Brief regering : Politieke en humanitaire situatie in Jemen, inclusief de behandeling van de moties Ploumen c.s. (Kamerstuk 32735-297) en Karabulut (Kamerstuk 35570 V-34)
32 623 Actuele situatie in Noord-Afrika en het Midden-Oosten
Nr. 318 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 mei 2021
Uw Kamer nam in 2020 twee moties aan die betrekking hebben op Jemen en waaraan het
kabinet uitvoering heeft gegeven. De eerste motie betreft de motie van het lid Ploumen
c.s. (Kamerstuk 32 735, nr. 297) en verzocht het kabinet om zowel in bilateraal als multilateraal verband, via de
Mensenrechtenraad en via humanitaire diplomatie, zich te blijven inzetten om het conflict
in Jemen onder de aandacht te brengen en te bevorderen dat er een inclusieve politieke
oplossing komt voor het conflict, waarbij ondersteuning aan het VN-proces leidend
is. De tweede motie betreft de motie van het lid Karabulut (Kamerstuk 35 570 V, nr. 34) en verzocht het kabinet om met gelijkgezinde landen een initiatief te nemen om opties
in kaart te brengen voor mogelijke maatregelen tegen de verantwoordelijken die honger
als wapen inzetten. Met deze brief wil het kabinet uw Kamer informeren over de uitvoering
hiervan, mede volgend op de Kamerbrief van 4 februari 2020 (Kamerstuk 32 623, nr. 295) waarin een overzicht van de politieke en humanitaire situatie van dat moment werd
gegeven.
Het conflict in Jemen ging in maart jl. zijn zevende jaar in. Een snelle oplossing
lijkt vooralsnog niet in zicht. Wel is er sprake van een diplomatiek momentum waarin
de Speciaal Gezant van de VN voor Jemen, Martin Griffiths, de nieuw aangestelde Speciaal
Gezant van de VS, Timothy Lenderking, en Oman als bemiddelaars hoofdrollen vervullen.
Tegelijkertijd is het conflict al ruim een jaar weer in een actieve fase en blijft
de humanitaire situatie onverminderd zorgelijk. Daarnaast eist ook de tweede Covid-golf
in Jemen haar tol.
De Nederlandse inzet, via de ambassade, de EU, de VN en via de Mensenrechtenraad,
blijft onverminderd gericht op het ondersteunen van het VN-geleide vredesproces en
de noodzaak van accountability voor schendingen van mensenrechten en het internationaal humanitair recht. Nederland
nam onder meer deel aan de gezamenlijke missie van EU-ambassadeurs aan Aden ter ondersteuning
van de nieuwe eenheidsregering (februari jl.), draagt structureel bij aan de Office of the UN Special Envoy, blijft in contact met alle conflictpartijen om een diplomatieke oplossing mogelijk
te maken, en zet met behulp van ontwikkelingssamenwerking in op het behoud van basisdienstverlening
voor de bevolking. Daarnaast is Nederland een betrouwbare humanitaire donor die consistent
een bijdrage levert om de humanitaire noden in Jemen te lenigen.
Vredesproces en accountability
Het vredesproces heeft de afgelopen maanden nieuw momentum gekregen, mede door de
geïntensiveerde inzet van de Verenigde Staten. De regering-Biden zet in op een diplomatieke
oplossing van het conflict met de aanstelling van een Speciaal Gezant, het stoppen
van de offensieve steun aan Saudi-Arabië en het steunen van het VN-geleide vredesproces.
Er is een actieve pendeldiplomatie gaande rondom het vierpuntenplan van de VN: een
staakt-het-vuren, het opheffen van de zee- en de luchtblokkade en het starten van
vredesbesprekingen. Recentelijk leidde dit in de regio tot openlijke steun vanuit
Saudi-Arabië voor een staakt-het-vuren, terwijl Oman een centrale, faciliterende rol
heeft ingenomen. Na de verhoogde diplomatieke activiteit in februari en maart dit
jaar is er, mede door de Ramadan, nu weer een fase van geringere dynamiek, maar de
gesprekken gaan vooralsnog door.
Tegelijkertijd hebben de Houthi’s opnieuw een offensief ingezet om de olie- en gasrijke
provincie Marib in te nemen. Ook de drone-aanvallen door de Houthi’s op doelen in
Saudi-Arabië gaan onverminderd en met intensiteit door. De door Saudi-Arabië geleide
coalitie houdt op haar beurt vast aan de blokkade en blijft doelen in Jemen bombarderen.
De bombardementen worden mede gebruikt om de Jemenitische regeringstroepen luchtsteun
te geven bij het weerstaan van het Houthi-offensief. Voor Saudi-Arabië is de oorlog
in Jemen kostbaar en wordt er nauw samengewerkt met de VS en de VN om tot een politieke
oplossing te komen, inclusief een oplossing voor de regelmatige beschietingen vanuit
het noorden van Jemen op Saoedisch grondgebied.
Ondertussen zijn er zorgen over de toenemende instabiliteit in het zuiden van Jemen.
Onder de Riyad-Akkoorden werd in december 2020 een eenheidsregering gevormd waarin
onder meer de zuidelijke, separatistische Southern Transition Council (STC) zitting
heeft genomen. Deze regering werd bij aankomst in Aden gelijk het doelwit van een
aanslag, die door het VN Panel of Experts dat toezicht houdt op met name het wapenembargo
werd toegeschreven aan de Houthi’s. Echter, uitvoering van de Riyad-Akkoorden vereist
ook dat strijdende groeperingen in het zuiden zich scharen onder de eenheidsregering.
Er blijven in het zuiden veel verschillende milities actief, en de situatie is veranderlijk.
Ook Al-Qaida is nog steeds aanwezig. Daarnaast heeft de eenheidsregering weinig uitvoeringscapaciteit,
omdat het grootste deel van het oorspronkelijke overheidsapparaat in handen is van
de Houthi’s. President Hadi zelf geeft nog altijd vanuit Riyad leiding aan de internationaal
erkende regering.
Op het gebied van mensenrechten en wat betreft de positie van vrouwen en minderheden
blijft de situatie zorgwekkend. Voor het eerst in meer dan twintig jaar werd er geen
vrouw benoemd in de regering. De positie van vrouwen staat in heel Jemen steeds meer
onder druk, waarbij in het noorden de Houthi’s vrouwen steeds verder uitbannen uit
het maatschappelijk leven. Vrouwen zijn nog onvoldoende betrokken bij de VN-geleide
processen en -werkzaamheden, en Nederland werkt samen met Jemenitische partners om
hier verandering in te brengen. Daarnaast hebben minderheden en zeker religieuze minderheden,
waaronder de Baha’i en de joodse gemeenschap het zwaar. De laatste vertegenwoordigers
van de eens prominent aanwezige joodse gemeenschap zijn gedwongen uitgeweken naar
Egypte. Nederland blijft zich diplomatiek voor deze minderheden inzetten. Bovendien
steunt Nederland de Jemenitische mensenrechtenorganisatie Mwatana, die steun geeft
aan minderheden en mensenrechtenverdedigers.
Nederland heeft zich samen met Canada, Ierland, België en Luxemburg in de 45e zitting van de Mensenrechtenraad (najaar 2020) wederom met succes hard gemaakt voor
de verlenging en versterking van het mandaat van de Group of Eminent Experts (GoEE) die rapporteert over een breed scala aan schendingen van mensenrechten en
het internationaal humanitair recht. Nederland blijft tevens in dialoog met de internationaal
erkende regering van Jemen en de Arabische groep om toegang te realiseren voor de
GoEE tot Jemen. De GoEE presenteert het eerstvolgende rapport in najaar 2021 aan de
Mensenrechtenraad, met naar verwachting meer aandacht voor het tegengaan van straffeloosheid
in Jemen. Nederland steunt ook het kantoor van de Office of the High Commissioner for Human Rights in Aden om rapportage en capaciteitsopbouw voor accountability in Jemen zelf te versterken.
Humanitaire situatie en Covid
De humanitaire situatie in Jemen wordt door de VN gekwalificeerd als de grootste humanitaire
ramp wereldwijd van dit moment, waarbij 80% van de bevolking afhankelijk is van een
vorm van humanitaire hulp. De combinatie van de voortdurende oorlog, de blokkade,
toegangsbeperkingen, achterblijvende salarisbetalingen, cholera, brandstoftekorten
en hoge voedselprijzen leidt tot permanente schaarste, waarbij meer dan 16 miljoen
mensen zich op de rand van een hongersnood bevinden. Op 1 maart jl. organiseerden
de Verenigde Naties (samen met Zwitserland en Zweden) de virtuele High-Level Pledging Conferentie 2021 voor Jemen. Ondanks de hoge noden is er slechts USD 1,7 miljard van de gevraagde
USD 3,85 miljard toegezegd (nog afgezien van de USD 2 miljard die het World Food Programme
nodig heeft). Nederland draagt dit jaar EUR 12 miljoen bij aan het Yemen Humanitarian Fund (YHF), EUR 6 miljoen aan de Dutch Relief Alliance (DRA) en de core bijdragen aan VN-organisaties en -fondsen (zoals het CERF).
Begin 2021 stelden de VS een terrorisme-sanctieregime tegen de Houthi’s in waardoor
de invoer van goederen en voedsel nog verder dreigde te stagneren. Nederland, de EU
alsmede internationale hulporganisaties vroegen de VS vanwege de potentieel grote
humanitaire gevolgen dit besluit te heroverwegen. De nieuwe VS-regering draaide de
maatregel op 16 februari jl. terug. Echter, humanitaire toegang blijft een groot probleem
in Jemen en Nederland en de EU spannen zich actief in om daar verbetering in te brengen
via humanitaire diplomatie in samenwerking met gelijkgezinde landen.
De huidige situatie wordt helaas nog verergerd door de tweede Covid-golf die Jemen
ondertussen heeft bereikt. Goede cijfers ontbreken, maar internationale hulporganisaties
geven aan dat de situatie zorgwekkend is. De medische capaciteit is door jaren van
oorlog al sterk op de proef gesteld en de autoriteiten hebben tot nog toe onvoldoende
weten te doen om de bevolking te beschermen. Inmiddels is onder de COVAX-faciliteit
een eerste levering van vaccins gearriveerd en is een vaccinatieplan opgesteld om
allereerst kwetsbaren en zorgmedewerkers te vaccineren, met name voor het zuiden.
Honger en conflict
De nijpende humanitaire situatie is in grote mate een man-made crisis. Uw Kamer vroeg het kabinet dan ook om nader te onderzoeken welke mogelijkheden
er zijn om partijen hiervoor verantwoordelijk te houden. Nederland heeft wat dat betreft
een meer dan gemiddelde reputatie, omdat onder Nederlands leiderschap in 2018 de VNVR
Resolutie 2417 werd aangenomen die uithongering als oorlogsmethode veroordeelt.
Resolutie 2417 is een baanbrekende en daarmee normstellende resolutie, omdat nog niet
eerder een zo sterk verband werd gelegd tussen honger en verantwoordelijkheid van
conflictpartijen. Tegelijkertijd moet deze resolutie nog verder handen en voeten krijgen
in de toepassing hiervan. Nederland geeft om die reden steun aan Global Rights Compliance
(GRC), een non-gouvernementele organisatie gespecialiseerd in dit onderwerp. Een inhoudelijk
advies van GRC over mogelijkheden en onmogelijkheden is gebruikt om op informele basis
te sonderen bij gelijkgezinde donoren. Deze sondering viel samen met een thematische
discussie in de VN-Veiligheidsraad over dit onderwerp op initiatief van de Verenigde
Staten. Nederland bracht een publieke verklaring uit waarin het belang van de resolutie
nogmaals werd benadrukt en noemde hierbij ook expliciet de casus van Jemen.
Uit deze trajecten komt naar voren dat voor sancties gericht op personen verantwoordelijk
voor het inzetten van honger als oorlogsmethode of doorverwijzing naar het Internationaal
Strafhof op dit moment nog weinig mogelijkheden bestaan. De VN-Veiligheidsraad kwam
niet tot een gezamenlijke conclusie, omdat er bij bepaalde landen weerstand in algemene
zin bestaat tegen het verbinden van honger aan conflicthandelingen. Wel zijn er zinvolle
stappen te zetten waar het gaat om capaciteitsversterking, preventie, datavergaring
en het veiligstellen van bewijsmateriaal. Het kabinet blijft hiervoor drie wegen bewandelen:
i) steun aan Global Rights Compliance om Resolutie 2417 verder te operationaliseren,
met specifieke aandacht voor Jemen, ii) actieve inzet via de Mensenrechtenraad voor
behoud van het mandaat van de Group of Eminent Experts, inclusief het veiligstellen van bewijsmateriaal, en iii) het nauwlettend volgen
en waar mogelijk bijdragen aan de discussies in de Veiligheidsraad en in breder VN-verband
over deze thematiek.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking