Brief regering : Gevolgen van duurzaam gescheiden leven (DGL) voor de verschuldigde eigen bijdrage aan het CAK
26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)
Nr. 648 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 mei 20021
Voor zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) en het beschermd wonen vanuit de Wet
maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) betalen cliënten een inkomens- en vermogensafhankelijke
eigen bijdrage. Het CAK berekent en int de eigen bijdrage. De hoogte van de eigen
bijdrage is afhankelijk van het inkomen, het vermogen, de leeftijd, de leveringsvorm
van de zorg en de huishoudsamenstelling. Deze gegevens krijgt het CAK van ketenpartners,
waaronder de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Door het CAK zijn bij recent gestarte
bestandsvergelijkingen met de SVB verschillen geconstateerd die van invloed zijn op
de hoogte van de eigen bijdrage. In deze brief wordt hier nader op ingegaan en wordt
de Kamer, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, geïnformeerd
over de aanpak van het CAK en de SVB.
De hoofdboodschap van deze brief is als volgt:
– Uit een bestandsvergelijking tussen het CAK en de SVB is gebleken dat voor een groep
van circa 3.000 cliënten onjuiste gegevens bij het CAK geregistreerd staan. Het corrigeren
van deze gegevens heeft tot gevolg dat een deel van deze groep cliënten wordt geconfronteerd
met een naheffing (bijbetaling) of een restitutie (teruggave) van de eigen bijdrage.
Om dit te voorkomen neemt het CAK een aantal maatregelen om naheffingen te beperken
en restituties mogelijk te maken. Om gelijksoortige situaties in te toekomst te voorkomen
nemen het CAK en de SVB zowel gezamenlijk als apart maatregelen.
Toelichting systematiek
Het CAK – Eigen bijdrage Wlz en beschermd wonen
Het CAK berekent en int de eigen bijdrage voor de zorg vanuit de Wlz en Wmo 2015.
De eigen bijdrage Wlz en beschermd wonen is afhankelijk van zorg, inkomen, vermogen,
leeftijd en huishoudsamenstelling. In de berekening van de eigen bijdrage wordt ook
het inkomen en vermogen van de partner van de cliënt meegenomen. Voor de benodigde
gegevens baseert het CAK zich op gegevens van verschillende ketenpartners zoals de
Belastingdienst, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), de SVB en
op gegevens die het CAK krijgt van cliënten.
Cliënten moeten voor verkregen zorg vanuit de Wlz en het beschermd wonen vanuit de
Wmo 2015 een eigen bijdrage betalen. Er zijn twee soorten eigen bijdragen, de zogenoemde
hoge eigen bijdrage (maximaal circa € 2.500 per maand) en de lage eigen bijdrage (maximaal circa € 800 per maand). Beide hebben een eigen berekeningssystematiek. Voor opname in een instelling betaalt
de cliënt de hoge eigen bijdrage (voor zorgkosten, maar ook voor wonen en voeding),
tenzij één van de uitzonderingssituaties van toepassing is.1 Indien één van de uitzonderingssituaties van toepassing is, betaalt de cliënt de
lage eigen bijdrage. Een van deze uitzonderingssituaties is het hebben van een thuiswonende
partner.
De SVB – Duurzaam gescheiden leven
Als een echtpaar «ongewild» gescheiden leeft, is er sprake van «duurzaam gescheiden
leven» (DGL) en kan men de SVB verzoeken om het AOW-pensioen voor een alleenstaande
te ontvangen. De SVB verhoogt dan het AOW-pensioen van beiden van 50% (gehuwd) van
het referentieminimumloon naar 70% (alleenstaand). Uit gegevens van de SVB blijkt
dat er in Nederland circa 29.000 AOW-gerechtigden zijn die zelf in een instelling
wonen, of waarvan de partner in een instelling woont. Daarvan zijn circa 5.500 cliënten
bij de SVB als DGL geregistreerd. Een verzoek om het alleenstaande AOW-pensioen te
ontvangen, kan volgens het huidige SVB-beleid niet worden teruggedraaid. Dat kan leiden
tot knelpunten bij cliënten omdat zij niet altijd kunnen overzien wat de gevolgen
van DGL-geregistreerd zijn, voor bijvoorbeeld de te betalen eigen bijdrage voor zorg
en te ontvangen toeslagen. Een DGL-registratie betekent namelijk niet alleen het ontvangen
van een hoger AOW-pensioen, maar in principe ook dat de hogere eigen bijdrage betaald
moet worden. In de «Verkenning leefvormen AOW», die op 31 maart jl. aan uw Kamer is
verstuurd, zijn opties uitgewerkt om dit aan te passen, bijvoorbeeld door aanpassingen
van de wet of de optie dat cliënten wel terug kunnen komen op hun verzoek om DGL-geregistreerd
te worden bij de SVB, als blijkt dat dit grote negatieve financiële gevolgen heeft.
DGL-geregistreerd en eigen bijdrage
Registratie als DGL heeft gevolgen voor de eigen bijdrage. Zoals hiervoor toegelicht,
zijn de financiële gevolgen voor cliënten niet goed te overzien. Ook de SVB kan op
voorhand niet bepalen wat de gevolgen zijn voor de eigen bijdrage, omdat zij niet
beschikt over alle inkomens- en vermogensgegevens. AOW-gerechtigden wordt geadviseerd
om zich, voor het aanvragen bij de SVB van een alleenstaande AOW-pensioen, te laten
informeren over de financiële gevolgen.
In principe baseert het CAK zich voor de huishoudsamenstelling op de Basisregistratie
Personen (BRP). Dit verandert op het moment dat cliënten bij de SVB als DGL-geregistreerd
staan. Cliënten moeten dit zelf melden bij het CAK.
Een herziening van de eigen bijdrage naar aanleiding van de DGL-registratie betekent
dat de hoogte van de te betalen eigen bijdrage verandert. Volgens gegevens van het
CAK geldt voor circa 90% van de cliënten dat zij een hogere eigen bijdrage moeten
betalen. In slechts ongeveer 10% van deze gevallen is sprake van een financieel nadeel
voor cliënten, omdat de verhoging van de eigen bijdrage groter is dan het bedrag waarmee
het AOW-pensioen wordt verhoogd.
Indien cliënten de DGL-registratie niet tijdig doorgeven aan het CAK, kan dit leiden
tot het opleggen van een onjuiste eigen bijdrage waardoor bij correcties naheffingen
of restituties kunnen ontstaan. Om deze naheffingen en restituties in de toekomst
te voorkomen zijn de SVB en het CAK een gegevensuitwisseling gestart om na te gaan
of dezelfde cliënten bij hen bekend zijn als DGL-geregistreerd. Uit de eerste bestandsvergelijking
is gebleken dat van circa 3.000 cliënten (van de 5.500 als DGL-geregistreerde cliënten) bij het CAK niet bekend was dat zij als DGL-geregistreerd staan bij de SVB en een AOW-pensioen voor alleenstaande ontvangen. Hierdoor
is er door het CAK een onjuiste eigen bijdrage Wlz of beschermd wonen berekend.
Aanpak en maatregelen van het CAK en de SVB
Uit de bestandsvergelijking blijkt dat grofweg de helft van de DGL geregistreerde
cliënten (zo’n 3.000 gevallen) dit niet hebben doorgegeven aan het CAK.
Cliënten lijken onvoldoende op de hoogte te zijn van de verplichting om zelf de DGL-registratie
door te geven aan het CAK. Daarnaast heeft het CAK in het verleden nagelaten een gedegen
bestandsvergelijking en informatie-uitwisseling op te zetten met de SVB. Het CAK heeft
een informatieplicht, zodat de eigen bijdrage op de juiste informatie gebaseerd wordt.
Er is dus aanleiding om de gevolgen van de foutieve registratie voor cliënten te beperken.
Daarom hebben het CAK en de SVB in overleg maatregelen genomen om de hoogte van de
naheffingen en restituties als gevolg van de herziening van de eigen bijdrage te beperken.
Maatregelen
1. Bestandsvergelijking tussen SVB en het CAK
Er zijn tweemaandelijkse bestandsvergelijkingen ingesteld, zodat discrepanties in
de DGL-registratie bij het CAK en de SVB snel ontdekt en opgelost worden.
2. Maatregelen SVB
– Wijzigingen SVB-beleid
Het beleid van de SVB is aangepast. Cliënten met een DGL-registratie kunnen deze registratie
herzien. Na herziening ontvangen cliënten weer een AOW-pensioen voor gehuwden. Nadat
cliënten deze wijziging ook kenbaar gemaakt hebben bij het CAK wordt de eigen bijdrage
aangepast. Vanwege de geldende uitzonderingssituatie betaalt de cliënt vanaf dat moment
weer de lage eigen bijdrage in plaats van de hoge eigen bijdrage.
Dit wordt gezien als een tijdelijke oplossing. Voor een meer structurele oplossing
kan de wet worden aangepast, waardoor de cliënt deze afweging niet meer hoeft te maken.
Deze optie is beschreven als mogelijke verbetering binnen het huidige stelsel in de
«Verkenning leefvormen AOW».
– Communicatie
De SVB informeert alle cliënten die in het verleden hebben verzocht om het AOW alleenstaandenpensioen
te ontvangen, over het aangepaste beleid en de mogelijkheid om per eerstvolgende maand
weer het AOW-pensioen voor gehuwden te ontvangen. De SVB streeft ernaar dat cliënten
medio mei 2021 geïnformeerd zijn.
3. Maatregelen CAK
De herziening van de eigen bijdrage, als gevolg van de correctie van de DGL-registratie,
kan voor cliënten betekenen dat zij een naheffing (bijbetaling) of een restitutie
(teruggave) van de eigen bijdrage ontvangen. Het CAK mag de cliënt een correctie opleggen
die maximaal 36 maanden terug gaat.
Hierna is opgenomen hoe het CAK omgaat met de correctie van de DGL-registratie.
– Naheffing
Is er sprake van een naheffing (bijbetaling) en is de naheffing veroorzaakt door een
fout of vertraging in de keten, dan wordt de naheffing op grond van het Besluit langdurige
zorg (Blz) en het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (uitvoeringsbesluit) beperkt tot maximaal
12 maanden. Het CAK heeft op grond van de Blz en het uitvoeringsbesluit ook de mogelijkheid
tot maatwerk, om in uitzonderlijke situaties de naheffing te beperken tot maximaal
één maand of om te bepalen dat de naheffing niet verschuldigd is. Daarbij gaat het
om een individuele weging die bij cliënten in casu kan leiden tot de beslissing dat
de naheffing niet verschuldigd is. Gelet op de bijzondere situatie die voor deze groep
cliënten is ontstaan, wordt voorzien dat deze beperking van de naheffing in beginsel
kan worden toegepast. Hiermee kan worden voorkomen dat cliënten een naheffing krijgen.
– Restitutie
Is er sprake van een restitutie (teruggave) dan wordt de, in het Blz en het uitvoeringsbesluit,
termijn van 36 maanden aangehouden. Cliënten ontvangen een restitutie van maximaal
36 maanden.
Tot slot
Het CAK en de SVB nemen maatregelen om de cliënten uit de bestandsvergelijking te
voorzien van informatie en mogelijkheden om de gevolgen van de DGL-registratie te
beperken. Ook zijn er structurele maatregelen getroffen door de SVB en het CAK als
het gaat om communicatie met cliënten over de eventuele gevolgen van hun keuze voor
een hoger AOW-pensioen, het toekenningsproces en wordt er onderzocht of de complexe
financiële gevolgen voor cliënten zo eenvoudig mogelijk inzichtelijk gemaakt kunnen
worden. Op deze manier wordt de huidige problematiek opgelost en verkeerde registratie
in de toekomst voorkomen. Wij vragen het CAK en de SVB om ons de komende maanden te
informeren over de voortgang van de getroffen maatregelen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.