Brief regering : Defensie Duurzaam Digitaal
31 125 Defensie Industrie Strategie
Nr. 118 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 mei 2021
Bij brief van 11 september 2020 (Kamerstuk 31 125, nr. 114) informeerde ik uw Kamer dat de financiële exploitatie en investeringen op het gebied
                  van IT bij Defensie onder druk staan en dat er sprake is van personeelsschaarste.1 Hierbij heb ik toegezegd op deze gebieden verder onderzoek te doen naar de huidige
                  situatie en oplossingsrichtingen, analoog aan de aanpak van het Strategisch Vastgoedplan
                  (Kamerstuk 31 125, nr. 114). De onderzoeken naar exploitatie en personeel zijn extern uitgevoerd. Het onderzoek
                  naar investeringen is tot stand gekomen met externe ondersteuning.
               
Het betreft in totaal vier onderzoeken:
• «Duurzaam Vooruit. Onderzoek naar de IT-exploitatiekosten van het Ministerie van Defensie»
                        (uitgevoerd door QA Consulting);
                     
• «Scenario’s en ontwikkelpaden IT-investeringen van Defensie» (tot stand gekomen met
                        externe ondersteuning van QA Consulting);
                     
• «Strategisch Personeelsplan Defensie» (uitgevoerd door Capgemini);
• «Herijking Strategische Personeelsplanning JIVC» (uitgevoerd door Deloitte).
De bevindingen uit de onderzoeken zijn verwerkt tot het integrale rapport Defensie
                  Duurzaam Digitaal2. In dit rapport zijn de geconstateerde bevindingen en aanbevelingen van de vier onderzoeken
                  integraal opgenomen. Met deze brief geef ik, mede namens de Minister, een korte samenvatting
                  van de bevindingen en doe ik uw Kamer het integrale rapport inclusief de onderzoeken
                  als bijlagen toekomen3.
               
Het integrale rapport laat zien dat op het gebied van IT een toenemende discrepantie
                  bestaat tussen het beroep op de inzet, noodzakelijke vernieuwing en ambitie van Defensie
                  enerzijds en de benodigde mensen en middelen anderzijds. Hierbij zijn in de onderzoeken,
                  naast de huidige situatie binnen het IT-domein, ook ambities uit de Defensievisie
                  2035 als uitgangspunten meegenomen, tot zover deze nu gekwalificeerd en gekwantificeerd
                  konden worden. De conclusies en aanbevelingen van de onderzoeken moeten mede in dit
                  licht gezien worden. Dit betekent evenwel dat u in het integrale rapport Defensie
                  Duurzaam Digitaal bevindingen zult aantreffen die Defensie verder moet uitwerken of
                  niet nu kan doorvoeren. Dit laatste punt vereist immers integrale besluitvorming,
                  inclusief financiering, die pas mogelijk is wanneer een nieuw kabinet aantreedt.
               
De onderzoeken in het integrale rapport schetsen een algemeen beeld van de huidige
                  en (verwachte) toekomstige situatie van IT bij Defensie, maar het betreft ook een
                  momentopname. Ontwikkelingen binnen de IT-wereld gaan namelijk razendsnel. Defensie
                  anticipeert hier zo goed mogelijk op middels ramingen en schattingen, maar tegelijkertijd
                  is het een feit dat we niet alles (kunnen) weten. Tot 2025 heeft Defensie, mede dankzij
                  de onderzoeken, een scherp beeld kunnen opbouwen. De periode 2025–2035, daar waar
                  het bijvoorbeeld investeringen en exploitatie betreft, behoeft nadere en blijvende
                  aandacht. Het beeld dat met de onderzoeken is opgebouwd zal daarom naar de toekomst
                  toe en in aanloop naar integrale besluitvorming, verder geverifieerd, verfijnd en
                  uitgewerkt moeten worden.
               
Bevindingen
Trends en ontwikkelingen
Waar de maatschappij steeds digitaler wordt, geldt dit tevens voor Defensie. IT wordt
                  belangrijker en reikt tot in de haarvaten van de organisatie. IT is ondersteunend
                  aan alle hoofdwapensystemen en wordt zelf ook gezien als wapensysteem. Defensie zet
                  met het programma Grensverleggende IT (GrIT) de eerste randvoorwaardelijke stap naar
                  een robuuste IT-infrastructuur en met het programma FOXTROT naar verbeterde connectiviteit
                  in het mobiel-tactische domein.
               
Daarnaast treden wapensystemen in toenemende mate toe tot de digitale wereld. Vaak
                  vergt dit extra IT-capaciteit in de vorm van mensen en middelen. Moderne wapensystemen
                  vragen onder meer om moderne dataplatformen en goede cyber- en analyse-instrumenten
                  voor een effectieve operationele inzet, gebruik en bescherming van deze systemen.
               
Een voorbeeld is de F-35 die grote hoeveelheden data genereert en op basis van uit
                  data verkregen informatie operationeel wordt ingezet. Op dit punt valt tevens te denken
                  aan het Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS), dat operationele IT terugbrengt
                  tot het niveau van de individuele militair.
               
In de onderzoeken is een breder beeld opgebouwd van trends en ontwikkelingen. Hierin
                  is de (arbeids)markt meegenomen. Het rapport Defensie Duurzaam Digitaal vat dit samen.4 Het beeld is als volgt op hoofdlijnen:
               
• Er is een toename van nieuwe en complexe dreigingen die zorgt voor een toenemende
                        kwetsbaarheid van de IT binnen Defensie;
                     
• Er is een toename van data die verzameld, verwerkt, geanalyseerd, toegepast en gedeeld
                        moet worden;
                     
• Er is een groeiend aantal nieuwe technologieën voor zowel operationele inzet als bedrijfsvoering,
                        zoals bijvoorbeeld Internet of Things, Robotic Process Automation (RPA), kwantum- en nanotechnologie;
                     
• Er is een toename van gebruik en kosten van IT, dat een belangrijk en integraal onderdeel
                        vormt van het operationeel optreden en het materieel van Defensie;
                     
• Er is een vager wordend onderscheid tussen specifieke (operationele) en generieke
                        (bedrijfsvoering) IT;
                     
• Er is een hoge mate van concurrentie op de arbeidsmarkt, waarbinnen Defensie een aantrekkelijke
                        werkgever dient te zijn en blijven;
                     
• Er is een hogere noodzaak tot samenwerking met de markt, andere departementen en buitenlandse
                        defensieorganisaties. Hiervoor moet IT ook interoperabel zijn.
                     
Tegen deze achtergrond presenteren de onderzoeken bevindingen die ik hieronder op
                  hoofdlijnen en per deelonderwerp beschrijf, zoals deze zijn samengevat in het rapport
                  Defensie Duurzaam Digitaal.5
1. Exploitatie
De financiële IT-exploitatie op de begroting staat onder druk. Over de periode 2015–2019
                  is een groot verschil geconstateerd tussen de begrote en gerealiseerde uitgaven voor
                  exploitatie: van circa € 20 miljoen in 2015 naar circa € 65 miljoen in 2019. Dit kan
                  verklaard worden, doordat zowel de omvang en het belang van IT als de prijzen in de
                  markt ervan zijn toegenomen. Daarbij werd verwacht dat investeringen zouden leiden
                  tot een lagere exploitatie. Dit klopt, maar tegelijkertijd zijn de omvang en het belang
                  van IT in een hoger tempo gegroeid dan de winst die met efficiencyslagen is gehaald.
                  Zonder ingrijpen, dat betekent ofwel een verhoging van financiële middelen ofwel het
                  naar beneden bijstellen van ambities, zal de mismatch oplopen tot bijna € 200 miljoen
                  euro per jaar in 2025. De verschillen zijn in het verleden incidenteel opgelost door
                  compensatie uit onderrealisatie van andere exploitatiebudgetten en vanuit de investeringsband.
                  Een structurele oplossing is echter nodig.
               
Verder laat het rapport zien dat de samenhang tussen het inzicht in en de sturing
                  op IT-uitgaven verbeterd kan worden. Er bestaan drie verschillende en in zekere mate
                  gescheiden besturingslijnen voor de IT-uitgaven:
               
a) Materiële exploitatie;
b) Personele exploitatie;
c) Investeringen.
Dit zijn vaak communicerende vaten. De meeste investeringen leiden namelijk tot een
                  toename van de personele en materiële exploitatie. Een integraal beeld is er onvoldoende,
                  mede omdat er vanuit het verleden sprake is van versnippering van verantwoordelijkheden
                  binnen het IT-domein van de defensieorganisatie. Het blijkt daarom complex om, over
                  de gehele breedte van IT bij Defensie, tekorten integraal te kunnen waarnemen en daar
                  op te sturen.
               
