Brief regering : Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) jaarrapportage 2020 en Bereikbaarheidsmonitor
27 863 Betalingsverkeer
Nr. 92 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juni 2021
Bijgevoegd ontvangt u de jaarrapportage 2020 en de Bereikbaarheidsmonitor 2021 van
het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (hierna: MOB)1. Het MOB is een samenwerkingsverband dat zich richt op efficiënt, veilig, betrouwbaar
en toegankelijk betalingsverkeer en wordt voorgezeten door De Nederlandsche Bank (DNB).
In het MOB zijn zowel aanbieders als gebruikers in de betaalketen vertegenwoordigd.2 In deze brief geef ik een overzicht van de belangrijkste resultaten van het MOB in
2020, een toelichting op de Bereikbaarheidsmonitor 2021 en kom ik terug op een aantal
toezeggingen die ik heb gedaan op het gebied van het betalingsverkeer.
Ontwikkelingen contant geld
Het afgelopen jaar was een bijzonder jaar, ook voor het betalingsverkeer. De afgelopen
jaren was er al een daling zichtbaar in het aandeel contante betalingen ten opzichte
van het aandeel elektronische betalingen (met name contactloze betalingen). Als gevolg
van het coronavirus is deze dalende trend versneld. Aan de (fysieke) toonbank vond
in 2020 79% van de betalingen elektronisch3 plaats en werd 21% van de betalingen gedaan met eurobankbiljetten en -munten. In
2019 was dat nog 67,5% respectievelijk 32,5%.
Hoewel de vraag naar contant geld in Nederland in algemene zin afneemt, vervult contant
geld nog steeds een belangrijke rol in onze samenleving. Sommige groepen mensen zijn
bovendien afhankelijk van contant geld als betaalmiddel. Ik hecht er grote waarde
aan dat iedereen mee kan doen in het betalingsverkeer. Voor een goede toegang tot
het chartale betalingsverkeer zijn voldoende voorzieningen nodig, zoals voldoende
geldautomaten, afstortautomaten en een hoge acceptatie van contant geld bij winkeliers.
Uit de MOB-jaarrapportage 2020 blijkt dat de acceptatie van contant geld door winkeliers
nog steeds hoog is. In 2020 gaf 96% van alle fysieke winkels aan contante betalingen
te accepteren. De acceptatie van pinbetalingen steeg van 87% in 2019 naar 92% in 2020.
De Bereikbaarheidsmonitor 2021 laat zien dat, hoewel het aantal geldautomaten in absolute
zin is gedaald, de bereikbaarheid van geldautomaten nog steeds goed is. Ultimo 2020
had 99,54% van de inwoners van Nederland binnen een straal van vijf kilometer toegang
tot een geldautomaat. In de context van afstortautomaten waren er in 2020 en begin
2021 een aantal veranderingen voor sealbagautomaten. De banken en Geldmaat besloten
in januari 2021 op advies van de politie om ruim 500 sealbagautomaten voorlopig te
sluiten. Dit ingrijpende besluit werd genomen na een nieuwe vorm van plofkraak op
sealbagautomaten. Nadat extra veiligheidsmaatregelen waren genomen in de vorm van
vooraanmelding en beperkte openingstijden, werd op 31 maart jongstleden gefaseerd
gestart met de heropening van sealbagautomaten. Ik informeer uw Kamer zo snel mogelijk,
samen met mijn ambtsgenoot van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, over de
stand van zaken van de aanpak van plofkraken.
De chartale infrastructuur is met de daling van het aantal contante betalingen en
het teruglopend aantal geld- en afstortautomaten vanwege genomen efficiencymaatregelen
en (dreiging van) plofkraken verder onder druk komen te staan. Vorig jaar kondigde
ik al aan dat DNB onderzoek zou laten doen naar de vraag hoe de chartale infrastructuur
er op de middellange termijn uit zou moeten zien bij een structureel lager gebruik
van contant geld4. De ontwikkelingen die beschreven worden in de MOB-jaarrapportage 2020 en de Bereikbaarheidsmonitor
2021 onderstrepen het belang van dit onderzoek. Aankomende juli worden de resultaten
van het onderzoek verwacht, die ik met uw Kamer zal delen, voorzien van een appreciatie.
De voor dit onderwerp belangrijkste stakeholders in het MOB zullen op basis van de
resultaten bezien of het mogelijk is om additionele afspraken te maken om de toegang
tot contant geld op middellange termijn te borgen.
Bereikbaarheidsmonitor 2021
De Bereikbaarheidsmonitor 2021 beschrijft op basis van cijfers van de betaalinfrastructuur
en de resultaten van een consumentenenquête, wat de ontwikkelingen zijn op het gebied
van de bereikbaarheid en toegankelijkheid van betaaldiensten en hoe consumenten dit
ervaren. Uit de resultaten van de Bereikbaarheidsmonitor 2021 blijkt dat voor de meeste
consumenten de toegankelijkheid en bereikbaarheid van betaaldiensten nog steeds goed
is en dat deze op sommige punten zelfs is verbeterd. In 2021 geeft de gemiddelde consument
een 7,7 voor de tevredenheid over het betalingsverkeer ten opzichte van een 7,6 in
2016. Daarentegen is de tevredenheid over het betalingsverkeer van consumenten uit
kwetsbare groepen gedaald van gemiddeld een 7,5 in 2016 naar gemiddeld een 7,1 in
2021. Met name betaaldiensten die gerelateerd zijn aan bankkantoren hebben een lagere
waardering gekregen. Uit de bereikbaarheidsmonitor blijkt dat de dekkingsgraad van
bankkantoren in 2020 gedaald is naar 93,98% ten opzichte van 96,73% in 2016, en dat
het aantal bankkantoren met bijna de helft is afgenomen. Ik vind het belangrijk dat
er oog is voor de positie van consumenten uit kwetsbare groepen in het betalingsverkeer
en dat er voldoende alternatieven beschikbaar zijn wanneer een bankfiliaal wordt gesloten.
Ik moedig het MOB dan ook met klem aan om de komende maanden aan de slag te gaan met
het actieplan Toegankelijkheid Betalingsverkeer dat is gepresenteerd in het MOB van
20 mei jongstleden5.
Fraude en veiligheid
Op het moment dat de MOB-jaarrapportage 2020 werd opgesteld waren er geen publieke
fraudecijfers beschikbaar volgens de nieuwe rapportage-eisen die voortkomen uit de
Payment Service Directive 2 (PSD2). Desondanks kan er wel worden gesteld dat het afgelopen
jaar de fraudeschade in het betalingsverkeer door phishing, gestolen en verloren betaalpassen en zogeheten «Card-Not-Present» (CNP)-fraude bij
online creditcardbetalingen is gestegen. Die schade bedroeg in 2020 22,4 miljoen euro
(2019: 16,6 miljoen euro). In 2020 was er ook een stijging te zien in het aantal fraudegevallen
door zogenaamde niet-bancaire fraude, zoals spoofing, phishing en hulpvraagfraude (ook wel vriend-in-nood-fraude genoemd). In 2020 was
de totale schade als gevolg van phishing en «bankhelpdeskfraude» in combinatie met
telefoonnummerspoofing 39,5 miljoen euro. Eerder dit jaar heb ik uw Kamer geïnformeerd
over het gesprek dat ik met de banken heb gehad over het vergoeden van schade door
spoofing.6 Momenteel ben ik, samen met de Ministeries van Justitie en Veiligheid en Economische
Zaken en Klimaat, in gesprek met de banken en telecomsector over hoe we deze fraudevormen
kunnen aanpakken. Zoals toegezegd stuur ik uw Kamer binnenkort, samen met mijn ambtsgenoten
van Justitie en Veiligheid en Economische Zaken en Klimaat, een brief, waarin we ook
dieper zullen ingaan op deze integrale aanpak.
PSD2 en innovatie in het betalingsverkeer
In de MOB-jaarrapportage wordt ook ingegaan op de invoering van PSD2. In 2020 werden
de eerste effecten van de PSD2-invoering zichtbaar. In Nederland zijn er meerdere
partijen actief die nieuwe, onder PSD2 gereguleerde rekeninginformatie en/of betaalinitiatiediensten
aanbieden. Ook is er door het MOB een «good practice transparantie rekeninginformatiedienstverlening»
opgesteld, met daarin zeven vragen die rekeninginformatiedienstverleners – voorafgaand
aan het moment dat de gebruiker toestemming geeft voor toegang tot zijn betaalrekening
– bondig en begrijpelijk richting de gebruiker dienen te beantwoorden, en is er binnen
het MOB regelmatig gesproken over de invoering van Strong Customer Authentication
(SCA, een vorm van sterke klantauthenticatie), met name bij online creditcardbetalingen
waar SCA nog niet gebruikelijk was. De aanbesteding voor de uitvoering van de evaluatie
naar de implementatie van PSD2 in Nederland loopt. De resultaten van deze evaluatie
zal ik begin 2022 aanbieden aan uw Kamer.
Daarnaast heeft de Europese Commissie in september 2020 een mededeling betreffende
een Digital Finance Package gepubliceerd, bestaande uit twee strategieën (de Digital Finance Strategy en Retail Payments Strategy) en twee verordeningen (de Digital Operations Resilience Regulation en de Regulation of Markets in Crypto-assets). Dit pakket maatregelen ziet op de kansen en risico’s van digitalisering in de financiële
sector en de verdere ontwikkeling van het EU-betalingsverkeer. Het Digital Finance
pakket sluit daarnaast aan bij het nationale Fintech-actieplan dat ik vorig jaar,
samen met de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, heb gepubliceerd7. In dit actieplan staan een aantal acties om innovatie in de financiële sector verder
te bevorderen. Binnenkort informeer ik uw Kamer over de voortgang van het FinTech-actieplan.
De MOB-jaarrapportage beslaat nog een aantal andere onderwerpen, zoals de acceptatie
van internationale debitcards, instant payments, het «European Payments Initiative»
en IBAN-discriminatie. Zowel de MOB-jaarrapportage 2020 als de Bereikbaarheidsmonitor
2021 geven een goed beeld van de huidige stand van zaken van het betalingsverkeer
in Nederland. Als waarnemer bij het MOB blijf ik actief betrokken bij de resultaten
en de voortgang van het MOB.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën