Brief regering : Uitvoering van de motie van het lid Sjoerdsma over voorstellen om het anti-fraudemechanisme EDES te versterken (Kamerstuk 21501-02-2312)
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2357 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juni 2021
Tijdens het tweeminutendebat Raad Algemene Zaken d.d. 20 april 2021 nam uw Kamer een
motie van het lid Sjoerdsma (D66) (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2312) aan die het kabinet ten eerste verzoekt om samen met gelijkgestemde landen met voorstellen
te komen om het Europese anti-fraude mechanisme EDES te versterken om fraudeurs van
EU-middelen in de toekomst uit te sluiten, en deze plannen waar mogelijk in de Raad te presenteren.
Ten tweede wordt het kabinet met de motie verzocht zich ervoor in te spannen dat andere
lidstaten zich aansluiten bij het Europees Openbaar Ministerie teneinde fraude effectief
te kunnen bestrijden in de hele Europese Unie. Met deze brief informeer ik uw Kamer,
mede namens de Minister van Financiën en de Minister van Justitie & Veiligheid, over
de uitvoering van deze motie.
Het kabinet zet stevig in op versterking van de aanpak tegen fraude met EU-middelen.
Mede dankzij deze Nederlandse inzet is in de conclusies van de buitengewone Europese
Raad van 17–21 juli jl. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1700) het belang van effectieve bestrijding van fraude met EU-middelen onderstreept en afgesproken dat de Commissie met verdere maatregelen komt om de
EU-begroting en Next Generation EU (het herstelinstrument in reactie op de COVID-19
crisis) tegen fraude en onregelmatigheden te beschermen.1
Early-Detection and Exclusion System (EDES)
Het Early-Detection and Exclusion System (EDES) is een systeem dat in 2016 is opgericht
door de Europese Commissie ter bescherming van de financiële belangen van de Europese
Unie tegen fraude en onregelmatigheden.2 Het EDES bevat informatie over personen of entiteiten die een risico vormen voor
de financiële belangen van de Unie.3 Deze informatie kan betrekking hebben op opsporing, uitsluiting en/of eventuele financiële
sancties. In de meest ernstige gevallen kan de Commissie de naam van een uitgesloten
persoon of entiteit publiceren op haar website.4 Informatie uit het EDES wordt door de Commissie gebruikt bij de beoordeling en toekenning
van EU-middelen in direct en indirect beheer5.
Het EDES wordt beheerd door de Commissie. De brongegevens voor het EDES worden onder
meer aangeleverd via het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), de Europese
Rekenkamer, andere instellingen van de Europese Unie zoals de Europese Centrale Bank,
en per 1 juni 2021 ook via het Europees Openbaar Ministerie (EOM).6 Fraudegevallen die zich voordoen in Nederland met EU-middelen in gedeeld beheer worden
via OLAF opgenomen in het EDES.
De Commissie biedt lidstaten de mogelijkheid om rechtstreeks toegang te krijgen tot
het EDES. Hierdoor kunnen lidstaten informatie uit het EDES gebruiken bij de toekenning
van middelen in gedeeld beheer7, zoals de Europese Structuur- en Investeringsfondsen (ESI-fondsen). Nederland verkent
samen met gelijkgestemde lidstaten deze en andere opties om de efficiëntie en toegevoegde
waarde van het EDES bij de beoordeling en toekenning van EU-middelen te vergroten
en zal hierover met de Commissie, als oprichter en beheerder van het EDES, in gesprek
gaan. Het kabinet kijkt hierbij onder meer naar de samenhang met andere bestaande
datasystemen, zoals Arachne8, de toegevoegde waarde van deelname door de lidstaten, en de administratieve lasten.
Europees Openbaar Ministerie (EOM)
Het EOM is in 2017 opgericht door 20 lidstaten op basis van de bepalingen inzake nauwere
samenwerking,9 en is per 1 juni 2021 operationeel voor de deelnemende lidstaten.10 Inmiddels nemen 22 lidstaten deel aan het EOM; Nederland neemt sinds 2 augustus 2018
deel aan het EOM. Zweden, Ierland, Denemarken, Polen en Hongarije hebben zich (nog)
niet aangesloten bij het EOM. Het kabinet stelt aansluiting bij het EOM actief aan
de orde in bilaterale gesprekken. Zo heeft de Minister van Justitie en Veiligheid
dit vorig jaar bij zijn Hongaarse en Poolse collega’s ter sprake gebracht om deze
lidstaten te stimuleren mee te doen. Het kabinet zal dit in de toekomst blijven doen,
maar niet-deelnemende lidstaten kunnen niet gedwongen worden om zich aan te sluiten
bij het EOM.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken