Brief regering : Bijzondere situatie bij toekenning IACK aan buitenlandse belastingplichtige
31 066 Belastingdienst
Nr. 821 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 mei 2021
Met deze brief informeer ik uw Kamer over een bijzonderheid die zich in sommige situaties
bij buitenlandse belastingplichtigen kan voordoen bij de inkomensafhankelijke combinatiekorting
(IACK). Dit mede naar aanleiding van door RTL gestelde vragen hierover.
Laat ik vooropstellen dat voor alle binnenlandse belastingplichtigen de wetgeving
voor de IACK geheel uitwerkt zoals die bedoeld is. Binnenlandse belastingplichtigen
worden en zijn steeds juist behandeld.
Een bijzonderheid kan zich voordoen in buitenlandse situaties. Ook buitenlandse belastingplichtigen
kunnen, als zij aan de voorwaarden voldoen, gebruik maken van de IACK. In het algemeen
geldt dat, los van andere voorwaarden belastingplichtigen in aanmerking komen voor
de IACK als zij geen fiscaal partner hebben, dan wel de minstverdienende fiscale partner
zijn. Voor buitenlandse belastingplichtigen geldt echter een uitzondering op het fiscaal
partner begrip ten opzichte van binnenlandse belastingplichtigen.
Met deze uitzondering wordt onder andere voorkomen dat buitenlandse belastingplichtigen
gebruik kunnen maken van de vrije toerekening van bepaalde inkomsten en uitgaven.
Fiscale partners kunnen deze inkomsten en uitgaven zodanig verdelen dat zij samen
in Nederland zo min mogelijk belasting betalen. Buitenlandse belastingplichtigen hebben
dit voordeel in beginsel niet. Ook leidt dit ertoe dat zij niet in aanmerking komen
voor de uitbetaling van bepaalde heffingskortingen.
Echter, door de uitzondering komt het in buitenlandse situaties vaker voor dat er
geen fiscaal partnerschap is. En daardoor kunnen buitenlandse belastingplichtigen
soms wel succesvol de IACK aanvragen. Daarmee kan de toekenning van de IACK aan buitenlandse
belastingplichtigen uit de landenkring1 in vergelijking met binnenlandse belastingplichtigen met gelijke feitelijke gezinsomstandigheden,
leiden tot verschillende uitkomsten. Dit is een onbedoeld effect van de bestaande
wetgeving en niet in lijn met de geest van de wet. Ik ben voornemens de wetgeving
op dit punt aan te passen om deze verschillen weg te nemen. Hierbij wordt tevens bezien
hoe deze verschillen zo snel mogelijk en zo efficiënt mogelijk beëindigd kunnen worden
teneinde te voorkomen dat verdergaand onbedoeld gebruik wordt gemaakt van de IACK.
Ik licht dit hierna nader toe.
Inkomensafhankelijke combinatiekorting
In Nederland bestaat, kort gezegd, recht op de IACK als de belastingplichtige:
• Een arbeidsinkomen heeft dat meer bedraagt dan € 5.153; en
• Een kind onder de 12 jaar heeft dat in het kalenderjaar ten minste zes maanden op
hetzelfde woonadres als de belastingplichtige staat ingeschreven; en
• Geen fiscaal partner heeft of als hij de minstverdienende fiscale partner is.
De IACK bevordert de arbeidsdeelname van belastingplichtigen met een kind jonger dan
12 jaar.
Fiscaal partnerbegrip voor buitenlandse belastingplichtigen
Zoals hierboven aangegeven moet een belastingplichtige om recht te hebben op de IACK
geen fiscaal partner hebben dan wel de minstverdienende fiscale partner zijn. Voor
de toepassing van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) en dus ook voor de
IACK worden onder meer als fiscaal partners aangemerkt echtgenoten, geregistreerde
partners en belastingplichtigen die op hetzelfde adres staan ingeschreven als een
minderjarig kind.
Voor buitenlandse belastingplichtigen geldt echter een uitzondering op dit fiscale
partnerbegrip. Een persoon die geen inwoner is van Nederland en geen kwalificerende
buitenlandse belastingplichtige (KBB)2 is, kan niet aangemerkt worden als fiscaal partner. Daardoor wordt ook als een buitenlandse
belastingplichtige bijvoorbeeld gehuwd is, de huwelijkse partner niet aangemerkt als
fiscaal partner. De buitenlandse belastingplichtige met een huwelijkse partner wordt
dan aangemerkt als alleenstaande. Deze uitzondering voor buitenlandse belastingplichtigen
op het fiscaal partnerbegrip is onder andere gemaakt omdat het ongewenst wordt geacht
dat buitenlandse belastingplichtigen die niet kwalificeren als KBB, gebruik kunnen
maken van de vrije toerekening van bepaalde inkomsten en uitgaven. Fiscale partners
kunnen deze inkomsten en uitgaven zodanig verdelen dat zij samen in Nederland zo min
mogelijk belasting betalen. Buitenlandse belastingplichtigen hebben dit voordeel in
beginsel niet. Ze kunnen namelijk uitsluitend aangemerkt worden als fiscaal partners
als ze allebei voldoen aan de voorwaarden van de KBB-regeling.
Door de uitzondering op het fiscaal partnerschap voor buitenlandse belastingplichtige
kan het bij de toepassing van de IACK voorkomen dat een buitenlandse belastingplichtige
uit de landenkring met Nederlands arbeidsinkomen, die samen met een niet-werkende
partner3 en een kind buiten Nederland maar in de landenkring op hetzelfde adres zijn ingeschreven,
wel de IACK kan effectueren in zijn aangifte inkomstenbelasting. Een binnenlandse
belastingplichtige in dezelfde situatie kan dat niet. Voorts kan het voorkomen dat
buitenlands belastingplichtigen met Nederlands arbeidsinkomen, die op hetzelfde adres
staan ingeschreven binnen de landenkring met een kind, beiden de IACK kunnen effectueren
in hun aangifte inkomstenbelasting.4 Ook hier treedt een verschil op met een binnenlandse belastingplichtige aangezien
dan maar een van de fiscale partners de IACK kan effectueren.
Let wel, belastingplichtigen, dus ook deze buitenlandse belastingplichtigen die in
Nederland belasting betalen over het Nederlandse arbeidsinkomen, moeten een aangifte inkomstenbelasting in Nederland indienen om de IACK te kunnen effectueren.
Op dit moment wordt onderzocht om hoeveel gevallen het precies gaat. Het gaat om mensen
die in Nederland werken, maar in het buitenland wonen; denk hierbij aan grenswerkers
uit Duitsland en België of andere lidstaten. Een eerste inschatting laat zien dat
in de periode 2015 tot en met 2018 jaarlijks circa 14.000 tot 19.000 buitenlandse
belastingplichtigen de IACK effectueren in hun aangifte inkomstenbelasting. In die
groep zitten echter ook belastingplichtigen die wel overeenkomstig de bedoeling van
de wetgeving ook in een binnenlandse situatie recht zouden hebben op de IACK. Onderzocht
wordt of het mogelijk is meer duidelijkheid te krijgen over de grootte van deze laatste
groep.
Het feit dat buitenlandse belastingplichtigen de IACK krijgen in situaties waarin
een binnenlandse belastingplichtige deze niet zou krijgen, is onbedoeld. Mijn streven
is daarom de wetgeving zodanig aan te passen dat de uitwerking voor buitenlandse belastingplichtigen
wordt gelijkgesteld met die voor binnenlandse belastingplichtigen. Binnenlandse belastingplichtigen
zijn geheel in overeenstemming met de bedoeling van de wet steeds juist behandeld.
De Belastingdienst heeft het feit dat verschillende uitkomsten mogelijk zijn ten aanzien
van buitenlandse belastingplichtigen binnen de landenkring al eerder gesignaleerd.
Een eerste signaal kwam in 2015 en in 2018 zijn hierover opnieuw signalen geweest.
De benodigde opvolging heeft toen helaas niet de juiste prioriteit gekregen. Ook was
de opzet in eerste instantie om deze wijzigingen mee te nemen in een breder pakket
van herzieningen. Punt van aandacht was bijvoorbeeld dat er op het gebied van de heffingskortingen,
zeker in grensoverschrijdende gevallen, inmiddels een complex geheel is ontstaan.
Ook zijn er op dit punt nog onzekerheden rond het EU-recht die mogelijk ook kunnen
doorwerken naar het recht op heffingskortingen, waaronder de IACK. Toentertijd is
bij de prioritering in ogenschouw genomen dat binnenlandse belastingplichtigen steeds
juist en overeenkomstig de bedoeling van de wetgever zijn en worden behandeld.
Ik ben voornemens de wetgeving met voorrang aan te passen zodat buitenlandse belastingplichtigen
uit de landenkring in materieel gelijke situaties ten aanzien van de IACK hetzelfde
worden behandeld als binnenlandse belastingplichtigen. Dit wil zeggen dat zij geen
recht hebben op de IACK als zij daar geen recht op zouden hebben in een binnenlandse
situatie. Ik streef ernaar een voorstel hiertoe deze zomer aan uw Kamer aan te bieden.
De Staatssecretaris van Financiën,
J.A. Vijlbrief
Indieners
-
Indiener
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.