Brief regering : Verslag van de Raad Algemene Zaken van 11 mei 2021
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2350
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 mei 2021
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Algemene Zaken van 11 mei 2021.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
VERSLAG RAAD ALGEMENE ZAKEN D.D. 11 MEI 2021
Op dinsdag 11 mei jl. vergaderden de leden van de Raad Algemene Zaken (RAZ) in Brussel.
De Minister van Buitenlandse Zaken nam deel aan de vergadering.
COVID-19 EU-Coördinatie
Het voorzitterschap en de Commissie informeerden de lidstaten over de stand van zaken
rondom COVID-19, met betrekking tot de uitvoering van de vaccinstrategie en het vaccine
sharing
mechanism, de export van vaccins, de ontwikkeling van het digitaal groen certificaat (DGC)
en de herziening van Raadsaanbeveling 2020/912. Zij stelden vast dat al deze zaken
zich in positieve zin ontwikkelen. Daarbij riep het voorzitterschap de Commissie op
om snel met een voorstel voor herziening van Raadsaanbeveling 2020/1475 aangaande
reizen in Europa te komen. Lidstaten gaven aan de inspanning van voorzitterschap en
de Commissie te waarderen en beklemtoonden het belang van coördinatie, de balans van
vrijheden en bescherming volksgezondheid en een goede communicatie over het beleid.
Het kabinet heeft gevraagd om een duidelijke roadmap voor de volgende stappen na het politieke akkoord over het DGC in de trilogen en
een gecoördineerde aanpak voor reizen binnen de EU.
Voorbereidingen Europese Raad 24–25 mei
De Raad voerde een bespreking ter voorbereiding op de Europese Raad (ER) van 24/25 mei.
U ontving separaat de geannoteerde agenda voor deze ER.1
Klimaat
Tijdens de Raad Algemene Zaken gaven de leden aan waar zij vinden dat de focus van
de klimaatbespreking tijdens de Europese Raad moet liggen. Vrijwel alle lidstaten
vinden het belangrijk om te spreken over de Effort Sharing Regulation (ESR). De klimaatambitieuze lidstaten, waaronder Nederland, willen een brede discussie
over het klimaatbeleid vermijden en vertraging van het wetgevend pakket (Fit-for-55-pakket) van de Commissie voorkomen. Deze landen steunen aanscherping van het EU-brede
ESR-doel. De Centraal- en Oost-Europese lidstaten willen juist een bredere discussie
over het Fit-for-55-pakket. Zij willen naast de ESR ook spreken over het emissiehandelssystem (ETS), nationale
doelstellingen en eerlijke transitie. Sommige Centraal- en Oost-Europese lidstaten
zijn tegen ophogen van de Europese doelstelling voor de ESR en voor behoud van BBP
per capita als verdeelsleutel voor de ESR.
COVID-19 EU-Coördinatie
De Raad Algemene Zaken besprak de voorbereiding van de ER van 24-25 mei bij het bovenstaande
agendapunt.
Rusland
Een groot aantal lidstaten sprak zorgen uit over negatieve trends in de relatie met
Rusland, waarbij ook al werd stilgestaan tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 10 mei
jl.2 Daarbij werd het belang van een duidelijke en uniforme EU-aanpak ten aanzien van
Rusland benadrukt, gebaseerd op de vijf «guiding principles»3 van het EU-beleid ten opzichte van Rusland.
EU-VK Relaties
De leden van de Raad Algemene Zaken stonden kort stil bij de implementatie van de
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst (HSO) tussen de EU en het VK ter voorbereiding
op de informele Europese Raad van 24 en 25 mei. De EU-VK akkoorden, ofwel de HSO,
de Informatiebeveiligingsovereenkomst (SIA) en de Civiel Nucleaire overeenkomst, zijn
op 1 mei jl. formeel in werking getreden. De drie akkoorden werden sinds 1 januari
2021 reeds voorlopig toegepast in afwachting van de afronding van het ratificatieproces.
Het Europees parlement keurde op 27 april de HSO en SIA met een overtuigende meerderheid
goed4, waarna de Raad op 29 april met eenparigheid van stemmen het Raadsbesluit tot sluiting
heeft vastgesteld.
Tijdens de Raad benadrukte vicePresident Maroš Šefčovič het belang van een stabiel
partnerschap met het VK nu de HSO formeel in werking is getreden en de blijvende noodzaak
van EU eenheid en solidariteit. Meerdere lidstaten onderstreepten de noodzaak van
volledige en correcte implementatie van de HSO, onder meer op het gebied van gelijk
speelveld, visserij en visa, waarbij wederzijdse rechten en verplichtingen centraal
staan. In dit kader spraken meerdere leden van de Raad steun uit voor de inspanningen
en aanpak van de EU Commissie. VP Šefčovič kondigde aan dat de eerste Partnerschapsraad
voorzien is voor de eerste week van juni en lichtte toe dat de eerste gespecialiseerde
comités tevens spoedig zullen plaatsvinden, onder meer over vis, energie, Unieprogramma’s
en transport. Net als in diverse akkoorden met derde landen en analoog aan het Gemengd
Comité onder het terugtrekkingsakkoord wordt er onder de HSO een Partnerschapsraad
opgericht waarin zowel de EU als het VK vertegenwoordigd zijn. Deze Partnerschapsraad
ziet toe op correcte implementatie, toepassing en interpretatie van de afspraken uit
de HSO en fungeert als gremium om eventuele geschillen tussen de EU en het VK middels
dialoog op te lossen. In de Partnerschapsraad wordt in onderlinge overeenstemming
besloten en besluiten zijn bindend voor de partijen. Indien overleg niet leidt tot
een gezamenlijke acceptabele uitkomst kan een partij in de meeste gevallen besluiten
over te gaan tot geschillenbeslechting via arbitrage.4
Conferentie over de Toekomst van Europa
Het Portugees voorzitterschap gaf de leden van de Raad een terugkoppeling van de recente
ontwikkelingen rond de Conferentie over de Toekomst van Europa. Met de opening op
9 mei 2021 is de Conferentie van start gegaan. Daarnaast ging het voorzitterschap
in op het door de raad van bestuur bereikte akkoord over het reglement van orde voor
de Conferentie. Hierover is uw Kamer op 11 mei jl. apart geïnformeerd per brief, conform
de gemaakte informatieafspraken. Het kabinet kan instemmen met het bereikte akkoord,
omdat het in lijn is met het Raadsmandaat en de Gezamenlijke Verklaring. Het kabinet
heeft in de Raad wederom een oproep gedaan voor maximale transparantie van de Conferentie
en alle gerelateerde documenten. In antwoord daarop heeft het Portugees voorzitterschap
aangegeven alle gerelateerde documenten te zullen publiceren. Daarnaast heeft het
kabinet in de Raad aandacht gevraagd voor de planning van de plenaire vergaderingen
en tijdige publicatie van de documenten om de deelnemers in staat te stellen zich
voor te bereiden.
Uitbreiding en stabilisatie- en associatieproces
De leden van de Raad spraken opnieuw over de stand van zaken op uitbreidingsterrein.
Een aantal lidstaten deed de oproep om zo snel mogelijk te starten met de toetredingsonderhandelingen
met Noord-Macedonië en Albanië. Er is nog geen overeenstemming over de concept-onderhandelingsraamwerken
voor Noord-Macedonië en Albanië vanwege de voortdurende discussie over het raamwerk
voor Noord-Macedonië waar één lidstaat niet mee kan instemmen. Het blijft onzeker
wanneer deze onderhandelingen zijn afgerond en wanneer de Raad de raamwerken zal kunnen
vaststellen. De Europese Commissie gaf aan dat het voortdurend uitstel om tot een
besluit te komen negatieve gevolgen heeft op het imago van de EU in de regio.
De eerste IGC met Noord-Macedonië kan wat het kabinet betreft plaatsvinden zodra er
overeenstemming is over het onderhandelingsraamwerk. Zoals bekend besloot de Raad
in maart 2020 dat de eerste IGC met Albanië kan plaatsvinden wanneer is voldaan aan
de voorwaarden zoals gesteld in de raadsconclusies van deze Raad. Pas als overtuigend
is voldaan aan deze voorwaarden, is het houden van een eerste IGC met Albanië voor
het kabinet aan de orde.
EU-Zwitserland relaties
De Raad had op verzoek van Oostenrijk een korte bespreking over de recente gesprekken
tussen de Europese Commissie en Zwitserland over het moderniseren van de huidige institutionele
betrekkingen. De gesprekken zijn in een impasse terecht gekomen. Zwitserland heeft
na een lange periode van stilte duidelijk gemaakt aanpassingen te willen zien in het
onderhandelingsresultaat dat op basis van consensus in 2018 werd bereikt. Eurocommissaris
voor Interinstitutionele Betrekking Šefčovič gaf aan dat de Europese Commissie bereid
is de Zwitserse zorgen zo goed mogelijk te adresseren maar dat er niet afgeweken kan
worden van de basisprincipes van de EU interne markt. Commissaris Šefčovič gaf aan
dat de oude overeenkomsten in steeds mindere mate voldoen aan het geëvolueerde EU
acquis en dat het tot overeenstemming komen over een nieuwe institutionele raamwerkovereenkomst
(IFA) voor beide partijen van belang is. Een aantal lidstaten benadrukte de sterke
relatie op economisch- en handelsterrein en de belangrijke samenwerking met Zwitserland
op het gebied van innovatie en onderzoek. Tot slot deed de Commissaris een oproep
aan de lidstaten om met één stem het gezamenlijke EU standpunt uit te dragen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken