Brief regering : Besluitvorming Rijksministerraad 28 mei 2021 inzake vijfde tranche liquiditeitssteun 2021 Sint Maarten
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 275 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 mei 2021
Zoals reeds bekend bij uw Kamer ontvangen de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten
sinds begin 2020 liquiditeitssteun om de gevolgen van de COVID-19 pandemie op te vangen.
Als voorwaarde voor het ontvangen van de noodzakelijke liquiditeitssteun dienen de
landen hervormingen door te voeren met het doel de financiële, economische, institutionele
en maatschappelijke weerbaarheid te versterken. Deze hervormingen zijn opgenomen in
de landspakketten.
Op 28 mei 2021 heeft de Rijksministerraad opnieuw gesproken over de vijfde tranche
liquiditeitssteun aan Sint Maarten. Besluitvorming over deze tranche stond aanvankelijk
geagendeerd voor de Rijksministerraad van 26 maart jl. maar is destijds aangehouden,
vanwege twijfels of de Staten van Sint Maarten het voorstel van Rijkswet COHO en het
daarmee samenhangende landspakket wel steunde. Ik verwijs voor een uitgebreide toelichting
naar mijn brief aan uw Kamer van 26 maart jl.1
Nadat de Staten van Sint Maarten opnieuw steun hebben betuigd voor het landspakket
en het traject richting de totstandkoming van de Rijkswet COHO, heeft de Rijksministerraad
vervolgens op 23 april jl. ingestemd met het verstrekken van de vijfde tranche liquiditeitssteun
van ANG 39 miljoen.2 Zeer zorgwekkende ontwikkelingen inzake de corporate governance van Princess Juliana
International Airport (PJIA) hebben mij ertoe bewogen om de Rijksministerraad voor
te stellen het op 23 april jl. genomen besluit inzake de verstrekking van de vijfde
tranche liquiditeitssteun te wijzigen.
Princess Juliana International Airport
De luchthaventerminal op Sint Maarten is in september 2017 ernstig beschadigd door
orkaan Irma. Het herstel van de luchthaven is cruciaal voor de economische levensvatbaarheid
van het land, dat zeer afhankelijk is van toerisme. Conform het uitgangspunt Building Back Better is niet alleen het fysieke herstel van groot belang, maar gaat het ook om verbetering
van goed bestuur op de luchthaven. Goed bestuur is namelijk één van de drie Nederlandse
prioriteiten voor de wederopbouw, naast het afvalproject en het herstel van de luchthaven
zelf. Het maakt om die reden ook deel uit van het landspakket.
Juist op het vlak van goed bestuur gaat het nu mis. Keer op keer worden de kaders
van goed bestuur door de luchthaven overschreden en wordt door verschillende bestuurders
van de luchthaven niet volgens de beginselen van goed bestuur gehandeld. Deze manier
van handelen heeft bovendien steeds grotere negatieve gevolgen voor de uitvoerbaarheid
van het herstelproject en voor het realiseren van goed bestuur. Voor een uitgebreide
analyse van de problemen rondom de luchthaven verwijs ik naar mijn brief van 26 mei
jl.3
Herhaaldelijk kenbaar gemaakte waarschuwingen vanuit de Wereldbank, de speciaal vertegenwoordiger
van Nederland inzake de wederopbouw, de Royal Schiphol Group (RSG) en mijzelf hebben
niet geresulteerd in corrigerende acties vanuit het land Sint Maarten als aandeelhouder
van de luchthaven. De RSG, die in de afgelopen jaren een essentiële rol heeft gespeeld
in zowel het herstelproject als bij het borgen van goed bestuur, heeft laten weten
zich terug te trekken uit het project als de problemen niet worden opgelost. De regering
van Sint Maarten en RSG zijn nu in gesprek over de stappen die Sint Maarten zet om
goed bestuur te herstellen en overtredingen uit het verleden aan te pakken.
De Minister-President van Sint Maarten erkende tijdens mijn bezoek aan Sint Maarten
op 19 en 20 mei jl. dat de hands off benadering die de regering als aandeelhouder van de luchthaven tot recent voerde
heeft geleid tot ernstige problemen met betrekking tot goed bestuur. Samen met Minister
van Financiën Irion bevestigde zij verder de noodzaak te zien van de inzet van RSG
gedurende het herstelproject. Zij hebben toegelicht welke stappen zijn en zullen worden
gezet om goed bestuur op de luchthaven te herstellen. Ik constateer dat er serieuze
acties lijken te worden genomen, maar gelet op het herhaaldelijk beschadigd vertrouwen
zijn het nu de daden die tellen.
Op 28 mei 2021 heeft de Minister-President van Sint Maarten mij in een persoonlijk
gesprek en vervolgens de Rijksministerraad geïnformeerd over de huidige stand van
zaken. Ik heb uitgesproken dat de regering van Sint Maarten nu daadwerkelijk de eerste
stappen heeft gezet die bijdragen aan herstel van goed bestuur op de luchthaven. Het
gaat echter om de implementatie. Op basis van de huidige stand van zaken kan op dit
moment niet worden overgegaan tot uitkering van de vijfde tranche liquiditeitssteun.
Hierbij weeg ik ook het oordeel van RSG mee die positief staat ten opzichte van de
ontwikkelingen, maar implementatie afwacht alvorens de samenwerking te willen continueren.
De Minister-President verwacht op korte termijn het herstel van goed bestuur in voldoende
mate te kunnen realiseren. Wij blijven hierover met elkaar in gesprek. Verder hebben
wij gesproken over onze samenwerking en de noodzaak samen te werken aan herstel van
het vertrouwen.
Besluitvorming Rijksministerraad
De Rijksministerraad heeft daarom besloten om het besluit van 23 april 2021 te wijzigen
en pas over te gaan tot het verstrekken van de vijfde tranche liquiditeitssteun van
ANG 39 miljoen nadat de regering van Sint Maarten ook voldoende doortastend heeft
opgetreden om de problemen op de luchthaven structureel te herstellen en de succesvolle
voortgang van het project tot herstel van de luchthaventerminal veilig te stellen.
De Rijksministerraad heeft mij gemachtigd om in overleg met de Minister-President
en de Minister van Financiën te beoordelen of Sint Maarten voldoende doortastend heeft
opgetreden en zo ja, op dat moment alsnog over te gaan tot het verstrekken van de
liquiditeitssteun. Voordat ik eventueel over ga tot het verstrekken liquiditeitssteun
zal ik uw Kamer hierover informeren. Ook zal de lening daarna zo snel mogelijk in
de begroting van Koninkrijksrelaties worden verwerkt.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties