Brief regering : Voortgang Nationaal Actieplan Mensenrechten
33 826 Mensenrechten in Nederland
nr. 38
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 juli 2021
In december 2019 is het tweede Nationaal Actieplan Mensenrechten gepresenteerd en
aan uw Kamer gestuurd.1 Sindsdien wordt er door de betrokken ministeries hard gewerkt aan de implementatie.
Het Actieplan bevat 60 acties. Graag wil ik u, mede namens de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, de Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister voor Rechtsbescherming,
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Minister voor Basis- en Voortgezet
Onderwijs en Media en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, graag informeren
over de stand van zaken met betrekking tot de implementatie. Daartoe ga ik eerst kort
in op de gemaakte themakeuze, mede in het licht van de ontwikkelingen aangaande COVID-19
en de parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslagen. Daarna geef ik de
stand van zaken van de uitvoering van de actiepunten, ondergebracht in de drie actielijnen
van het plan: inclusie, integrale aanpak en participatie en bescherming.
Themakeuze: toegankelijkheid van voorzieningen
Om een gerichte impuls te kunnen geven aan het bevorderen van mensenrechten in Nederland
is, via een inclusief proces en extern onderzoek, gekozen voor een thema dat voor
iedereen relevant is: toegankelijkheid.2 Toegankelijkheid is een zeer belangrijk aspect van vele mensenrechten, dat inhoudt
dat publieke voorzieningen voor iedereen voor wie ze bedoeld zijn, ook daadwerkelijk
toegankelijk zijn. Om mensenrechten te kunnen realiseren stelt de overheid verschillende
voorzieningen beschikbaar. Denk bijvoorbeeld aan zorg- en huurtoeslag, hulp bij schulden,
studiefinanciering, arbeidsbemiddeling na baanverlies en de daarbij behorende loketten
(fysiek en digitaal). Mensenrechten brengen plichten voor de overheid met zich mee
voor de toegankelijkheid van deze voorzieningen. Dat gaat bijvoorbeeld over betaalbaarheid,
fysieke toegankelijkheid en nabijheid, non-discriminatie en toegang tot informatie.
Mensenrechten gaan uit van menselijke waardigheid. Daarmee wordt de mens centraal
gesteld en niet instanties, procedures, systemen of formulieren. Vanuit het perspectief
van mensenrechten kijken naar de toegankelijkheid van voorzieningen heeft daarom toegevoegde
waarde. Het mensenrechtenperspectief staat voor een integrale benadering. Het biedt
een domein- en organisatie-overstijgende blik op wetgeving, beleid en de praktijk.
Zoals hierna zal blijken, kan dat helpen als het overzicht verloren raakt of als verkokering
een integrale aanpak in de weg staat. Het Actieplan Mensenrechten is daarom ingericht
rondom drie hiervoor genoemde opgaven en actielijnen: inclusie, integrale aanpak en
participatie en bescherming.
Themakeuze in het licht van actuele ontwikkelingen
Bezien in het licht van de COVID-19 crisis en de kinderopvangtoeslagaffaire is het
thema toegankelijkheid momenteel wellicht actueler dan ooit. Dat het Actieplan Mensenrechten
2020 dit thema al signaleert, voordat deze ontwikkelingen volop in beeld waren, onderschrijft
de noodzaak van een brede en stevige aanpak voor het verbeteren van de toegankelijkheid
van publieke voorzieningen.
Het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag geeft
aanleiding tot een verdergaande inzet op specifieke terreinen, met name de relatie
van overheid met burgers en het in de uitvoering onjuist categoriseren van burgers
als fraudeurs. Dit zal nog worden opgevolgd door een parlementaire enquête. Daarnaast
heeft de Tijdelijke commissie uitvoeringsorganisaties – ingesteld door de Tweede Kamer
– onderzoek gedaan naar de oorzaken van problemen bij uitvoeringsorganisaties en het
verlies van de menselijke maat daarbij. Het College voor de rechten van de mens heeft
op verzoek van de Tijdelijke commissie een korte analyse opgesteld van de mensenrechten
die uitvoeringsinstanties kunnen helpen om de menselijke maat als uitgangspunt te
nemen bij hun contacten met burgers. Deze notitie maakt inzichtelijk dat de mensenrechten
een leidraad kunnen zijn voor het handelen van de overheid, ook op terreinen waar
het wellicht niet voor iedereen zonneklaar is dat de mensenrechten van belang én van
nut kunnen zijn.3
De kinderopvangtoeslagaffaire liet ook zien dat discriminatie een rol speelde bij
de aanpak van (vermeende) fraude. Om dit in de toekomst te voorkomen, worden wetten
en regels tegen het licht gehouden en de uitvoeringsorganisaties getraind in het herkennen
van discriminatie. De aanpak van discriminatie bij de toegang tot voorzieningen zal
ook worden opgepakt door de Nationaal Coördinator discriminatie en racisme, terwijl
een Staatscommissie Discriminatie en Racisme onder meer de bredere overheid zal doorlichten.
Voorts worden er voorbereidingen getroffen voor een Staatscommissie die onderzoek
gaat doen naar het functioneren van de Nederlandse rechtsstaat.
De COVID-19 crisis heeft het thema toegankelijkheid van voorzieningen een extra fysieke
component meegegeven die niemand had kunnen voorzien toen het Actieplan Mensenrechten
werd uitgebracht. Het kabinet heeft een reeks ingrijpende maatregelen moeten nemen
ter bevordering van de volksgezondheid en om ieders recht op gezondheid te kunnen
blijven beschermen, maar die ook burgers beperken in hun vrijheden. Inmiddels zijn
veel maatregelen weer opgeheven, maar de lock-down periode heeft tot gevolg gehad
dat voorzieningen niet of niet meer in dezelfde mate fysiek bezocht konden worden
en dat veel meer contact digitaal verliep. Dat laatste aspect is een onderwerp dat
ook in het Actieplan Mensenrechten aandacht heeft.
Over de opvolging van de kinderopvangtoeslagaffaire en de ingrijpende COVID-19 maatregelen
wordt uitgebreid gecommuniceerd met uw Kamer. Deze brief zal zich verder richten op
het inzichtelijk maken van de voortgang van de implementatie van het Actieplan Mensenrechten.
Voor uw gemak is in de bijlage een verkort overzicht opgenomen met alle acties en
de huidige status daarvan4.
Inclusie: iedereen moet mee kunnen doen
Het Actieplan Mensenrechten kent drie actielijnen. De eerste is «Inclusie: iedereen
moet mee kunnen doen». Acties onder deze noemer richten zich op de menselijke maat
in wetgeving en beleid. Daarvoor zijn laagdrempelige en makkelijk vindbare voorzieningen
nodig, zoals toegankelijke aanspreekpunten en loketten. Voor bepaalde kwetsbare groepen
is soms extra ondersteuning nodig, zodat zij op autonome wijze richting kunnen geven
aan hun leven.
Digitalisering
Digitale vaardigheid en het aanbieden van alternatieven voor digitale communicatie
met de overheid speelt hierbij een belangrijke rol, zeker sinds de start van de COVID-19
crisis. Omdat steeds meer interactie met de overheid digitaal verloopt, ligt er een
wetsvoorstel tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in de Tweede Kamer. Dit
wetsvoorstel voorziet onder meer in een zorgplicht tot ondersteuning bij communicatie
met de overheid, bijvoorbeeld voor minder digivaardigen.5 Op deze manier wordt rekening gehouden met het doenvermogen van burgers.6 Omdat het voor de toegang tot digitale dienstverlening door de overheid soms nodig
is om je te kunnen laten vertegenwoordigen door iemand anders, wordt er gewerkt aan
een verbeterde en vereenvoudigde machtigingsvoorziening en aan oplossingen voor wettelijke
vertegenwoordiging, zoals bewindvoering en ouderlijk gezag. Voor het vrijwillig machtigen
is in 2021 gestart met het grootschalig aansluiten van de sector zorg. Daarnaast kan
ook gemachtigd worden voor digitale diensten van de Belastingdienst, DUO, UWV en andere
dienstverleners. Voor wettelijke vertegenwoordiging wordt gewerkt aan oplossingen
voor bewindvoering, ouderlijk gezag en nabestaandenmachtiging. Deze oplossingen komen
in de loop van 2021–2022 gefaseerd beschikbaar. Hierdoor zullen ook bewindvoerders,
curatoren, ouders, voogden en vertegenwoordigers van erfgenamen digitaal diensten
kunnen afnemen voor de personen die zij vertegenwoordigen.
Daarnaast zijn er inmiddels in 49 bibliotheken informatiepunten geopend waar burgers
terecht kunnen voor algemene informatie over publieke voorzieningen. Het gaat met
name om informatie die minder eenvoudig te vinden is als je niet digitaal vaardig
bent. Dit jaar moet een landelijk dekkend netwerk bereikt zijn. Voor Nederlanders
in het buitenland of niet-Nederlanders die een relatie met de Nederlandse overheid
hebben komt er eind 2021 één «loket buitenland». Dit jaar zijn er ook stappen gezet om de bekendheid van het «Juiste Loket» te vergroten.7 Het Juiste Loket is een domeinoverstijgend informatie- en adviespunt waar burgers
en professionals terecht kunnen met vragen over de toegang en het organiseren van
(langdurige) zorg. Als mensen via de reguliere kanalen nog steeds vastlopen met complexe
zorgvragen, dan kunnen zij terecht bij het Ministerie van VWS, dat met hen mee kan
denken met het vinden van passende zorg.8
Participatie van mensen met een beperking
Zeker twee miljoen Nederlanders hebben een lichamelijke of mentale beperking. Voor
hen is toegankelijkheid een bijzonder belangrijk begrip, in relatie tot fysieke, digitale
of sociale drempels om mee te kunnen doen in de Nederlandse maatschappij. Sinds 2018
bestaat het programma Onbeperkt meedoen! voor de implementatie van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.
Op meerdere thema’s binnen Onbeperkt meedoen! worden en zijn er betekenisvolle stappen gezet richting meer toegankelijkheid en
inclusie. De landelijke beweging naar meer en blijvende toegankelijkheid groeit mede
dankzij de inzet van diverse partners bij gemeenten, het bedrijfsleven en maatschappelijke
organisaties. De situatie van mensen met een beperking wordt op een positieve manier
zichtbaar gemaakt en geslaagde voorbeelden van toegankelijkheid worden uitgelicht.
Het kabinet realiseert zich echter dat lang niet alle drempels die mensen met een
beperking in het dagelijks leven ervaren in de afgelopen periode zijn weggenomen.
Het is zaak om de betrokkenheid die is opgebouwd ook de komende jaren vast te houden
en op de ingeslagen weg voort te gaan. De aanpak van het programma in de periode 2018–2021
wordt nu geëvalueerd. Mede op basis daarvan kan de vervolg-aanpak vanaf 2022 worden
bepaald voor de verdere implementatie van het VN-verdrag.
Naast de acties die binnen Onbeperkt meedoen! worden genomen, wordt gewerkt aan de vindbaarheid van voorzieningen voor MBO-studenten
die ondersteuning nodig hebben. Op 23 april 2020 lanceerde het Expertisecentrum inclusief
onderwijs (ECIO) de website www.mbotoegankelijk.nl. Hier vinden alle mbo’ers met een functiebeperking of ondersteuningsvraag antwoord
op hun vragen en inzicht in de beschikbare voorzieningen, aanpassingen en regelingen
voor hun specifieke ondersteuningsvraag. Zo biedt de website bijvoorbeeld informatie
over financiële compensatie bij studievertraging als gevolg van een beperking of over
extra tijd bij een tentamen. De website is opgezet na een oproep van uw Kamer om de
informatievoorziening voor mbo-studenten met een ondersteuningsvraag te verbeteren.
De website is tot stand gekomen met subsidie van het Ministerie van OCW en in samenwerking
met de jongerenorganisaties JOB en Jongerenpanel ZeP. Verder is de evaluatie van het
passend onderwijs afgerond. Uit deze evaluatie vloeien weer nieuwe acties voort, want
in het licht van internationale verdragen moet de toegankelijkheid van het onderwijs
voor leerlingen en studenten met een beperking nog verder verbeteren. Ook de Kinderombudsman,
het College voor de Rechten van de Mens en Defense for Children dringen daar op aan.
Dit leidt in de loop van 2021 tot een met alle betrokkenen te ontwikkelen routekaart
waarmee in de komende 15 jaar wordt gewerkt aan een steeds inclusiever onderwijs.9 Ten slotte is de beleidsregel «samenwerking regulier en speciaal onderwijs» in 2020
verruimd. Er is veel belangstelling voor. De regeling wordt verlengd waardoor het
ook mogelijk wordt dat scholen in 2022 een aanvraag kunnen indienen.
Toegang tot de woningmarkt
Een heel ander onderwerp van zorg is de (on)toegankelijkheid van de woningmarkt. Iedereen
heeft recht op gelijke kansen op de woningmarkt. Dat lijkt nu niet het geval te zijn.
Op basis van recent uitgevoerde onderzoeken met mysterycalls en praktijktesten blijkt (wederom) dat verhuurbemiddelaars bereid zijn om mee te
werken met verzoeken om bepaalde groepen woningzoekenden te weren en dat bepaalde
woningzoekenden ongelijk worden behandeld. Ik ben daarom bezig met een wetsvoorstel
waarin de gemeenten de bevoegdheid wordt gegeven om regels te stellen over goed verhuurderschap,
mede om discriminatie op de wonningmarkt te voorkomen. Dit wetsvoorstel is op 5 juli
2021 in consultatie gebracht. Die regels kunnen vervolgens worden gehandhaafd met
een last onder dwangsom of bestuurlijke boete. In datzelfde voorstel komt een grondslag
voor het invoeren van een verhuurdersvergunning. Overtreding van algemene regels kan
worden meegewogen bij het verlenen van de vergunning en tevens bij het intrekken ervan.
Ik hoop dit wetsvoorstel deze zomer in openbare consultatie te brengen.
Een van de andere groepen die problemen ondervindt om een geschikte woning te vinden,
zijn woonwagenbewoners. In mei 2021 heb ik de «Herhaalmeting Standplaatsen 2020» naar
de Tweede Kamer gestuurd. Hieruit blijkt dat het aantal standplaatsen voor woonwagens
met ruim 8.800 de afgelopen twee jaar vrijwel gelijk is gebleven. Wel zijn meer gemeenten
bezig met de in 2018 afgesproken inzet om te zorgen voor voldoende standplaatsen en
hebben een aantal gemeenten concrete plannen voor de toevoeging van nieuwe standplaatsen.
In 2019 en 2020 heeft met verschillende gemeenten een traject gelopen via P31. Voor
de aanpak van knelpunten in gemeenten stel ik, in overleg met de Vereniging Nederlandse
Gemeenten (VNG), een nieuw ondersteuningsprogramma op, dat binnenkort van start gaat.
Verder heeft de VNG met steun van het Ministerie van BZK een wegwijzer gepubliceerd
met daarin de stappen die een gemeente kan zetten om aan het beleidskader te voldoen.
Naar de kosten van standplaatsen en woonwagens is een onderzoek gestart. Het rapport
dat daaruit voortkomt zal ervoor zorgen dat lokale partijen in hun overleg over meer
objectieve gegevens beschikken. Gemeenten kunnen voor standplaatsen en woonwagens
een beroep doen op het budget van 50 miljoen euro dat ik heb vrijgemaakt voor de huisvesting
van specifieke doelgroepen.
Ook dakloosheid heeft de aandacht van het kabinet. Met het in 2020 tot stand gekomen
Een (t)huis, een toekomst beoogt het kabinet dak- en thuisloosheid terug te dringen door gemeenten en andere
betrokken partijen extra te ondersteunen bij preventie, vernieuwing van de opvang
en wonen met begeleiding. Eén van de centrale doelstellingen is om, uiterlijk eind
2021, 10.000 extra woonplekken met passende begeleiding te realiseren. Het kabinet
stelt een extra financiële impuls van 200 mln. euro ter beschikking aan gemeenten
voor de uitvoering van regionale plannen van aanpak. Daarnaast heeft het kabinet het
kennisplatform «Iedereen onder een dak» voor professionals bij gemeenten, maatschappelijke
organisaties en woningcorporaties opgezet.
Integrale aanpak: oplossingen als het systeem vastloopt
Menselijke waardigheid centraal
Acties in dit onderdeel van het Actieplan Mensenrechten richten zich erop menselijke
waardigheid altijd centraal te stellen in het uitgebreide stelsel van voorzieningen
in Nederland. Complexiteit, verkokering of een samenloop van problemen mag hierbij
niet in de weg staan. Het burgerperspectief is het uitgangspunt voor zowel nieuw als
bestaand beleid in het stelsel van voorzieningen.
Met behulp van het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) kunnen
beleidsmedewerkers en wetgevingsjuristen ervoor zorgen dat hun voorstellen voldoen
aan de normen voor goed beleid en goede regelgeving. Via normen van doenvermogen,
uitvoerbaarheid, regeldruk voor burgers en effecten op gendergelijkheid wordt aandacht
besteed aan het perspectief van de burger. Ook bij het in kaart brengen van gevolgen
van voorstellen moet het perspectief van de burger worden bezien. Zoals aangegeven
in de eindrapportage van het programma Inzicht in Kwaliteit, werkt het kabinet aan
een herziening van het IAK om te zorgen dat dit instrument beter, eerder en consequenter
wordt toegepast, zodat aan de genoemde normen voor goed beleid en goede regelgeving
op het juiste moment aandacht wordt besteed. Daarmee wordt de beleidsvoorbereiding
via toepassing van het IAK verder versterkt. De herziening van het IAK richt zich
op een meer eenvoudige inhoud en opbouw, een meer gebruiksvriendelijke presentatie,
meer bekendheid en een beter en eerder gebruik van het IAK.10
Met de decentralisaties zijn veel taken overgeheveld naar lokale overheden. Dat biedt
kansen voor maatwerk, maar kan ook leiden tot verschillen. Die verschillen moeten
uitlegbaar blijven. Mensenrechten kunnen hierbij als instrument worden gebruikt, omdat
zij een raamwerk bieden voor menselijke waardigheid met aandacht voor minimumstandaarden.
Zo is, om integrale samenwerking in het sociale domein door gemeenten beter mogelijk
te maken, dit voorjaar een wetsvoorstel in openbare consultatie gebracht met een beter
juridisch kader voor de verwerking van persoonsgegevens door de verschillende organisaties
in het sociale domein, met inachtneming van het recht op privacy.11 Ook wordt er hard gewerkt aan het opzetten van een platform «Mensenrechten en gemeenten».
Het platform heeft als doel kennisdeling en uitwisseling van goede praktijken op het
gebied van mensenrechten in het gemeentelijk beleid te bevorderen. Hiervoor zal een
digitale landingsplaats worden opgericht die na de zomer wordt gelanceerd. In het
najaar wordt gestart met themabijeenkomsten voor zowel lokale bestuurders als ambtenaren
over relevante en actuele mensenrechtenthema’s.
Eveneens ligt nog in het verschiet een symposium over het belang van de menselijke
waardigheid als grondslag voor het mensenrechtenperspectief op menselijk handelen,
beleid, wetgeving en uitvoering. Vanwege de COVID-19 pandemie is het symposium uitgesteld.
Als gedeeltelijk alternatief is op initiatief van de Raad van Kerken en In Vrijheid
Verbonden een essaybundel tot stand gebracht over het thema menselijke waardigheid
en mensenrechten. De bundel bevat bijdragen van vertegenwoordigers van de verschillende
wereldreligies en van het Humanistisch Verbond over dit onderwerp.12
Rekening houden met het doenvermogen
Met name mensen die te maken krijgen met een stapeling van problemen kunnen het overzicht
over het uitgebreide systeem van voorzieningen soms kwijtraken. Hun life events zorgen voor een verminderd doenvermogen. Dit kan iedereen overkomen. Een van de aanbevelingen
in het rapport van de Tijdelijke commissie uitvoeringsorganisaties is dan ook dat
de overheid meer rekening moet houden met het doenvermogen van burgers en bedrijven.
In de kabinetsbrief versterking van de kwaliteit van beleid en wetgeving, die eind
juni aan uw Kamer is toegezonden, wordt hier nader op ingegaan.13 In het Actieplan Mensenrechten zijn ook al een aantal voorbeelden opgenomen van acties
die erop zijn gericht om meer concreet rekening te houden met het doenvermogen van
burgers.
Zo heeft het kabinet besloten tot het uitbreiden van regisseursfuncties die orde op
zaken kunnen stellen. De Erasmus Universiteit doet onderzoek naar de beste manieren
om mensen die vastlopen beter te ondersteunen en naar mogelijkheden voor betere coördinatie
bij multiproblematiek. Momenteel wordt er daarnaast op twee locaties geëxperimenteerd
met een aanpak waarin de strafrechtketen bepaalde casuïstiek aanmerkt als «multiproblematiek»
en deze ook op een andere manier behandelt.
Een ander voorbeeld van rekening houden met het doenvermogen van burgers is de Juiste
Zorg op de Juiste Plek (JZOJP). Als gevolg van dit programma moeten Nederlanders nu
en in de toekomst kunnen rekenen op toegankelijke, kwalitatieve en betaalbare zorg.
Samen met het veld is gewerkt aan het identificeren van knelpunten en oplossingen
om de praktijk verder te helpen. Dit gebeurt door verschillende, samenhangende activiteiten
zoals een website en online community met goede praktijkvoorbeelden, een expertgroep
en een kennisplatform. Ook heeft er een lerende evaluatie plaatsgevonden die onder
meer de ontwikkelagenda met vraagstukken voor 2021 inzichtelijk heeft gemaakt.
Het zorgstelsel is ingewikkeld. Cliëntondersteuners kunnen hun cliënt aan de hand
nemen en actief ondersteunen op de weg naar de voor hem/haar meest passende zorg en
ondersteuning op de best mogelijke locatie. De afgelopen kabinetsperiode is ingezet
op de versterking van cliëntondersteuning. Zo hebben meer dan 100 gemeenten zich als
onderdeel van het Koplopertraject cliëntondersteuning ingezet om cliëntondersteuning
lokaal te verbeteren en hebben Zorgverzekeraars Nederland en VNG een campagne gelanceerd
om de bekendheid en vindbaarheid van cliëntondersteuning te vergroten. Tevens wordt
een wetsvoorstel voorbereid dat samenwerking tussen gemeenten en zorgkantoren bevordert
en waarmee een cliëntondersteuner verbonden aan de Wet langdurige zorg (Wlz) kan worden
ingezet voorafgaand aan een Wlz-indicatiebesluit.14
Specifiek voor jongeren en kinderen is er aandacht voor (het samenwerken met) informele
steun(figuren), waaronder de JIM (Jouw Ingebrachte Mentor). Onderdeel van het programma
Zorg voor de Jeugd is om het samenwerken met informele steunfiguren voor zoveel mogelijk
(kwetsbare) uithuisgeplaatste kinderen te realiseren. Informele steunfiguren, zoals
een tante, opa, leraar of coach, maken deel uit van het gewone leven van een jongere
en ouders. Zij kunnen functioneren als een vertrouwenspersoon en/of een vertegenwoordiger
richting de professionals (en ouders) en zij kunnen ondersteunen bij het oplossen
van soms praktische en soms ingewikkelde problemen. Om het samenwerken met informele
steun(figuren) verder te brengen wordt onder andere ingezet op leren van ervaringen
en het delen van goede voorbeelden via onder meer de site en nieuwsbrieven van Zorg
voor de Jeugd.15
Ook voor mensen met schulden kan het lastig zijn om toegang te vinden tot de juiste
voorzieningen, terwijl dit nodig is voor het kunnen garanderen van een behoorlijke
levensstandaard. Bij het Centraal Justitieel Incassobureau is in april 2020 de noodstopprocedure
ingevoerd. Burgers die hun boetes door schulden niet kunnen betalen, kunnen uitstel
van betaling krijgen onder de voorwaarde dat ze schuldhulp zoeken bij de gemeente.
Met behulp van schuldhulp kunnen nadere afspraken worden gemaakt over uitstel van
betaling en betaling in termijnen, waardoor rust en ruimte wordt geboden aan de burger.
Ook mogen met ingang van 1 januari 2021 de betalingsachterstanden op de vaste lasten
met gemeenten worden gedeeld. Gemeenten moeten naar aanleiding van een dergelijk signaal
actie ondernemen. Tevens is een aantal experimenten in voorbereiding op het terrein
van vroegsignalering van schulden met andere schuldeisers. Op deze manier wordt rekening
gehouden met het doenvermogen van deze burgers. De subsidie die is verstrekt aan de
Alliantie van vrijwilligersorganisaties in het kader van schuldhulpverlening om tot
een landelijk dekkend netwerk te komen loopt dit jaar door, mede in verband met de
COVID-19 crisis. De Wet vereenvoudiging beslagvrije voet, die ervoor zorgt dat mensen
altijd beschikken over de noodzakelijke kosten voor levensonderhoud, is op 1 januari
2021 in werking getreden.
Een ander aspect van rekening houden met doenvermogen, is communiceren in begrijpelijk
taal. In haar communicatie moet de overheid uitgaan van het burgerperspectief en begrijpelijke
taal gebruiken. Enkele acties op dit terrein zijn inmiddels afgerond. Zo laat een
enquête over de Direct Duidelijk campagne zien dat ruim 20.000 teksten zijn verbeterd
bij 119 verschillende overheidsorganisaties. Maar er is nog veel werk te doen. Daarom
is eind 2020 een Direct Duidelijk Doen regeling gestart, waardoor ambtenaren worden
gewezen op instrumenten voor begrijpelijke taal. Van het Actieplan zelf is een makkelijk leesbare versie ontwikkeld, om het voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk te maken.
In het kader van de stelselvernieuwing van de rechtsbijstand wordt in het bestuursrecht
ingezet op minder onnodige procedures en meer vertrouwen tussen de burger en de overheid.
De aanpak richt zich op het verbeteren van de dienstverlening van uitvoeringsorganisaties
en gemeenten en het meer burgergericht maken van wet- en regelgeving. Een voorbeeld
hiervan is de pilot Ontwikkeling digitaal bezwaarplatform gemeenten.16 Deze pilot is afgelopen mei gestart en doet onderzoek naar de haalbaarheid van een
platform voor digitale ondersteuning van de bezwaarschriftprocedure vanuit het burgerperspectief.
Participatie en bescherming: opkomen voor je rechten
Acties in dit onderdeel richten zich op betekenisvolle participatie en het opkomen
voor je rechten op tal van manieren, niet alleen bij de rechter. Als mensen kunnen
meedenken over de vormgeving van voorzieningen die voor hen bedoeld zijn, zullen die
voorzieningen ook beter toegankelijk en relevanter voor hen worden. Daarnaast moeten
mensen op laagdrempelige wijze bij publieke voorzieningen een klacht kunnen indienen.
Jongeren en democratie
Er wordt hard gewerkt aan jongereninspraak in de politiek. De naam «jongerenparlement»
is in overleg met stakeholders losgelaten en omgevormd tot een traject Democratie
en jongeren, waar diverse acties onder vallen.17 Zelf heb ik het laatste jaar van mijn termijn als Minister het genoegen gehad om
samen te werken met een kinderminister. Dit heeft vaak geleid tot verrassende en mooie
inzichten en ik kan het iedereen van harte aanbevelen regelmatig met jongeren in gesprek
te gaan over voorgenomen plannen.
Om op te komen voor je rechten moet je je rechten kennen. Ook in het onderwijs horen
de basiswaarden van de democratische rechtsstaat – waaronder mensenrechten – daarom
thuis. Op 22 juni 2021 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de wet Verduidelijking
van de burgerschapsopdracht aan scholen in het funderend onderwijs. Daardoor zal de
wet in augustus 2021 in werking treden. Momenteel lopen al verschillende ondersteuningstrajecten
om scholen te helpen bij het vormgeven van hun burgerschapsonderwijs. De ondersteuning
zal de komende jaren worden voortgezet.
Laagdrempelige klachtenbehandeling
Om het doel van laagdrempelige klachtenbehandeling te bereiken wordt onder andere
gewerkt aan de versteviging van de lokale antidiscriminatievoorzieningen, waar burgers
terecht kunnen voor het melden van klachten over discriminatie en voor advies en bijstand
bij het bespreken of oplossen van hun klacht.
Onder de vlag van het programma stelselherziening rechtsbijstand is gewerkt aan een
online wegwijzer die rechtzoekenden klantvriendelijke, betrouwbare en deskundige online
ondersteuning biedt bij het kiezen van de beste route naar de oplossing van een probleem.
De website van het Juridisch Loket is beter toegankelijk en gebruiksvriendelijker geworden met een betere zoekfunctie
en informatie die gemakkelijker kan worden gedeeld. Ook het taalgebruik op de website
is begrijpelijker, waardoor die beter leesbaar is, ook voor laaggeletterden. Sinds
het najaar van 2020 kunnen mensen gebruikmaken van een digitale assistent, Julo, die
24 uur per dag, 7 dagen in de week advies op maat geeft rondom scheiden en ontslag.
De digitale assistent wordt stapsgewijs uitgebreid naar andere veelvoorkomende problemen.
Onlangs is een pilot gestart waarin mensen kunnen gaan videobellen met het Juridisch
Loket. Het is de bedoeling dat dit onderdeel wordt van de reguliere dienstverlening.18
Ten slotte
De hierboven beschreven acties vormen een bloemlezing uit de acties die worden beschreven
in het Actieplan Mensenrechten. Een compleet overzicht van alle acties en hun stand
van zaken is opgenomen in de bijlage bij deze brief. De informatie in de bijlage is
beknopt gehouden, nu uw Kamer over alle activiteiten al separaat is geïnformeerd.
Deze brief beoogt de samenhang tussen de diverse activiteiten te schetsen en inzicht
te bieden in hetgeen de overheid onderneemt om de toegankelijkheid van overheidsdiensten
te verbeteren. Het mensenrechtenperspectief van het Actieplan Mensenrechten kan daarbij
helpen door de burger en zijn rechten centraal te zetten. De mensenrechten bieden
een kader, een gezichtspunt van waaruit naar het handelen van de overheid kan worden
gekeken – ook door de overheid zelf, bij het maken van wetgeving en beleid en bij
het bieden van dienstverlening.
Op veel terreinen is significante voortgang geboekt sinds het uitbrengen van het Nationaal
Actieplan Mensenrechten 2020. Tegelijkertijd hebben sommige acties vertraging opgelopen
of zijn ze bijgestuurd op basis van nieuwe inzichten. Het kabinet gaat verder met
het implementeren van het Actieplan Mensenrechten. Het beschermen van de mensenrechten
is immers een doorlopend proces dat continue aandacht vraagt. In de tussentijd ga
ik graag met u in gesprek over hoe de inzet van de overheid in het kader van mensenrechten
zo relevant mogelijk kan worden gemaakt.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties