Brief regering : Rapport aan van de werkgroep Herziening provinciaal belastinggebied
35 570 C Vaststelling van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2021
Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 mei 2021
Hierbij bied ik u, mede namens de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en
Belastingdienst, het rapport aan van de werkgroep Herziening provinciaal belastinggebied1.
Tot de verkenning van alternatieven voor een toekomstig provinciaal belastinggebied
is besloten naar aanleiding van het Klimaatakkoord van 28 juni 2019 (Kamerstuk 32 813, nr. 342). Als uitwerking hiervan wordt momenteel door de Ministeries van Financiën en van
Infrastructuur en Waterstaat onderzoek gedaan naar verschillende mogelijke varianten
van Betalen naar Gebruik (BnG) van infrastructuur, ook wel aangeduid als een kilometerheffing.
Daarmee zou de motorrijtuigenbelasting, die tevens de grondslag vormt voor de provinciale
opcenten, op termijn (naar verwachting pas na 2025) geheel of gedeeltelijk kunnen
komen te vervallen. Het rapport is eerder bij uw Kamer aangekondigd per brief van
7 december 2020 (Kamerstuk 35 570 B, nr. 13).
Het rapport is opgesteld door een ambtelijke werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers
van het Interprovinciaal Overleg (IPO), het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
en het Ministerie van Financiën. Tevens is expertise ingebracht door de Raad voor
het Openbaar Bestuur (ROB), het Erasmus Studiecentrum voor Belastingen van Lokale
overheden (ESBL), het Centrum voor Onderzoek van de Economie van Lagere Overheden
(COELO), het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Landelijke Vereniging
Lokale Belastingen (LVLB).
Totdat BnG mogelijk wordt ingevoerd blijft het huidige provinciaal belastinggebied
dat voornamelijk bestaat uit de opcenten op de motorrijtuigenbelasting intact. Het
rapport benoemt daarom allereerst enkele aandachtspunten die binnen het huidige provinciaal
belastinggebied geadresseerd zouden moeten worden als BnG pas op termijn – of niet
– wordt ingevoerd.
Daarnaast zijn als alternatief voor de huidige opcenten diverse opties voor provinciale
belastingen getoetst en beoordeeld als geschikt of niet-geschikt. De geschikte opties
kunnen op verschillende manieren worden toegepast in een alternatief belastinggebied.
Een en ander is afhankelijk van de invalshoek waarmee wordt gekeken naar de aanleiding
voor het onderzoek en naar de analyse van het huidige belastinggebied. De werkgroep
licht dit toe met de volgende tabel:
Invalshoek
Geschikte toepassingen (naar keuze)
Alleen vervanging vinden voor opcenten MRB
Beoogd doel: waarborgen toekomstbestendigheid (zie § 3.4.1)
Ingezetenenheffing
Voertuigenbelasting
Provinciale OZB
Opcenten kilometerheffing
Geen afhankelijkheid van beleid andere overheden
Beoogd doel: vergroten stabiliteit (zie § 3.4.3)
Ingezetenenheffing
Vestigingsheffing
Voertuigenbelasting
Provinciale OZB
Toeristenbelasting
Bredere grondslag dan alleen voertuigen
Beoogd doel: grondslagverbreding (zie § 3.4.4)
Ingezetenenheffing
Vestigingsheffing
Provinciale OZB
Toeristenbelasting
Vergroten democratische legitimatie
Benoemd als kans (zie § 3.6.1)
Ingezetenenheffing
Provinciale OZB
Niet dezelfde grondslag als andere overheden
Beoogd doel: vergroten herkenbaarheid en begrijpelijkheid (zie § 3.4.2)
Ingezetenenheffing
Vestigingsheffing
In de ambtelijke werkgroep is geen eenduidige voorkeur uitgesproken voor één van de
beleidsvarianten. Uiteindelijk is het aan een nieuw kabinet om in overleg met de provincies
te besluiten over de aangereikte bouwstenen voor een toekomstig provinciaal belastinggebied.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
Indieners
-
Indiener
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties