Brief regering : Voortgang Programmatische aanpak meten vliegtuiggeluid
31 936 Luchtvaartbeleid
Nr. 858
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 juni 2021
In oktober 2018 heb ik aangekondigd een programmatische aanpak meten vliegtuiggeluid
te starten in samenwerking met RIVM, KNMI en NLR1. De aanpak richt zich op het verbeteren van zowel berekeningen als metingen en het
onderling versterken van beide methodes. Het doel is om tot voor iedereen betrouwbare
en herkenbare gegevens te komen op basis waarvan burgers goed geïnformeerd worden
en weloverwogen beleidskeuzes kunnen worden gemaakt. De aanpak kijkt naar de rol van
metingen en berekeningen in de bestaande geluidsmethodiek. Hierop is het consortium
van deze drie kennisinstituten aan de slag gegaan met een verkenning hoe deze aanpak
in te richten. Op 18 december 2019 heb ik u het rapport van deze verkenningsfase van
de programmatische aanpak meten vliegtuiggeluid aangeboden2. Het rapport gaf aanbevelingen voor zeven onderwerpen. In mijn voortgangsbrief over
het programma van 9 december 2020 heb ik u geïnformeerd over voortgang in de uitwerking
van de aanpak hiervoor en u toegezegd om u medio 2021 opnieuw te informeren hierover.
Met deze brief geef ik invulling aan deze toezegging3.
Meetstrategie, signaalfunctie, modelontwikkeling
Naar verwachting deze maand wordt de rapportage nationale meetstrategie vliegtuiggeluid
gepubliceerd door RIVM, NLR en KNMI. Hierin is neergezet op welke wijze metingen van
vliegtuiggeluid kunnen worden ingezet om het bovengenoemde doel van de programmatische
aanpak te realiseren. De meetstrategie benoemt twee meetdoelen: (i) het meten van vliegtuiggeluid om met deze meetgegevens de methode voor
het berekenen van vliegtuiggeluid te valideren (meetdoel validatie) en (ii) het meten
van vliegtuiggeluid als informatievoorziening aan omwonenden (meetdoel regionale informatievoorziening).
De nationale meetstrategie bevat een kader voor het hele land. Op basis van dit kader
kunnen meetsystemen rondom Nederlandse luchthavens worden ingericht voor één of beide
genoemde meetdoelen. Het kader bevat eisen en criteria aan individuele meetposten
of de combinatie hiervan (meetsysteem) voor de twee meetdoelen, waarvoor kwaliteitsindicatoren
zijn ontwikkeld. Met het kader kan worden beoordeeld of meetsystemen voor de twee
doelen geschikt zijn. Het kader is te beschouwen als richtlijn voor het meetdoel validatie,
wat een Rijksverantwoordelijkheid is, en als handreiking voor het meten voor informatievoorziening
dat primair bij regiopartijen ligt.
Voor de validatie van de rekenmethode is door RIVM en partners de afgelopen tijd gewerkt
aan een plan van aanpak. Ook is met betrokkenheid van technische universiteiten gewerkt
aan twee tools die kunnen ondersteunen bij de signaalfunctie, die dient om op basis
van meetgegevens te controleren of de resultaten van geluidberekeningen van de gewenste
kwaliteit zijn. De ambitie is om dit jaar zoveel mogelijk validatievoorbereidingen
uit te voeren, zodat eerste helft 2022 de eerste validatie voor Schiphol kan worden
uitgevoerd. Dit legt de basis voor een structureel validatieprogramma in de perioden
daarna.
Als de regio metingen t.b.v. informatievoorziening wil uitwerken kan de nationale
meetstrategie worden gebruikt. De regionale uitwerking die volgt biedt daarbij de
handvatten voor regionale partijen om onderling afspraken te maken over metingen bedoeld
voor regionale informatievoorziening en of het hierbij voor hen aan de orde is om
(additionele) meetinfrastructuur te plaatsen.
Publiekscommunicatie, hinder en gezondheid
In het verkenningenrapport was geconstateerd dat het voor burgers ontbreekt aan toegankelijke
en centrale informatie over vliegtuiggeluid, het berekenen daarvan, geluidmetingen
en wet- en regelgeving. Er is de afgelopen periode dan ook gewerkt aan de invulling
van de aanbeveling om de publiekscommunicatie ten aanzien van vliegtuiggeluid te versterken.
Hiervoor wordt binnenkort de door het RIVM ontwikkelde website www.vliegtuiggeluid.nl opengesteld. Dit is een landelijke website met algemene informatie over vliegtuiggeluid,
en zal uitleg bevatten over bijvoorbeeld de ontwikkeling van vliegtuiggeluid tussen
bron en ontvanger, het meten en berekenen van vliegtuiggeluid, wet- en regelgeving,
geluidmaten en de relatie tussen geluid en gezondheid. De website zal binnen de programmatische
aanpak periodiek worden geactualiseerd en uitgebreid.
In het verkenningenrapport was tevens aanbevolen om het systematisch monitoren van
geluidhinder en slaapverstoring rond luchthavens te implementeren en ervoor te zorgen
dat het monitoren van hinder en slaapverstoring wetenschappelijk verantwoord en volgens
een standaardmethode gebeurt. De inzet van de vierjaarlijkse GGD Gezondheidsmonitor
werd hierbij geadviseerd. Dit is opgevolgd. Afgelopen najaar is door de regionale
GGD’s de enquête voor de GGD Gezondheidsmonitor afgenomen. Deze enquête bevat de vragen
over geluidhinder als gevolg van de luchtvaart die als onderdeel van de programmatische
aanpak zijn toegevoegd aan de reeds bestaande vragenset. De resultaten van de GGD
Gezondheidsmonitor worden in de tweede helft van 2021 gepubliceerd door de individuele
regionale GGD’s voor hun regio, en dan wordt ook de enquêtedata door het RIVM en de
koepelorganisatie van GGD’s geanalyseerd ten behoeve van het landelijk onderzoek naar
hinderbeleving in het kader van de programmatische aanpak. Dit onderzoek is naar verwachting
eind van dit jaar gereed.
Citizen science en wetenschappelijke aansturing
De programmatische aanpak bevat ook een citizen science component. Dit is toegevoegd
om de omgeving meer bij het meetprogramma te betrekken. De citizen science component
in het programma is tweeledig. Ten eerste ondersteunt het RIVM individuele burgers
met kennisuitwisseling gericht op het verbeteren van meetsystemen en meetprocedures
die burgers zelf ontwikkelen. Deze ondersteuning is vraaggestuurd en er heeft ook
de afgelopen periode ondersteuning plaatsgevonden. Verder zijn er twee onderzoeken
gestart door het RIVM die samen met burgers worden uitgevoerd: een onderzoek naar
rustmomenten met burgers die nabij start- en landingsbanen wonen en een onderzoek
naar de invloed van vliegtuiggeluid op personen die geluidgevoelig zijn. Beide onderzoeken
waren reeds aanbevolen in genoemd rapport van de verkenningsfase van de programmatische
aanpak.
In de afgelopen tijd is ook gewerkt aan het inrichten van de (wetenschappelijke) aansturing
van de programmatische aanpak. Hiervoor is een structuur ontwikkeld waarin de wetenschappelijke
kwaliteitsborging, de instelling van een begeleidingsgroep van onafhankelijke experts,
en het borgen van maatschappelijke inbreng belangrijke pijlers zijn. Mijn Ministerie
heeft aan bewonersvertegenwoordigers, provincies en de bestaande overlegstructuren
rondom de luchthavens van nationale betekenis4 gevraagd te reflecteren op deze structuur. De input die hierop verkregen is wordt
gebruikt bij de afronding en instelling van de structuur na de zomer.
Ten slotte wil ik u melden dat in april jongstleden een webinar over de programmatische
aanpak georganiseerd is, gericht op bewoners, luchthavens, decentrale overheden en
andere partijen die deelnemen in de bestaande regionale overlegstructuren rondom de
luchthavens van nationale betekenis. Hierin is een stand van zaken van de programmatische
aanpak gegeven, is de nationale meetstrategie op hoofdlijnen gepresenteerd en is ingegaan
op de beoogde structuur voor aansturing.
Vervolg
Met deze brief heb ik u geïnformeerd over de stappen die dit jaar genomen zijn ten
aanzien van de programmatische aanpak. Het komend half jaar staat in het teken van
verdere uitwerking van de aanbevelingen uit het adviesrapport uit de verkenningsfase.
De ambitie is dat hierna de uitwerkingsfase geleidelijk overgaat in de implementatiefase,
waarin de resultaten van al het onderzoek en methodeontwikkeling structureel kunnen
worden toegepast. Eind dit jaar informeer ik u hierover in een nieuwe voortgangsbrief.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat