Brief regering : Beleidsreactie Cybersecuritybeeld Nederland 2021 (CSBN2021) en voortgangsrapportage de Nederlandse Cybersecurity Agenda (NCSA)
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 767 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 juni 2021
Hierbij bied ik uw Kamer het Cybersecuritybeeld Nederland 2021 (CSBN2021)1 en mijn reactie hierop aan en informeer ik u over de voortgang van de Nederlandse
Cybersecurity Agenda (NCSA).
Cybersecuritybeeld Nederland 2021
In het CSBN2021 wordt opnieuw een ernstig beeld geschetst van de risico’s voor de
nationale veiligheid op het gebied van cybersecurity. Er zijn een aantal belangrijke
nieuwe bevindingen:
– COVID-19 heeft het belang van veilige digitale processen vergroot.
– Cybercriminelen kunnen een risico vormen voor de nationale veiligheid.
– Experts signaleren grote verschillen in de weerbaarheid van organisaties. Zij vrezen
dat deze weerbaarheidskloof steeds groter zal worden.
– Aanvallen schenden de veiligheid van de digitale ruimte, die kwetsbaar is voor uitval
en misbruik. Het gaat hier bijvoorbeeld om het inbouwen van kwetsbaarheden in software
die vervolgens via ICT-leveranciersketens wereldwijd verspreid wordt.
Het afgelopen jaar toonde wederom dat de digitale dreiging continu in ontwikkeling
is. De digitalisering van onze samenleving en economie heeft met COVID-19 een vlucht
genomen om op afstand te kunnen blijven werken, leren en ondernemen. Dit heeft onze
afhankelijkheid van digitale processen verder vergroot. Deze ontwikkelingen bieden
ook kansen voor kwaadwillenden. Zoals uit het CSBN2021 blijkt, zijn voorzieningen
die gebruikt worden om op afstand met elkaar te kunnen werken en communiceren doelwit
van digitale aanvallen. Zo waarschuwde het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC)
in 2020 meerdere malen voor misbruik van kwetsbaarheden in VPN-verbindingen (vaak
gebruikt voor thuiswerken) door statelijke en criminele actoren. Ook het hinderen
van digitale processen, door het op slot zetten van systemen of bestanden met gijzelsoftware,
vindt plaats met soms langdurige gevolgen voor de continuïteit van processen binnen
bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheidsorganisaties. In december 2020
werd bijvoorbeeld de gemeente Hof van Twente getroffen door een ransomware-aanval,
waardoor een deel van de dienstverlening van de gemeente tot stilstand kwam. Het uitvoeren
van ransomware-aanvallen vormt al jaren een aantrekkelijk en solide verdienmodel voor
criminelen. In het CSBN2021 wordt geconcludeerd dat cybercriminelen de nationale veiligheid
kunnen raken, bijvoorbeeld wanneer zij vitale processen ontoegankelijk maken door
middel van ransomware. Hoewel ze nog steeds andere intenties hebben, beschikt een
aantal criminele groepen inmiddels over capaciteiten op een niveau dat niet onder
doet voor het niveau van statelijke actoren. In de Kamerbrief Integrale Aanpak Cybercrime,
die tegelijk met deze brief aan uw Kamer wordt aangeboden, wordt ingegaan op de aanpak
van cybercriminaliteit.
Daar waar het statelijke actoren betreft is de digitale ruimte anno 2021 het speelveld
van een geopolitieke krachtenstrijd. Digitalisering speelt een steeds belangrijkere
rol in de verhouding tussen landen. Dit komt ook terug in het door de AIVD, MIVD en
NCTV in februari 2021 gepubliceerde Dreigingsbeeld Statelijke Actoren2. Mede door deze geopolitieke strijd ontstaat een groeiende behoefte aan strategische
autonomie. Wanneer kwaadwillenden aanvallen uitvoeren die de veiligheid van de digitale
ruimte schenden heeft dit grote gevolgen voor het functioneren van alle digitale processen.
Zo zijn er opnieuw geavanceerde aanvallen in de ICT-leveranciersketen met een mondiale
impact aan het licht gekomen en zijn kwetsbaarheden in mondiaal gebruikte producten
misbruikt. Er is vaak geen zicht op de mate van weerbaarheid van verschillende onderdelen
van ICT-leveranciersketens, wat dit probleem weerbarstig maakt. Hoewel het CSBN2021
positieve ontwikkelingen in de verhoging van de weerbaarheid van Nederland signaleert,
staat deze te vaak niet in verhouding tot de gesignaleerde dreiging. Er bestaan grote
verschillen in weerbaarheid tussen organisaties, waardoor duurzame inzet op het verkleinen
van deze verschillen van belang blijft. In het CSBN2021 wordt risicomanagement als
relevant instrument gepresenteerd om de weerbaarheid van organisaties beter in kaart
te brengen en aan de hand daarvan passende maatregelen te nemen.
Het belang van basismaatregelen
Uit het CSBN2021 blijkt opnieuw dat basismaatregelen bij veel organisaties ontbreken
of nog onvoldoende zijn geïmplementeerd. Het gaat dan bijvoorbeeld om het gebruik
van multifactorauthenticatie, tijdige patching en logging van netwerkverkeer. Het
NCSC publiceert dit jaar gelijktijdig met het CSBN de Handreiking Cybersecuritymaatregelen,
waarin belangrijke (basis)maatregelen worden beschreven die organisaties kunnen treffen.
Dit biedt organisaties handvatten om hun weerbaarheid te verhogen. De handreiking
wordt door het NCSC op zijn website gepubliceerd en is daarmee voor iedereen toegankelijk.
De AIVD en de MIVD hebben daarnaast een brochure cyberspionage opgesteld, die ingaat
op de maatregelen die genomen kunnen worden tegen spionage door statelijke actoren.
Ook op de website van het Digital Trust Center (DTC) van EZK is informatie en advies
beschikbaar die bedrijven helpt om beveiligingsmaatregelen te nemen.
De basis van de Nederlandse cybersecurityaanpak: de Nederlandse Cybersecurity Agenda
Cybersecurity is in het Regeerakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) door het kabinet aangemerkt om met prioriteit te worden opgepakt. Om de digitale
weerbaarheid van Nederland te verhogen en daadkrachtig te kunnen reageren op digitale
dreigingen heeft het kabinet de NCSA opgesteld3. De NCSA geldt sinds 2018 als de basis voor de Rijksbrede inzet op het gebied van
cybersecurity en is gekoppeld aan een structurele investering van 95 miljoen euro.
In de NCSA werden zeven ambities gepresenteerd, met de volgende overkoepelende doelstelling:
Nederland is in staat om op een veilige wijze de economische en maatschappelijke kansen
van digitalisering te verzilveren en de nationale veiligheid in het digitale domein
te beschermen. De formulering van de zeven ambities van de NCSA laat ruimte om de agenda onderweg
aan te vullen met extra maatregelen als de ontwikkeling van kennis, techniek en het
dreigingsbeeld daarom vragen. Dit is dan ook op verschillende momenten gebeurd, onder
andere naar aanleiding van het CSBN2019 en het WRR-rapport «Voorbereiden op digitale
ontwrichting».
De afgelopen kabinetsperiode is hard gewerkt om invulling te geven aan deze ambities.
U bent jaarlijks geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van de NCSA, maar
ik licht er graag een aantal resultaten uit:
– In 2018 is de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen (Wbni) in werking getreden.
Hiermee is onder meer geregeld dat aanbieders van essentiële diensten (AED’s) en digitale
dienstverleners een plicht hebben om passende en evenredige technische en organisatorische
maatregelen op het gebied van cybersecurity te nemen. Ook geldt voor hen een meldplicht
voor incidenten met aanzienlijke gevolgen voor hun dienstverlening bij zowel de toezichthouder
als het NCSC.
– In 2018 is bij het Ministerie van EZK het Digital Trust Center (DTC) opgericht. Met
het DTC hebben bedrijven die geen vitale aanbieder zijn een aanspreekpunt op het gebied
van cybersecurity. Het DTC deelt kennis en geeft advies en informatie waar bedrijven
zelf mee aan de slag kunnen. Daarnaast ontwikkelt het DTC tools voor bedrijven zoals
de basisscan en stimuleert het DTC samenwerkingsverbanden4 op het terrein van cybersecurity.
– Met de Strategische I-agenda Rijksdienst 2019–2021, is ingezet op versterking van
de rijksbrede informatiebeveiligingskolom5. Hiervoor is een nieuwe functie toegevoegd: Chief Information Security Officer Rijk
(CISO Rijk). Daarnaast is met het Besluit CIO-stelsel Rijksdienst ingezet op het versterken
van het CIO-stelsel6.
– Door het opbouwen en versterken van een landelijk dekkend stelsel van cybersecurity-samenwerkingsverbanden
kan informatie steeds breder, efficiënter en effectiever worden gedeeld tussen schakelorganisaties
en organisaties in hun onderscheidenlijke doelgroepen. Verschillende schakelorganisaties
zijn inmiddels krachtens de Wbni aangewezen als computercrisisteam of als een organisatie
die objectief kenbaar tot taak heeft andere organisaties of het publiek te informeren
(OKTT), waardoor zij meer informatie over dreigingen en incidenten die relevant is
voor hun doelgroepen kunnen ontvangen van het NCSC. Daarnaast heeft het NCSC in enkele
specifieke gevallen organisaties geïnformeerd en geadviseerd die geen deel uitmaken
van de rijksoverheid of vitale infrastructuur om hen te beschermen tegen digitale
dreigingen (bijv. politieke partijen gedurende de Tweede Kamerverkiezingen; de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties heeft u recent hierover geïnformeerd7).
– Door middel van de extra investeringen in de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
is een beter beeld verkregen van de intenties, capaciteiten en activiteiten van statelijke
actoren. Hierdoor is het inzicht in de dreiging gegroeid. De concrete dreigingsinformatie
die dit oplevert is essentieel voor het bestrijden van kwaadwillende actoren.
– In 2020 is de Cyber Info/Intel Cel (CIIC) ingesteld, waarbinnen AIVD, MIVD, NCSC,
OM en Politie dreigingsinformatie bijeenbrengen en medewerkers van deze organisaties
deze informatie op één fysieke locatie bij het NCSC structureel gezamenlijk beoordelen.
Hierdoor kan sneller een beeld worden gevormd van nieuwe dreigingen en kunnen belanghebbende
organisaties meer en sneller van handelingsperspectief worden voorzien.
– Nederland heeft een leidende rol gespeeld bij het opzetten van het EU-cybersanctieregime
in 2019 en de verlenging hiervan in 2021, om zo gezamenlijk de kosten van onwenselijk
gedrag in cyberspace te verhogen.
– In 2019 is de Europese Cybersecurity Act in werking getreden. Deze verordening creëert een Europees stelsel van cybersecurity
certificering voor ICT-producten, -diensten en -processen. De eerste Europese cybersecuritycertificeringschema’s
zijn in ontwikkeling. Nederland draagt met de Online Trust Coalitie, onder gebruikmaking
van publieke en private expertise, bij aan de ontwikkeling van het certificeringsschema
voor clouddiensten. Nederland implementeert de Cybersecurity Act via het wetsvoorstel Uitvoeringswet cyberbeveiligingsverordening voor het inrichten
van het certificeringstelsel in Nederland en wijst Agentschap Telecom aan als de nationale
autoriteit en toezichthouder. Het wetsvoorstel is aan uw Kamer aangeboden.
– De Europese richtlijnen over de verkoop van goederen en over de levering van digitale
inhoud en digitale diensten zijn ook in 2019 aangenomen. Voor wat betreft cybersecurity
is opgenomen dat consumenten recht krijgen op (veiligheids-)updates zolang zij die
redelijkerwijs mogen verwachten. De richtlijnen zijn omgezet in het wetsvoorstel «Implementatiewet
richtlijnen verkoop goederen en levering digitale inhoud» en is 16 februari 2021 (Kamerstuk
35 734, nr. 3) aan uw Kamer aangeboden.
– Via diverse impulsen is de kennisontwikkeling en innovatie op het gebied van cybersecurity
versterkt. Op basis van investeringen van diverse ministeries en NWO is voor 26 miljoen euro
aan calls gerealiseerd en toegekend aan onderzoeks- en innovatieprojecten. Er is ook
een nieuw publiek-privaat samenwerkingsplatform voor kennis en innovatie met betrekking
tot cybersecurity opgericht, DCypher, om de samenwerking in de hele valorisatieketen
te versterken. In de EU is een verordening aangenomen voor het oprichten van een Europees
Competence Centre en het bijbehorende netwerk. Als nationaal onderdeel van dit netwerk wordt in Nederland
een National Coordination Centre opgericht, en aangesloten op het samenwerkingsplatform.
– De Ministeries van JenV en EZK hebben diverse publiekscampagnes uitgevoerd, zoals
«Eerst checken dan klikken» en «Doe je updates» om burgers bewust te maken van digitale
risico’s en om handelingsperspectief te bieden.
In de voortgangsrapportage die als bijlage is toegevoegd aan deze brief vindt u een
overzicht met de concrete resultaten die na het versturen van de voorgaande Kamerbrief
over de NCSA zijn behaald8.
Resultaten evaluatie NCSA
De hierboven geschetste resultaten zijn erop gericht om de weerbaarheid van Nederland
tegen cyberdreigingen te verhogen. Ontwikkelingen in het cyberdomein gaan echter snel
en het is zaak om kritisch te blijven kijken naar wat we doen in het licht van de
dynamische ontwikkelingen in het cyberdomein en aan de hand van nieuwe (wetenschappelijke)
inzichten. Dat geldt ook voor de cybersecurityaanpak van dit kabinet in zijn geheel,
zoals vastgelegd in de NCSA. Daarom heb ik het WODC gevraagd een evaluatie uit te
voeren van de NCSA, zoals ook eerder aan uw Kamer is toegezegd9. Dit rapport van het WODC heb ik recent met uw Kamer gedeeld10.
Het uitgevoerde evaluatieonderzoek bestaat uit een kritische reflectie op de beleidstheorie
achter de NCSA en een verkenning naar de mogelijkheden voor een effectevaluatie. Hoewel
in het rapport wordt geconcludeerd dat de opbouw van de NCSA via doelstellingen, ambities
en maatregelen in algemene zin logisch is, constateert het rapport ook een aantal
tekortkomingen in de beleidstheorie. Aan de hand van deze observaties worden er in
het rapport verschillende aanbevelingen gedaan om de opbouw van een toekomstige cybersecuritystrategie
beter in te richten.
De aanbevelingen uit deze evaluatie vormen belangrijke leerpunten voor het opstellen
van nieuwe cybersecuritystrategieën in de toekomst. Hierbij is het zaak om in de voorbereidende
fase op een nieuwe cybersecurityaanpak expliciet stil te staan bij de meetbaarheid
van de (verwachte) effecten van de strategie, zodat er bij een toekomstige evaluatie
meer zicht kan worden verkregen op de effectiviteit van cybersecuritybeleid. Een besluit
over de opvolging van de NCSA zal moeten worden genomen door het volgende kabinet.
Inspectiebeeld
Naar aanleiding van het CSBN2019 heeft de Inspectie Justitie en Veiligheid aangegeven
de oplevering van een jaarlijks onafhankelijk inspectiebeeld te coördineren. In dit
beeld worden bevindingen van de verschillende toezichthouders en inspecties die toezicht
houden op de naleving door vitale aanbieders van wettelijke verplichtingen op het
terrein van cyber security bijeengebracht. Dit geeft inzicht in de staat van het toezicht
en de weerbaarheid van vitale processen. De betrokken inspecties hebben het eerste
openbare inspectiebeeld afgerond. Dit zal met uw Kamer gedeeld worden.
Vooruitblik
Het huidige CSBN en voorgaande beelden laten zien dat de dreiging zich continu blijft
ontwikkelen. Door de adaptieve opzet van de NCSA heeft het kabinet in de afgelopen
kabinetsperiode kunnen inspelen op deze veranderingen in het dreigingsbeeld en op
technologische, maatschappelijke en geopolitieke ontwikkelingen. Hoewel belangrijke
stappen zijn gezet om de digitale weerbaarheid te verhogen laat het CSBN2021 zien
dat de weerbaarheid nog steeds achterblijft bij de digitale dreiging. Het kabinet
blijft zich daarom inzetten om de Nederlandse digitale weerbaarheid te versterken.
Daarbij schets ik voor de nabije toekomst een aantal belangrijke ontwikkelingen:
– Zoals vermeld in mijn antwoorden op vragen van het lid Yesilgöz-Zegerius van 29 maart
202111 werk ik aan een wetsvoorstel tot wijziging van de Wbni. Dit wetsvoorstel zorgt ervoor
dat het NCSC meer dreigings- en incidentinformatie met betrekking tot de netwerk-
en informatiesystemen van aanbieders (niet zijnde vitale aanbieders of aanbieders
die deel uitmaken van de rijksoverheid) bij deze aanbieders terecht kan laten komen.
Dit voorstel regelt dat het NCSC in bijzondere gevallen de hiervoor bedoelde informatie
kan verstrekken aan deze aanbieders. Daarnaast regelt dit voorstel dat het NCSC ook
aan OKTT’s vertrouwelijke herleidbare informatie over aanbieders kan verstrekken,
zodat deze schakelorganisaties aanbieders in hun doelgroepen van deze informatie kunnen
voorzien. Ik streef ernaar dit wetsvoorstel rond de zomer in consultatie te brengen.
– Door het Ministerie van EZK wordt gewerkt aan het laten voldoen van het DTC aan de
voorwaarden waardoor het DTC krachtens de Wbni als OKTT kan worden aangewezen, onder
meer door het versterken van de juridische basis met een wetsvoorstel. Na aanwijzing
zal het DTC gaan beschikken over meer dreigings- en incidentinformatie die met het
niet-vitale bedrijfsleven kan worden gedeeld.
– Eind vorig jaar heeft de Europese Commissie de EU Cyber Strategy gepubliceerd, waarin onder andere een voorstel wordt gedaan voor een herziening van
de Netwerk- en informatiebeveiligingsrichtlijn (NIB, in Nederland geïmplementeerd
in de Wbni). Daaraan gerelateerd heeft de Commissie ook een voorstel gedaan voor een
nieuwe richtlijn voor de veerkracht van kritieke entiteiten (Critical Entities Resilience Directive; CER). Gezamenlijk richten deze voorstellen zich op het beschermen van voornamelijk
vitale aanbieders tegen zowel digitale als fysieke dreigingen. Ook heeft de Commissie
een voorstel gedaan om de cyber diplomatie toolbox verder te ontwikkelen. Dit voorstel
richt zich op het aanpakken van onwenselijk gedrag in cyberspace dat grote gevolgen
heeft voor de samenleving. U bent over deze voorstellen geïnformeerd via BNC-fiches.12 In de komende periode zullen de lidstaten, het Europees Parlement en de Commissie
deze voorstellen verder uitwerken.
– Zoals eerder gemeld13 heeft het kabinet besloten voor de telecomsector een structureel proces in te richten
waarin doorlopend nieuwe dreigingsinformatie kan worden gedeeld en op risico’s worden
beoordeeld door overheidsorganisaties en telecomaanbieders. Hierdoor kunnen snel en
effectief maatregelen worden genomen als veranderingen in het dreigingsbeeld of technologische
ontwikkelingen daarom vragen. Daarnaast zien we dat vanuit deze kennis en ervaring
ook de sectoroverstijgende expertise kan worden versterkt, bijvoorbeeld op het gebied
van risicoanalyses, strategische afhankelijkheden en informatiedeling. De komende
periode wordt in kaart gebracht wat er nodig is (qua mensen, middelen en expertise)
om deze vorm van structurele samenwerking op telecom te verbreden naar andere vitale
processen, zoals landelijk transport, distributie en productie van elektriciteit (dat
sterke intersectorale afhankelijkheden kent) en digitale overheid.
In het CSBN2021 komen daarnaast een aantal onderwerpen aan bod die in de komende periode
aandacht zullen vragen. Het gaat dan onder meer om het vervagen van het onderscheid
tussen de capaciteiten van een aantal groepen cybercriminelen en die van statelijke
actoren, risico’s die voortvloeien uit kwetsbaarheden met betrekking tot ICT-leveranciersketens,
het vergroten van het inzicht in de digitale weerbaarheid van organisaties, het feit
dat de digitale ruimte onderwerp is geworden van een geopolitieke krachtenstrijd en
de bijbehorende roep om digitale soevereiniteit14. Gelet op deze ontwikkelingen, de permanente digitale dreiging en de toenemende afhankelijkheid
van digitale middelen zal stevige inzet op het blijven versterken van de Nederlandse
digitale veiligheid onder een nieuw kabinet noodzakelijk zijn. Dat wordt ook benadrukt
in het rapport van de Cyber Security Raad «Integrale aanpak cyberweerbaarheid»15, waarin een advies wordt gegeven over benodigde investeringen in cybersecurity aan
het volgend kabinet.
Tot de beëdiging van een nieuw kabinet zullen wij onze acties blijven uitvoeren op
basis van de NCSA en de latere aanvullingen daarop, waar uw Kamer over geïnformeerd
is.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
Indieners
-
Indiener
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.