Brief regering : Reactie op de motie van de leden Lodders en Van Weyenberg over verdere quick fixes om het toeslagenstelsel te verbeteren (Kamerstuk 35572-49)
31 066 Belastingdienst
Nr. 898 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juni 2021
Via het toeslagenstelsel wordt jaarlijks € 13 miljard (in ruim 8 miljoen toeslagen)
uitgekeerd aan 6 miljoen huishoudens. Als burgers in een stabiele situatie verkeren
gaat dit in veel gevallen goed. In de toeslagenmonitor geeft 92% van de ondervraagden
aan neutraal tot zeer tevreden te zijn over het proces van aanvragen, ontvangen en
de dienstverlening door Toeslagen1. Een groeiende groep burgers die graag zelf hun zaken digitaal met de overheid regelt,
wordt steeds beter en sneller bediend. Tegelijkertijd blijkt dat ook voor deze groep
het toeslagenstelsel complex werkt en gevolgen – bijvoorbeeld van wijzigingen – niet
altijd zijn te overzien. Dan kunnen verbeteringen bijdragen aan een betere begrijpelijkheid
en meer zekerheid.
In andere gevallen heeft het stelsel ertoe geleid dat burgers in ernstige problemen
kwamen en hebben de toeslagen die bedoeld zijn om burgers financiële steun te bieden
in moeilijke tijden, juist onzekerheid, onduidelijkheid en onvoorspelbaarheid veroorzaakt.
Bijna een half miljoen burgers (8%)2 is niet tevreden over het proces en de dienstverlening van Toeslagen. Circa 200.000
burgers hebben te maken met terugvorderingen van 1.000 euro of hoger. De complexiteit
van het stelsel, de digitalisering en centralisering van de dienstverlening en het
ontbreken van maatwerk tonen het belang van een andere aanpak. Een aanpak om de geloofwaardigheid
en het vertrouwen van burgers te herstellen en zeker van de groep die voor financiële
steun afhankelijk is van de overheid. Het kabinet wil dat doen met een eenvoudiger
stelsel waarin burgers vooraf meer zekerheid hebben over hun inkomensondersteuning
én door met maatwerk en eenvoud beter aan te sluiten bij de belevingswereld van een
groep minder zelfredzame burgers. In de formatie zal hierover besloten moeten worden.
Het afgelopen jaar is veel tijd en energie gestoken in het nadenken over het sterk
vereenvoudigen en verbeteren van het toeslagenstelsel. Om op de lange termijn toe
te werken naar een toegankelijker en begrijpelijker stelsel zijn alternatieven uitgewerkt
voor een ander toeslagenstelsel en scenario’s voor het inrichten van een nieuw stelsel
van kindvoorzieningen3. Voor het kabinet is het overduidelijk dat een aantal problemen niet binnen het huidige
toeslagenstelsel kan worden opgelost en dat we op termijn toe moeten naar vernieuwing
van het stelsel. Vernieuwing van enkele of alle toeslagen zal niet eenvoudig zijn
en verbeteringen in de dienstverlening zullen niet van vandaag op morgen zichtbaar
zijn. Daarnaast vergt het moeilijke politieke keuzes met belangrijke consequenties,
ook voor de uitvoering, en zal waarschijnlijk meerdere kabinetsperiodes behelzen.
Het is daarbij goed om te realiseren dat voor de meest kwetsbare groep maatwerk ook
in een nieuw stelsel vereist blijft.
Dit langetermijnperspectief vermindert geenszins het belang om op korte termijn en
binnen het huidige stelsel verder te werken aan verbeteringen. Verbeteringen waardoor
er meer helderheid en zekerheid aan de voorkant ontstaat voor alle toeslaggerechtigden.
De motie van de leden Lodders/Van Weyenberg4 ondersteunt de ingezette richting en biedt de volgende stap naar verbeteringen voor
de burger. De motie roept op om verdere kortetermijnverbeteringen in het huidige toeslagenstelsel
te onderzoeken en deze daar waar mogelijk door te voeren om schrijnende situaties
en terugvorderingen te voorkomen. Daarnaast is in de reactie op het rapport van de
Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) toegezegd voor de formatie
te inventariseren welke verdere verbeteringen op kortere termijn mogelijk zijn binnen
het huidige stelsel, eveneens refererend aan de motie Lodders/Van Weyenberg.
In deze brief informeer ik uw Kamer mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister voor Medische
zorg en Sport over de huidige stand van zaken van deze inventarisatie. Deze inventarisatie
is nadrukkelijk een momentopname. Het onderkennen van knelpunten is een continu proces.
Dit traject is onderdeel van het grotere proces van stappen naar vernieuwing en verbetering
van het gehele toeslagenstelsel.
Als bijlagen5 bij deze brief treft u een uitwerking aan van 1) het overzicht van geïnventariseerde
knelpunten en 2) de fiches met uitvoeringsgevolgen voor de knelpunten waar op dit
moment een oplossing voor is uitgewerkt. Een volgend kabinet zal moeten besluiten
over sommige uitgewerkte oplossingen (categorie B, zie paragraaf 3) vanwege de fundamentele
gevolgen deze met zich meebrengen. Ik zal de Kamer op een later tijdstip informeren
over de oplossingen voor knelpunten (categorie C, zie paragraaf 3) die op dit moment
nog niet uitgewerkt zijn vanwege de complexiteit van deze maatregelen.
1. Ingezette verbeteringen
De uitwerking van de motie Lodders/Van Weyenberg ligt in het verlengde van een al
langer lopend traject om het huidige toeslagenstelsel te verbeteren. Onderstaande
knelpunten zijn de afgelopen periode opgelost of worden op korte termijn opgelost:
• Op 1 juli 2020 is de Wet hardheidsaanpassing Awir aangenomen6. Hierdoor is het mogelijk geworden om tegemoet te komen aan niet voorziene en niet
beoogde gevolgen van de toepassing van wet- en regelgeving op het gebied van toeslagen.
• In de twee deelrapporten van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Toeslagen
zijn knelpunten gesignaleerd en maatregelen onderzocht om het huidige stelsel te verbeteren
en alternatieven voor het toeslagenstelsel te verkennen. Een deel van de maatregelen
uit het eerste deelrapport van het IBO Toeslagen en enkele knelpunten uit de lijst
met schrijnende situaties zijn in de Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen aangepakt
die beide Kamers eind vorig jaar hebben aangenomen7. Hiermee is een stap gezet in het intensiveren van de menselijke maat in het toeslagensysteem
en is de positie van de toeslaggerechtigde versterkt. Op grond van deze wet ontstaat
toeslagpartnerschap op de eerste dag van de maand volgend op het aangaan van dat partnerschap
en niet meer met terugwerkende kracht naar het begin van het kalenderjaar. Bij de
zorgtoeslagen worden er geen eisen meer gesteld aan de verzekerdheid van de partner
en is er een doelmatigheidsgrens geïntroduceerd om terugvorderingen te verminderen.
Ook in het geval van gezinnen met een partner in detentie is de aanspraak op kinderopvangtoeslag
uitgebreid. Gezinnen waarin één ouder werkt en de andere ouder een vrijheidsbenemende
straf heeft van minimaal drie maanden, kunnen per 2022 kinderopvangtoeslag krijgen.
Een aantal schrijnende situaties door toeslagpartnerschap is hierdoor opgelost.
• Eind vorig jaar is ook de Verzamelwet Kinderopvang aangenomen8. Deze wet regelt onder andere de aanspraak op kinderopvangtoeslag voor huishoudens
waarvan één van de partners een indicatie heeft vanuit de Wet Langdurige Zorg (Wlz)
(vanaf 2021 bij een permanente en vanaf 2023 bij een tijdelijke indicatie).
• De Kinderombudsman heeft in 2017 een rapport geschreven over de gevolgen van het koppelingsbeginsel
voor gezinnen met een partner zonder verblijfsstatus waarvan de kinderen wel een verblijfsrecht
hebben9. Het gezin heeft dan geen recht op toeslagen. Naar aanleiding van dit rapport is
een interdepartementale werkgroep opgericht om vergelijkbare problematiek rondom het
koppelingsbeginsel in kaart te brengen en waar mogelijk op te lossen. Voor het kindgebonden
budget is het Ministerie van SZW voornemens om per 1 januari 2022 een uitzondering
in de Wet op het kindgebonden budget op te nemen voor de groep ouders met een partner
zonder geldige verblijfstitel waarvan de kinderen wel een verblijfstitel hebben. Deze
uitzondering biedt een oplossing voor de meest schrijnende situaties waar deze gezinnen
in zitten.
• In de Fiscale Vereenvoudigingswet 2017 (FVW 2017)10 is het stroomlijnen van invorderingsregelgeving belastingen en toeslagen opgenomen
(SRB). Dit onderdeel van de FVW 2017 is nog niet in werking getreden. Zorgvuldige
en maatschappelijk verantwoorde invordering staat voorop. Om beter aan te sluiten
bij het doenvermogen van burgers en ter bescherming van het bestaansminimum vindt
op dit moment een heroverweging van SRB plaats. Hierbij wordt onderzocht welke onderdelen,
al dan niet in een aangepaste vorm, wenselijk en voor de burger gunstig zijn. In de
tweede kabinetsreactie op de POK wordt uw Kamer over de voortgang van dit onderwerp
verder geïnformeerd.
• Toeslagen investeert in de dienstverlening naar burgers. Toeslagen neemt vaker contact
op met burgers en neemt meer tijd voor de behandeling van vragen, wijzigingen en bezwaren.
Daartoe zijn in 2020 de eerste 40 medewerkers aangenomen voor de balies en 100 extra
medewerkers voor de uitvoering van toeslagen. In 2021 vindt in dezelfde orde van grootte
verdere opschaling plaats. Met het Bestedingsplan POK zullen in latere jaren nog meer
uitbreidingen plaatsvinden. Niet alleen worden de eigen balievoorzieningen en -locaties
uitgebreid maar worden er ook nauwere samenwerkingen aangegaan met andere dienstverleners
zodat er op nog veel meer plaatsen en nog meer in nabijheid van burgers ondersteuning
kan worden verleend. De nieuwe medewerkers zijn onder andere persoonlijk begeleiders
die burgers kunnen helpen bij vragen, en medewerkers die proactief contact zoeken
met burgers bij onjuiste of onvolledige aanvragen en bij klachten en bezwaar. Zo worden
burgers bij wie het bezwaar is afgewezen vaak gebeld met een toelichting en de mogelijkheid
om vragen te stellen. Ook kan de burger dan (vaak gemakkelijker dan in een brief)
meer feiten en omstandigheden aandragen zodat het meest passende en begrijpelijke
besluit wordt genomen (menselijke maat).
• Om de toekenningszekerheid van burgers te vergroten signaleert en contacteert Toeslagen
de burgers proactief als de situatie van burgers afwijkt van de actuele gegevens van
Toeslagen. Vorig jaar is de Kinderopvangtoeslagapp geïntroduceerd waarmee ouders gegevens
over hun kinderopvangtoeslag makkelijk kunnen bijhouden en bijwerken. Gebruikers van
de app krijgen een melding als gegevens mogelijk niet meer actueel zijn, bijvoorbeeld
omdat hun uurtarief mogelijk is gewijzigd. In de app krijgt de burger het verzoek
dit aan te passen. Zo worden ouders geholpen om te voorkomen dat zij achteraf kinderopvangtoeslag
moeten terugbetalen. Dit jaar levert al 85% van de Kinderopvangorganisaties op vrijwillige
basis de actuele afgenomen opvanguren aan. Zowel de kinderopvangbranche, de oudervertegenwoordiging
als ook recent de SER zijn zeer positief over deze ontwikkeling. Het is nu al zichtbaar
dat ouders daarmee een toeslag veel vaker en in de actualiteit aanpassen. Samen zorgen
we er zo voor dat substantiële terugbetalingen (en nabetalingen) worden voorkomen.
De SER adviseert zelfs om vaart te maken met de verplichtstelling van die gegevensleveringen
zodat nog meer ouders goed geholpen kunnen worden. Een dergelijke verbetering is er
begin 2021 ook gerealiseerd voor de huurtoeslag. Met verhuurders is afgesproken en
wettelijk geregeld dat zij huurverlagingen direct doorgeven aan Toeslagen zodat de
toeslag snel wordt aangepast.
• Verder zijn diverse pilots gestart om bij ingrijpende gebeurtenissen als trouwen,
geboorte, overlijden of scheiden de burger hulp aan te bieden. Ook worden zij geattendeerd
bij life-events, zoals een brief aan 18-jarigen, nabestaanden en startende zzp-ers.
Om de begrijpelijkheid van brieven te vergroten legt Toeslagen de brieven voor aan
een burgerpanel en wordt onderzoek gedaan naar de leesbaar- en begrijpelijkheid van
de brieven. Lessen daaruit worden ook toegepast in het digitale toeslagenaanvraagsysteem.
Ook krijgen burgers de mogelijkheid om op verzoek snel en eenvoudig informatie en
documenten naar Toeslagen toe te sturen. Doel is om, waar burgers dat nodig hebben,
te zorgen voor persoonlijke begeleiding, zowel aan de balie als aan de telefoon en
online.
2. Aanpak inventarisatie knelpunten
Een interdepartementale werkgroep (hierna: werkgroep) bestaande uit medewerkers van
de Ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(BZK) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Financiën (FIN) en van Toeslagen
heeft, in aanvulling op de reeds lopende verbetertrajecten, geïnventariseerd welke
knelpunten er binnen het huidige stelsel zijn en hoe die opgelost kunnen worden. Deze
inventarisatie is gebaseerd op openbare rapporten, signalen uit de uitvoeringspraktijk
van Toeslagen, signalen vanuit stakeholders en signalen van de toeslagdepartementen.
De eerdere rapporten van het IBO Toeslagen en de daarop volgende Eindrapportage Alternatieven
voor het toeslagenstelsel11 schetsen naast alternatieven ook vereenvoudigingen van het stelsel en mogelijkheden
om de problematiek van het stelsel deels op te lossen en meer zekerheid te bieden
aan toeslagontvangers.
3. Mogelijke verbeteringen in het huidige stelsel
Uit de analyse van de werkgroep voor de uitwerking van de motie Lodders/Van Weyenberg
blijkt dat de meest voor de hand liggende maatregelen om knelpunten en schrijnende
situaties op te lossen al genomen zijn. Dit betreft voornamelijk maatregelen waarvoor
geen andere politieke afweging nodig is geweest. Desalniettemin heeft de werkgroep
een flink aantal resterende knelpunten in het huidige toeslagenstelsel geïnventariseerd.
Die zijn opgenomen in tabel 1. Daarbij is gekeken naar knelpunten en schrijnende situaties
maar is tevens de kans benut om breder te kijken naar verbeteringen. Ook als het niet
gaat om urgent schrijnende situaties. In bijlage 1 bij deze brief is een uitgebreidere
beschrijving van de geïdentificeerde knelpunten te vinden12.
De geïnventariseerde knelpunten vallen uiteen in vier categorieën. De eerste categorie
(categorie A) bestaat uit verbeteringen die op korte termijn mogelijk zijn; oplossingen
voor knelpunten die dit demissionaire kabinet op korte termijn zelf ter hand neemt.
Deze korte termijn verbeteringen hebben beperkte uitvoeringstechnische en juridische
consequenties en vrijwel geen budgettaire gevolgen, en zijn daarmee ook op korte termijn
te realiseren.
Onder de maatregelen in categorie A die het demissionaire kabinet zelf nog ter hand
neemt, vallen ook aanbevelingen van de commissie praktische rechtsbescherming13 waar deze de toeslagen betreffen. De commissie praktische rechtsbescherming constateert
in haar rapport «Burgers beter beschermd» dat burgers in de praktijk op hindernissen
stuiten, waardoor zij onvoldoende rechtsbescherming ervaren in de praktijk. Het is
daarom belangrijk knelpunten ten aanzien van de praktische rechtsbescherming in de
wet- en regelgeving op te lossen en daarnaast de communicatie, dienstverlening en
voorlichting naar de burger zodanig in te richten dat het voeren van juridische procedures
zo min mogelijk nodig is.
Voor veel overgebleven knelpunten (categorie B t/m D) geldt dat de oplossing grotere
juridische, budgettaire en uitvoeringstechnische gevolgen heeft dan waar een demissionair
Kabinet over kan beslissen. Veel van de knelpunten in deze categorieën komen voort
uit fundamentelere beleidsbeslissingen in het verleden. Oplossingen voor die situaties
vergen daarom een andere politieke afweging dan voorheen. Een volgend Kabinet zal
voor de oplossingen in de categorieën B t/m D daarin een integrale afweging moeten
maken, rekening houdend met de beperkte capaciteit voor nieuwe wetgeving bij Toeslagen.
Er moet een zorgvuldige afweging worden gemaakt welke maatregelen op korte termijn
kunnen worden geïmplementeerd. Niet alles kan en niet alles kan tegelijk. De in gang
gezette verbeteringen vragen, naast het reguliere werk en onderhoud, veel capaciteit.
Uitvoeringstoetsen van nieuw beleid zijn noodzakelijk om een definitief oordeel te
geven over de uitvoerbaarheid en inpasbaarheid, voordat kan worden besloten een beoogde
oplossing daadwerkelijk in wet- en regelgeving om te zetten.
De tweede categorie (categorie B) betreft knelpunten waarbij de oplossing op dit moment
is uitgewerkt en de uitvoeringsconsequenties hiervoor zijn ingeschat door Toeslagen.
De knelpunten en oplossingen uit categorie A en B zijn – waar dat aan de orde is,
met name waar het gaat om nieuwe wetgeving – uitgewerkt in fiches die als bijlage
bij deze brief worden meegestuurd. Belangrijke elementen die mee hebben gespeeld bij
de uitwerking van de fiches zijn de uitvoerbaarheid en oog voor de menselijke maat.
In de derde categorie (categorie C) vallen knelpunten die nog nader op (uitvoerings-)gevolgen
onderzocht moeten worden. Het onderkennen van knelpunten is een continu proces, daarom
geeft de opsomming in deze brief een momentopname en een stand van zaken weer. Ik
en mijn collega’s van SZW, BZK en VWS zullen uw Kamer op gezette tijdstippen, in de
voortgangsrapportage Toeslagen, blijven informeren over binnengekomen signalen van
knelpunten binnen het huidige toeslagenstelsel en de stand van zaken bij de uitwerking
van oplossingsrichtingen.
De vierde en laatste categorie (categorie D) zijn knelpunten die inherent zijn aan
het huidige toeslagenstelsel. Deze knelpunten kunnen niet worden opgelost zonder over
te gaan tot een nieuw stelsel. Toeslagen probeert, samen met de toeslagdepartementen,
door middel van het verbeteren van de dienstverlening de negatieve gevolgen van deze
knelpunten zo veel mogelijk te verkleinen.
Zoals gezegd zijn in onderstaande tabel de geïdentificeerde knelpunten opgenomen.
In bijlage 1 is een uitgebreidere omschrijving van deze knelpunten opgenomen. Daar
waar aan de orde – met name waar het gaat om nieuwe wetgeving – is voor de knelpunten
uit categorie A en B een fiche opgesteld. De fiches zijn als bijlage 2 bij deze brief
opgenomen14.
Tabel 1: geïdentificeerde knelpunten huidige toeslagenstelsel
Mogelijk knelpunt
Fichenummer indien aanwezig
Categorie A: Geïdentificeerde knelpunten waarvoor de oplossing al in gang is gezet
of die nog door dit demissionaire kabinet in gang gezet worden
Er wordt nog te weinig gebruik gemaakt van mogelijkheid om kinderopvangtoeslag rechtstreeks
uit te betalen aan kinderopvangorganisaties
1
Huurtoeslag wordt stopgezet bij geboorte kind waarvoor niet tijdig een verblijfsvergunning
wordt aangevraagd
2
Recht op huurtoeslag vervalt structureel (ook als inkomen en vermogen weer voldoen
aan eisen huurtoeslag) bij overschrijding maximum huurgrens in jaar dat geen recht
op huurtoeslag bestaat
3
Onduidelijkheid bij geschil over toetsingsinkomen of er bezwaar gemaakt moet worden
of er een verzoek ingediend moet worden bij de inspecteur
Burger die bezwaar maakt wordt niet altijd gehoord
Bezwaar wordt niet inhoudelijk beoordeeld als deze te laat is ingediend
Een toeslag kan in het voordeel van een burger worden herzien tot vijf jaar, deze
herzieningstermijn kan in sommige gevallen knellen
Procedures in hoger beroep die misschien voorkomen hadden kunnen worden door meer
checks and balances bij Toeslagen
Categorie B: Knelpunten waarvoor de oplossing op dit moment al is uitgewerkt, hierover
moet een volgend kabinet beslissen
Door samenwonen van een ouder en kind (mantelzorg, tijdelijk inwonen) kunnen onbedoelde
toeslagpartnerschappen ontstaan
4
De vermogensgrens in de huurtoeslag ligt laag en daarnaast kennen de toeslagen verschillende
hoogtes van vermogensgrenzen
5
Bij intrekking verblijfsvergunning met terugwerkende kracht moeten ook toeslagen met
terugwerkende kracht terugbetaald worden
6
Boven de maximum huurgrens (€ 752) is er geen recht op huurtoeslag
7
Meerpersoonshuishoudens hebben in tegenstelling tot de meeste huurtoeslagontvangers
geen recht op huurtoeslag boven aftoppingsgrens
8
Minimumleeftijd huurtoeslag komt niet meer overeen met minimumloon (Wml)
9
Achterblijvers van noodgedwongen elders verblijvende partner (detentie, nareizende
partner van statushouder) krijgen geen alleenstaande ouderkop kindgebonden budget
10
Het recht op kinderopvangtoeslag is gekoppeld aan het aantal uren van de partner die
het minste werkt, dit kan in sommige gevallen knellen.
11
Categorie C: Knelpunten die nog nader onderzocht moeten worden
De uitzonderingen op het inkomensbegrip verschillen tussen toeslagen
Het UWV kan het inkomen van personen met een lage uitkering (bijvoorbeeld WW of WIA)
via de Toeslagenwet aanvullen tot het bruto sociaal minimum op huishoudniveau. Het
is echter mogelijk dat eenverdienerhuishoudens ondanks die aanvulling toch netto onder
de bijstandsnorm uitkomen door afbouwen van toeslagen
Er zijn problemen bij de toepassing van de 10%-regeling in relatie tot bijvoorbeeld
bijstandsuitkeringen
Problemen met inschrijvingen Basisregistratie personen (Brp) als de gegevens niet
actueel, onvolledig of onjuist zijn.
Om aanspraak te maken op kinderopvangtoeslag moet de ouder (en de toeslagpartner)
voldoen aan de arbeidseis of gekenmerkt worden als doelgroeper. Daarover bestaat in
sommige gevallen onduidelijkheid.
In de uitvoering van de kinderopvangtoeslag (KOT) zijn er signalen dat ouders moeilijkheden
ervaren in het aanleveren van de nodige bewijsstukken, wanneer ouder en initiële toeslagpartner
uit elkaar zijn gegaan en het contact slecht is.
Ouders die zorgpremie betalen voor inwonende meerderjarige kinderen, kunnen geen zorgtoeslag
krijgen op eigen rekeningnummer.
Bij een partner buiten Europese Unie kan de ouder in Nederland geen aanspraak maken
op kinderopvangtoeslag.
Een ouder die in eerste instantie recht heeft op kinderopvangtoeslag, kan door een
gewijzigde (medische) situatie dit recht verliezen op het moment dat de gewijzigde
situatie ervoor zorgt dat de ouder niet meer kan werken.
Sommige promovendi hebben geen recht op kinderopvangtoeslag omdat zij niet voldoen
aan de arbeidseis en er geen arbeidsrelatie is tussen de promovendus en de universiteit.
In tegenstelling tot de kinderbijslag kan het recht op kindgebonden budget van één
van de ouders niet aan beide co-ouders worden uitbetaald.
Categorie D: Knelpunten inherent aan het huidige toeslagenstelsel; werken aan verbetering
dienstverlening
Als studenten, bijstandsgerechtigden, re-integreerders gaan werken kan dit leiden
tot inkomensstijging en mogelijk tot minder toeslagen
Ontslagvergoeding telt mee als inkomen en heeft daarmee met terugwerkende kracht gevolgen
voor het hele toeslagjaar
Wisselend inkomen zorgt voor lastig in te schatten draagkracht
De toeslagen kunnen worden verrekend met een openstaande schuld
Een groep burgers maakt geen gebruik van toeslagen, hoewel zij daar wel recht op zouden
hebben.
4. Brede maatschappelijke impact
Samen met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heb ik intensief gesproken
over verbeteringen binnen het huidige stelsel met stakeholders uit het maatschappelijk
veld, onder andere in twee brede digitale bijeenkomsten. De Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties heeft tevens één bijeenkomst bijgewoond. Tijdens de bijeenkomsten
is met toeslaggerechtigden, vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en
belangenvertegenwoordigers gesproken over de knelpunten en oplossingsrichtingen.
Ik dank alle deelnemers voor de waardevolle input. De stakeholders staan positief
tegenover het snel oplossen van knelpunten in het huidige toeslagensysteem. Daarbij
geven zij aan dat het belangrijk is tegelijkertijd over het langetermijnperspectief
en de fundamentele problematiek van het toeslagenstelsel na te blijven denken. De
snelheid van het oplossen van problemen binnen het huidige toeslagenstelsel mag niet
ten koste gaan van de zorgvuldigheid. Dit punt neem ik nadrukkelijk ter harte. Bij
een aantal oplossingen voor knelpunten die in deze brief worden geïnventariseerd is
er meer tijd nodig om de (uitvoerings-)gevolgen te onderzoeken.
Veel deelnemers konden zich vinden in de maatregelen die werden voorgelegd. De Nationale
ombudsman vroeg met name aandacht voor de gevallen dat er geen recht bestaat op de
alleenstaande ouderkop bij een noodgedwongen elders verblijvende Awir-partner en dat
geen recht bestaat op kinderopvangtoeslag bij een partner buiten de EU. De oplossing
voor de problematiek rondom de alleenstaande ouderkop bij een noodgedwongen elders
verblijvende partner is geadresseerd in fiche 10 van categorie B. Deze oplossing heeft
echter dusdanige consequenties dat een nieuw kabinet hierover een politieke beslissing
moet maken. De oplossing rondom de problematiek van het recht op kinderopvangtoeslag
bij een partner buiten de EU is ons bekend, maar vergt nog nader onderzoek en valt
onder categorie C.
Ook bracht de Nationale ombudsman de problematiek bij ouders en hun kinderen als gevolg
van het koppelingsbeginsel onder de aandacht. Het huidige demissionaire kabinet neemt
in dit kader zelf maatregelen zoals de verhoging van de leeftijd waarop de verblijfsstatus
van de medebewoner relevant is naar 18 jaar in de huurtoeslag (fiche 2, categorie A)
en is SZW voornemens om per 1 januari 2022 een uitzondering in de Wet op het kindgebonden
budget op te nemen voor de groep ouders met een partner zonder geldige verblijfstitel
waarvan de kinderen wel een verblijfstitel hebben (paragraaf 1). Daarnaast wordt de
problematiek rondom het terugvorderen van toeslagen bij het intrekken van de verblijfsvergunning
met terugwerkende kracht geadresseerd in fiche 6 van categorie B.
Duidelijk is dat de complexiteit in het stelsel vanuit het burgerperspectief minder
moet. Daarbij werden kinderopvangtoeslag, huurtoeslag en kindgebonden budget het meeste
genoemd. Aan de voorkant moet er meer zekerheid voor burgers komen. Een aantal oplossingen
die in deze brief gepresenteerd worden zien hiertoe op het afschaffen of verminderen
van voorwaarden. Hierdoor kunnen schrijnende situaties opgelost worden. Dit betekent
evenwel dat het stelsel minder gericht wordt.
Betrokken partijen geven aan dat het verbeteren van de dienstverlening minstens zo
cruciaal is als het wegnemen van de knelpunten in wet- en regelgeving. Door proactief
met burgers in contact te treden en burgers te helpen die niet mee kunnen komen, kunnen
veel problemen voorkomen worden. Ook noemen zij het belang van fysieke balies waar
mensen met vragen terecht kunnen. Zoals een van de deelnemers het goed verwoordde:
«de menselijke maat betekent vaak ook menselijk contact». Ik onderschrijf dat volledig
en wil dat de kwetsbare groep burgers kan vertrouwen op toeslagen. Met de eerdergenoemde
verbeterstappen in de dienstverlening wordt daar hard aan gewerkt.
Stakeholders benadrukken voorts dat de uitwerking van wet- en regelgeving in de praktijk
cruciaal is. Zij zien veel ruimte om het huidige stelsel steeds beter te laten werken
voor de burger. Vanuit hun persoonlijke ervaringen dragen zij suggesties aan voor
het verbeteren van de dienstverlening aan de burgers. Vooropgesteld vinden zij een
persoonlijke en menselijke benadering richting de burger belangrijk. Niet iedereen
kan meekomen in het sterk gedigitaliseerde toeslagenproces dat veel vraagt van het
doenvermogen van de ontvanger. Het is onze gezamenlijk verantwoordelijkheid om deze
burgers zo goed mogelijk te helpen in alle fasen van het proces. Daarin waarderen
we het hulpaanbod van stakeholders om burgers vanuit hun expertise te ondersteunen
in bijvoorbeeld het aanvragen van de toeslag. Vanuit de uitvoering wordt gewerkt aan
persoonlijke begeleiding, bijvoorbeeld door een persoonlijk zaakbehandelaar mee te
laten kijken met de ouder of door weer meer mensen aan de balies te kunnen helpen
met hun vragen. Doel is om daarin steeds verder te kijken hoe we samen de dienstverlening
naar burgers kunnen verbeteren, waar nodig maatwerk kunnen leveren en alle veranderingen
die we doorvoeren ook actief terug te leggen bij toeslagontvangers en betrokkenen
uit het maatschappelijk veld. Zie hiervoor ook de ingezette verbeteringen in de dienstverlening
in paragraaf 1. Op die manier houden we zicht hoe de maatregelen uitwerken in de praktijk
en of deze daadwerkelijk voor een verbetering voor de burger zorgen.
5. Hoe we verder werken
Ruim zes miljoen huishoudens zijn jaarlijks afhankelijk van toeslagen. In veel gevallen
gaat dit goed, maar de schrijnende situaties en het gebrek aan individueel maatwerk
voor een kwetsbare groep onderstreept voor het Kabinet de ingeslagen richting om deze
burgers beter en persoonlijker te bedienen. Daarin past een individuele en behulpzame
benadering waarin we als overheid naast de burger staan. Met de ingezette verbetertrajecten
en beschreven oplossingen voor een aantal onmiskenbare knelpunten werken we toe naar
een situatie waarin we burgers meer zekerheid geven.
De inventarisatie in deze brief en – waar mogelijk – het aanpakken van knelpunten
en schrijnende situaties ligt in het verlengde van een al langer lopend proces om
het huidige toeslagenstelsel te verbeteren. Niet elk knelpunt kan op korte termijn
worden opgelost. Ook is soms nader onderzoek nodig. De oorzaken van deze knelpunten
en mogelijke oplossingen hiervoor worden in een structureel samenwerkingsverband tussen
de departementen en de uitvoering verder onderzocht.
Tijdens de uitwerking van de motie Lodders/Van Weyenberg is door de departementen
en de uitvoering onderstreept dat een dergelijk samenwerkingsverband zeer wenselijk
en zinvol is. Deze samenwerking maakt het mogelijk knelpunten te blijven signaleren
en oplossingen hiervoor te onderzoeken.
Zoals eerder beschreven worden in nauwe samenwerking met de Ministeries van de VWS,
BZK en SZW verschillende stappen gezet om de dienstverlening te verbeteren voor de
zorgtoeslag, huurtoeslag, het kindgebonden budget en de kinderopvangtoeslag. Met de
Ministeries van BZK en SZW zijn separate verbetertrajecten met Belastingdienst/Toeslagen
voor respectievelijk de huurtoeslag en de kinderopvangtoeslag gestart. In deze verbetertrajecten
wordt specifiek gekeken naar verbeterpunten voor de huurtoeslag en de kinderopvangtoeslag.
De opgehaalde signalen waar nu niet direct een oplossing voor is worden in beide trajecten
meegenomen, maar ook nieuwe signalen kunnen hierin een plaats krijgen. Met VWS wordt
momenteel een traject voor het verbeteren van de zorgtoeslag opgestart om ook daar
de terugvorderingen terug te dringen, knelpunten op te lossen en de dienstverlening
te verbeteren. Over al deze verbeteringen blijven wij in nauw contact met burgers
en alle betrokken partijen uit het maatschappelijk veld. En zoals eerder gezegd, zal
ik samen met mijn collega’s van SZW, BZK en VWS uw Kamer op gezette tijdstippen, in
de voortgangsrapportage Toeslagen, blijven informeren over binnengekomen signalen
van knelpunten binnen het huidige toeslagenstelsel en de stand van zaken bij de uitwerking
van oplossingsrichtingen.
De Staatssecretaris van Financiën, A.C. van Huffelen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën