Brief regering : Geannoteerde agenda voor de informele Raad Algemene Zaken van 22 en 23 juli 2021
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2395
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 juli 2021
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de informele Raad Algemene Zaken
van 22 en 23 juli 2021.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A.M. Kaag
GEANNOTEERDE AGENDA VAN DE INFORMELE RAAD ALGEMENE ZAKEN D.D. 22 EN 23 JULI 2021
Op 22 en 23 juli heeft een informele vergadering van de Raad Algemene Zaken (RAZ)
plaats in Ljubljana, Slovenië. De Minister van Buitenlandse Zaken is verhinderd om
deel te nemen aan deze vergadering; de ambassadeur in Ljubljana zal Nederland vertegenwoordigen.
Tijdens deze informele Raad presenteert Slovenië zijn prioriteiten voor het EU-voorzitterschap
(juli-december 2021). Ook zullen de leden van de Raad van gedachten wisselen over
de weerbaarheid van de EU na de COVID-19-crisis. Het voorzitterschap heeft de landen
van de Westelijke Balkan uitgenodigd voor deze informele vergadering.
Prioriteiten EU-Voorzitterschap Slovenië
Slovenië zal tijdens het eerste deel van de informele Raad de vier pijlers van het
Sloveense voorzitterschapsprogramma1 toelichten.
1. De weerbaarheid, het herstel en de Strategische Autonomie van de Europese Unie:
Aangaande weerbaarheid zet het Sloveense voorzitterschap onder meer in op het anticiperen
en bezweren van crises van diverse aard in het licht van pandemieën en grootschalige
cyberaanvallen. Het kabinet ondersteunt aandacht voor versterking van de weerbaarheid
van de Unie. Het kabinet is daarom ook voorstander van het versterken van de Europese
samenwerking en coördinatie op toekomstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen,
waar dit meerwaarde heeft voor de gezondheid van de burgers en om de impact op het
vrij verkeer binnen de Unie te beperken. Wat betreft cyberaanvallen zet het kabinet
erop in om de digitale veiligheid en weerbaarheid van essentiële diensten centraal
te stellen, de EU-coördinatie te versterken en aandacht te vestigen op de afhankelijkheden
van infrastructuur en diensten buiten de EU.
Ten aanzien van Strategische Autonomie zet het voorzitterschap zich in voor de versterking
hiervan aangaande geneesmiddelen en medische goederen, industrie- en energiebeleid
en voedselvoorziening. Uiteindelijke doel is een EU die minder afhankelijk is van
externe spelers. Het kabinet verwelkomt het voornemen van het voorzitterschap om verder
te willen werken aan de strategische autonomie agenda van de EU. Voor het kabinet
staat de open strategische autonomie van de EU voor haar vermogen om als mondiale
speler, in samenwerking met internationale partners, op basis van eigen inzichten
en keuzes haar publieke belangen te borgen en weerbaar te zijn in een onderling verbonden
wereld. Het kabinet erkent het belang van het aanpakken van ongewenste afhankelijkheden
in genoemde sectoren en zal daarbij blijven wijzen op het belang van openheid en internationale
samenwerking.
Herstel ziet het voorzitterschap in het licht van de groene en digitale transitie.
Het voorzitterschap wil zich inzetten voor het behoud van de mondiale leiderschapspositie
van de EU op het gebied van de groene transitie en zal een start maken met de onderhandelingen
over het omvangrijke Fit-for-55-pakket. Het kabinet hecht groot belang aan dit pakket omdat het de implementatie
mogelijk maakt van het ambitieuze EU-broeikasgasemissiereductiedoel van ten minste
55% in 2030, dat eind vorig jaar is overeengekomen. Het kabinet zal uw Kamer via de
BNC-fiches schriftelijke appreciaties sturen van de voorstellen die de Commissie naar
verwachting op 14 juli presenteert.
2. Conferentie over de Toekomst van Europa:
Gedurende het voorzitterschap zullen er plenaire vergaderingen van de Conferentie
over de Toekomst van Europa plaatsvinden. Als lid van de Raad van Bestuur namens de
Raad is het Sloveens voorzitterschap mede verantwoordelijk voor de voorbereiding en
organisatie van deze plenaire vergaderingen. Het voorzitterschap heeft aangegeven
in te willen zetten op transparantie van de Conferentie, onder anderen door de Raad
tijdig te informeren en betrekken. Daarbij geeft het Sloveens voorzitterschap aan
dat het zich ervoor zal inzetten dat er in het debat in de Conferentie ruimte is voor
een veelheid aan verschillende meningen. Nederland deelt deze uitgangspunten, en kan
instemmen met de inzet van het Sloveens voorzitterschap. Zoals uw Kamer bekend2, zal het kabinet burgerconsultaties uitvoeren, om de wensen en verwachtingen van
Nederlanders ten aanzien van de EU, in beeld te brengen. Daartoe zullen er onafhankelijke
burgerdialogen worden georganiseerd door een extern bureau. De selectie van dit bureau
is momenteel gaande. In lijn met de moties van het Eerste Kamerlid Koole3 en van de Tweede Kamerleden Amhaouch en Kamminga4, zal uw Kamer na afronding van de selectie hierover worden geïnformeerd. Daarnaast
zal Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) op verzoek van het kabinet een aanvulling uitbrengen
op zijn rapport uit 2018, «Wat willen Nederlanders van de Europese Unie?».
3. Een Unie van de Europese manier van leven, de rechtsstaat en gelijke criteria voor
iedereen: Binnen deze pijler richt het voorzitterschap zich op de Europese manier
van leven en hoe menselijke waardigheid, vrijheid en fundamentele rechten. Aangaande
de fundamentele waarden en principes van de EU, inclusief de rechtsstaat, wijst het
voorzitterschap op de gedeelde verantwoordelijkheid van de EU-instellingen en de lidstaten.
Voor Nederland zijn de fundamentele waarden van de Unie, die vastliggen in artikel
2 van het EU-oprichtingsverdrag, niet onderhandelbaar. De centrale rol en objectieve
expertise van de Europese Commissie op dit terrein als hoedster van de verdragen is
daarbij cruciaal. Nederland verwelkomt in dat licht het voornemen van het Sloveens
voorzitterschap om, in navolging van de twee voorgaande voorzitterschappen, de algemene
en landenspecifieke rechtsstatelijkheidsdialoog op basis van het jaarlijkse Rechtsstaatrapport
van de Europese Commissie te continueren. Dat geldt eveneens voor het voornemen om
de artikel 7-procedures tentatief te agenderen voor de Raad Algemene Zaken van 14 december
2021.
4. Een geloofwaardige en veilige Europese Unie, in staat om te zorgen voor veiligheid
en stabiliteit in zijn buurtregio:
Onder deze pijler zet het voorzitterschap in op het bevorderen van de belangen en
uitdragen van de waarden van de EU in de wereld. Het zet daarbij in op strategische
allianties. Zo zegt het voorzitterschap de trans-Atlantische band alsook de relatie
met democratische landen in de Indo-Pacific te willen versterken. Het kabinet verwelkomt
die inzet. Vanwege toenemende geopolitieke spanningen is het van belang dat de EU
haar strategische allianties bestendigt en nieuwe allianties smeedt. Die allianties
zijn bovendien cruciaal om in de toekomst mondiale crises als pandemieën maar ook
de klimaatcrisis het hoofd te kunnen bieden.
Het voorzitterschap zal zich inzetten voor een volledige implementatie van het Schengen-acquis
en versterking van Schengen. In het verlengde hiervan wil het voorzitterschap bijdragen
aan een effectiever EU-migratiebeleid. Nederland kan beide initiatieven verwelkomen.
Het kabinet erkent al geruime tijd de noodzaak om het Schengengebied te versterken.
Prioriteiten voor het kabinet zijn daarom het versterken van de buitengrenzen, het
verbeteren van analyse en risico-gestuurde monitoring aan de binnengrenzen, het versterken
van de governance van het Schengengebied en het versterken van waarborgen in tijden van crisis. Voor
wat betreft migratie kan het kabinet het streven naar politieke overeenkomst tussen
solidariteit en verantwoordelijkheid ondersteunen. Het is goed dat het voorzitterschap
tevens aandacht wenst te besteden aan de EUAA-, Eurodac- en Screening verordeningen
gezien het streven van het kabinet voor snelle voortgang op beide.
Tot slot zal het voorzitterschap speciale aandacht besteden aan de Westelijke Balkan.
Zo zal er een top zijn in oktober van de EU met deze landen en zal het zich inzetten
voor het verder brengen van het uitbreidingsproces. Het kabinet steunt de intentie
van het voorzitterschap om aandacht te besteden aan de Westelijke Balkan. Samenwerking
met en tussen de Westelijke Balkan-landen op het gebied van rechtsstatelijkheid, stabiliteit,
economie, connectiviteit en klimaat is belangrijk voor de EU. Ook ondersteunt het
kabinet het EU-perspectief van de Westelijke Balkanlanden. Hierbij onderstreept het
kabinet het belang van een toetredingsproces gebaseerd op merites waarbij de rechtsstaat
centraal staat, conform de nieuwe uitbreidingsmethodologie.
Weerbaarheid van de EU na de COVID-19-crisis
Het tweede deel van de informele Raad staat in het teken van de weerbaarheid van de
EU na de COVID-19-crisis. Dit sluit aan bij de onlangs uitgebrachte mededeling5 van de Europese Commissie aangaande de te leren lessen van de COVID-19-crisis en
bij de conclusies van Europese Raad van 24 en 25 juni. Deze mededeling bevat enkel
een summiere analyse en moet daarom, zoals ook aangegeven door de Commissie, enkel
worden gezien als een rapportage met eerste lessen. Zoals aan uw Kamer genoemd in
het verslag van deze Europese Raad6 hebben de leden van de Europese Raad het voorzitterschap van de Raad verzocht deze
evaluatie op te pakken met het oog op verbeterde collectieve paraatheid en weerbaarheid
in het geval van toekomstige crises.
Het kabinet is van mening dat de Europese Covid-19-respons grondig dient te worden
geëvalueerd, waarbij de ervaringen van lidstaten goed moet worden betrokken en ook
het functioneren van de interne markt nadrukkelijk meegenomen dient te worden in de
evaluatie. Ook ziet het kabinet graag, conform de motie Leijten, een evaluatie van
de gezamenlijke (voor)aankoop van vaccins.
Verder hecht het kabinet groot belang aan het versterken van financieel-economische
weerbaarheid van lidstaten. Hierbij speelt de uitvoering van het Herstelinstrument
NextGenerationEU en de Recovery and Resilience Facility (RRF) een belangrijke rol. Het RRF heeft tot doel om door middel van hervormingen
en investeringen de economieën van lidstaten weerbaarder te maken. Daarnaast wordt
door de besteding van middelen uit de RRF aan groene en digitale transities economieën
geschikt gemaakt voor de uitdagingen van de 21ste eeuw. Verder steunt het kabinet de noodzaak dat lidstaten in 2021 en 2022 hun economieën
blijven ondersteunen door middel van stimulerend begrotingsbeleid. Hierbij is het
van belang dat de schuldhoudbaarheid op de middellange termijn niet in gevaar komt.
Ten slotte geldt ten aanzien van de weerbaarheid dat het kabinet het Strategic Foresight Netwerk steunt en hierin participeert.7 Dit initiatief van de Commissie zal met behulp van anticiperende beleidsvorming bijdragen
aan het beter voorbereid zijn op crises en de weerbaarheid van de EU versterken. De
nieuwe dashboards inzake veerkracht, waarin de capaciteiten en kwetsbaarheden van lidstaten in de lopende
groene, digitale en rechtvaardige transities zullen worden weergegeven, kunnen hiervoor
mogelijk een nuttig instrument zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken