Brief regering : Geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 12 juli 2021
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2378
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juli 2021
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Buitenlandse Zaken van 12 juli
2021. Bij deze geannoteerde agenda worden tevens twee vertrouwelijke bijlagen meegestuurd,
te weten een non-paper over Early Warning, Early Action en een non-paper over Hybride Dreigingen1.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A.M. Kaag
GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 12 JULI 2021
Introductie
Op 12 juli vindt een Raad Buitenlandse Zaken plaats in Brussel. De Minister van Buitenlandse
Zaken is voornemens hieraan deel te nemen. Onder Current Affairs zal worden gesproken
over connectiviteit en over Afghanistan. Als volle agendapunten staan geopolitiek
van nieuwe technologieën, Ethiopië en het Strategisch Kompas geagendeerd. Ook zal
de Raad waarschijnlijk het besluit bekrachtigen dat de EU een militaire trainingsmissie
(EUTM) in Mozambique zal ontplooien ter ondersteuning van de capaciteit van het Mozambikaanse
leger zodat het beter in staat is de vrede en stabiliteit in de onrustige regio Cabo
Delgado te handhaven. Hiertoe werd begin juni een Crisis Management Concept (CMC) geaccordeerd door de lidstaten2. Naar verwachting zal de missie dit najaar officieel van start gaan.
Current Affairs
Connectiviteit
De Raad zal spreken over het operationaliseren van de gezamenlijke mededeling «Connecting
Europe & Asia»3 en de daarop volgende Raadsconclusies uit het najaar van 2018. Uw Kamer ontving van
die mededeling een appreciatie (Kamerstuk 21501–02 nr. 1907). Gezien de geopolitieke ontwikkelingen zoals het Belt and Road Initiative maar ook het recent aangekondigde G7 initiatief over investeringen in infrastructuur,
acht het kabinet het van belang dat de EU zowel in Azië als in de rest van de wereld
een zichtbare rol speelt op het gebied van connectiviteit via de ontwikkeling van
fysieke en digitale infrastructuur. De EU kan zich op dit vlak onderscheiden door
hoge standaarden te hanteren die in lijn zijn met bijvoorbeeld de G20 principes voor
infrastructuurinvesteringen, het akkoord van Parijs en internationale afspraken over
schuldhoudbaarheid. Tevens is het van belang investeringen in infrastructuur, zowel
privaat als door ontwikkelingsbanken, te stimuleren. NL is voorstander van nieuwe
Raadsconclusies waarin deze uitgangspunten worden vastgelegd. De Raad zal die conclusies
naar verwachting op 12 juli aannemen.
Afghanistan
De Raad zal de recente ontwikkelingen in Afghanistan bespreken. Sinds de aankondiging
van de internationale troepenterugtrekking op 14 april is het geweld toegenomen en
heeft de Taliban grondgebied veroverd op de Afghaanse regering. Hoewel concrete voortgang
in de vredesbesprekingen tot nu toe is uitgebleven lijkt het informele contact tussen
de onderhandelingsdelegaties in Doha weer iets te zijn toegenomen. Het kabinet acht
een succesvol vredesproces van groot belang en waardeert de actieve rol die de EU
op zich heeft genomen in het betrekken van regionale spelers. Het kabinet blijft zeer
bezorgd over de aanvallen op burgers en hulpverleners, en blijft onderstrepen dat
ngo’s veilig hun werk moeten kunnen doen.
Geopolitiek van nieuwe technologieën
Nieuwe technologieën spelen een belangrijke rol in de huidige geopolitieke en geo-economische
ontwikkelingen. Technologische ontwikkelingen zullen voor een belangrijk deel de economische,
geopolitieke en militaire verhoudingen van de toekomst bepalen. Als gevolg van technologische
ontwikkelingen raken geopolitiek, veiligheid en economie nauwer met elkaar verweven.
Technologie wordt enerzijds door landen gebruikt om de militaire capaciteit te versterken,
hetgeen van directe invloed kan zijn op onze nationale en Europese veiligheid. Anderzijds
spelen technologieën strategisch een steeds belangrijkere rol, met name voor wat betreft
de mogelijke implicaties voor de politieke en economische machtsverhoudingen. Dat
raakt tevens de economische veiligheid van Nederland, en daarmee zowel ons verdienvermogen
als onze veiligheid. Zo kunnen ongewenste afhankelijkheden van (sleutel)technologieën
uit andere landenontstaan. Een verschuiving van technologisch leiderschap op sleutel
technologieën brengt een breder geopolitiek risico mee wanneer het landen betreft
die niet onze Europese waarden en normen delen. Daarmee kan ook de slagkracht van
internationale instituties onder druk komen te staan evenals de op regels gebaseerde
internationale orde. Uiteraard moet niet uit het oog verloren worden dat nieuwe technologieën
ook kunnen bijdragen aan oplossingen voor mondiale uitdagingen zoals klimaatverandering
en voedselzekerheid.
Tegen die achtergrond moet de EU, in samenwerking met partners en bondgenoten, een
sterke positie in kunnen nemen in het weerbaarder maken van de EU tegen de groeiende
dreigingen die politieke en economische vrijheden van de EU aantasten inclusief het
innovatie- en concurrentievermogen waarmee ook de open strategische autonomie wordt
ondermijnd. Anderzijds dient de EU in het licht van technologische ontwikkelingen
stevig te investeren in versterking van het eigen innovatie- en concurrentievermogen
en haar digitaal beleid toonaangevend vorm te geven.
Om effectief internationaal te opereren is coherentie tussen intern en extern beleid
essentieel.
In het kader van nieuwe technologieën en militaire toepassingen, tracht Nederland
in EU verband hiervoor meer aandacht te genereren. Zo is Nederland samen met Duitsland
aanjager van een strategische EU discussie over nieuwe technologieën in het veiligheidsdomein.
In navolging op de Rethinking Arms Control Conferentie van november 2020 (Kamerstuk 33 694 nr. 59) is een proces gestart om in kaart te brengen wat op EU-niveau wordt gedaan en waar
lidstaten staan met betrekking tot beleidsvorming en initiatieven voor het verantwoord
militair gebruik van nieuwe technologieën. De komende maanden wordt dit proces afgerond
en wordt de agenda bepaald voor de weg voorwaarts. Ook in NAVO verband is Nederland
actief betrokken geweest bij de vormgeving en de implementatie van een Emerging Disruptive Technologies roadmap, met onder andere aandacht voor defensie-innovatie. Nederland blijft hierbij het
belang van «principles for responsible use» benadrukken.
Mede op basis van de motie van het lid Koopmans, inzake nieuwe technologieën en wapenbeheersing
(Kamerstuk 33 694, nr. 43) is de inzet geïntensiveerd op het verder in kaart brengen van de potentiele veiligheidsrisico’s
en dreigingen die uitgaan van nieuwe technologieën en op het ontwikkelen van een internationaal
initiatief om deze dreigingen tegen te gaan. Het kabinet brengt momenteel de mogelijkheden
in kaart voor de organisatie van een internationale conferentie over het verantwoord
gebruik van nieuwe technologieën. De Kamer zal hier separaat over worden geïnformeerd.
Tijdens de COVID-19 pandemie is onze afhankelijkheid van digitale connectiviteit sterk
toegenomen en zijn de kwetsbaarheden duidelijker aan het licht gekomen. Daarnaast
is er een wisselwerking tussen digitale technologische ontwikkelingen en een open,
vrij en veilig cyberdomein. Specifiek op het gebied van cyber heeft de Raad Buitenlandse
Zaken in juni 2017 besloten een gezamenlijk kader in het leven te roepen om middels
diplomatieke instrumenten een antwoord te bieden op cyberaanvallen: Framework for a Joint EU Diplomatic Response to Malicious Cyber Activities. De EU kan daarbij gebruik maken van een breed scala aan instrumenten, waaronder
preventieve capaciteitsopbouw, politieke dialoog en sancties onder het EU cybersanctieregime.
De Raad zal 12 juli verder spreken over het nut van en noodzaak om het instrumentarium
uit te breiden gegeven de steeds groter wordende dreiging die uitgaat van cyberaanvallen
voor de EU en haar lidstaten. Het kabinet zal het belang van een stevige diplomatieke
respons op slecht gedrag in cyberspace blijven benadrukken en pleiten voor het versterken
en door ontwikkelen van de Cyber Diplomacy Toolbox.
Gezien de belangen van de EU en de NAVO op het gebied van nieuwe technologieën en
cyber, en gegeven het feit dat beide organisaties beschikken over eigen (elkaar deels
aanvullende) instrumenten ligt nauwere samenwerking tussen de EU en de NAVO op het
gebied van nieuwe technologieën en cyber voor de hand, zoals ook neergelegd in een
food for thought paper inzake EU-NAVO samenwerking dat met uw Kamer is gedeeld (Kamerstuk 28 676, nr. 368).
Ethiopië
Op initiatief van de Hoge Vertegenwoordiger zal de Raad wederom Ethiopië bespreken,
met name de situatie in de Tigray-regio. Gevechten in dat gebied zijn geïntensiveerd
in de afgelopen weken, culminerend in de inname van de regionale hoofdstad Mekelle
op 28 juni jl. door strijders van de «Tigray Defence Forces», de gewapende tak van
het Tigray Peoples» Liberation Front. De regionale interim-regering – aangesteld door de federale regering in Addis Ababa
– is gevlucht. Het federale Ethiopische leger heeft zich teruggetrokken uit Mekelle
en de federale regering heeft een eenzijdige wapenstilstand uitgeroepen. Het is van
groot belang dat deze wapenstilstand gerespecteerd wordt en de opmaat vormt naar een
politieke oplossing van het conflict.
De humanitaire situatie in Tigray is in de afgelopen maanden in hoog tempo verder
verslechterd. Inmiddels verkeren volgens de humanitaire coördinator van de VN, Mark
Lowcock, zeker 350.000 mensen in Tigray in een hongersnood en bestaat het risico dat
dit aantal binnenkort met honderdduizenden mensen zal toenemen.
Prioriteit voor het kabinet is derhalve dat op korte termijn alles in het werk gesteld
wordt om van de mogelijkheid van een staakt-het-vuren gebruik te maken om de bevolking
van geheel Tigray te bereiken. Daarbij is tevens van belang dat waar mogelijk, agrarisch
gebied nog ingezaaid wordt, zodat niet voor de tweede maal een oogst verloren zal
gaan, hetgeen langdurige consequenties zou hebben voor de humanitaire situatie. Nederland
zal in de RBZ benadrukken dat alle partijen de wapens neer moeten leggen en mee moeten
werken aan een politieke oplossing van het conflict. Daarbij is het voor het kabinet
van belang dat er voldoende druk blijft vanuit de EU en andere partners zoals de VS,
VK en Noorwegen op actoren die verantwoordelijk zijn voor mensenrechtenschendingen
en de obstructie van humanitaire hulp. Tot slot is het blijvende vertrek van Eritrese
troepen uit Tigray voor Nederland van belang. De EU werkt momenteel aan een resolutie
in de VN-Mensenrechtenraad over Tigray
Strategisch Kompas
Tot slot staat het Strategisch Kompas geagendeerd. Het Strategisch Kompas moet richting
geven aan het EU Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) door te bepalen
waartoe de EU op het gebied van veiligheid en defensie de komende vijf tot tien jaar
in staat moet zijn en hoe dat gerealiseerd moet worden. In navolging op de RBZ Defensie
d.d. 6 mei (Kamerstuk 21 501-28, nr. 217) en 28 mei (Kamerstuk 21 501-28, nr. 219), waar respectievelijk de hoofdstukken «crisismanagement» en «capaciteitsontwikkeling»
aan bod kwamen, zal de Raad op 12 juli over het hoofdstuk «partnerschappen» spreken.
Het hoofdstuk «weerbaarheid» komt aan bod tijdens de informele RBZ Defensie van 1–2 september.
Nederland draagt actief bij aan de gedachtevorming rond het Strategisch Kompas. In
dat verband werden eerder non-papers met uw Kamer gedeeld inzake militaire mobiliteit
en de EU Battle Groups (Kamerstuk 21 501-28 nr. 220), en het food for thought paper inzake EU-NAVO samenwerking (Kamerstuk 28 676 nr. 368). In een vertrouwelijke bijlage bij deze geannoteerde agenda worden twee bijkomende
non-papers met uw Kamer gedeelde inzake early warning/early action (EWEA) en hybride dreigingen. Deze papers zijn in nauwe samenwerking tussen de Ministeries
van Buitenlandse Zaken en Defensie opgesteld.
Ten aanzien van het hoofdstuk «partnerschappen» zet Nederland vooral in op versterking
van de EU-NAVO en EU-VS samenwerking. Nederland deed eerder samen met Duitsland in
het hierboven vermelde food for thought paper een aantal concrete voorstellen om de EU-NAVO samenwerking op het gebied van
politieke consultaties, hybride dreigingen, cyberweerbaarheid, klimaat en defensie,
alsook disruptieve technologieën, militaire mobiliteit, interoperabiliteit en standaardisatie
te verbeteren.
In het najaar zal EDEO een conceptversie van het Strategisch Kompas presenteren en
worden de onderhandelingen daarover in de Raad opgestart. Het Strategisch Kompas zal
daarmee de komende maanden op de agenda’s van de Raad Buitenlandse Zaken en de Raad
Buitenlandse Zaken Defensie vaker terugkomen. Het Strategisch Kompas zal in maart
2022, tijdens het Frans voorzitterschap van de Raad, worden aangenomen.
Sancties Myanmar
In het Commissiedebat Noodhulp van 10 juni jl. vroeg het Lid van der Lee (GroenLinks)
naar de mogelijkheden van het aannemen van sancties gericht op olie- en gasbedrijven
in Myanmar. De situatie in Myanmar blijft zeer zorgwekkend. Sinds de staatsgreep van
1 februari is het geweld door het leger sterk toegenomen. De EU heeft sinds de militaire
coup al drie keer nieuwe sancties ingesteld tegen de militaire junta en militaire
conglomeraten. Het kabinet is voorstander van verhogen van de druk op de betrokkenen
bij de coup. Daarbij dienen alle opties op tafel te liggen, zolang de gewelddadige
repressie door het leger aanhoudt. In dat kader staat het kabinet ook open voor de
mogelijkheid om sancties aan te nemen gericht op de olie- en gassector. Het kabinet
verkent binnen de EU en in overleg met gelijkgezinde landen de mogelijkheden hiertoe.
Evenwel dient te worden aangemerkt dat het geen gegeven is dat hierover snel consensus
kan worden bereikt.
Indieners
-
Indiener
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.