Brief regering : Uitvoering van de motie van het lid Van Ginneken c.s. over de veilingregeling aanhangig maken bij de Tweede Kamer (Kamerstuk 24095-539)
24 095 Frequentiebeleid
Nr. 543
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 juni 2021
Op 20 mei 2021 had ik het genoegen met de nieuwe Commissie Economische Zaken en Klimaat
te debatteren over een breed scala aan telecomonderwerpen, waaronder de aanstaande
veiling in 2022 van de 3,5 GHz-frequenties (Kamerstuk 24 095, nr. 542). Het was goed om te zien dat de nieuwe Commissie en ik de opvatting delen dat we
voortvarend moeten werken aan het beschikbaar komen van deze frequenties ten behoeve
van nieuwe 5G-dienstverlening. Het Commissiedebat kreeg een vervolg in het tweeminutendebat
van 1 juni jl. waarin een aantal moties werden aangekondigd (Handelingen II 2020/21,
nr. 82, Tweeminutendebat Telecommunicatie). Eén van de moties met Kamerstuk 24 095, nr. 539 van de leden Van Ginneken, Grinwis en Rajkowski, is op 8 juni 2021 aangenomen (Handelingen
II 2020/21, nr. 85, Stemmingen). Deze motie verzoekt de regering de veilingregeling
na de consultatie (van de conceptregeling) bij de Tweede Kamer voor overleg aanhangig
te maken voordat de regeling wordt vastgesteld. De overweging daarbij was dat er nog
discussie is over de mate van transparantie in de veiling.
Hierbij wil ik opmerken dat de bevoegdheid om veilingregelingen vast te stellen krachtens
de Telecommunicatiewet aan mij is gedelegeerd. De Telecommunicatiewet voorziet voor
de vaststelling van veilingregelingen voorts niet in een verplichte voorhangprocedure,
op grond waarvan gedelegeerde regelgeving, in de regel algemene maatregelen van bestuur,
moeten worden voorgelegd aan één of beide Kamers der Staten-Generaal voordat zij voor
advies aanhangig worden gemaakt bij de Afdeling advisering van de Raad van State,
of voordat zij worden vastgesteld.
Dit laat uiteraard onverlet dat, ook als niet is voorzien in een formele voorhangprocedure,
het beide Kamers der Staten-Generaal vrij staat om toezending te verzoeken van ontwerpen
van gedelegeerde regelgeving, en om met de verantwoordelijke bewindspersoon te debatteren
over de inhoud van deze ontwerpen. Gelet op de door de indieners van de motie genoemde
omstandigheden, ben ik bereid om de veilingregeling voor de 3,5 GHz-band in dit geval
vóór de vaststelling aan de Tweede Kamer te zenden en vervolgens, hierover in debat
te gaan.
In dit kader wil ik wel op het volgende wijzen. De motie richt zich op (de discussie
over) de mate van transparantie in de veiling, oftewel de informatie die aan deelnemende
bieders in de veiling gedurende de veiling wordt gegeven. Dit is een belangrijk onderdeel
van de veilingopzet, dat in onderlinge samenhang met alle andere veilingregels de
veilingdoelstellingen borgen. Dat maakt het moeilijk, zo niet onmogelijk, om een enkel
aspect in isolatie te beschouwen. De doelstellingen, waar ik uw Kamer 17 december
2020 (Kamerstuk 24 095, nr. 526) over heb geïnformeerd, zijn een efficiënte verdeling van de frequenties, met realistische
kansen voor alle mogelijke partijen en een realistische veilingopbrengst (niet te
hoog, maar ook niet te laag). Deze doelstellingen zijn identiek aan die bij de multibandveiling
in 2020 en vormen net als toen de uitgangspunten voor de adviezen die ik heb gekregen
over de veilingopzet en de zogeheten reserveprijzen (de «startprijzen») in de veiling.
Tussen die twee bestaat onderlinge samenhang en dat betekent dat door onze adviseurs
beoordeeld zal moeten worden of een eventuele wijziging in de veilingopzet effect
heeft op de reserveprijzen. Enkel een verdere vergroting van de transparantie zou
namelijk de hiervoor genoemde drie veilingdoelstellingen kunnen schaden.
In antwoord op schriftelijke vragen van de toenmalige Kamercommissie (2 maart 2021)
en tijdens het commissiedebat heb ik op de relatie tussen de doelstellingen en de
veilingadviezen gewezen en heb ook aangeven dat het inrichten van een veiling maatwerk
vergt. Dat betekent dat veilingen in het buitenland (noch eerdere veilingen in Nederland)
niet zonder meer het format bieden voor deze veiling. Vergelijkingen zijn eenvoudigweg niet goed te maken omdat er verschillen
zijn, bijvoorbeeld de marktomstandigheden (het aantal spelers in de markt), de doelstellingen,
de marktordenende maatregelen (zoals caps) maar ook het precieze aanbod in de veiling.
Dat een andere veiling een hogere mate van transparantie in de veiling had betekent
dus niet dat dat bij deze veiling overgenomen kan worden.
Daarbij moet ook gezegd worden dat een intransparante veiling zeker geen doel op zich
is. In hun gezamenlijke brief van de drie Nederlandse operators aan mij, maar ook
aan uw Kamer, werd ik er nog voor de start van de consultatie op gewezen dat het zeer
ongewenst is om gesloten biedingen in de veiling te hanteren om de doelstelling van
een efficiënte verdeling van de frequenties te halen. Dat heeft er mede toe geleid
dat ik in de concept-veilingregeling de bedoelde gesloten biedingen niet gebruik.
De voorgestelde veiling kent nu een meerrondensystematiek, waarin biedende partijen
altijd zelf aan zet blijven en waarbij de kansen voor alle deelnemende partijen realistisch
blijven.
De concept regelgeving ligt momenteel ter consultatie voor en loopt tot 28 juni 2021.
Net als bij de multibandveiling 2020 verwacht ik veel reacties van diverse belanghebbenden,
zowel individuele partijen (zoals mobiele operators) als belangenvertegenwoordigers.
Omdat ik álle consultatiereacties moet beoordelen kan ik niet alleen kijken naar reacties
van enkele individuele belanghebbenden. Voorts moet ik beoordelen of individuele reacties
wijzen op eventuele gedeelde belangen bij de inrichting van de veiling. En ik moet
rekening houden met de mogelijkheid dat reacties (sterk) tegenstrijdig aan elkaar
kunnen zijn. De weging van alle reacties en de eventuele nadere of andere keuzes die
ik op grond daarvan maak, worden in de definitieve regelgeving beschreven.
De planning voorziet nu in vaststelling van de veilingregeling half september. Ik
streef ernaar de veilingregeling tijdig voor het debat aan de Kamer te sturen. Ik
verzoek uw Kamer in het licht van de ook in de Kamer genoemde noodzaak om 5G snel
uit te rollen in september een debat hierover te voeren. Na publicatie zullen de verdere
voorbereidingen van de veiling volgen. Zo zal onder meer de software van de veiling
moeten worden ontwikkeld en zal de aanvraagprocedure worden voorbereid. Aan de hand
van de huidige planning is voorzien dat de veiling in april 2022 plaats kan vinden.
Iedere vertraging in het vaststellen van de veilingregeling of fundamentele wijzigingen daarin na half september leidt automatisch tot
vertraging van de start van de veiling.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat