Brief regering : Overeenkomst tot wijziging van de op 25 november 1986 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst inzake de terbeschikkingstelling en exploitatie van installaties en diensten voor het luchtverkeer door EUROCONTROL in het Luchtverkeersleidingscentrum Maastricht (Overeenkomst van Maastricht); Brussel, 17 december 2020
35 855 Overeenkomst tot wijziging van de op 25 november 1986 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst inzake de terbeschikkingstelling en exploitatie van installaties en diensten voor het luchtverkeer door EUROCONTROL in het Luchtverkeersleidingscentrum Maastricht (Overeenkomst van Maastricht); Brussel, 17 december 2020
A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op
4 juni 2021.
De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt
onderworpen kan door of namens één van de Kamers of door ten minste vijftien leden
van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven
uiterlijk op 4 juli 2021.
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juni 2021
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van
de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State gehoord, heb
ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen de op 17 december
2020 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst tot wijziging van de op 25 november
1986 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst inzake de terbeschikkingstelling en
exploitatie van installaties en diensten voor het luchtverkeer door EUROCONTROL in
het Luchtverkeersleidingscentrum Maastricht (Overeenkomst van Maastricht) (Trb. 2021, nr. 1).
Een toelichtende nota bij deze wijzigingsovereenkomst treft u eveneens hierbij aan.
De goedkeuring wordt voor het Europese deel van Nederland gevraagd.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A.M. Kaag
Toelichtende nota
1. Inleiding
Onderhavige Overeenkomst, met Bijlagen (hierna: de Wijzigingsovereenkomst) voorziet
in de wijziging van de op 25 november 1986 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst
inzake de terbeschikkingstelling en exploitatie van installaties en diensten voor
het luchtverkeer door EUROCONTROL in het Luchtverkeersleidingscentrum Maastricht,
met Bijlagen (hierna: de Overeenkomst van Maastricht). De Overeenkomst van Maastricht
is ondertekend door de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk België, het Groothertogdom
Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden (hierna: de vier Staten) en de Europese
Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart (hierna: EUROCONTROL) (Trb. 1987, nr. 18). Op diezelfde datum is eveneens te Brussel een Overeenkomst ter uitvoering van artikel
6 van de Overeenkomst van Maastricht, met Bijlage (hierna: de Uitvoeringsovereenkomst)
tot stand gekomen. Zowel de Overeenkomst van Maastricht als de Uitvoeringsovereenkomst
daarbij zijn op 19 februari 1990 in werking getreden voor het Europese deel van Nederland
(Trb. 1990, nr. 29).
EUROCONTROL werd opgericht bij het op 13 december 1960 te Brussel tot stand gekomen
Internationaal Verdrag tot samenwerking in het belang van de veiligheid van de luchtvaart
«EUROCONTROL», zoals meermalen gewijzigd (hierna: het Oprichtingsverdrag) (Trb. 1961, nr. 62). Het Oprichtingsverdrag is op 1 maart 1963 in werking getreden (Trb. 1963, nr. 57). Daarbij zijn door de inwerkingtreding op 1 januari 1986 van het op 12 februari
1981 te Brussel tot stand gekomen Protocol tot wijziging van het Oprichtingsverdrag
(Trb. 1981, nr. 182 en Trb. 1986, nr. 10) thans eenenveertig Staten Partij (hierna: de eenenveertig Staten). De tekst van
het Oprichtingsverdrag, zoals gewijzigd, zal te zijner tijd worden vervangen door
het op 27 juni 1997 te Brussel tot stand gekomen Protocol tot consolidatie van het
Oprichtingsverdrag (Trb. 1998, nr. 258).
De Overeenkomst van Maastricht bepaalt dat de vier Staten de terbeschikkingstelling
en exploitatie van installaties en diensten voor het luchtverkeer voor het en route
luchtverkeer boven vluchtniveau 245 in de Hannover UIR (Upper Information Region), de Brussel UIR (Upper Information Region) en de Amsterdam FIR (Flight Information Region) toevertrouwen aan EUROCONTROL. De precieze omvang van dit totale luchtruim en de
grenzen daarvan zijn weergegeven in Bijlage I bij de Overeenkomst van Maastricht.
De vier Staten behouden hierbij hun regelgevende bevoegdheden en verplichtingen met
betrekking tot het luchtruim boven hun respectieve grondgebieden en de aangewezen
delen op volle zee.
De uitvoering van de exploitatie van installaties en diensten voor het luchtverkeer
geschiedt door het Maastricht Upper Area Control Centre (hierna: MUAC) – dat in de Overeenkomst van Maastricht wordt aangehaald als Centrum
Maastricht – dat een integraal onderdeel van EUROCONTROL is. De Overeenkomst van Maastricht
voorziet erin dat de investerings- en exploitatiekosten voor MUAC door de vier Staten
worden gefinancierd, terwijl alle andere kosten, zoals de kosten van ondersteuning
door andere onderdelen van EUROCONTROL en de vergoeding van de nationale belasting
op pensioenen, door EUROCONTROL worden gedragen, dat wil zeggen door de eenenveertig
Staten gezamenlijk.
De Uitvoeringsovereenkomst bij de Overeenkomst van Maastricht strekt ertoe de Maastricht
Coördinaten Group (hierna: MCG) op te richten. In artikel 6 van de Overeenkomst van
Maastricht is namelijk bepaald dat de vier Staten gemeenschappelijke werkprocedures
dienen vast te stellen voor het vergemakkelijken van de besluitvorming over MUAC en
om te komen tot het in de artikelen 3 en 4 van de Overeenkomst van Maastricht gestelde
doel van compatibiliteit, raadpleging en coördinatie. In de MCG kunnen de vier Staten
gemeenschappelijk standpunten over MUAC-kwesties innemen. Aangezien de MCG door de
vier Staten is opgericht, is deze geen besluitvormend orgaan van EUROCONTROL.
De besluiten van de MCG binden dus alleen de vier Staten onderling. Alle besluitvorming
over MUAC, bijvoorbeeld over de begroting, investeringen en benoemingen, dient derhalve
door de eenenveertig Staten gezamenlijk te worden gedaan in de ingevolge artikel 1,
tweede lid, van het Oprichtingsverdrag ingestelde Permanente Commissie. Over het algemeen
hebben de gemeenschappelijke standpunten van de vier Staten via de MCG een bepalende
invloed op de besluitvorming over MUAC in de Permanente Commissie.
De afgelopen jaren is meermalen de discussie gevoerd over het aanpassen van de toewijzing
van bepaalde kosten voor MUAC aan de vier Staten gezamenlijk en het vergroten van
de autonomie en besluitvormingsbevoegdheden van de vier Staten en MUAC binnen het
juridisch kader van EUROCONTROL. Op basis hiervan hebben de eenenveertig Staten binnen
de Permanente Commissie besloten dat voortaan de vier Staten alle kosten van MUAC
zullen dragen. De kosten van MUAC drukken niet op de Rijksbegroting, maar worden via
het en route-heffingen systeem volledig op de luchtruimgebruikers verhaald ingevolge
de op 12 februari 1981 te Brussel tot stand gekomen Multilaterale Overeenkomst betreffende
en route-heffingen (Trb. 1981, nr. 181). Deze heffingen zullen hierdoor in beperkte mate stijgen. Tegelijkertijd hebben
de eenenveertig Staten binnen de Permanente Commissie besloten maximale autonomie
toe te kennen aan de vier Staten in de besluitvorming over MUAC en het vergroten van
het mandaat van de Directeur van MUAC, over bijvoorbeeld personeelsaangelegenheden
en het regelen van de ondersteunende diensten voor MUAC binnen het juridisch kader
van EUROCONTROL.
Bovenstaande beleidsvoornemens zijn vastgelegd in twee besluiten van de Permanente
Commissie van EUROCONTROL.1 Deze twee besluiten zijn aangevuld met een verklaring van de vier Staten van 19 april
2016, waarvan de inhoud is overgenomen in het enig artikel van een tijdelijke nieuwe
Bijlage IV, betreffende de geleidelijke overheveling van de vergoeding van de nationale
belasting op pensioenen en de kosten van de door EUROCONTROL aan MUAC verstrekte ondersteuning
van de eenenveertig Staten gezamenlijk naar de vier Staten. De twee besluiten zijn
echter van tijdelijke aard en vereisen dat de Overeenkomst van Maastricht wordt gewijzigd
om de afspraken in de twee besluiten en de verklaring van de vier Staten permanent
te regelen. Hiervoor is de onderhavige Wijzigingsovereenkomst opgesteld. De tekst
van de Wijzigingsovereenkomst is vastgesteld door de Permanente Commissie, waarin
de eenenveertig Staten vertegenwoordigd zijn. De Directeur-Generaal van EUROCONTROL
is gemandateerd door de Permanente Commissie om de Wijzigingsovereenkomst namens EUROCONTROL
te ondertekenen. Na ondertekening door de gevolmachtigden van de vier Staten dient
de Wijzigingsovereenkomst door de vier Staten te worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd.
EUROCONTROL wordt Partij door ondertekening van de Wijzigingsovereenkomst.
2. Reikwijdte
De Overeenkomst van Maastricht is van toepassing op het Europese deel van Nederland.
Geografisch betreft dit het luchtruim boven het grondgebied van Nederland en het aangewezen
deel op volle zee (in casu de Noordzee) waar Nederland op basis van het Regionaal Luchtvaartnavigatieplan voor
het gebied Europa van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (International Civil Aviation Organisation (ICAO)) verantwoordelijk is voor het luchtruim boven vluchtniveau 245. Dit wijzigt niet
door deze Wijzigingsovereenkomst. Het gehele luchtruim waarvoor Nederland verantwoordelijk
is, wordt – zoals in de inleiding is vermeld – aangeduid als de Amsterdam FIR.
De wijzigingen van de Overeenkomst van Maastricht implementeren op permanente basis
het binnen EUROCONTROL nieuw overeengekomen evenwicht tussen de belangen van de vier
Staten bij de Overeenkomst van Maastricht en EUROCONTROL over de kostenverdeling en
de besluitvormingsbevoegdheden van de vier Staten. Tevens worden meer bevoegdheden
toegekend aan de Directeur van MUAC, die voorheen aan de Directeur-Generaal van EUROCONTROL
toebehoorden. De reikwijdte van de besluitvorming voor de vier Staten blijft binnen
de Oprichtingsovereenkomst van EUROCONTROL beperkt tot de aangelegenheden die in beginsel
geen effect hebben op de aansprakelijkheid en financiële situatie van EUROCONTROL.
3. Een ieder verbindende bepalingen
De Wijzigingsovereenkomst betreft voor het overgrote deel verplichtingen tussen de
vier Staten en EUROCONTROL. Aan enkele bepalingen van de in Bijlage 1 van de Wijzigingsovereenkomst
opgenomen bepalingen kunnen in de zin van artikel 93 en 94 van de Grondwet, naar het
oordeel van de regering, rechten worden ontleend door of verplichtingen worden opgelegd
aan het (voormalig) personeel van MUAC. Het betreft met name artikel IX van Bijlage
1 van de Wijzigingsovereenkomst dat in artikel 8 de bepalingen inzake personeel van
EUROCONTROL van toepassing verklaart op in MUAC te werk gesteld personeel. De artikelen
XXI en XXII van Bijlage 1 van de Wijzigingsovereenkomst – die betrekking hebben op
de artikelen 5 (voorheen artikel 8 van Bijlage III van de Overeenkomst van Maastricht)
en 6 (voorheen artikel 9 van Bijlage III van de Overeenkomst van Maastricht) van Bijlage
III (Financieel Protocol) van de Overeenkomst van Maastricht – zien op kredieten ter
zake van de dekking van personeelskosten (artikel 5) en op de inhoud van in een bepaald
jaar opgebouwde pensioenrechten waar het personeel recht op heeft (artikel 6). Voorts
bepaalt artikel IV, tweede lid, van Bijlage 1 van de Wijzigingsovereenkomst dat de
Directeur van MUAC in artikel 4, tweede lid, van de Overeenkomst van Maastricht bepaalde
verplichtingen opgelegd krijgt met betrekking tot de omgang met het personeel.
4. Artikelsgewijze toelichting
De Wijzigingsovereenkomst
De Wijzigingsovereenkomst bevat 4 artikelen en Bijlagen 1 en 2. Bijlage 1 van de Wijzigingsovereenkomst
omvat de wijzigingen – in de artikelen I tot en met XXVI die hieronder zullen worden
toegelicht – in de Overeenkomst van Maastricht en in de Bijlagen daarbij. Bijlage
2 bevat de geconsolideerde tekst van de Overeenkomst van Maastricht en de Bijlagen
I tot en met IV daarbij, zoals die zullen luiden nadat de desbetreffende wijzigingen
in werking zijn getreden.
Artikel 3 van de Wijzigingsovereenkomst bepaalt dat deze in werking zal treden op
de eerste dag van de tweede maand na nederlegging van de akte van bekrachtiging, aanvaarding
of goedkeuring door de laatste van de vier Staten.
Artikel 4 van de Wijzigingsovereenkomst bepaalt dat de Wijzigingsovereenkomst uiterlijk
31 december 2021 in werking treedt.
Toelichting op de artikelen I tot en met XXVI vastgelegd in Bijlage 1 van de Wijzigingsovereenkomst
In artikel I van Bijlage 1 van de Wijzigingsovereenkomst wordt een aantal overwegingen
aan de preambule tot de Overeenkomst van Maastricht toegevoegd die een nadere toelichting
geven op de achtergrond van de wijzigingen en de desbetreffende besluiten van de Permanente
Commissie – aangehaald als de Commissie – van EUROCONTROL.
Artikel II van Bijlage 1 van de Wijzigingsovereenkomst wijzigt het tweede lid van
artikel 2 van de Overeenkomst van Maastricht. Er wordt een rechtsgrondslag gecreëerd
voor de vier Staten om van de mogelijkheid gebruik te maken om een onderneming (voor
MUAC, of voor de door MUAC te verlenen luchtvaartnavigatiediensten) op te richten,
hetgeen een besluit vereist van de Permanente Commissie EUROCONTROL. Hierop aansluitend
wordt in artikel VIII van Bijlage 1 van de Wijzigingsovereenkomst bepaald dat het
eigendom van gebouwen, de uitrusting en de installaties van MUAC aan een onderneming
kunnen worden overgedragen. Hiertoe wordt in de tekst van artikel 7 van de Overeenkomst
van Maastricht een nieuw tweede lid ingevoegd en wordt het bestaande tweede lid aangepast
en vernummerd tot het derde lid van artikel 7. De eerdere bepaling met de verplichting
van de vier Staten om installaties, apparatuur en lucht/grond-, alsmede grond/grond-verbindingsmiddelen
aan EUROCONTROL ter beschikking te stellen, wordt verplaatst van artikel 2 van de
Overeenkomst van Maastricht naar Bijlage II van de Overeenkomst van Maastricht. Hierdoor
kan een vereenvoudigde procedure worden gebruikt om deze faciliteiten te wijzigen.
Artikel III van Bijlage 1 van de Wijzigingsovereenkomst wijzigt artikel 3 van de Overeenkomst
van Maastricht. In het artikel krijgt de Directeur van MUAC een grotere onafhankelijkheid
om voor MUAC operationele en technische maatregelen te nemen. Wel blijft de algemene
verplichting van EUROCONTROL gehandhaafd om de nodige middelen vast te stellen om
haar verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst van Maastricht na te komen en haar
taken uit te voeren, omdat MUAC een integraal onderdeel van EUROCONTROL blijft. EUROCONTROL
garandeert dat de diensten die MUAC verleent een zo groot mogelijke compatibiliteit
hebben tussen de diensten door enerzijds MUAC en anderzijds de nationale luchtverkeersleidingsorganisaties
van de vier Staten.
Artikel IV van Bijlage 1 van de Wijzigingsovereenkomst vervangt artikel 4 van de Overeenkomst
van Maastricht. In dit artikel wordt geregeld dat de eindverantwoordelijkheid voor
het functioneren, opereren en bereiken van de doelstellingen van MUAC zal verschuiven
van de Directeur-Generaal van EUROCONTROL naar de Directeur van MUAC. De Directeur
van MUAC krijgt hiervoor bevoegdheden van operationele, technische, financiële of
budgettaire aard die eerder aan de Directeur-Generaal waren opgedragen. De Directeur
van MUAC krijgt de bevoegdheid om met de sociale partners te onderhandelen over de
toekomstige aparte arbeidsvoorwaarden voor het MUAC-personeel. De Directeur van MUAC
krijgt ook het mandaat om zelfstandig de ondersteunende diensten te regelen die nodig
zijn voor MUAC en is niet meer verplicht om deze ondersteunende diensten te betrekken
bij andere onderdelen van EUROCONTROL.
Artikel V van Bijlage 1 van de Wijzigingsovereenkomst voegt de tekst van een nieuw
artikel 5 toe aan de Overeenkomst van Maastricht. In het nieuwe artikel 5 wordt een
besluitvormend orgaan (Maastricht Besluitvormingsorgaan, hierna: MDMB) bestaande uit
de vier Staten ingesteld om de besluiten te nemen over MUAC die aan de staten zijn
voorbehouden. De MDMB zal de MCG opvolgen die geen besluitvormende bevoegdheden had.
De besluiten worden met eenparigheid van stemmen aangenomen en zijn bindend voor de
vier Staten. De werking van de MDMB zal worden gespecifieerd in het reglement van
orde dat de interne procedureregels bevat.
Het huidige artikel 5 van de Overeenkomst van Maastricht wordt vernummerd tot artikel
6 en de tekst daarvan wordt vervangen door de tekst van artikel VI van Bijlage 1 van
de Wijzigingsovereenkomst die bepaalt dat de beslissingsbevoegdheid van de vier Staten
over MUAC via de MDMB wordt uitgeoefend. In concreto betreft dit het jaarlijkse werkprogramma, de meerjarige investeringen en de werkprogramma's,
de begroting, het activiteitenverslag, de algemene richtlijnen, de uitoefening van
toezicht en het verlenen van kwijting van de begroting. Voor overige onderwerpen,
zoals de goedkeuring van de algemene arbeidsvoorwaarden, is besluitvorming door de
Permanente Commissie nog steeds van toepassing. De vier Staten blijven verantwoordelijk
voor de financiële consequenties in het eventuele geval dat besluiten van de MDMB
gevolgen hebben voor het niet-MUAC deel van de EUROCONTROL-begroting en daarmee voor
alle eenenveertig Staten.
In artikel IX van Bijlage 1 van de Wijzigingsovereenkomst wordt de tekst van artikel
8 van de Overeenkomst van Maastricht vervangen. In dit artikel is geregeld dat alle
kosten voor MUAC zullen worden gedragen door de vier Staten in plaats van alleen de
exploitatiekosten zoals dat oorspronkelijk in de Overeenkomst van Maastricht was geregeld.
Dit is behoudens de pensioenkosten voor MUAC-personeel die betrekking hebben op de
jaren vóór 2005. Daarnaast wordt vastgelegd dat de kosten van activiteiten en deskundigheid
die door MUAC ten gunste van EUROCONTROL worden verstrekt, ten laste komen van de
algemene EUROCONTROL-begroting.
Artikel X van Bijlage 1 van de Wijzigingsovereenkomst vervangt de tekst van artikel
10 van de Overeenkomst van Maastricht. In dit artikel is een bepaling opgenomen over
de mogelijkheid om bijstand te verlenen aan de nationale luchtverkeersleidingsorganisaties
van de vier Staten in gevallen van verstoring van de levering van luchtverkeersdiensten
(contingency) en de procedures om hierover afspraken te maken, inclusief de rapportage aan alle
betrokkenen.
In artikel XI van Bijlage 1 van de Wijzigingsovereenkomst wordt de tekst van de leden
1 tot en met 3 van artikel 11 van de Overeenkomst van Maastricht vervangen. Het artikel
bevat de aangepaste bepalingen over de financiële verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid
die voortvloeien uit de veranderingen in de bevoegdheden van de vier Staten. EUROCONTROL
blijft verantwoordelijk voor schade die optreedt als gevolg van de taakuitvoering
onder de (gewijzigde) Overeenkomst van Maastricht behoudens als de oorzaak van de
schade ligt in de uitoefening van de beslissingsbevoegdheden van de vier Staten in
de MDMB of van de Directeur van MUACals eindverantwoordelijke voor het functioneren,
opereren en bereiken van de doelstellingen van MUAC zoals voorzien in artikel IV van
Bijlage 1 van de Wijzigingsovereenkomst.
Artikel XII van Bijlage 1 van de Wijzigingsovereenkomst vervangt de tekst van artikel
12 van de Overeenkomst van Maastricht. Het artikel geeft nadere verduidelijking over
de hiërarchie tussen de hoofdtekst van de (gewijzigde) Overeenkomst van Maastricht
en de Bijlagen daarbij. De mogelijkheid wordt geïntroduceerd om de Bijlagen, uitgezonderd
de nieuwe Bijlage IV, te wijzigen door briefwisseling tussen de vier Staten en de
Directeur-Generaal van EUROCONTROL. Hierdoor is voor het wijzigen van de Bijlagen,
uitgezonderd de nieuwe Bijlage IV, geen unaniem besluit van de Permanente Commissie
meer vereist. Briefwisselingen tot wijziging van Bijlagen I en II zijn aan te merken
als verdragswijzigingen van uitvoerende aard, die op grond van artikel 7, onderdeel
f, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen geen parlementaire goedkeuring
behoeven, tenzij de Staten-Generaal zich het recht tot goedkeuring thans voorbehouden.
De in briefwisselingen vastgelegde wijzigingen van Bijlage III bij de Overeenkomst
van Maastricht behoeven wel parlementaire goedkeuring.2
In artikel XIII van Bijlage 1 van de Wijzigingsovereenkomstwordt het derde lid van
artikel 14 van de Overeenkomst van Maastricht vervangen. De bepaling die verwijst
naar een overgangsperiode voor de inwerkingtreding van de Overeenkomst van Maastricht
wordt geschrapt omdat deze achterhaald is.
De artikelen XIV tot en met XXIV van Bijlage 1 van de Wijzigingsovereenkomst betreffen
aanpassingen in Bijlagen II en III van de (gewijzigde) Overeenkomst van Maastricht
die voortvloeien uit de wijzigingen van de hoofdtekst van de Overeenkomst van Maastricht
of daar waar de oorspronkelijke tekst is achterhaald. In de meeste artikelen betreffen
dit verwijderingen, verplaatsingen en/of vernummering van de oorspronkelijke tekst
van deze Bijlagen.
Met artikel XXV van Bijlage 1 van de Wijzigingsovereenkomst wordt een artikel aan
de Bijlage III van de (gewijzigde) Overeenkomst van Maastricht toegevoegd. De bepalingen
in dit artikel waren eerder onderdeel van de hoofdtekst van de Overeenkomst van Maastricht.
Hierin is opgenomen dat de vier Staten de kosten van MUAC vergoeden volgens een verdeelsleutel
gebaseerd op het aantal luchtverkeersleiders dat werkzaam is in de respectieve verkeersleidingsectoren
van de vier Staten, waarbij België en Luxemburg als één sector worden beschouwd. De
MDMB stelt de verdeelsleutel jaarlijks vast op basis van de situatie op 1 januari
van het desbetreffende begrotingsjaar.
In artikel XXVI van Bijlage 1 van de Wijzigingsovereenkomst wordt een nieuwe tijdelijke
Bijlage IV toegevoegd aan de (gewijzigde) Overeenkomst van Maastricht. Deze Bijlage
legt de stapsgewijze overname door de 4 Staten vast van alle kosten voor de compensatie
voor de nationale belasting op pensioenen en de kosten van ondersteunende diensten
die door andere EUROCONTROL-onderdelen aan MUAC worden verleend.
5. Koninkrijkspositie
Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden zal de Wijzigingsovereenkomst, evenals
de Overeenkomst van Maastricht, gelden voor het Europese deel van Nederland. Derhalve
wordt goedkeuring gevraagd voor het Europese deel van Nederland.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
De Staatssecretaris van Defensie,
B. Visser
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.