2. Investeringen
In de periode 2021–2025 is het totale investeringsbudget voor IT circa € 1,9 miljard,
                  terwijl de totale behoefte circa € 6,8 miljard bedraagt. Dit betreft deels nog een
                  schatting en laat zich op dit moment slecht concretiseren, omdat in dit bedrag de
                  wensen en ambities uit de Defensievisie 2035 (Kamerstuk 24 919, nr. 71) zijn meegerekend voor de periode tot 2025. Niet alle geambieerde IT-investeringsprojecten
                  kunnen momenteel financieel gedekt worden. Bij gelijkblijvend financieel budget zal
                  het noodzakelijk zijn keuzes te maken.
               
In totaal is voor € 31,7 miljard aan IT-projecten en exploitatie geïdentificeerd voor
                  de periode 2021–2036, met de notie dat dit een momentopname is. Dit bedrag bestaat
                  uit zowel eenmalige investeringen als uit exploitatiegelden. Deze cijfers hebben een
                  bepaalde mate van onzekerheid in zich, omdat de ambitie die voortkomt uit de Defensievisie
                  zich binnen het IT-domein moeilijk laat vangen in toekomstige behoeften. Het is onmogelijk
                  om voor IT concreet vijftien jaar vooruit te kijken. De cijfers voor de IT-investeringen
                  zijn daarmee tot 2025 goed in te schatten. Daarna neemt de onzekerheid sterk toe.
               
De totale financiële omvang van de gewenste investeringen binnen het IT-domein is
                  dus nog niet volledig in beeld. De indicatie die voortkomt uit het onderzoek over
                  investeringen zal de komende periode verder uitgewerkt moeten worden en naar de toekomst
                  moeten we dit blijven doen. De conclusie is echter duidelijk: er is op dit moment
                  een gat tussen de behoeften en ambities en de beschikbare investeringsruimte, en zonder
                  extra investeringsruimte in IT is tot 2025 nauwelijks ruimte voor doorontwikkeling
                  van IT. Indien geen extra financiële middelen beschikbaar komen zal Defensie keuzes
                  moeten maken binnen de algehele investeringsruimte (inclusief materieel en vastgoed).
               
Tevens laat het rapport zien dat het hier niet alleen een financiële mismatch betreft.
                  Ook wanneer op financieel vlak in alle behoeften voorzien zou kunnen worden overstijgen
                  de behoeften het realisatie- en absorptievermogen van Defensie. Hiermee worden respectievelijk
                  bedoeld de personele migratie- en implementatiecapaciteit binnen de organisatie en
                  de mate waarin Defensie in staat is extra IT-investeringen in het IT-portfolio te
                  realiseren. Dit betekent concreet dat het verwerken van investeringen en het opnemen
                  van het personeel niet met één grote klap te realiseren is. Het versterken van het
                  absorptievermogen vraagt om een juiste allocatiebalans tussen mensen, middelen en
                  besturing en zal stapsgewijs moeten gebeuren.
               
3. Personeel
De personele vulling van de IT-organisatie staat onder druk: er zijn grote kwalitatieve
                  en kwantitatieve tekorten om de ambities te realiseren. Defensiebreed (exclusief JIVC)
                  bestaat voor 2024 een gewenste behoefte van ongeveer 1000 extra VTE in het personeelsbestand.
                  Dit is gebaseerd op de behoefte die Defensieonderdelen zelf kenbaar hebben gemaakt.
                  Een deel van deze behoefte bestaat uit de nog nader uit te werken wensen en ambities
                  uit de Defensievisie 2035. Voor JIVC wordt geschat dat in 2023 een extra gewenste
                  behoefte van bijna 900 VTE bestaat. Vooral de behoefte aan IT-capaciteit voor bedrijfsvoering,
                  data (science) en cyber is groot.
               
Deze behoefte is op korte termijn niet in te vullen. De door Defensie gewenste extra
                  profielen zijn schaars op de arbeidsmarkt, omdat de vraag naar IT-professionals in
                  de markt sneller toeneemt dan het aanbod. Hierdoor is er sprake is van krapte op de
                  arbeidsmarkt. Het werven, opnemen en inwerken van medewerkers kost tevens tijd. Pas
                  na het volledig inwerken van nieuw personeel kunnen zij bijdragen aan de instandhouding
                  en vernieuwing van de IT van Defensie. Het rapport Defensie Duurzaam Digitaal stelt
                  dat een toename van personeel met 2–5% per jaar realistisch is. Dit betekent een maximaal
                  haalbare uitbreiding van het IT-personeel van circa 90 VTE per jaar bij de defensieonderdelen
                  en circa 100 VTE per jaar bij JIVC. De vraag naar mensen en middelen zal daarom geleidelijk
                  en stapsgewijs opgelost moeten worden.
               
4. Organisatie en lange termijn
De investeringen in IT zijn de afgelopen jaren gestegen van gemiddeld € 100 miljoen
                  in 2015 naar circa € 300 miljoen in 2020. Voor de komende vijftien jaar is de investeringsruimte
                  circa € 350 miljoen per jaar. In de onderzoeken wordt geconcludeerd dat, vooral voor
                  de langere termijn (2025–2035), de indicatie is dat de behoeften en ambities verder
                  zullen toenemen. De grote veranderingen komen voor een belangrijk deel voort uit de
                  defensieambities. Zoals ook hierboven gesteld hebben deze cijfers een bepaalde mate
                  van onzekerheid in zich. Hierbij zijn het absorptie- en realisatievermogen van de
                  defensieorganisatie en krapte op de arbeidsmarkt op dit moment beperkende factoren
                  voor het invullen van de ambities zoals bijvoorbeeld gesteld in de Defensievisie 2035.
               
Voorts moet voor IT sprake kunnen zijn van meer kort-cyclische bedrijfsvoering en
                  verwerving. Daarnaast moet Defensie streven naar meer en betere samenwerking met de
                  markt, wendbaarheid en het verhogen van snelheid in processen.
               
Oplossingsrichtingen en maatregelen
Het rapport Defensie Duurzaam Digitaal beveelt aan eerst de basis op orde te maken
                  en de juiste randvoorwaarden in te richten, om van daaruit verder te bezien hoe om
                  te gaan met de discrepantie tussen ambitie en budget. Defensie kan echter niet vooruitlopen
                  op (financiële) integrale besluiten die volgende kabinetten zullen moeten nemen. Wel
                  voert Defensie de aspecten van de «no-regret maatregelen» al uit die zowel nu als in de toekomst geen financiële consequenties
                  hebben.6 Bij de uitvoering hiervan zal Defensie onder meer:
               
• de sturing op IT verbeteren door het opstellen van een producten- en dienstencatalogus
                        waarin kosten, kwaliteitseisen en levering van IT-diensten staan benoemd;
                     
• oordelen gaan uitvoeren op wapensysteemgerelateerde projecten door de Chief Information
                        Officer (CIO);
                     
• zowel huidig IT personeel als non-IT personeel om- en bijscholen voor zover dat kan.
                        Dit gebeurt al concreet in het «Future Fit» programma van het JIVC;
                     
• zorgen voor meer bewustwording en kennisopbouw bij het non-IT leiderschap via masterclasses
                        op de gebieden data en cyber;
                     
• streven naar een kort-cyclischer en flexibeler portfoliomanagement door mandatering
                        lager in de uitvoering te beleggen.
                     
Een andere stap zijn routekaarten voor informatiegestuurd optreden en data (IGO/data)
                  en voor cyber die ik dit jaar laat opstellen. In deze routekaarten wordt onder meer
                  aandacht besteed aan benodigde personele capaciteit en expertise, investeringen en
                  innovatieve manieren van samenwerking, zowel intern als met marktpartijen, die in
                  de toekomst benodigd kunnen zijn.
               
Qua governance wordt op bovenstaande maatregelen en stappen integraal toegezien door de zogeheten
                  Stuurgroep Digitale Transformatie. Dit is op het hoogste niveau het overleg waarin
                  alle stakeholders, inclusief de defensieonderdelen, zijn vertegenwoordigd. Ik heb
                  u hierover geïnformeerd bij brief van 2 november jl. (Kamerstuk 31 125, Nr. 115).
               
Tot slot, uw Kamer wordt via de begrotings- en verantwoordingscyclus geïnformeerd
                  over de voortgang op dit dossier.
               
De Staatssecretaris van Defensie, B. Visser
Indieners
- 
              
                  Indiener
B. Visser, staatssecretaris van Defensie