Brief regering : Ontwerpbesluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven
35 306 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 met het oog op afschaffing van de fiscale aftrek van scholingsuitgaven (Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven)
G/ Nr. 9 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN EN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op
4 juni 2021.
De wens dat de inwerkingtreding bij de wet wordt geregeld kan door of namens een der
Kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der
Kamers te kennen worden gegeven uiterlijk op 2 juli 2021.
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juni 2021
Hierbij bieden de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid (SZW) u het ontwerpbesluit aan tot vaststelling van het tijdstip
van inwerkingtreding van de Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven1. De Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven is in 2019 aangenomen als onderdeel
van het pakket Belastingplan 2020.
De voorlegging geschiedt in het kader van artikel III van de Wet afschaffing fiscale
aftrek scholingsuitgaven en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over
het ontwerpbesluit voordat de voordracht voor het koninklijk besluit wordt gedaan.
Deze voordracht aan de Koning wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp
aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
De fiscale aftrek scholingsuitgaven wordt vervangen door de Subsidieregeling STAP-budget.2 Op het moment van indiening en tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Wet afschaffing
fiscale aftrek scholingsuitgaven in de Tweede en Eerste Kamer stond de inhoud van
de Subsidieregeling STAP-budget nog niet volledig vast en was ook nog niet duidelijk
wanneer deze regeling zou kunnen worden ingevoerd. Door de inwerkingtreding bij koninklijk
besluit te regelen konden belastingplichtigen bij hun keuze voor scholing al wel rekening
houden met de voorgenomen wijzigingen in de tegemoetkomingen in de kosten van scholing
vanuit de rijksoverheid.
Inmiddels is de Subsidieregeling STAP-budget voorgehangen bij de Tweede Kamer der
Staten-Generaal en is een afschrift van die voorhang verzonden aan de Eerste Kamer
der Staten-Generaal.3 Deze regeling zal zo spoedig mogelijk worden gepubliceerd, na publicatie in het Staatsblad
van het koninklijk besluit waarin wordt geregeld dat de Wet afschaffing fiscale aftrek
scholingsuitgaven per 1 januari 2022 inwerking treedt.
Uiterlijk 2 juli 2021 moet duidelijkheid bestaan of de fiscale aftrek van scholingsuitgaven
per 1 januari 2022 wordt afgeschaft om deze aanpassing tijdig te kunnen verwerken
in de voorlopige aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2022. Is deze duidelijkheid
er niet op 2 juli, dan zal zowel de inwerkingtreding van de Subsidiereling STAP-budget
als de afschaffing van de fiscale aftrek van scholingsuitgaven doorschuiven naar 1 januari
2023. De fiscale aftrek van scholingsuitgaven is namelijk gebonden aan het kalenderjaar,
waardoor de afschaffing plaats moet vinden per 1 januari.
Op dit moment is de inschatting dat het haalbaar is de Subsidieregeling STAP-budget
begin 2022 op een verantwoorde wijze in te voeren. De regeling zal onder de verantwoordelijkheid
van de Minister van SZW in samenwerking met de Minister van OCW worden uitgevoerd
door het UWV en DUO. UWV en DUO werken hard om te zorgen voor goede en tijdige implementatie
van het STAP-budget. Definitieve besluitvorming over de inwerkingtreding van het STAP-budget,
vindt plaats in bestuurlijk overleg tussen deze partijen op 16 juni a.s. Daarbij worden
ook de eerste uitkomsten van de uitgevoerde BIT-toets betrokken, die begin volgende
week beschikbaar zullen zijn.
Daarbij maken wij u graag attent op de volgende punten.
• Hoewel de uitvoeringssystemen eind 2021 gereed zijn, is het noodzakelijk om eerst
een ketenbrede proefproductie te draaien om begin 2022 verantwoord van start te gaan
met het STAP-budget. Met de proefproductie wordt getest of de onderdelen van het systeem
goed op elkaar zijn aangesloten en het gehele systeem goed functioneert. Dit zou betekenen
dat de STAP-regeling in werking treedt per 1 januari 2022 maar dat het aanvraagloket
bij UWV wordt opengesteld per 1 maart 2022. Zoals hierboven genoemd kunnen de scholingsactiviteiten
na vier weken beoordelingstermijn van start gaan.
• Als medio juni in het bestuurlijk overleg wordt besloten om het aanvraagloket per
1 maart 2022 open te stellen dan betekent dit dat tot 29 maart 2022 er tijdelijk geen
publieke financiering van scholingsactiviteiten mogelijk is. Dit aangezien de fiscale
aftrek voor scholingskosten dan al is afgeschaft per 1 januari 2022 en de subsidie
niet met terugwerkende kracht aangevraagd kan worden voor scholingsactiviteiten die
beginnen vóór 29 maart. De facto is dit een vertraging van twee maanden ten opzichte
van de oorspronkelijke openstelling – zoals ook voorgehangen – van het STAP-budget.
De middelen van de gemiste eerste maanden (ongeveer € 30 miljoen) worden gespreid
over de resterende maanden van 2022 alsnog voor burgers beschikbaar gesteld.
• Vanuit het Ministerie van SZW wordt vanaf december 2021 nog wel € 30 miljoen beschikbaar
gesteld voor de financiering van scholing via de tijdelijke regeling NL leert door
met inzet van scholing. Deze regeling is onderdeel van het huidige noodpakket en loopt
tot eind 2022.
• Omdat EVC-trajecten, die ook in aanmerking komen voor het STAP-budget, in opzet afwijken
van de scholingsactiviteiten kunnen EVC-trajecten pas in de doorontwikkeling worden
toegevoegd aan het scholingsregister STAP.4 Dit houdt in dat EVC-trajecten in 2022 nog niet subsidiabel zijn via het STAP-budget.
De Minister van SZW zal u onmiddellijk na ommekomst van het bestuurlijk overleg op
16 juni en uiterlijk 18 juni informeren over de inwerkingtreding van STAP, zodat u
dit kunt betrekken bij de besluitvorming over de afschaffing van de fiscale aftrek
scholingskosten.
Een gelijkluidende brief is gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën -
Mede ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.