Brief regering : Reactie Elektrolysers: Kansen voor de Nederlandse Maakindustrie
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 755
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2021
Met deze brief ga ik in op de toezegging gedaan tijdens het notaoverleg Klimaat en
Energie van 26 november 2020 om een appreciatie aan uw Kamer toe te zenden van het
rapport «Elektrolysers: Kansen voor de Nederlandse Maakindustrie», opgesteld door FME en TNO1. Allereerst wil ik FME en TNO danken voor het opstellen van dit rapport, het rapport
geeft waardevolle aanknopingspunten om de Nederlandse maakindustrie te positioneren
voor een substantiële rol in een duurzame economie.
In november 2019 heeft toenmalig Minister Wiebes de studie «Waterstof: Kansen voor de Nederlandse Industrie»,2 in ontvangst genomen. Dit rapport bood een eerste verkenning van de integrale waterstof
waardeketen die in Nederland ontwikkeld kan worden en gaf een helder inzicht in de
potentie van de Nederlandse maakindustrie om bij te dragen aan de aanstaande opgaven
voor waterstof in de energietransitie. Ook in andere sectoren, van opwek tot eindgebruik,
liggen duidelijke kansen. Te denken valt aan brandstofcel toepassingen in de scheepvaart
en het zware wegtransport, maar ook cv-ketels, elektrolysers, hogedruktanks, compressoren,
opslag- en distributie-, tank- en bunkertechnologie. Er liggen kansen voor de Nederlandse
maakindustrie om producten en onderdelen te leveren voor dit brede spectrum van toepassingen,
zowel binnen Nederland als voor de export. De maakindustrie vormt dus een essentieel
onderdeel van de waterstof waardeketen.
Voorliggend rapport «Elektrolysers: Kansen voor de Nederlandse Maakindustrie» vormt een vervolg op «Waterstof: Kansen voor de Nederlandse Industrie», een specifieke verkenning voor de ontwikkeling en productie van elektrolysers. Elektrolysers
zijn systemen voor waterstofproductie uit water met behulp van elektriciteit. Ook
op dit vlak zijn veel partijen in Nederland in staat onderdelen of producten te leveren,
of kunnen deze zich (gedeeltelijk) in Nederland vestigen. Er wordt verder ingegaan
op de kansen van dit onderdeel van de waterstof waardeketen voor de ontwikkeling van
duurzame economische activiteiten in Nederland, met een specifieke focus op regionale
kansen.
Zoals aangegeven in de Kabinetsvisie Waterstof3 van maart 2020 (Kamerstuk 32 813, nr. 485), is het potentieel voor de maaktechnologie een belangrijke reden waarom waterstof
ook een grote economische kans is. Het is duidelijk dat dit deel van de waardeketen
nog in de kinderschoenen staat. De ambities van Nederland op het gebied van waterstof
zijn groot. De beschikbare elektrolysecapaciteit in Nederland, moet aanzienlijk uitgebreid
worden om te voldoen aan deze ambities. Maar ook in Europa en wereldwijd is de huidige
beschikbare elektrolysecapaciteit onvoldoende om te voldoen aan de ambities. Klimaat
neutrale waterstof is een onmisbare energiedrager in een duurzaam energiesysteem,
die diverse technologische toepassingen mogelijk maakt. Tegelijk heeft Nederland een
sterke uitgangspositie om een waterstofhub te worden, zoals het nu ook een hubfunctie
heeft voor fossiele brandstoffen en grondstoffen.
Met het Nationaal Waterstof Programma (NWP) komt er een brede, integrale benadering
voor waterstof in Nederland, zoals bedoeld in het Klimaatakkoord. De aanbevelingen
uit voorliggend rapport zullen worden meegenomen in de invulling van het werkplan
van het NWP zoals deze nu wordt voorbereid door de Cross Sectorale Werkgroep Waterstof
(CSWW). Dit is te volgen is op de website van het NWP: https://nationaalwaterstofprogramma.nl. Hieronder zal ik verder ingaan op de aanbevelingen in het rapport.
Aanbevelingen uit het rapport «Elektrolysers: Kansen voor de Nederlandse Maakindustrie»
De eerste aanbeveling betreft het versterken van de kennispositie van Nederland op
gebied van elektrolysers en het vergroten van de zichtbaarheid voor de internationale
ketenpartners. Daartoe wordt geadviseerd om een Productie Proeftuin Elektrolyse NL
op te zetten, waarbij met name onderzoek wordt gedaan naar verbeterde productiemethoden
voor elektrolysers.
In de integrale Kennis- en Innovatieagenda (KIA) van het Klimaatakkoord is er aandacht
voor waterstof en de productie ervan. Via het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid
wordt de betrokkenheid van overheden, kennisinstituten en bedrijven gebundeld. Dit
advies rond de versterking van de Nederlandse kennispositie en een proeftuin sluit
goed aan bij de KIA. Voorts wijst het kabinet erop, dat ook in de eerste ronde van
het Nationaal Groeifonds een voorstel is ingediend. Dit voorstel voor waterstof en
groene chemie is voorwaardelijk positief beoordeeld, en moet een impuls geven aan
de ontwikkeling van elektrolysetechnologie in Nederland. Dit voorstel lijkt goed aan
te sluiten op de suggesties van TNO. In het najaar moet blijken of dit inderdaad een
kansrijke optie voor financiering is, als de indieners het commentaar van de Groeifondscommissie
op het voorstel hebben verwerkt.
Ten tweede wordt aangegeven dat de competitieve ketenpositie die de Nederlandse elektrolysers
maakindustrie kan vervullen verder moet worden ontwikkeld. Dit vereist meer samenwerking
en organisatie van Nederlandse partijen die op deze markt actief willen zijn.
Het kabinet heeft met interesse kennisgenomen van de eerste stappen die TNO en FME
hebben gezet voor de oprichting van het «Elektrolyser Makersplatform». Een dergelijk
platform ondersteunt de overige aanbevelingen uit het advies en is ook nuttig voor
de profilering van Nederlandse bedrijven richting de internationale markt. Vanuit
De rijksoverheid is er op de InnovatieExpo op 8 april 2021 aandacht besteed aan de
oprichting van een makersplatform door industriële partijen. Het makersplatform faciliteert
kennisdeling, geeft partijen onderling toegang en verhoogt de onderlinge herkenbaarheid.
Het stelt daarmee bedrijven in staat om elkaar te vinden en de samenwerkingsverbanden
aan te gaan die nodig zijn voor de bouw van elektrolysers. Door de InnovatieExpo wordt
er met het lanceren van dit initiatief ook internationaal een podium geboden.
Het derde voorstel betreft het opstellen van een ketengerichte innovatie-routekaart
voor alle materialen en componenten om zowel innovatie te versnellen als samen te
werken aan standaardisatie. Dit past uitstekend in de aanpak binnen het huidige missiegedreven
innovatiebeleid. Met een invulling van dit voorstel kan serieproductie mogelijk worden
gemaakt. Terecht wordt de internationale context voor de Nederlands maakindustrie
genoemd. Er wordt gevraagd om stimulering van innovatie om daarmee een rol te kunnen
spelen op de internationale markt voor elektrolysers. Op het gebied van materialen
en elektrochemie bestaat al de adviescommissie ElektroChemische Conversie & Materialen
(ECCM) en op het gebied van (groene) waterstof, materialen en elektrolyse werken de
drie Topsectoren Energie, Chemie en Hightech Systemen & Materialen (HTSM) al nauw
samen. Deze aanbeveling past daarmee in reeds bestaande ambities en kan snel worden
opgepakt.
Ten vierde wordt geadviseerd om stroomlijning van de bestuurlijke processen te organiseren.
Dit heeft twee aspecten: enerzijds een bovenregionale afstemming van het waterstofbeleid
en anderzijds een versnelling van het traject van vergunningsaanvragen voor waterstoftoepassingen
te versnellen.
Beide aspecten vragen ontwikkeling van regelgeving omtrent veiligheid, opwek en toepassingen
van waterstof. Om deze kennis te delen met de relevante partijen wordt er nadrukkelijk
gezocht naar een brede beleidsafstemming. Het Nationaal Waterstof Programma voorziet
in een aantal trajecten hiervoor. Hieraan wordt invulling gegeven in de Cross-sectorale
Werkgroep Waterstof, waarin alle partijen die in de toekomst betrokken zijn bij vergunningsverlening
vertegenwoordigd zijn.
Tenslotte wordt het belang van een internationale aanpak benadrukt. Standaardisatie
vergt een internationale aanpak. Vanuit een sterke kennispositie kan Nederland hierin
een rol van betekenis spelen. Tegelijk is het evident dat ook onze buurlanden (Duitsland
en Frankrijk) veel onderzoek en middelen richten op de opbouw van hun maakindustrie.
Het kabinet onderkent de noodzaak voor flankerend beleid om de kansen voor de Nederlandse
maakindustrie te kunnen verzilveren. In het Nationaal Waterstofprogramma dat samen
met alle partners van het Klimaatakkoord wordt opgesteld, zal aandacht worden gegeven
aan samenwerking in internationaal verband en versterking van onze eigen kennis- en
concurrentiepositie. Het zwaartepunt daarvoor ligt in Europa.
De Nederlandse internationale propositie voor de maakindustrie voor waterstof komt
het meest naar voren in het kader van de IPCEI Waterstof. Het kabinet zet in op een
sterke positie van Nederland in de internationale waterstof waardeketen, met de maakindustrie
als onderdeel daarvan.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
D. Yeşilgöz-Zegerius
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat