fatsoenlijke banen – vanuit een wederzijds breed maatschappelijk èn economisch
belang. Het Nederlandse bedrijfsleven heeft hier immers baat bij, omdat de inzet op
SDG 8 lokaal leidt tot een ontwikkelde private sector, een opgeleide beroepsbevolking
en een gunstig ondernemingsklimaat in Afrikaanse markten. In dit kader zoekt het Ministerie
van Buitenlandse Zaken samenwerking op met de Dutch Diamond: met het Nederlandse bedrijfsleven voor hun markt-, innovatie- en investeringskracht,
met NGO’s voor lokale oplossingen en met kennisinstellingen voor kennisuitwisseling
en onderzoek. Op deze manier kunnen er met behulp van Nederlandse kennis en kunde,
gezamenlijk oplossingen worden aangeboden die bijdragen aan het verbeteren van de
randvoorwaarden voor duurzame economische ontwikkeling en fatsoenlijke banen in Afrikaanse
landen.
Waar nodig geeft de rijksoverheid additionele steun. Het Challenge Fund for Youth Employment, gericht op het creëren van werkgelegenheid voor jongeren, is bijvoorbeeld afgelopen
jaar open gegaan op Egypte, Nigeria, Oeganda en Kenia voor gerichte projectvoorstellen.
Met ondersteuning van de SDG-partnerschapsfaciliteit zijn in 2020 zeven nieuwe publiek-private
partnerschappen (PPP’s) met Nederlandse bedrijven gestart in Afrika. Een ander voorbeeld
is het sinds augustus 2020 operationele Dutch Initiative for Sustainable Cocoa (DISCO): een partnerschap met concrete doelstellingen op het gebied van leefbaar
inkomen, het beëindigen van cacao-gerelateerde ontbossing en het beëindigen van alle
vormen van kinderarbeid in 2025. Ook wordt een pilot partnerschap opgebouwd met een
zestal Nederlandse bedrijven gericht op het bevorderen van duurzame en inclusieve
lokale inkoop van landbouwgewassen in Nigeria en Ethiopië, waarmee ook kansen voor
het Nederlandse MKB worden gecreëerd.
Bredere inzet voor onze economische betrekkingen met het Afrikaanse continent
Zoals uiteengezet in de Handelsagenda5 richt de capaciteit voor economische diplomatie zich wereldwijd op 25 prioriteitsmarkten,
waaronder Noord-Afrika, Nigeria en Zuid-Afrika. Sinds de oprichting van de taskforce
is – met de opzet van vijf kansentrajecten – de inzet voor het Afrikaanse continent
verbreed met de beloftevolle markten Kenia, Ethiopië, Senegal, Ghana en Ivoorkust.
Daarbij wordt gewerkt met een meerjarige inzet om via Government2Government, Business2Business en Knowledge2Knowledge relaties te versterken en economische ontwikkeling en kansen te vergroten. Uiteraard
geldt daarnaast dat het bredere Nederlandse postennetwerk op het Afrikaanse continent
het Nederlandse bedrijfsleven ondersteunt.6 Verder hebben er in 2020 vier virtuele handelsmissies naar Afrikaanse markten plaatsgevonden
naar Zuid-Afrika, Oeganda, Marokko en Senegal. Waar opportuun worden ook de banden
met Afrikaanse overheden aangehaald, zoals recent gebeurde met de Nigeriaanse Ministeries
van Handel en van Landbouw.
Het bredere BHOS-instrumentarium biedt het Nederlandse bedrijfsleven tal van mogelijkheden
ter ondersteuning van het zakendoen in Afrika, zoals het Dutch Good Growth Fund (DGGF), Small Business Innovation Research (SBIR), Demonstratieprojecten, Haalbaarheidsstudies en Investeringsvoorbereidings-projecten
(DHI), Impact Clusters en de SDG Partnerschapsfaciliteit.
Clusters gericht op handel en ontwikkeling in de land- en tuinbouwsector
Een groot aantal Nederlandse bedrijven werken in groepsverband al vele jaren in Afrika
in meerjarige partnerschappen aan lokale capaciteitsopbouw en kennisoverdracht. Een
overgrote meerderheid van deze clusters is actief in de land- en tuinbouw sector.
De Nederlandse overheid zet zich actief in om de samenwerking tussen Afrikaanse en
Nederlandse agrobedrijven nog verder te versterken. De Ministeries van Buitenlandse
Zaken en Landbouw, Natuurbeheer en Visserij ondersteunen in deze sector multi-stakeholder projecten die gericht zijn op het bevorderen van duurzaamheid en economische ontwikkeling.
Naast de reeds gememoreerde impactclusters voor de pluimveesector in Ghana en Ivoorkust,
zijn dat onder meer de volgende initiatieven in respectievelijk Kenia, Egypte, Ethiopië
en Nigeria: ter voorbereiding van een (fysieke) agro handelsmissie is in Kenia in
2020 een onderzoek naar het voedselsysteem gestart. Hierbij wordt gekeken naar de
kansen voor Nederlandse bedrijven om voedselverspilling en -verlies in Kenia te helpen
verminderen in de sectoren avocado- en mangoteelt en pluimveesector. Een ander voorbeeld
betreft een cluster van Nederlandse private kennisaanbieders en lokale partners dat
in Egypte adviesdiensten aanbiedt op het terrein van zilte teelt. In de loop van 2021
zijn ook in Ethiopië en Nigeria nieuwe multi-stakeholder programma’s opgestart om daar de Seed-NL aanpak te implementeren. Seed-NL is een publiek-privaat samenwerkingsverband tussen
onze Ministeries van Buitenlandse Zaken en Landbouw en Plantum, de brancheorganisatie
van Nederlandse zaadbedrijven. Deze programma’s hebben ten doel de zaaizaadsector
in een doelmarkt te versterken en de productiviteit van lokale boeren te verhogen
ter bevordering van de voedselzekerheid en uiteindelijk ook meer mogelijkheden voor
Nederlandse bedrijven.
Relevante ontwikkelingen op het gebied van handelsliberalisatie en toegang tot de
Europese markt
Op 1 januari 2021 is de implementatiefase op het gebied van goederenverkeer gestart
van het eerdergenoemde AfCFTA, de grootste vrijhandelszone in de wereld. Binnen het
AfCFTA behouden de Afrikaanse landen hun eigen handelsbeleid en regelgeving t.a.v.
derde landen. De Afrikaanse leiders hebben daarom in december 2020 besloten te onderzoeken
of er ook een douane-unie kan worden opgericht. Door de diversificatie van de handelsstromen
en het stimuleren van regionale handelsstromen zal het AfCFTA de weerbaarheid van
Afrikaanse economieën voor externe schokken, zoals COVID-19, vergroten. Dankzij het
AFCFTA, zullen Afrikaanse bedrijven meer integreren in mondiale en regionale waardenketens
en zal de groei van buitenlandse investeringen gestimuleerd worden. Een neveneffect
van de AfCFTA is dat het de tariefvrije Afrikaanse zone vergroot, waarbinnen in Afrika
producerende Nederlandse bedrijven hun goederen kunnen afzetten.
Voor Afrikaanse markten is de EU is nog steeds de grootste handelspartner, op de hielen
gevolgd door China. Voor het Nederlandse bedrijfsleven is het van belang dat de afspraken
die in het kader van de AfCFTA worden gemaakt, zoveel mogelijk in harmonie zijn met
de Europese product- en voedselveiligheidstandaarden, regels en (douane)procedures.
Een dergelijke ontwikkeling zou ook de handels- en investeringsstromen tussen de beide
continenten helpen bevorderen.
Nederland zet samen met de Europese Commissie en andere lidstaten in op een coherente
en vraaggerichte inzet voor technische assistentie om de implementatie van de AfCFTA
te ondersteunen. Ter bevordering van de regionale handel draagt Nederland verder substantieel
bij aan de in dit kader relevante Trade Facility van de Wereldbank en twee grote handelsfacilitatie programma’s van de Wereldbank
in de Hoorn van Afrika en West-Afrika. Ook draagt Nederland bij aan het WTO Standard Trade Development Facility, die technische assistentie verleent aan Afrikaanse landen om te voldoen aan voedselveiligheidstandaarden
voor de export naar de EU. Met het doel om op langere termijn een handelsakkoord tussen
de EU en AfCFTA mogelijk te maken is er hernieuwde aandacht om de Economische Partnerschappen
(EPA’s) tussen de EU en Afrikaanse landen te verdiepen naar diensten en investeringen.
Zo onderhandelen vier landen, Zimbabwe, Madagaskar, Mauritius en de Seychelles, sinds
2019 op hun initiatief hierover met de Europese Commissie.7
Bevordering markttoegang EU
Het Centrum tot Bevordering van de Import uit ontwikkelingslanden (CBI) ondersteunt,
in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, het lokale MKB in meer dan
25 landen in Afrika met de export van producten en diensten naar de Nederlandse en
Europese markt.
Met hulp van het CBI groeide in 2020 bijvoorbeeld de export van de Rwandese koffiecoöperatie
Impexcor, ondanks de COVID-19 pandemie, naar Europa met 150.000 euro en naar niet-Europese
landen met 600.000 euro, waardoor 1.943 voltijd banen ondersteund werden. Het CBI
hielp onder andere bij de ontwikkeling van een exportstrategie, diversificatie van
inkomen en voorbereiding op certificering. Dit laatste resulteerde in 2020 in UTZ-certificeringen
voor twee koffie was-stations, waardoor Impexcor nieuwe marktsegmenten kan aanboren.
Aan dit koffieproject nemen 13 Rwandese bedrijven deel en enkele dienstverleners.
Ondersteuning 15/15 plannen
Het kabinet geeft invulling aan de motie van de leden Weverling en Amhaouch (Kamerstuk
35 570 XVII, nr. 14), in goed overleg met VNO-NCW MKB Nederland, de NABC en andere Nederlandse private
partners die op het Afrikaanse continent actief zijn. In het kader van de uitvoering
van de motie, onderschrijven betrokkenen het uitgangspunt van een gelijk speelveld
voor Nederlandse private partijen die actief zijn op het vlak van handelsbevordering
in Afrika.
De schrijvers van de private Afrika strategie – zoals VNO-NCW MKB Nederland, de FMO
en de NABC – hebben onder de noemer «15/15» vijftien mogelijke sectorale kansentrajecten
in vijftien Afrikaanse markten geïdentificeerd. De publieke ondersteuning concentreert
zich momenteel op de zeven op korte termijn meest kansrijke trajecten, namelijk duurzame
energie en water in Marokko; pluimvee in Ghana; pluimvee in Ivoorkust; kustbescherming
en energie in Senegal; en gezondheidszorg in Zuid-Afrika. Met de inzet van publieke
middelen zijn derhalve marktstudies uitgevoerd en aan het Nederlandse bedrijfsleven
gepresenteerd. In twee gevallen heeft dit reeds geleid tot clusters van bedrijven
die zich willen positioneren op de Afrikaanse markt. Als een cluster bedrijven bereid
is om te investeren in hun positionering in een specifieke markt, leidt dit geregeld
tot een opdracht van de rijksoverheid aan een daarvoor geschikte private partner om
die bedrijven daarbij te begeleiden. Zo is bijvoorbeeld de NABC al langer actief in
drie impactclusters in Afrikaanse markten, te weten: het Sustainable Spices – en het Seeds4change impactcluster in Nigeria en het Grow With Chicken impactcluster in Tanzania.
Daarnaast wordt op het terrein van handelsbevorderende bijeenkomsten nauw met de schrijvers
van de private Afrika strategie samengewerkt, zoals tijdens twee grote virtuele bijeenkomsten
voor ondernemers over marktkansen op het Afrikaanse continent: de door NABC geïnitieerde
Digital Africa Business Days in december jl. en de door de rijksoverheid geïnitieerde Africa Business Week in mei jl..
De verschillende elementen van de in deze brief geschetste inzet vormen voor het huidige,
demissionaire kabinet de contouren van zijn beleidsmatige, meerjarige agenda om de
economische relaties met het Afrikaanse continent te verbreden en verdiepen.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A.M. Kaag
Indieners
-
Indiener
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.