Brief regering : Proces omtrent ingediende herstelplannen
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1753
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 mei 2021
Uw Kamer is op 12 januari jl. geïnformeerd1 over de uitkomst van de onderhandelingen over de faciliteit voor herstel en veerkracht
(Recovery and Resilience Facility, RRF). In deze brief heeft het kabinet toegezegd dat de herstelplannen die door de Europese
Commissie (de Commissie) aan de Raad van de Europese Unie (de Raad) worden doorgestuurd,
zonder vertraging naar de Tweede Kamer zullen worden doorgeleid. Met deze brief geef
ik mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat invulling aan deze toezegging
door u te wijzen op een algemene vindplaats van deze stukken en geef ik u uitleg over
het vervolgproces.
Lidstaten kunnen hun herstelplan formeel indienen sinds de RRF-verordening op 19 februari
jl. in werking is getreden2. Op grond van de RRF-verordening geldt in eerste instantie een deadline van 30 april
2021. Deze deadline geldt echter «as a rule». In de praktijk betekent dit dat een
lidstaat ook na 30 april 2021 een herstelplan kan indienen, waarbij hij aanspraak
blijft maken op zijn totale allocatie. Wel moet de Europese Commissie op grond van
de RRF-verordening 70% van de middelen vóór december 2022 gecommitteerd hebben aan
de lidstaten, op basis van een goed gekeurd plan. De overige 30% van de middelen wordt
voor eind 2023 gecommitteerd. Op grond van de verordening moet de Commissie een ingediend
plan zonder vertraging doorsturen naar het Europees parlement en de Raad. Zodra een
plan is ingediend zal de Commissie het plan publiceren op haar website. U kunt ingediende
plannen vinden op: https://ec.europa.eu/info/business-economy-euro/recovery-coronavirus/re…. De RRF-verordening bevat geen verplichting om een herstelplan in het Engels beschikbaar
te stellen. Dit kan betekenen dat een herstelplan alleen in de taal van de lidstaat
wordt ingediend, en gepubliceerd wordt door de Commissie.
Het kabinet heeft de Europese Commissie geïnformeerd over het proces rond het Nederlands
herstelplan, conform eerdere berichtgeving aan uw Kamer.3 Juist omdat het kabinet een stevig en ambitieus plan wil, is ervoor gekozen de indiening
van het plan aan het nieuwe kabinet te laten. Zo behoudt een volgend kabinet de ruimte
om te kiezen welke hervormingen en investeringen een plek krijgen in het nationale
plan voor de komende jaren en vergroot dit het draagvlak voor de implementatie ervan.
Het kabinet heeft opdracht gegeven tot een ambtelijke verkenning naar de mogelijke
inhoud van een Nederlands herstelplan, waarin kansrijke maatregelen in kaart gebracht
worden. De brief aan de Europese Commissie vindt u in de bijlage4.
RRF-voorwaarden
In de RRF-verordening staat opgenomen aan welke criteria een herstelplan moet voldoen5. De belangrijkste zijn de volgende. Een herstelplan moet een coherent geheel zijn
van investeringen en structurele hervormingen dat een bijdrage levert aan elk van
zes pilaren:
1. de groene transitie;
2. de digitale transformatie;
3. slimme, houdbare en inclusieve groei;
4. sociale en territoriale cohesie;
5. gezondheid en economische, sociale en institutionele veerkracht;
6. Beleid voor de volgende generaties.
Daarnaast moet het herstelplan bijdragen aan de doeltreffende aanpak van alle of een
significant deel van de uitdagingen die zijn vastgesteld in de landspecifieke aanbevelingen
van 2019 en 2020 in het kader van het Europees Semester.
Het herstelplan moet het groeipotentieel en de economische, institutionele en sociale
veerkracht versterken en de werkgelegenheid stimuleren. Daarnaast dient ten minste
37% van de RRF-middelen besteed te worden aan het klimaat en 20% aan digitalisering.
Een andere vereiste waar de herstelplannen aan moeten voldoen is het «do no significant harm principle». Dat houdt in dat de maatregelen in het plan geen (significante) afbreuk mogen doen
aan de Europese klimaat- en duurzaamheidseisen.
De maatregelen die in het plan zijn opgenomen dienen een structureel effect te sorteren
voor de betrokken lidstaat. Verder moeten lidstaten in hun herstelplannen een redelijke
en aannemelijke onderbouwing geven van de totale geraamde kosten. De kosten moeten
stroken met het kostenefficiëntiebeginsel en moeten in verhouding staan tot de verwachte
nationale economische en sociale gevolgen. Lidstaten moeten toelichten hoe de maatregelen
in het plan zullen bijdragen aan gendergelijkheid en gelijke kansen voor iedereen.
Lidstaten moeten regelingen treffen voor een doeltreffende monitoring en uitvoering
van de plannen, waaronder het opstellen van mijlpalen en doelen en een tijdschema
voor de implementatie van hervormingen en investeringen tot uiterlijk eind augustus
2026. Tot slot dient een lidstaat maatregelen te treffen om corruptie, fraude en belangenverstrengeling
te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.
Proces beoordeling RRP
Op grond van de RRF-verordening zal de Commissie de herstelplannen beoordelen. De
Commissie toetst daarbij op verschillende criteria en beoordeelt tevens de relevantie,
doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van de herstelplannen. Ze heeft hiervoor
na indiening van een herstelplan maximaal twee maanden de tijd. Tijdens de beoordelingsfase
kan de Commissie aanleiding zien om de indiener om aanpassing van een herstelplan
te vragen. Mede gezien de vele criteria en elementen waarop de Commissie de plannen
dient te beschouwen, geeft de Commissie informeel signalen af dat zij een flink deel
van de haar verleende tijd nodig gaat hebben. Ook het kabinet zal gedurende deze periode
het plan bestuderen ter voorbereiding op het besluit van de Raad na de beoordeling
van de Commissie.
Indien de Commissie tot een positieve beoordeling van een herstelplan komt, zal zij
namelijk een voorstel doen voor een uitvoeringsbesluit van de Raad, waarmee het definitieve
plan en de bijbehorende financiering, na instemming van de Raad, kan worden goedgekeurd.
Het uitvoeringsbesluit beschrijft onder meer de hervormingen en investeringsprojecten
die een lidstaat zal ondernemen, de financiële bijdrage waarop de lidstaat op grond
van het herstelplan aanspraak kan maken en de mijlpalen en doelen die behaald moeten
worden om recht te hebben op uitbetaling van middelen.
Zodra de Commissie een voorstel doet voor een dergelijk uitvoeringsbesluit zal uw
Kamer hier een kabinetsappreciatie van ontvangen, inclusief de Nederlandse stemintentie
in de Raad. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid over deze uitvoeringsbesluiten
en heeft hier maximaal een maand de tijd voor vanaf het moment waarop de Commissie
een voorstel heeft gedaan. Op dit moment is de verwachting dat de eerste uitvoeringsbesluiten
in de EcofinRaad van juli worden geagendeerd.
Proces uitbetaling
Na de goedkeuring van het herstelplan kan de lidstaat beginnen met de implementatie.
Op basis van een goedgekeurd plan heeft een lidstaat recht op 13% voorfinanciering
in 2021.6 De rest van de middelen kan tot 2026 uitbetaald worden op basis van bereikte mijlpalen
en doelen van het goedgekeurde plan. Het proces van uitbetaling, dat op z’n vroegst
vanaf de tweede helft van dit jaar plaatsvindt, loopt als volgt:
Allereerst beoordeelt de Commissie na een verzoek tot uitbetaling van een lidstaat
of de mijlpalen en doelen uit het herstelplan zijn bereikt. Lidstaten kunnen tweemaal
per jaar een verzoek tot uitbetaling doen. Wanneer de Commissie tot een voorlopige
positieve beoordeling komt vraagt zij het Economisch en Financieel Comité (EFC) om
een opinie over de bereikte mijlpalen en doelen. Het EFC is een ambtelijk voorportaal
voor de EcofinRaad. De Commissie moet voor haar definitieve beoordeling rekening houden
met de opinie van het EFC. Indien de uiteindelijke beoordeling door de Commissie positief
is zal de Commissie een besluit nemen tot uitbetaling van middelen via de zogenoemde
onderzoeksprocedure van de comitologie. Het EFC moet bij het vaststellen van haar
opinie streven naar consensus.
Mochten een of meer lidstaten van oordeel zijn dat er ernstige afwijkingen zijn wat
betreft een bevredigende verwezenlijking van de betrokken mijlpalen en doelen, dan
kunnen zij de noodremprocedure inzetten. Wanneer de noodremprocedure wordt ingezet
zal de voorzitter van de Europese Raad verzocht worden om de kwestie op de agenda
van de Europese Raad te zetten. De Commissie zal niet tot uitbetaling overgaan zolang
de eerstvolgende Europese Raad de kwestie niet uitputtend heeft besproken. Indien
onverhoopt de Europese Raad waar de kwestie wordt besproken niet tot een unaniem oordeel
komt, ontstaat er een nieuwe politieke situatie. In zo’n geval ligt het voor de hand
dat de Commissie weer voor de EFC-route kiest waarbij in het uiterste geval de noodremprocedure
weer kan worden ingezet.
Wanneer alle plannen zijn ingediend en de implementatie van start is gegaan, zal uw
Kamer een brief ontvangen die inzicht geeft in de projecten en sectoren waaraan andere
lidstaten hun RRF-gelden besteden, conform de motie van het lid Palland c.s.7
Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën